Dansen op de vulkaan

30 oktober 2022

God vernietigt in een plotseling oordeel hen die zich boven Hem verheffen.

Lezen: Daniël 5

Tekst: Daniël 5

Wij leven in een tijd van crisis. De crises stapelen zich zelfs op. Denk aan de oorlog in Oekraïne met een dreigende atoomescalatie, de verruwing van de politiek, de uitholling van de democratie, de klimaatcrisis, de vluchtelingencrisis, de inflatie, breed toenemende armoede met alle maatschappelijke onrust van dien. Dagelijks komen berichten over deze crises op je af.

 

Tegelijk gaan we gewoon op vakantie, vieren we onze verjaardagen, sporten we en gaan we uit. Voor mij wringt dat. Maar ik doe er net zo goed aan mee. Het lijkt erop dat we niet door hebben dat er gigantisch veel aan de hand is. Of we hebben dat wel door maar weten niet goed hoe we daarop moeten reageren. Want is het dan ook zo dat je geen feestjes meer mag vieren, niet meer uitgaan of op vakantie als er zoveel onrust en dreiging in de lucht hangt?

 

Wat er momenteel in onze samenleving gebeurt lijkt op dansen op de vulkaan. Met die uitdrukking bedoelen we dat je je vermaakt terwijl er groot gevaar dreigt. Het lijkt er sterk op dat dit ook precies is wat Belsassar doet, die koning van Daniël 5. Verschillende buitenbijbelse geschiedschrijvers hebben het over een Babylonisch feest terwijl de vijand met zijn legers al voor de poorten stond. Maar de inwoners van Babylon wanen zich onaantastbaar. Ze hebben muren en poorten, en beter nog, grachten om de stad heen. Die grachten werden gevoed met het water van de rivier de Eufraat. Maar wat deden hun vijanden, de Perzen? Ze groeven een kanaal dat het water van de rivier in een of ander moeras looste, waardoor het waterpeil in de grachten zakte en de soldaten er zo doorheen konden lopen. De inwoners van Babylon hadden de poorten niet eens dichtgedaan, zo onaantastbaar waanden ze zich, en de stad werd ingenomen. Gewoon feesten terwijl er groot gevaar dreigt; achteraf komt dat vreselijk dom over. Het is het plaatje van Daniël 5.

 

Maar wat mij betreft is het ook het plaatje van Nederland anno 2022. Als wij op een dag wakker worden en er is een atoombom gevallen en West-Europa wordt in de oorlog gezogen, dan zeggen we toch tegen elkaar: hoe kan het dat we vorige week nog gewoon op vakantie gingen en feestjes vierden alsof er niets aan de hand was? Dat komt dan toch heel dom over? Tegelijk weet ik ook niet goed wat je er dan wel mee moet. Misschien waait de dreiging over, loopt het met een sisser af. Achteraf is het altijd gemakkelijk praten. Dan zeg je, hoe kan het dat mensen op de dag voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak gewoon nog trouwden? Ja, omdat ze niet wisten dat het de dag er na oorlog zou zijn.

 

Laten we kijken naar wat God doet in Daniël 5. God vernietigt in een plotseling oordeel hen die zich boven Hem verheffen. Koning Belsassar spotte met God door de gouden en zilveren bekers uit de tempel in Jeruzalem te gebruiken voor zijn eigen feest. Daniël zegt dat Belsassar beter had moeten weten vanuit wat er met zijn vader Nebukadnessar gebeurd was. En toch, zegt Daniël tegen de koning, hebt u uzelf boven de Heer van de hemel verheven. U hebt de God, die u de levensadem geeft, niet verheerlijkt. Daarom sterft Belsassar een plotselinge dood, nog diezelfde nacht.

 

God vernietigt in een plotseling oordeel hen die zich boven Hem verheffen. Dat is Daniël 5. Het is ook de kern van het oordeel bij Jezus’ wederkomst. Niemand weet de dag of het uur. Het oordeel komt als een dief in de nacht, het zal deze wereld overvallen. In onze Nederlandse samenleving rekenen nog maar weinig mensen met dat oordeel. Er wordt vakantie gevierd, uitgegaan en genoten van de welvaart. Ik merk dat ik het lastig vind om in zo’n samenleving op God en de wederkomst gericht te leven. Ook van onze samenleving kun je zeggen dat die God niet verheerlijkt, zich zelfs boven God verheft: wij hebben God niet nodig, wij bepalen dat God niet bestaat. Zo’n samenleving zal op een dag feestvierend ten onder gaan. Jezus zegt in Matteüs 24:37-39: ‘Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt. Want zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar bezig was met eten en drinken, met trouwen en uithuwelijken, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en zoals men niet wist dat de vloed zou komen, totdat die kwam en iedereen wegnam, zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt.’ En de apostel Paulus schrijft aan de Tessalonicenzen: ‘Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang’ (1 Tessalonicenzen 5:3).

 

De vraag is: hou jij rekening met de wederkomst, een plotseling wereldeinde? En is dat zichtbaar in je gedrag? Wees anders dan de samenleving die feestvierend ten onder zal gaan. Hou een zekere afstand van die samenleving. Je hoeft niet uit de samenleving weg, maar waan je niet onaantastbaar. En verhef je niet boven God, verheerlijk Hem juist. Dat zijn misschien nog geen concrete acties die je doet maar het zijn wel concrete gedachten: er is een God die boven mij staat, ik ben een kwetsbaar mens, er komt een oordeel. Vanuit die houding, vanuit die instelling zijn er dan echt wel concrete dingen die je wel en niet doet. Ook wij vieren feestjes en houden vakantie ook al kan Gods oordeel ieder moment komen. Maar zorg er voor dat je nooit feest viert zonder God, een feest dat niet bij Hem past. En als het gaat over het besef dat er een God is die boven je staat; dat wordt concreet wanneer je keuzes gaat maken: kies je voor wat jij wilt of voor wat God van je vraagt? Kun je tegen jezelf ingaan? Vaak zul je met de keus die tegen jezelf ingaat God verheerlijken. Dat zal opvallen in onze samenleving. Laat dat een graadmeter voor je zijn: als het ongelovigen opvalt dat jij je laat leiden door andere principes dan eigenbelang dan zit je op het goede spoor. Opvallend is hoe Daniël in Babylon bekend staat als iemand ‘in wie de geest van de heilige goden woont.’ Zo zegt de koningin het tegen Belsassar. En ze zegt: die vent moet je hebben voor een goed advies. Laten wij als christenen ervoor zorgen op die manier bekend te staan in de samenleving. Als mensen in wie een diepere wijsheid rust dan het kortzichtige feestvieren van onze samenleving. Dat begint er natuurlijk mee dat je daar niet aan mee doet, dat je anders bent. Dat is moeilijk genoeg. De doorwerking van de zonde maakt ons doof en blind voor de waarheid van een naderend oordeel. Wie zichzelf in het middelpunt zet wordt doof en blind voor wat er om hem heen gebeurt. En boven hem. Niet voor niets betreffen veel wonderen van Jezus het openen van oren en ogen. Gods Zoon maakt zich graag bekend als de redder bij wie je kunt schuilen tegen het oordeel.

 

God wil dat wij rekenen met de wederkomst van zijn Zoon en het oordeel daarna. In een samenleving die zichzelf verheerlijkt, die feestviert alsof er niets aan de hand is, is dat best lastig. Het is juist in de kerkdienst dat wij de herinnering aan het plotselinge wereldeinde levend houden. Hier, en ik hoop ook thuis, bidden we: kom haastig, Heer! Levend in een land waarin we het vaak zo goed hebben is dat een vreemd gebed. Maar laat het juist daarom een teken aan de wand zijn. Amen.