De Geest van wijsheid en inzicht

25 juni 2023

Bewondering voor God geeft toekomst aan de wereld.

Lezen: Jesaja 11:1-10, Kolossenzen 1:3-12

Tekst: Jesaja 11:2

Bewondering is een sterke kracht. Wat bewondering vooral in gang zet is het verlangen om net zo te worden als degene die je bewondert. Denk aan een influencer. Op TikTok, Youtube of wat voor platform ook maar, laten mensen iets van zich zien, iets van hun leven, en een massa volgers -bewonderaars- gaat verlangen naar datzelfde. Wil hetzelfde hebben of hetzelfde zijn als degene die ze bewonderen.

 

Dit bestond altijd al. Het is ook niet alleen iets van het internet. Jonge kinderen bewonderen hun vader en willen worden als hij. Of je zult maar een leraar op school hebben die je bewondert; op dat moment bedenk je dat jij ook leraar wilt worden. Bewondering roept het verlangen wakker om net zo te willen worden als degene die je bewondert.

 

Nu geeft het woord bewondering goed weer waar het om gaat bij ontzag, eerbied, vrezen. Met Psalm 25:6 zongen we: ‘Wie heeft lust (zin) de Heer te vrezen.’ In de bijbelvertaling van 1951 stond dat woord ook in Jesaja 11:2. Het slot van dat vers had het over ‘de Geest van kennis en vreze des Heren’. Ik denk dat de drie woordparen in Jesaja 11:2 één ding willen zeggen. Het gaat niet om zes verschillende dingen, het zijn zes woorden die heel dicht bij elkaar liggen. Wat de Geest van wijsheid en inzicht bewerkt is eerbied voor God. Dat is ook al zo’n lastig woord. Eerbied, wat is dat nou? Je vader en moeder zeggen ‘eerbiedig!’ als jullie thuis gaan bidden. Dat betekent dat je stil moet zijn en je handen samen en je ogen dicht. Maar eerbied gaat verder. We gebruiken het ook wel tussen mensen. Eerbied voor het grijze haar, zeggen we dan. Dat betekent zoveel als: heb respect voor oude mensen. En dat kan dan tot concreet gedrag leiden, bijvoorbeeld dat je opstaat als zij willen zitten, dat je beleefd bent en luistert als zij praten. Maar wat is dan eerbied voor God? Soms hebben mensen het ook over eerbied in de kerk, of juist het gebrek aan eerbied. Dat zou dan zijn dat er heen en weer wordt gelopen of dat er gepraat wordt tijdens de collecte of dat er gelachen wordt om iets. Dus wat is nou eerbied? Wat is dat oude vrezen van de Here? Wat is ontzag hebben voor God?

 

Misschien wordt dit ook wel concreet in het bidden. In het gebed krijgt het geloof woorden. Aan die woorden hoor je iets van hoe het is tussen de bidder en God. De twee uitersten zijn: bang zijn voor God of juist heel familiair omgaan met God. De uitdrukking ‘de Here vrezen’ klinkt ook als bang zijn voor God. Terwijl het dat niet is, de beste vertaling is ontzag. Opkijken tegen God, Hem erkennen als God. Denk nog even aan de eerste preek over de Geest van de waarheid: God is God en jij bent mens. Er zijn ook mensen die heel familiair omgaan met God, alsof er geen enkele afstand is naar God toe. Alsof Hij naast je zit als een vriend of als een vader met wie je een gesprekje voert. Soms hoor je mensen zeggen: is dan ook helemaal niets meer heilig? We halen alles naar ons toe, niets staat meer vast, over alles kan gediscussieerd worden. Eerbied en ontzag, soms vraag je je af of het nog bestaat.

 

En dan denk ik dus, gebruik maar dat woord bewondering. Eerbied voor God is dat je Hem bewondert. Je bent onder de indruk van Hem, je raakt in de ban van Hem. Eerbied is dan ook meer iets dat je overkomt dan dat het een opdracht is vlak voor het bidden. Ik snap wel wat ouders daarmee bedoelen, maar eerbied is ten diepste iets wat je moet overkomen. Een gevoel dat ontstaat als je over God nadenkt. Of als je iets meemaakt wat Hij bewerkt. En dat maakt je stil van verwondering. En je hart richt zich op God, gaat uit naar God, vult zich met God. Daar is niets bangigs aan. Maar ook niets familiairs. Waar het om gaat is dat je met God wilt leven. Eerbied lijkt misschien iets te zijn van het moment, maar als het gaat over ontzag hebben voor God duidt het meer op een levenshouding. Jij hebt in je leven ontzag voor God, dat is je basishouding. Je erkent God als God. Dat is een keus, je wilt voor Hem leven.

 

Deze houding wordt dus bewerkt door de Geest van wijsheid en inzicht. Want over die Geest moeten we het gaan hebben vanmorgen. Een paar keer in de Bijbel wordt de heilige Geest zo genoemd, onder andere in Jesaja 11:2. Maar ook in Kolossenzen 1:9. Verder kom je op verschillende plaatsen de helft van de uitdrukking tegen, zo heeft Efeziërs 1:17 het over de ‘Geest die inzicht geeft’. En dan stuiten we opnieuw op een woord dat uitleg nodig heeft: wijsheid. Wat is wijsheid? Wijsheid is in de Bijbel niet dat je slim bent. Wijsheid is in de Bijbel dat je ontzag hebt voor God. Dat je Hem erkent als God. Job 28:28 zegt het letterlijk: ‘Ontzag voor de Heer - dat is wijsheid; het kwaad mijden - dat is inzicht.’ Jeremia 4:22 draait het om, daar zegt de Here: ‘Dwaas is mijn volk, het wil van Mij niets weten. Het zijn kinderen zonder verstand, inzicht hebben ze niet.’ Ik denk ook aan Romeinen 3:11, daar schrijft de apostel Paulus: ‘er is geen mens verstandig, er is geen mens die God zoekt.’ Dus wijsheid in de Bijbel heeft niet zozeer met verstand te maken als wel met de keus om God te erkennen als God. Om je leven op Hem te richten en om in je leven te doen wat Hij van je vraagt. In Deuteronomium 4:6 zegt Mozes over de wetten en regels van de Here: ‘Leef ze strikt na, dan toont u wijsheid en inzicht.’ En dan zullen zelfs de volken rond Israël zeggen: ‘Wat is dat grote volk wijs en verstandig!’ Straks na de preek zingen we Psalm 111:6. Dat vers vat het goed samen: ‘t Begin van ware wijsheid is -zo leert ons Gods getuigenis- de Here als uw God te vrezen. Wie hiernaar leeft, hij heeft verstand, hij dient zijn God met hart en hand. Voor eeuwig wordt Gods naam geprezen.

 

We hebben nu een antwoord gevonden op de vraag: wat doet de Geest van wijsheid en inzicht? Het antwoord is: Hij bewerkt eerbied voor God, dat je Hem bewondert. Wij hebben het wel eens over spiritualiteit. Dat duidt op de religieuze ervaring van mensen, of ook hun leven met God, hun omgang met God. Toen ik in Kampen studeerde werd het vak spiritualiteit nog niet gegeven, nu wel. Dan gaat het dus over het geloofsleven van de student, de eigen omgang met God. Het Latijnse woord spiritus betekent geest. Spiritus sanctus is de heilige Geest. Een van de dingen die Hij doet is eerbied voor God in je werken, dat je God wil gaan dienen met hart en hand.

 

Hoe is dat bij u, bij jou? Hoe ziet jouw omgang met God er uit? Heb jij een op God gerichte levenshouding? Als ik op die manier over mijn leven nadenk ontdek ik: een op God gerichte levenshouding is moeilijk! Er is zoveel dat mijn aandacht vraagt. Zoveel gewone, aardse dingen. Dat zal voor u en jou ook gelden. Je hebt je werk. Je ziet uit naar de vakantie. Je hebt een huis of een tuin die aandacht vraagt. Je hebt je hobby’s waar je mee bezig bent. Je hebt plannen voor de toekomst, dingen die je wilt bereiken. Zo zit je leven vol met van alles en nog wat. Wat is eigenlijk een op God gerichte levenshouding? Betrek je God dan bij al die dingen, je werk, je vakantie, je hobby’s en je plannen? Of is een op God gerichte levenshouding iets dat verder gaat, dat je leven anders maakt, zichtbaar anders?

 

In Jesaja 11 komt de Geest van wijsheid en inzicht allereerst over de ‘telg uit de stronk van Isaï’. Vanuit het Nieuwe Testament weten we dat dit de Messias is, de Zoon van God, de Here Jezus. De Geest van wijsheid en inzicht bewerkt in Jezus een heel diepe eerbied voor God. In Jezus groeit een enorme bewondering voor God. Zo sterk, dat Hij God wil dienen met hart en hand. Jezus wijdt zijn leven aan God. Alles wat God wil, wil Hij ook. Tot alles wat God van Hem vraagt is Hij bereid. En wat je dan ziet gebeuren is dat daardoor de toekomst open gaat, de toekomst voor de mens en voor de wereld. Jesaja 11:3 gaat in één adem door, van het ontzag voor God naar het recht doen aan de medemens. Wie God erkent als God kan niet anders dan recht doen aan de medemens. Maar ook de wereld, de schepping heeft er baat bij dat mensen God erkennen als God. Jesaja 11 tekent een haast onnatuurlijk mooie wereld. Een wolf ligt naast een lammetje, een panter naast een bokje, kalf en leeuw, koe en berin grazen samen. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil. Hoe bestaat het? Volgens vers 9 omdat kennis van de HEER de aarde vervult. God kennen en Hem erkennen liggen dicht tegen elkaar aan. In ieder geval in Jezus.

 

Conclusie van wat we tot nu toe gezien hebben is: door de Geest van wijsheid en inzicht opent God de toekomst voor mens en wereld. Want de Geest van wijsheid en inzicht bewerkt ontzag voor God. Bewondering voor God, erkenning van God, dat je je leven aan Hem wilt wijden. Jesaja 11 laat zien dat de heilige Geest dit allereerst in Christus bewerkt. In Christus opent God de toekomst voor mens en wereld. Maar in het Nieuwe Testament ontdekken we dat God deze Geest ook in mensen wil laten werken. De apostel Paulus bidt om deze Geest voor de gemeenteleden in Kolosse: ‘We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt. Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer (...) U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet’ (1:9-10). Wat God wil is dat er recht gedaan wordt op aarde. Dat mens en dier tot hun recht komen. Wat schuilt daar een diepe belofte in, want als God iets wil gaat het ook gebeuren. Door zijn Geest van wijsheid en inzicht doet God de toekomst voor deze wereld open. De laatste tijd zijn we als wereld nogal gericht op de toekomst. Maar die toekomst wordt dan wel in zwart geschilderd. De aarde gaat kapot, wordt er gezegd. Vooruitgangsgeloof en optimisme hebben plaatsgemaakt voor dreigende rampen en onheilsprofetie. Jongeren die nu opgroeien hebben een heel andere toekomstverwachting dan mijn generatie en de generatie voor mij. Het hakt er nogal in als je opgroeit met het idee dat er geen toekomst voor deze wereld is. Daarom is de uitstorting van de heilige Geest zo belangrijk. Hij werkt in mensen kennis van God. Hij bewerkt eerbied voor God. Uit onszelf lukt dat niet. Wij leven liever zoals het ons past; om het even in de woorden van Kolossenzen 1 te zeggen. De Geest van wijsheid en inzicht zorgt er voor dat je gaat leven zoals ‘het past tegenover de Heer’. Een leven waarin Hij God is en jij mens. Het is de doorwerking van de zonde in ons dat we willen leven zoals het ons past. Wat is dat taai en hardnekkig. Het gaat echt mis als je je leven niet op God wil richten. Dan noemt de Bijbel je een dwaas, want dat is een doodlopende weg. Gelukkig gaf God zijn Geest allereerst aan Jezus. Zo leerde Jezus eerbied voor God, zo leerde Jezus zich volledig in dienst van God te stellen. En zo gaat de toekomst voor onze wereld open. Dat is bevrijdend. De toekomst van de wereld hangt niet van ons af, de toekomst ligt vast in het werk van Jezus.

 

Toch wil de heilige Geest ook in jou werken. Als ik in Jesaja 11 lees over het doen van recht en gerechtigheid, over eerlijkheid, dan merk ik dat het onrecht ook aan mij kleeft. De zwakken en armen in de wereld lijden onder onze leefstijl. En dat ik met die leefstijl ben opgegroeid mag zo zijn, dat is nog geen excuus. Dat het de grote bedrijven zijn die de spullen laten maken en importeren is ook geen excuus. Dat ik in mijn eentje de wereld toch niet kan veranderen maakt ook niet uit. Ook klein recht is recht. Vaak stuit dat op de weerstand in mezelf dat ik liever leef zoals het mij past, dan zoals past tegenover de Heer. Ik moet bidden om de Geest. Ik mag bidden om de Geest -die Geest van wijsheid en inzicht- dat Hij mij eerbied voor God geeft. Wie God bewondert wil doen zoals Hij. Je ziet het om je heen, mensen die op een heel vanzelfsprekende manier goed doen vanuit hun eerbied voor God. Misschien zeggen ze dat lang niet altijd. Misschien zeggen ze: dat doe je toch als christen? Vanuit hun eerbied voor God is goed doen voor de medemens vanzelfsprekend voor hen. Bewondering is een sterke kracht.

 

Ik wil de preek afsluiten met een aantal praktische aanwijzingen rond eerbied. Eerder noemde ik dat ook spiritualiteit: het leven met God, de omgang met God. Ik realiseer me dat hier een persoonlijk stuk in zit: wat de een eerbiedig vindt, vindt een ander oneerbiedig. Woorden die je gebruikt in je gebed kunnen naar de ene of de andere kant doorslaan. Vroeger zeiden we: Almachtige en eeuwige God, nu beginnen gebeden soms met: Lieve Vader. Ik denk dat ook uitmaakt waar zo iets gezegd wordt, sta je in de kerk te bidden of is het een tafelgebed in het gezin? Wat in ieder geval belangrijk is bij eerbied, is dat je je op God richt. Het gaat er niet om hoe jij God ziet maar om hoe God zich aan jou bekend maakt. En dan is de Bijbel onze bron. De Bijbel staat vol met gebeden. Ik denk aan de Psalmen, alleen al om te leren bidden zou je die moeten lezen. Maar in de Bijbel vind je ook gebeden van Mozes, van Daniël en van Jezus zelf. Lees die ook en proef de toon. Eerbied heeft ook te maken met fijngevoeligheid. Daar zit opnieuw in dat je je op de ander richt, op God. Wat vindt Hij fijn, hoe wil Hij benaderd worden? Daarom is het belangrijk om God te kennen. Zo werkt dat toch ook bij mensen? Als je weet wat iemand fijn of juist niet fijn vindt, lukt het je eerder om hem of haar op een goede manier te benaderen. Zeg je u of zeg je jij; je eerbiedigt de wensen van de ander. Soms heeft eerbied in de kerk en in het geloof ook iets van een golfbeweging. Was formele en statige taal in het verleden een uiting van eerbied voor God, nu slaat het soms door naar de andere kant. Denk hier maar eens over na en praat er met elkaar over: wat is eerbied en hoe toon ik God mijn eerbied? Bid daarbij om de Geest van wijsheid en inzicht. Want daar begint alle eerbied: laat je God God zijn? En wil je je op Hem richten, wil je je leven in zijn dienst stellen?

 

Er is nog één zin uit Psalm 111:6 waar ik niet zoveel over gezegd heb. Ik lees dat vers opnieuw even voor want het vat de preek samen: ‘t Begin van ware wijsheid is -zo leert ons Gods getuigenis- de Here als uw God te vrezen. Wie hiernaar leeft, hij heeft verstand, hij dient zijn God met hart en hand. Voor eeuwig wordt Gods naam geprezen. Het gaat me nu om die laatste zin. Dat is waar de Geest van wijsheid en inzicht bij wil uitkomen, de eeuwige lof op Gods naam. Het is de toekomst voor deze wereld. Wie wijs is, is er bij. Amen.