Begrijp jij het lijden?
23 april 2017
Waarom moest Jezus lijden? En waarom zou jij moeten lijden?
Lezen: Lucas 24:13-35
Tekst: Lucas 24:13-35
De combinatie Jezus en het lijden is altijd al een ingewikkelde geweest. Dan bedoel ik niet de vraag ‘waarom moest Jezus lijden?’ (dat was voor de Emmaüsgangers een lastige, voor ons denk ik minder, dat is er wel ingestampt). Nee, wat wij lastig vinden is: ‘waarom is er nog zoveel lijden sinds Jezus’ opstanding?’ Als Jezus toch de machtige Heer is, waarom is er dan nog zoveel lijden in de wereld? Hoezo Auswitch? Voor veel mensen een punt om op af te haken en God vaarwel te zeggen. Of, dichter bij huis: als Jezus onze machtige Heer is, waarom geneest dan niet iedereen? En dan leven we ook nog eens in een samenleving die lijden zoveel mogelijk probeert te vermijden. Jezus en het lijden, ze lijken niet goed bij elkaar te passen.
Het onbegrip van de Emmaüsgangers
Voor de Emmaüsgangers gold dat dus ook, maar dan op een wat andere manier. De Emmaüsgangers hebben twee problemen: a) hoe kon het dat Jezus stierf aan het kruis? En b) waarom zou Hij opstaan uit de dood als Hij vrijwillig gestorven was? Je ziet dit zo staan in het verhaal. Twee leerlingen van Jezus zijn van Jeruzalem op weg naar Emmaüs, een plaats zo’n 11 kilometer verderop. Het is de opstandingsdag en ze zijn druk in gesprek met elkaar. Jezus komt bij hen lopen maar ze herkennen Hem niet. Als Hij vraagt waar ze over praten blijven ze somber gestemd staan. Dat woord ‘somber’ laat hier al heel veel zien. Ze zijn teleurgesteld. Want ze hadden grote verwachtingen gehad. Moet je eens horen hoe ze over Jezus praten: ‘een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk’ (vers 19). Maar nu is Hij dood, al drie dagen. In vers 21 zeggen ze het ronduit: ‘Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden.’ Bevrijden van de Romeinse overheersing, en op een dieper niveau ook: bevrijden van de zonde. Maar let op de verleden tijd: wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden. Nu niet meer dus, die hoop is vervlogen.
Bovendien, zeggen ze in vers 22 (het woord ‘bovendien’ laat zien dat ze hun somberheid verdedigen), hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. En dan volgt het verhaal over de vrouwen bij het graf, de engelen, het lichaam dat er niet was. Maar, is hun conclusie: ‘Jezus zagen ze niet’ (vers 24). Oftewel, wat heb je aan die verhalen? Het gaat er bij hen niet in dat Jezus zou zijn opgestaan uit het graf. Waarom zou Hij dat doen als Hij eerst vrijwillig gestorven was? Dat is toch niet logisch?
Dan begint Jezus te praten. Hij zegt: jullie hadden het al lang kunnen weten. Vanuit Mozes en de profeten, hun bijbel. Vers 26: ‘Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Ik denk dat dit het belangrijkste vers in het verhaal is. Het probleem van deze twee leerlingen is niet zozeer dat ze niet zouden kunnen geloven in een opstanding, maar ze begrijpen de logica er niet van. Waarom zou Jezus zich dan eerst laten doden? Dat is toch een nodeloze onderbreking van zijn werk? Jezus was bezig geweest mensen te verlossen van ziekten, van demonen, van blindheid en verlamming. Hij preekte het vrederijk waarin Israël God weer in vrijheid zou dienen. En Hij zou de koning worden van dat rijk. ‘Wij leefden in de hoop dat hij degene was die door God gestuurd was om Israël te bevrijden.’ Ze geloofden dat Hij de messias was, de gezalfde van God. Maar wat ze niet begrepen is dat Jezus door te lijden zijn heerlijke positie zou bereiken. Waarom zou een machtige (vers 19) zich laten slaan en vernederen en zich uitgekleed laten doden aan een kruis?
De reactie van Jezus
Jezus’ antwoord is: zo moest het. En je had het kunnen lezen bij Mozes. Denk aan de moederbelofte: ‘Vijandschap sticht ik tussen jou -satan- en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel’ (Genesis 3:15). Je had het kunnen lezen bij Jesaja: ‘Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was (...) Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam (...) Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing’ (Jesaja 53:3-5).
Maar waarom moest het zo? Waarom moest Jezus door dat lijden heen? De meesten van ons weten niet beter. Wij zijn er mee opgevoed: Jezus moest lijden voor onze zonden. Zo betaalde Hij voor onze schuld. Hij droeg de straf die wij hadden moeten ondergaan. En gelukkig maar want wij zouden er aan onderdoor zijn gegaan. Toch blijft de vraag: kon het niet op een andere manier? Jezus is toch de machtige? Door zijn woord is de wereld ontstaan (Johannes 1:3). Kon Jezus niet een of ander machtswoord spreken en daarmee de duivel verslaan? Was dat niet veel logischer geweest, in een gevecht vecht je toch met elkaar? Dus waarom laat Jezus, de machtige Zoon van God, zich vrijwillig doden?
Waarom Jezus het gevecht niet aangaat
Het eerste is dat Jezus wil laten zien dat Hij anders is dan de vijand. Satan is zijn vijand. Satan is haat, Jezus is liefde. En dat wil Jezus blijven. In elk conflict is er de verleiding om je tegenstander net zo terug te pakken als hij jou doet. Het grote probleem is dat jij daarmee wordt zoals hij. Stel iemand scheldt je uit. Jij vindt dat niet leuk en je scheldt terug. Maar daarmee doe je precies datgene wat je afkeurde. Je bent geworden als je vijand.
Het tweede hangt hiermee samen: Jezus wil anders winnen. In de meeste oorlogen is er maar één winnaar: de haat. Welke partij ook wint, de haat wint sowieso. De meeste oorlogen lossen niets op, ze breken vooral heel veel af. Maar wat Jezus wil is de liefde laten zegevieren. De manier waarop Jezus dat doet is door zelf liefde te geven. Hij zegt: kom maar, kom maar dichterbij, sla me maar. Wanneer in een conflict de ander liefde blijft geven, staar je opeens verschrikt in de spiegel van je eigen blinde haat. Dat is de enige manier waarop haat overwonnen kan worden. Liefde, als allesoverwinnend wapen (Liedboek 791:2).
Het derde is dat Jezus een ander doel heeft dan zijn vijand. Satan wil vernietigen, afbreken en kapot maken. Hij wil mensen in het verderf storten en ze voor eeuwig bij God en het goede leven weg houden. Jezus wil God en mens juist bij elkaar brengen en voor eeuwig verbinden. Maar dan zal de mens het gevecht moeten overleven. Bij verhitte discussies denk ik wel eens aan hoe het gaat in een boksring. Stel je slaat de ander knock-out, je wint. Maar vervolgens is er niemand om een relatie mee te hebben. Soms gaan discussies ook zo. Je wint wel, maar de relatie is kapot. Je staat met lege handen. Jezus wil de mens niet overwinnen maar voor zich winnen.
Zie je nu waarom Jezus via lijden naar zijn glorie moest? De apostel Paulus zegt het in Filippenzen 2 zo: ‘En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat (Filippenzen 2:8-9). Omdat Jezus zich vernederde ontving Hij de hoogste plaats. Dit is wat Jezus tegen de Emmaüsgangers zegt: ‘Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Want wat gebeurt er als een machtige liefde betoont? De vijand struikelt en schiet door want dit had hij niet verwacht, hij rekende op een keiharde confrontatie. En de omstanders kiezen partij voor hem die ondanks al zijn macht toch de vrede zocht. De vergissing van de Emmaüsgangers is dat ze dachten dan de Schriften gingen over bevrijding van het lijden, maar Jezus leert hen dat hun bijbel gaat over bevrijding door het lijden. Het lijden dat Israëls vertegenwoordiger, de messias, op zich zou nemen. Ze moeten Jezus leren zien als degene die geeft, zegent en lijdt. Daarom is het ook zo mooi dat God hun ogen opent op het moment dat Jezus het brood breekt (vers 31, 35). Terwijl zij nog opgingen in hun probleem -hoe kon het dat Jezus stierf aan het kruis, en waarom zou Hij opstaan als Hij vrijwillig gestorven was- nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. En dan opent God hun ogen voor Jezus. Natuurlijk, zo hadden ze Hem gezien toen Hij de vijf broden en twee vissen verdeelde: zegenend en gevend (Lucas 9:10-17). Zo hadden ze Hem ook gezien bij het laatste Pesachmaal toen Hij zichzelf identificeerde met het gebroken brood (Lucas 22:19-20). Nu begrijpen ze dat Jezus wilde lijden. En moest lijden. De puzzelstukjes vallen op hun plaats: Israël moest niet zozeer bevrijd worden van het lijden dat hen overkwam, maar ze moesten bevrijd worden van het lijden dat ze met zich meedroegen. Dat kon alleen wanneer Jezus het van hen overnam. Hij wil herkend worden als degene die je zegent door zich te geven.
Een lastige combinatie
Maar ook voor ons is de combinatie Jezus en het lijden een lastige. Op twee vlakken: wij vragen ons af waarom er nog lijden is als Jezus toch al de overwinning heeft behaald, en wij leven in een cultuur waarin lijden vooral vermeden wordt. Wij vinden dat laatste misschien heel gewoon (waarom zou je geen pijnstiller nemen?) maar er is wel een vervelende bijwerking: we willen ook niet meer aan onszelf lijden. Daarmee bedoel ik: we vinden het moeilijk om onszelf iets te ontzeggen. Want dat doet zeer. Ik wil iets heel graag, maar het is schadelijk voor God, mijn naaste of mezelf, en dus beheers ik me. Daardoor mis ik wel een bepaald plezier. Kun jij dat, jezelf verloochenen? Je eigen plannen, wensen en verlangens opzij zetten?
Wat jij moet begrijpen
Op een iets andere manier zou je dezelfde vergissing kunnen maken als de Emmaüsgangers. Je zou het evangelie van Jezus zomaar kunnen opvatten als een bevrijding van het lijden buiten ons: de oorlogen, rampen, ziekte en dood. Dan snap je ook niet waarom het zo lang moet duren en waarom christenen niet nu al door hun Heer bevrijd worden. Maar het evangelie van Jezus gaat over de bevrijding van het lijden in ons. Wij lijden aan hoogmoed, egoïsme, begeerte, jaloezie, ongeduld en angst, daar wil Jezus ons van bevrijden. Dat gebeurt wanneer wij aan onszelf leren lijden, wanneer wij leren onszelf te verloochenen. Dat doet altijd pijn, maar het is de enige manier om de heerlijkheid binnen te gaan. Door lijden tot heerlijkheid, want je kunt daar alleen schoongebrand naar binnen. Jezus had het al gezegd: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen’ (Lucas 9:23).
Leren lijden aan jezelf
Nu wordt het heel moeilijk om jezelf te verloochenen als je diep van binnen jezelf op nummer 1 zet. Dan staat God automatisch op 2 of lager. Dat is de zonde in ons, die ervoor zorgt dat jij jezelf als groter ziet dan God. Maar als ik in mijn ogen groter of belangrijker ben dan God, dan wordt het heel moeilijk om mezelf te verloochenen. Het omgekeerde is ook waar: hoe meer je van Gods grootheid ziet, hoe gemakkelijker het wordt om jezelf te verloochenen. Gods grootheid zien, maakt dat je jezelf kunt verloochenen. Dat is hoe Jezus de zonde in je breekt: Jezus laat je de grootheid van zijn Vader zien. Zo bevrijdt Hij je van je grote zelf. Wat is dat belangrijk. Want bedenk dat wie zichzelf tot het einde aan toe als groter dan God ziet, uiteindelijk zonder God komt te zitten. Want als jij zo groot bent waar heb jij God dan voor nodig?
Hoe oefen je zelfverloochening, dat lijden aan jezelf? Door te oefenen word je hier beter in. Wie merkt zichzelf iets te kunnen ontzeggen kan daar een volgende keer op terugvallen: je kon het! Nee niet in eigen kracht. Dit is een strijd die je alleen met de hulp van de heilige Geest kunt voeren. Hem heb je echt nodig. Net zoals de Emmaüsgangers God nodig hadden die hun ogen opende voor de noodzaak van Jezus’ lijden. Er zijn genoeg gebieden om te oefenen. Bedenk eens wat voor jou een belangrijk item is, moet jij je verlangens op het gebied van drank opgeven? Of op het gebied van seks of geld? Moet jij jezelf oefenen in het opgeven van jouw wensen binnen relaties of jouw wensen binnen de gemeente? Je weet het zelf het best. Maar wat is het vaak een strijd. Bid dan. Ik merk dat ik vaak een gebed bid waarmee ik in ga tegen mezelf: Here, breek het uit me weg, ook als het pijn doet! Maar ik doe het, want op het moment dat ik mezelf verloochen komt er ruimte voor mijn nieuwe mens. Waar de oude mens sterft staat de nieuwe op. Zo herken je Jezus in jezelf en in elkaar. Je herkent Hem in de zegen die het geeft wanneer mensen willen lijden aan zichzelf. Amen.