De grote zomer

15 augustus 2021

Eeuwig leven is eeuwig op God vertrouwen.

Lezen: Psalm 46

Tekst: Openbaring 22:2

Wat is er zo fijn aan de zomer? Dat je dan vakantie hebt, grote vakantie. In het lied dat we zongen (Lb 747) ging het over de grote zomer, maar wij hebben het liever over de grote vakantie. Natuurlijk hebben ze met elkaar te maken, de grote vakantie valt altijd in de zomer. In Zuid-Afrika valt de grote vakantie in december en januari, omdat het daar dan zomer is. Dan vier je dus ook Kerst in de zomervakantie.

 

Maar wat er zo fijn is aan de zomer is dat de druk dan even wegvalt. De druk van het lopende seizoen met werk, school, sport, vergaderingen en weet ik wat allemaal. In de zomer gaat het tempo een stukje omlaag, ook kerkelijk, en proberen we allemaal een beetje rust te vinden. De zomer is een tijd van ontspanning. Je bent meer buiten en je geniet van lange zomeravonden in de tuin.

 

Nu is de zomer in lied 747 een beeld voor de eeuwigheid. De nieuwe hemel en aarde zou je kunnen vergelijken met een zomer: ‘Eens komt de grote zomer’. En even verder: ‘God zal op aarde komen met groene eeuwigheid’. Die vergelijking wordt ook gemaakt in sommige boeken. Ik denk aan het boekje ‘Est’ van Adrian Verbree, een boekje uit 2005 waarin een ongekend hete zomer lijkt over te gaan in de wederkomst. Denk ook aan de Narniakronieken van C.S. Lewis. In boek 2 wordt het kwaad verbeeld door een eindeloze winter, zonder Kerst, en wanneer het goede begint te overwinnen wordt dat letterlijk zichtbaar door het smelten van sneeuw en ijs en het doorbreken van de lente en uiteindelijk de zomer.

 

Ik heb me afgevraagd waar die verbinding tussen de zomer en de nieuwe hemel en aarde vandaan komt. Waarom heeft lied 747 het over ‘groene eeuwigheid’? Ik denk dat het iets te maken heeft met Openbaring 22:2, de levensboom. ‘In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht.’ Dat is wonderlijk, elke maand hangen er vruchten aan die bomen. Ik heb een appelboompje in de tuin, maar die draagt echt maar één keer per jaar vrucht. Bovendien vallen de blaadjes er op een gegeven moment af, in de winter is het maar een kaal boompje. De levensboom is echt groene eeuwigheid, een eindeloze zomer. Bij de verbinding zomer en eeuwigheid kun je ook denken aan wat Jezus zei: ‘Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is’ (Matteüs 24:32). Jezus noemt daar de nieuwe hemel en aarde niet de zomer, maar Hij gebruikt de naderende zomer -en dat je dat als mens ziet aankomen- als voorbeeld van zijn wederkomst, dat je die ook kunt zien aankomen. Niet qua datum maar wel in de zin van, het moet een keer gebeuren. De zomer komt echt. Ook na een nat voorjaar weet je, de zomer komt echt een keer.

 

Terug naar de levensboom en de eeuwige zomer, wat is de betekenis van de levensboom? Kort gezegd dit: eeuwig leven is eeuwig gevoed worden door God. Op de nieuwe hemel en aarde ben je eeuwig afhankelijk van God. Maar Hij zorgt dan ook eindeloos goed voor je. Elke maand hangen die bomen (het zijn er meerdere) vol vrucht. En de bladeren zijn geneeskrachtig. Niet dat je ziek kunt zijn in de hemel, maar je kunt het ook niet worden. Die eeuwige afhankelijkheid van God zie je ook op andere punten. In die stad, het nieuwe Jeruzalem, is God het licht. En er stroomt een rivier uit de troon van God en Jezus met kristalhelder water, uit die rivier kun je gewoon drinken. Veel steden worden gebouwd aan rivieren, ook Hardenberg is aan een rivier gebouwd. Water is van levensbelang. Wanneer een stad belegerd wordt door vijandelijke troepen is op een gegeven moment het eten, maar ook het drinken op. De stad Jeruzalem, zeg maar oud Jeruzalem, lag dan wel niet aan een rivier, maar had een bron. Zo heb je altijd water. Maar de stad nieuw-Jeruzalem, de stad die de nieuwe hemel en aarde vormt, heeft een rivier die in de stad begint. Dat is bijzonder. Het is de vervulling van de wens van Psalm 46: ‘Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God’. Blij ben je altijd met water, een rivier. In Psalm 46 is de rivier een teken van Gods hulp en bescherming, je kunt je in de stad terugtrekken voor je vijanden en dan is er nog steeds water. In het nieuwe Jeruzalem komt die leven gevende rivier direct bij God vandaan. De Vader en de Zoon vormen de bron van het leven.

 

Het totaalplaatje van de nieuwe hemel en aarde is dat je daar leeft in eeuwige afhankelijkheid van God. Eeuwig leven is eeuwig gevoed worden door God. Wie bij de nieuwe hemel en aarde meer denkt aan een plaats dan aan een persoon moet hier even schakelen. Vaak praten wij er zo over, ‘ik weet waar ik naar toe ga als ik sterf’. De apostel Paulus formuleert anders in Filippenzen 1:23: ‘bij Christus te zijn (...) dat is het allerbeste’. De nieuwe hemel en aarde is niet zozeer een plaats waar je naar toe gaat, maar het is naar God gaan, naar de wereld die draait om Hem. Het is leven met God. En waar God is, is de wereld goed.

 

Gek is dat, dat wij vooral willen weten hoe het in de hemel is. Daarom hebben dit soort hoofdstukken uit Openbaring onze aandacht. Maar dan ben je nog steeds bezig met wat jij wil. Terwijl God in het boek Openbaring nou juist laat zien wat Hij wil, wat zijn plannen, beloften en idealen zijn. Zijn plan is: de hemel op aarde. Als je uitgaat van de blauwe lucht en de aarde met zijn gele zand en je legt ze over elkaar, dan krijg je de kleur groen (het is maar even iets om het aan te onthouden). De ‘groene eeuwigheid’ duidt niet alleen op die vruchten elke maand, maar het laat ook zien dat de hemel op aarde is gekomen. Groen is de kleur van hoop en vrede. Het is de kleur een nieuw begin, denk aan het lentegroen. Dat is Gods plan, de hemel op aarde. En zijn belofte is leven. Eeuwig leven. Leven zonder dood en afbraak, zonder pijn en verdriet. Wij begraven nu nog onze geliefden, maar Gods belofte is leven. En Gods ideaal is zegen voor ieder. God maakt een einde aan de vloek, zegt Openbaring 22:3. Laat je bevrijden van die focus op jezelf, dat jij vooral wil weten hoe het in de hemel is, met daar achter de gedachte of jij daar naar toe zou willen. Laat je meenemen in wat God wil, in zijn plannen, beloften en idealen.

 

Eeuwig leven is eeuwig door God gevoed worden. Hier zit wel iets lastigs. Heeft de mens in de hemel geen eeuwig leven in zichzelf, dat je los van God eeuwig zou kunnen leven? Ik denk het niet. Daarvoor moeten we even terug naar de eerste levensboom. Want de bomen van Openbaring 22 zijn niet de eerste. In de hof van Eden stond al een levensboom. In Genesis 2:9 staat: ‘Hij (God) liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad’. Het lijkt erop dat het eten van de levensboom nodig was om in leven te blijven. Want wat gebeurt er na de zondeval? Adam en Eva moeten het paradijs verlaten en de tuin wordt verboden gebied. Genesis 3:22 zegt: ‘Toen dacht God, de HEER: Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven’. Wat is dat trouwens een genade, je zult maar eeuwig moeten leven zonder God. Je zult maar eeuwig moeten leven in je eigen ellende. Je zult maar eeuwig voor jezelf moeten zorgen, zwoegend en zwetend voor je brood.

 

Zij die op de nieuwe hemel en aarde leven krijgen weer toegang tot de levensboom. Levensbomen,- het koninkrijk van God kenmerkt zich door een overvloed van leven. En de bron van dit leven zijn God en Jezus. De rivier waar de bomen aan geplant staan komt uit de troon van God en het Lam. Dit betekent dat het leven permanent door God gegeven moet worden. Leven in Gods nieuwe wereld is een gave van God, een cadeau van God dat Hij je elke dag opnieuw geeft. Op de nieuwe hemel en aarde leef je in totale afhankelijkheid van God. Dat is niet anders dan hier op aarde, wij moeten nu ook het leven elke dag uit Gods hand ontvangen. Dat het er in de hemel makkelijker op wordt -je plukt de rijpe vruchten zo van de boom- betekent nog niet dat je niet meer van God afhankelijk bent. Er is geen eeuwig leven los van God. Dat was juist het punt van de zondeval: eeuwig leven zonder God is een hel. Bij C.S. Lewis in de Narniakronieken leidt het plukken van de vrucht van de levensboom zonder toestemming tot een vloek. Pluk je diezelfde vrucht met toestemming dan leidt het eten tot zegen en leven. Nu hebben wij nog geen toegang tot de levensboom. Maar wie vertrouwt op God en Christus krijgt toegang tot de levensboom. Dat vertrouwen kleurt dan ook je leven in de eeuwigheid.

 

Eeuwig leven is eeuwig gevoed worden door God. Je leeft in een eeuwige afhankelijkheid van God. Hier kun je vreemd tegenaan kijken, want geeft dat rust? Als je afhankelijk bent van een ander moet je altijd maar afwachten of die ander ook daadwerkelijk voor je zorgt. Wij hebben een dubbele houding als het gaat over afhankelijkheid en zorgen voor onszelf. Aan de ene kant is het heerlijk wanneer een ander voor je zorgt, dan kun jij lekker achterover leunen. Een ‘geheel verzorgde vakantie’ willen we allemaal wel. Hoeveel mensen lijden ook niet onder de druk van altijd maar afgerekend worden op eigen prestaties? In ons land ben je zelf verantwoordelijk voor je succes. Maak je iets van je leven dan heb jij dat gedaan, lukt het allemaal niet in je leven dan is dat je eigen schuld. Dat drukt enorm op mensen. Tegen die achtergrond is het heerlijk wanneer je afhankelijk bent van de zorg van een ander. Tegelijk geldt: wie durft dat, wie durft zich helemaal toe te vertrouwen aan een ander? Kun je daar gerust op zijn? Heb je niet liever zelf nog wat achter de hand? Ik vind het ook ingewikkeld om vertrouwen op God en je eigen verantwoordelijkheid naast elkaar te laten staan. Hoe vertrouw ik op God als ik hier op aarde toch ook gewoon mijn eigen brood moet verdienen? Vertrouwen op God betekent toch niet dat ik stop met werken en verwacht dat eten, kleding en onderdak me gratis worden aangeboden?

 

Het is nog niet perse gemakkelijk om een eeuwigheid van God afhankelijk te zijn. Het is wel een heerlijk vooruitzicht dat God elke dag voor je zorgt. Maar vertrouw daar maar eens op. En toch is juist dat de kern. Eeuwig leven is eeuwig gevoed worden door God. Dat is wat God belooft. Het is de omdraaiing van de vloek die in 2 Tessalonicenzen 3:10 zo onder woorden wordt gebracht: wie niet werkt, zal ook niet eten. Die vloek gaat God opheffen. Het wordt weer mogelijk om in totale afhankelijkheid van God te leven. Het is het verschil tussen eten zonder toestemming en eten met toestemming. Wacht je op wat God je geeft of pak je wat je pakken kunt? Op de nieuwe hemel en aarde wacht je op wat God je geeft, in diep vertrouwen dat Hij het je geeft.

 

Eeuwig leven is eeuwig door God gevoed worden. God zegt dit omdat Hij de vloek wil opheffen. Die vloek van voor jezelf moeten zorgen, daar altijd druk mee zijn, daar stress van hebben en ook nog eens moeten ontdekken dat het je niet lukt. Misschien heb je de vloek liever dan de zegen. Misschien zeg je, ik zorg liever voor mezelf dan dat ik afhankelijk ben. Want als ik voor mezelf zorg dan weet ik tenminste... - wat weet je dan tenminste? Dat het goed komt? Natuurlijk niet, een mens kan niet voor zichzelf zorgen. Dat het zo vaak lukt is al Gods zegen, Hij geeft je gezondheid zodat je kunt werken, Hij laat gewassen groeien zodat je kunt eten, Hij zorgt voor vrede en welvaart in ons land. Afhankelijk zijn van God betekent de beste zorg krijgen die er is. Wie niet op God wil vertrouwen blijft zitten met de vloek. Dan moet je ook voor jezelf zorgen, wat verkeerd afloopt. Eerder in deze preek zei ik: wij hebben vaak vooral aandacht voor wat wij willen in de hemel. Terwijl God ons nou juist wil laten zien wat Hij wil in de hemel. Hij wil voor ons zorgen. Hij wil met ons samenleven. Hij wil door ons vertrouwd worden. Het bevrijdende is, wat God wil is beter dan wat wij willen. God weet wat goed voor ons is. Wij zouden graag eeuwig leven in onszelf willen hebben, zodat we in de hemel lekker onze gang kunnen gaan zonder God. Daar wordt geen mens gelukkig van. God weet wat goed voor ons is: eeuwig leven uit zijn hand. Daar word je gelukkig van.

 

Je ziet daar soms al iets van. Soms gebeuren er mooie dingen in je leven die je zelf niet bedacht of gepland had. Of je bent heel druk bezig je situatie te verbeteren en dan opeens is daar Gods verrassende zorg, veel beter dan onze eigen planning en inzet. Vaak moet je daar dan ook nog aan wennen: hoe kan het dat het opeens zo goed gaat, zo zonder dat ik het zelf heb gedaan? Het lijkt wel een geschenk uit de hemel. Daar zie je het: Gods verrassende zorg is beter dan onze eigen planning en inzet. Heerlijk toch?

 

Maar als eeuwig leven, eeuwig leven uit Gods zorgende hand is, dan is het goed om dat nu al te oefenen. Leef ook nu al in vertrouwen op God, daar word je gelukkig van. Het vraagt wel oefening, het zit diep in ons om op onze eigen inzet te vertrouwen. Maar laat het los dat je altijd maar pakt wat je pakken kan. God zorgt voor je, Hij weet wat goed voor je is. Een tweede praktische aanwijzing bij deze preek is dat je doordenkt hoe jouw verantwoordelijkheid en je toevertrouwen aan God samengaan. Hoe vertrouw je op God als je ook gewoon je eigen brood verdient? Denk daar over na, praat daar met elkaar over en vind daar een weg in. Want ze zijn beide waar: God zorgt voor je en tegelijk heb je een eigen verantwoordelijkheid. Het derde praktische vanuit deze preek is dat je gaat uitzien naar de nieuwe hemel en aarde. Bid daarom en laat Gods nieuwe wereld -hoe het daar zal zijn- je leven hier en nu bepalen. Word nu al gelukkig door dag in dag uit te vertrouwen op Gods eeuwige zorg. Amen.