De boekrol in handen van de Middelaar
27 november 2011
In Openbaring 5 lezen we hoe God een boekrol in handen van de leeuw uit Juda legt die als geslacht lam voor de troon staat. Direct daarop barst de hemel los in aanbidding. Christus laat zijn kerk op aarde hiermee weten: wees blij, want het uitrollen van de toekomst ligt in mijn handen!
Lezen: Openbaring 5
Tekst: Openbaring 5
We hebben zojuist Openbaring 5 gelezen. Maar waar gaat dit over?! Ja het gaat over een boekrol, over zegels, over Johannes die huilt, over een leeuw die eruit ziet als een lam, en het gaat over heel veel enthousiaste aanbidding.
Is dit een droom? Een visioen? Het lijkt zo onwerkelijk. Te vreemd voor woorden. Onbegrijpelijk. Is dit dagdromerij van Johannes? Beschrijft Johannes hier Utopia, het fantasieland waarin alles perfect is? Een wensland? Nee, Johannes krijgt een blik op de werkelijkheid! ‘Toen zag ik dit’, zo begint hoofdstuk 5. Via Johannes krijgt de kerk van Christus zicht op de werkelijkheid. Die vreemde dingen die beschreven worden in Openbaring 5 vormen de werkelijkheid van hemel en aarde. Openbaring is het boek van de onthullingen. De volgelingen van Christus -en allen die meeluisteren- krijgen hier informatie over een gebeurtenis in de hemel die superbelangrijk is voor het leven op aarde.
Wat is die hemelse gebeurtenis die zo belangrijk is voor het leven op aarde? Kern van Openbaring 5 is de overhandiging van die boekrol. Die boekrol bevat ‘datgene wat nog gebeuren moet’, zie hoofdstuk 4:1. De toekomst, vanaf het moment dat Johannes dit ziet. Dus ruwweg de tijd tussen hemelvaart en wederkomst. En die boekrol is van binnen en van buiten beschreven. Er staat heel veel te gebeuren in die periode, die ook wel de eindtijd heet. God houdt de rol in zijn rechterhand. Dat is de hand waarmee God zijn daden ten uitvoer brengt. Het is de rol van God op zijn troon, de inhoud gaat dus over de doorwerking van Gods koninklijke macht. Dat is heerlijk voor zijn volgelingen, maar vreselijk voor wie tegen Hem opstaan. Wie hier verder op wil studeren moet ook eens kijken in Ezechiël 2:9-10. Maar nu is die rol verzegeld. Met zeven zegels. Er staat voor deze wereld dus van alles op de rol, maar het kan niet plaatsvinden. Gods plannen van gericht tegen zijn vijanden, en van bevrijding van zijn kinderen kunnen niet uitgerold worden.
Maar wat Johannes dan mag zien is dat de boekrol in handen van Christus wordt gelegd. En in reactie daarop barst het los in de hemel. Eén grote, vreugdevolle aanbidding. De vier wezens, de 24 oudsten, een uitzinnige menigte van engelen, uiteindelijk heel de schepping prijst God en zijn Zoon. Het davert ervan. Overweldigend. Groot feest in de hemel. En op aarde. Christus boodschap aan de kerk daarmee is dit: Wees blij dat de toekomst in mijn handen ligt.
Dat is ook het thema voor de preek:
Wees blij dat de toekomst in Christus’ handen ligt
Een vraag die je kunt stellen bij Openbaring 5 is: waarom opent God zelf de zegels niet? Waarom wordt er eerst gezocht naar iemand die dat zou kunnen doen? Dan blijkt er in eerste instantie ook niemand te zijn. Wat Johannes tot die huilbui brengt. Want Hij realiseert zich dat er dan geen toekomst is. Ja, de wereld zal wel doordraaien, maar zonder bevrijding van Gods kinderen.
Want die bevrijding van Gods kinderen, zou dat niet moeilijk worden wanneer God zelf de rol opent? Als God zijn koningsheerschappij over heel de aarde uitrolt dan komt daarin ook zijn oordeel mee. Zijn oordeel over al het onrecht van de mens. Zijn rechtvaardige straf over zonde en opstand. Maar dan zou het einde van de tijd toch nooit zo goed kunnen aflopen zoals in Openbaring beschreven staat? Met die eindeloze vreugde en de heerlijkheid van het leven dichtbij God, voor berouwvolle zondaars? Hoe kan dat bestaan zonder dat God ontrouw is aan zichzelf?
Het is dus Gods diepe, eindeloze liefde dat Hij de zegels van de geschiedenis alleen laat openen door de handen van de Middelaar. Als God zelf de rol zou openen, zonder Middelaar, wanneer Hij zelf met zondaars ging afrekenen, vonden ze allemaal de dood. Dat kan dus niet. Er moet een weg gevonden worden om Gods rechtvaardigheid te bewijzen wanneer het openen van de rol eeuwige vreugde brengt aan berouwvolle zondaars. En Gods ‘vondst’ is dat Hij het uitrollen van de geschiedenis in handen van zijn Zoon legt.
Dit is ook de achtergrond van Johannes’ huilbui. Het deed hem veel verdriet. ‘Ik weende zeer’, staat er in de vertaling van 1951. Want Johannes ziet het al gebeuren. Zonder Christus is er geen overwinning van het evangelie. Zonder Christus komt er geen bruiloftsmaal met het Lam. Zonder Christus zal er geen nieuwe hemel en aarde zijn. Zonder Christus geen eeuwig leven; alleen gehuil. Zonder Christus is het enige wat overblijft: geween en tandengeknars.
Maar dan wordt de focus van de kerk verlegd. Eén van de oudsten zegt tegen Johannes: ‘Wees niet verdrietig’. Wij hoeven niet verdrietig te zijn! Want het uitrollen van de geschiedenis wordt in handen van Christus gelegd! ‘De leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag hij de boekrol met de zeven zegels openen.’ Kijk, de aarde is een kookpot. Een instabiele kookpot. Volken, culturen, machten en machthebbers komen op en gaan onder. Het onrecht lijkt niet te stoppen. Als kerk word je daarin zomaar gemangeld. We hebben Openbaring 2 en 3 gelezen, een tijdje geleden. Die 7 kerken in Klein-Azië hadden daarmee te maken. Wij hebben daar net zo goed mee te maken. En daar kun je behoorlijk van onder de indruk zijn. De wereld lijkt z’n eigen dynamiek te hebben. Niet te stoppen, niet te beïnvloeden. Als mens in je eentje, of als kerk kun je roepen wat je wil, maar de trein dendert gewoon door. Daar kun je onzeker van worden. Hoe zal de toekomst zijn? Is er wel toekomst voor deze wereld? Sommigen zeggen: als we het roer niet omgooien stevenen we op één grote ondergang af... Ho, de kerk van Christus krijgt te zien hoe het in werkelijkheid zit. ‘De leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en Hij mag de boekrol met de zeven zegels openen’! Christus zegt: ‘Kerk, wees blij, want de toekomst ligt in mijn handen.
Hoe wekt dat onze vreugde? Waarom zou je blij moeten zijn met het feit dat Christus de geschiedenis tot aan de wederkomst uitrolt? We hebben al stil gestaan bij het feit dat Hij de Middelaar is. Dat wordt uitgewerkt in de verzen 9 en 10 van Openbaring 5; het lied van de 4 wezens en 24 oudsten. Er zijn vier redenen om blij te zijn met Christus als uitvoerder van de toekomst.
Allereerst heeft Hij overwonnen. En dat op een hele bijzondere manier. Hij heeft overwonnen door zichzelf te geven. Johannes zal wel verbaasd hebben opgekeken toen hij een lam naar voren zag komen. Was hem niet een leeuw aangekondigd? De koning van de dieren, machtig en sterk. Maar hij ziet een lam. Een lam dat gedood is. Toch staat het recht overeind. Het leeft. Eerder in de Openbaringserie hebben we ontdekt dat dingen vanuit hemels perspectief anders beoordeeld moeten worden dan op aarde lijkt. Hier zien we dat ook: Hij die sterk is -een leeuw- laat zich doden alsof Hij het zwakste is -een lam. En: zijn dood lijkt op aarde verlies, het einde, maar het is zijn overwinning, het nieuwe begin! De dood die Jezus opslokte kon Hem niet verteren, kon Hem niet binnenhouden. Het leven van Jezus was als gif in de maag van de dood. Na drie dagen moest de dood hem uitspuwen. Net zoals de vis Jona moest uitspuwen na drie dagen. Het is de vrijwillige dood van de onschuldige Jezus die de vloek breekt. Net als de stenen tafel bij Narnia. De satan die dacht te winnen door Jezus’ dood ontdekt juist dat hij alles verloren heeft. Want in Jezus’ dood heeft de volmaakte liefde voor God gezegevierd. Jezus heeft de overwinning behaald. Als enige in heel de wereld. Dat was ook de voorwaarde om de boekrol te ontvangen. Er blijkt er maar één te zijn in heel de schepping, in heel de kosmos die de overwinning heeft behaald: de leeuw die zich gaf als lam. En deze zichzelf wegcijferende Zoon van God heeft de toekomst van de wereld in handen. Dat moet de kerk toch blij maken? Zijn liefde staat buiten kijf en zijn macht is onbetwist.
De tweede reden om blij te zijn dat juist Christus de toekomst gaat uitrollen, is dat Hij mensen heeft gekocht. Met zijn bloed heeft Hij mensen voor God gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Dat is vers 9b. Ook hier zit zo’n -voor Openbaring kenmerkende- omdraaiing. Op aarde lijken mensen bezit van niemand te zijn. En daarom kunnen ze ook zomaar in slavernij genomen worden door hun medemens. Wie komt er op voor de zwakken? Ze zijn toch van niemand? Ja, van zichzelf. Maar in je eentje ben je zwak. Was je maar van iemand die voor je zorgt en voor je opkomt. Denk aan hoe de Nederlandse overheid opkomt voor haar onderdanen die in het buitenland in moeilijkheden komen. Maar juist zo is het met Christus. Hij heeft mensen gekocht. Dus die mens die op aarde van niemand lijkt te zijn, kwetsbaar en vogelvrij, die heeft vanuit hemels perspectief het machtigste koninkrijk achter zich staan. En dit gaat maar niet om een handjevol mensen, een select groepje. Nee, uit alle landen en volken, en van elke stam en taal. Je ziet er op aarde niets van, maar een enorme massa mensen is eigendom van Christus. Dat is de troost van het evangelie. Wie gelooft mag zeggen: ik ben, met lichaam en ziel, in leven en sterven, eigendom van mijn trouwe Heiland Jezus Christus (Zondag 1, Heidelbergse Catechismus). En juist Hij heeft de toekomst in handen!
Een derde reden om blij te zijn dat juist Christus bezig is de toekomst uit te rollen, is dat hij deze mensen tot een koninkrijk heeft gevormd. Dat is vers 10 van Openbaring 5; de tweede helft van het lied van de 4 wezens en de 24 oudsten: ‘U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’ Christus is dus bezig met een nieuwe wereldbevolking. In zijn toekomst is er ruimte voor leven op aarde. En zijn toekomst is gericht op herstel. Immers, heerste de eerste Adam ook al niet als koning op aarde? Door Christus staat er een complete bevolking klaar voor een nieuwe aarde. En ook hier de typische Openbaringomdraaiingen. In hemels perspectief zijn deze op aarde verachte christenen koningen. En in hemels perspectief vormt die onsamenhangende christenheid één koninkrijk.
Ik kom bij het vierde en laatste element. Waarom zou de kerk blij moeten zijn met Christus als uitvoerder van de geschiedenis? Hij pakt de boekrol aan. Hij mag de zegels gaan verbreken... Kijk, en juist op dat moment barst de hemel uit in lofprijzing, in aanbidding, in een onvoorstelbare feestvreugde. Eerst beginnen de 4 wezens en de 24 oudsten. Dat is het lied van vers 9 en 10. Daarna, vers 11, sluit een ontelbare menigte engelen zich aan: tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden. En ook zij hebben een lied: ‘Het lam dat geslacht is komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’ En na hen sluit de rest van de schepping zich aan, vers 13 en 14. ‘Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aam hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ Waarop de cirkel van continue lofprijzing zich sluit doordat de 4 wezens zeggen: ‘Amen’, terwijl de 24 oudsten zich weer neerwerpen in aanbidding... Dus waarom zou de kerk blij moeten zijn met Christus als uitvoerder van de geschiedenis? Omdat de hemel daar blij mee is. En zelfs al het geschapene: de vogels in de lucht, de dieren, de bomen en planten, de vissen, heel de schepping juicht omdat Christus de toekomst ter hand neemt. Zou de kerk op aarde dan niet mee juichen? Het huilen van Johannes wordt een overweldigend verlossingslied zodra de boekrol overgaat van God naar zijn Zoon. Hier op aarde staat het huilen je goedbeschouwd nader dan het lachen. En daar is ook alle reden toe. Huilen moeten we over onrecht en onze zonde. Over gebrokenheid en opstand tegen God. Maar vanuit de hemel gezien mag de kerk juichen, zingen, feestvieren en blij zijn. Want de toekomst ligt in handen van Christus. En Hij doet de onrechtvaardigen weg, maar Gods kinderen redt Hij door geloof.
Kijken wij wel genoeg vanuit dit hemels perspectief rond in onze wereld? God wil aanbeden en geprezen worden vanuit onze blijdschap met Christus’ regering. Maar doen wij dat? Is die vreugde over het overhandigen van de boekrol aan Christus in ons leven? Ieder kan dat voor zichzelf onderzoeken. Vraag jezelf af: hoe kijk ik aan tegen de toekomst? Zitten daar gevoelens van angst en onzekerheid? Ben je misschien heel erg bezig je aardse toekomt veilig te stellen? En wat zijn je motieven dan? Heb je die wel eens naast Openbaring 5 gelegd: dat Christus de toekomst in handen heeft? Je toekomstverwachtingen staan toch niet los van Christus?! Maar hoe wordt dat dan concreet in je leven? Nou, christenen mogen voorop lopen in vertrouwen op de toekomst. En ons leven moet toch ook gekenmerkt worden door aanbidding? Dat is breder dan de eredienst. Hoewel je ook daarbij mag vragen hoe we zingen. Doen we dat uitbundig? Zingen met een lang gezicht dat kan niet. En bidden we mee in de kerk? Luisteren is trouwens ook een vorm van aanbidding. Iemand die een popzanger aanbidt, luistert, en gaat dan juichen. En hoe is ons leven door de week? Blijkt het ook dan een leven te zijn van aanbidding? Van blij zijn met God en Christus iedere dag? Van tijd met God iedere dag? Van zingen en bidden en luisteren thuis. De kerk is een bedehuis, ja, maar je lichaam een tempel van de heilige Geest! Aanbidding is iets van elke dag. Wanneer ik Openbaring 5 op me laat inwerken, wil ik God aanbidden: luisteren, en dan juichen. Zullen we als kerk onze vreugde ook zo uiten? Mijn gebed is dat we een aanbiddende kerk zijn.
En ja, in de wereld waarin wij leven is het vaak een worsteling om je vreugde te behouden. Maar is dat ook niet een onderdeel van de boekrol? Wanneer we verder lezen in Openbaring kom je dat toch ook tegen? Ons geloven, aanbidden en vertrouwen op Christus wordt beproefd. Maar als dat onderdeel is van de toekomst die Christus ontrolt, dan heeft Hij daar toch weet van? Dan is ook dat toch in zijn hand? Dat troost! Want de afloop van die worsteling is met Christus toch ook duidelijk en zeker. Wij zullen delen in zijn overwinning.
Daarom moedig ik u, moedig ik jou aan, om in de komende week dit hemels perspectief eens binnen te laten komen. Lees Openbaring 5 nog eens van de week. Zing daar een lied bij. Zoek God in gebed. En als je dan in de komende week journaal zit te kijken, of wanneer je de krant leest over al die ellende, al dat onrecht, al die menselijke grootspraak en controledrang, zeg het dan maar eens hardop: en toch is de boekrol in Christus’ hand! Amen.