Blijven bidden

9 maart 2022

Daniël blijft bidden om Gods heerlijke toekomst. En jij?

Lezen: Daniël 6

Tekst: Daniël 6

Er wordt wel eens gezegd ‘nood leert bidden’. Daarmee wordt bedoeld, als we in een moeilijke situatie zitten gaan we opeens God om hulp vragen: als er oorlog is in Europa, als een ernstige ziekte ons leven bedreigt. De keerzijde hiervan is dat bidden blijkbaar gemakkelijk versloft, er bij inschiet. Blijkbaar hebben wij een biddag zoals vandaag gewoon ook nodig, een verplichte biddag. Biddag dwingt je als het ware om te bidden. Maar dat zou niet nodig moeten zijn, dat snappen we ook wel. Bidden mag niet versloffen. En dat nood leert bidden zal zo zijn, maar netjes is het natuurlijk niet; dat we pas bij God aankloppen als het ons uit handen dreigt te lopen. Het liefst zouden we toch uit onszelf gemotiveerd zijn om te bidden.

 

Maar wat is er dan zo belangrijk aan bidden? Aanbidden! God aanbidden wil zeggen dat je Hem prijst en looft met woorden. Wij gebruiken dat woord ook wel: een jongen aanbidt een meisje; dat wil zeggen: hij is helemaal gek van haar, verliefd op haar. En dat zegt hij ook: ik hou van je! Datzelfde doe je als je God aanbidt, je zegt hoeveel je van Hem houdt. Bidden is niet in eerste instantie voor jezelf belangrijk. V/a 116 van de Catechismus zegt: het is het voornaamste in de dankbaarheid die God van ons vraagt. En door te bidden om brood, zegt v/a 125, ‘erkennen we dat God de enige oorsprong van al het goede is’. Bidden richt zich op God. Jij hebt er niet perse wat aan. Dat is een van de eerste dingen die we altijd willen weten: wat heb ik er aan? Preken moeten ook relevant zijn, daar moet je wat aan hebben. Maar het gekke is dat we vanavond ontdekken, bidden is in zichzelf helemaal niet relevant. Want bidden richt zich op God. Het gaat niet om jou maar om God. Als je mij nu vraagt, maar wat is dan het belang van deze preek, hoe is deze preek relevant, dan zou ik zeggen: als je dan bidt, doe het dan goed. Als je dan bidt dan wil je het wel goed doen, toch? Luister dan naar deze preek.

 

Het belangrijkste aan bidden is aanbidden. Zeggen dat je van God houdt, Hem loven en prijzen en zijn naam groot maken. Hem laten merken in je woorden dat je helemaal gek van Hem bent. In het boek Openbaring ontdek je dat Gods tegenstander die aanbidding juist wil verhinderen. Openbaring is een boek vol lofzang en liturgie, een boek vol aanbidding. De grote scheiding die door de mensheid loopt (en die uiteindelijk ook de scheiding tussen hemel en hel zal vormen) is of je God aanbidt of jezelf. Ben je vol van jezelf of ben je vol van God? Satan, Gods tegenstander, probeert de aanbidding van God de nek om te draaien door brute vervolging en door subtiele misleiding. God wil eer ontvangen van zijn schepselen. Satan wil God die eer afpakken en daarom wil hij dat mensen ophouden God te aanbidden. Hij wil dat ze zichzelf gaan aanbidden, dat ze zichzelf belangrijk gaan vinden. Dat kan door vervolging, je kiest voor lijfsbehoud, het kan ook door misleiding: welvaart en luxe richten je blik op je eigenbelang.

 

In het verhaal van Daniël werkt satan met de tactiek van de brute vervolging. Dat hier die strijd tussen God en satan op de achtergrond staat blijkt uit het tweede edict van de koning (vers 26-28). In die verzen klinkt Openbaringachtige taal. Darius zegt dat iedereen eerbiedig ontzag voor God moet tonen. En van God zegt Darius dat Hij de levende is, die bestaat in eeuwigheid en dat zijn heerschappij geen einde kent. En dat God tekenen en wonderen doet in hemel en op aarde. Dat is toch Openbaringachtige taal? Maar dit is de afloop van het verhaal, de goede afloop. Daar voor is het nog spannend genoeg, Daniël wist natuurlijk niet dat hij het er levend vanaf zou brengen. Waarom gaat Daniël eigenlijk door met bidden? Kon hij de gordijnen niet dicht doen op zijn minst? Of in zichzelf bidden, misschien met zijn ogen open en zonder zijn handen te vouwen, zonder te knielen? Zo’n gebed komt toch ook bij God aan? Vervolgde christenen komen ook in het geheim samen. Die gaan niet publiekelijk met hun Bijbel staat zwaaien; dan weet je zeker dat je in de gevangenis komt. Daniël had een belangrijke positie aan het hof, had God hem die plek niet met een reden gegeven? Mocht Daniël dat allemaal wel op het spel zetten door in alle openheid voor het open venster te gaan zitten bidden, regelrecht tegen het verbod van de koning in?

 

Daniël gaat door met bidden omdat Gods eer en Gods plan op het spel staan. De aanval van zijn collega’s kwam voort uit jaloezie. Maar daarachter zit satan, hij gebruikt deze mensen om God zijn aanbidding af te nemen. Het gebed van Daniël richtte zich op Gods eer en op Gods plan. In hoofdstuk 9:16 lezen we dat Daniël bidt: ‘Heer (...) bevrijdt toch uw stad Jeruzalem.’ En in vers 19: ‘Wacht niet langer en grijp in, mijn God, ook omwille van uzelf, want uw naam is verbonden aan uw stad en aan uw volk.’ Op het moment dat Daniël dit bidt zit het volk in ballingschap om zijn zonden. Jeruzalem ligt in puin. En dan zegt Daniël in zijn gebed: Here, redt ons, want de volken zeggen nu ‘die God van de Israëlieten stel niks voor.’ Maar als u ons redt, als u ons terugbrengt naar Jeruzalem en de stad laat herbouwen, dan zullen de volken zeggen: de Here heeft hen iets groots gedaan! (Psalm 126:2). Dus Daniël vraagt in zijn gebed niet allereerst om eten en drinken, een fijne dag, gezondheid en zegen op zijn werk, maar hij vraagt of God door wil gaan met zijn plan: het herstel van Jeruzalem, dat Gods volk daar weer veilig en in vrede kan wonen, dat God weer geëerd wordt in een herbouwde tempel. Omdat dit allemaal op het spel staat blijft Daniël bidden. De openlijke aanval op Gods plan en eer moet openlijk afgeslagen worden.

 

Wat we vanavond leren is: blijf bidden, blijf vragen om Gods eer en Gods plan. Bij dat laatste moet je denken aan het nieuwe, hemelse Jeruzalem, het koninkrijk van God. God wil dat wij blijven bidden om zijn eer en zijn plan. Want het gaat om Gods eer en alleen in Gods koninkrijk komen mensen tot hun recht. Daar wordt hun leven goed en mooi, op deze aarde lukt dat nooit helemaal (of helemaal niet). In Gods koninkrijk komen mensen tot hun recht, daar is het leven goed. Ook omdat we daar God aanbidden. Dat geeft zin aan het leven, dat geeft voldoening. Nu ervaren we dat nog niet zo, maar in het aanbidden van God vindt de mens zijn levensdoel. Je kunt dat vergelijken met hoe mensen voldoening vinden in vrijwilligerswerk. Door zich in te zetten voor een ander, door dienstbaar te zijn, krijgen ze een voldaan gevoel. Het geeft me zoveel, zeggen ze dan. De mens is geschapen om God te aanbidden. In het nieuwe Jeruzalem vindt de mens daarin zijn levensdoel.

 

Daarom wil God dat wij om zijn eer en plan blijven bidden. Satan wil dit verhinderen door bruut geweld en door subtiele misleiding. Wij hebben niet te maken met vervolging. Wij mogen vrijuit bidden; in huis, in de kerk, in publieke gelegenheden en als we willen op straat. Satan probeert het bij ons op die andere manier: misleiding. Waarom vinden wij het vaak moeilijk om te blijven bidden? Ik kan wel wat redenen bedenken, misschien herken je het. We zijn vaak zo druk. Of beter gezegd, we maken ons druk. Dan bidden we even snel, of helemaal niet of zonder er echt bij na te denken. Een andere oorzaak die het moeilijk maakt om te blijven bidden is dat er voor ons gevoel zo weinig verandert, of zelfs helemaal niets. We bidden om vrede maar de oorlog houdt aan. Je bidt om genezing maar je blijft ziek. Je bidt om werk maar je krijgt het niet. Hoe blijf je dan gemotiveerd om te bidden? Wat we natuurlijk vergeten is dat bidden ook onszelf verandert: door naar God te gaan met je nood ontvang je al rust, je weet Hij is erbij. Wat het ook moeilijk maakt om te blijven bidden is dat het er steeds meer op lijkt dat we voor onszelf kunnen zorgen. Juist rond gewas en arbeid is dat merkbaar. Vroeger bad je om regen, nu zet je de sproeier aan. Vroeger bad je om gezondheid, nu ga je naar de dokter. Maar het gevoel dat we voor onszelf kunnen zorgen maakt bidden moeilijk. Nog een laatste reden zou kunnen zijn dat we ons schamen voor ons geloof. In ons land heerst het idee dat weldenkende mensen natuurlijk niet geloven. Geloof is iets van vroeger wat we nu toch wel van ons afgeschud hebben. Niet geloven is vooruitgang, zo wordt gesuggereerd. In zo’n setting bid je niet gemakkelijk op je werk of in een restaurant.

 

Dit is hoe satan ons bidden onder druk zet: subtiele misleiding, vaak net zo effectief als brute vervolging. Blijven wij bidden? Blijf jij bidden? Ik denk dat het antwoord in veel gevallen ‘ja’ is, je blijft wel bidden. Maar bedenk eens waar je om bidt. En waar bid je niet of minder om, wat vergeet je gauw? Wat zijn dingen waar je niet om blijft bidden (als je er ooit al mee begonnen was)? Wij bidden wel om eten en drinken, maar bidden we ook om de komst van Gods koninkrijk? Wij bidden wel om vergeving, maar blijven we ook bidden om vernieuwing en verandering? Wij bidden voor de armen, maar leggen we het gevaar van onze rijkdom ook aan God voor? Wij bidden om gezondheid, maar bidden we ook om geloof? We bidden voor de zieken, maar bidden we ook om acceptatie van Gods weg met ons als we ziek blijven? We bidden om vrede, maar blijven we ook bidden om kracht voor de geestelijke strijd?

 

Hoe gemakkelijk zijn wij in onze gebeden niet gericht op onze eigen belangen. Zo eist de zonde zelfs in onze gebeden zijn plek op. Maar gelukkig kan God je in een situatie brengen waarin je echt moet kiezen tussen Hem en jezelf. Denk aan hoe dat ging bij Daniël. Dan houdt God je zomaar een spiegel voor: om wie gaat het nu in jouw leven? Zo wil God de zonde uit je gebeden halen. Blijf bidden om Gods eer en Gods plan, het nieuwe Jeruzalem. Dat niet belangrijk vinden is ernstig, dan moet je je bekeren. Het is iets anders als je merkt dat je toch vaak weer in oude patronen vervalt. Wat ik troostvol vind is dat Jezus ons leerde bidden; het Onze Vader. Als je dat gebed bekijkt ontdek je dat het in alles gaat om Gods eer en om zijn koninkrijk. Zelfs als je bidt om het dagelijks brood gaat het om Gods rijk. Het brood dat je vraagt is eten voor onderweg, voor het onderweg zijn naar Gods koninkrijk.

 

Hoe loopt dit verhaal af, dat verhaal van satans strijd om God zijn eer af te nemen? Satan wil het aanbidden van God verhinderen, lukt hem dat? In Daniël 6 draait God eigenhandig de executie van zijn biddende dienaar terug: de leeuwen doen Daniël geen kwaad en daarmee wordt zijn onschuld bewezen. Volgens sommigen was de leeuwenkuil bedoeld als een soort godsoordeel. Je werd er in gegooid en als je dat overleefde was je onschuld bewezen. Net zoiets als dat ze in de Middeleeuwen heksen in het water gooiden. Bleef ze drijven dan was ze een heks en werd ze gedood, zonk ze dan was bewezen dat ze geen heks was (maar was ze ook dood). Toch denk ik dat het hier anders is; de leeuwenkuil was gewoon bedoeld als executiemethode. Niemand ging ervan uit dat je dat overleefde. Je schuld was ook al lang vastgesteld. Ook bij Daniël stond zijn schuld gewoon vast. Maar als Daniël het dan tegen alle verwachtingen in overleeft, dan functioneert dat als een godsoordeel. Waar mensen Daniël schuldig bevonden, spreekt God hem vrij. Door het oordeel heen blijkt zijn onschuld. Er volgt verder ook geen straf voor Daniël terwijl hij toch overduidelijk schuldig was aan overtreding van de wet van de koning. Nee, want God zelf heeft Daniël onschuldig verklaard. Het doet denken aan wat de apostel Paulus overkomt op het eiland Malta: eerst overleeft hij een schipbreuk, maar dan op het strand bijt een giftige slang in zijn hand. De eilandbewoners zeggen: hij is vast een moordenaar, eerst ontsnapt hij aan de zee maar de goden willen hem echt dood hebben. Maar als Paulus dan niet doodgaat veranderen ze van mening en zeggen ze: hij is een god! Dus het wonderlijke overleven van iets dat normaal gesproken je dood had moeten worden, wordt opgevat als een teken van God aan je kant hebben.

 

Dat is ons uitzicht: door het oordeel heen blijkt je onschuld. Het oordeel van God overleven laat zien dat God aan jouw kant staat. Je kunt het oordeel van God overleven door een beroep te doen op Jezus Christus. Met Hem gebeurde iets soortgelijks op Goede Vrijdag en Pasen: tegen alle verwachtingen in overleefde Hij zijn kruisiging en dood. Dat liet ziet dat God Hem vrij sprak. God oordeelde Hem onschuldig. Bij Daniël ontploft de hele opzet in het gezicht van zijn jaloerse collega’s, zij worden uiteindelijk door de leeuwen verscheurd. De dood van Jezus ontploft in het gezicht van satan, zijn kop wordt uiteindelijk vermorzeld (Genesis 3:15). Wie met Jezus door het oordeel gaat wordt onschuldig verklaard. Tegen alle verwachtingen in overleef je het. God spreekt je vrij.

 

Ik sluit af met een praktische aanwijzing: oefen met bidden voor Gods zaak. Dat betekent dat je in je gebed gericht bent op God en op wat Hij belangrijk vindt. Ga je gebeden eens bij langs, luister naar je eigen bidden met de oren van Daniël. Hij bad voor een nieuw Jeruzalem, hij vroeg of God zijn volk wilde redden omwille van zijn eigen eer. Denk zo eens na over jouw gebeden. En ook als je dan bidt voor gewas en arbeid, zet die vraag voor jezelf in het kader van je reis naar Gods koninkrijk. Maarten Luther zei: bidden is God met zijn eigen beloften om de oren slaan. Het gaat dus om de beloften van God, laat die de inhoud zijn van je gebed. Amen.