De oorlog die gevoerd moet worden

27 augustus 2023

God wil ons vertrouwd maken met de goede strijd, de strijd voor het samenleven van mensen in een vrede en veiligheid die al iets van het komende koninkrijk weerspiegelt.

Lezen: Rechters 3:1-6, Marcus 13:3-8 en Micha 4:1-5

Tekst: Rechters 3:1-2

Als dominee zit ik niet zo vaak in de kerk, maar vorige week zondagmiddag wel. Wij waren al terug van vakantie maar ik hoefde pas maandag te beginnen. In die dienst ging het over de Tweede Wereldoorlog. Er werd gevraagd: wie is er verantwoordelijk voor de Tweede Wereldoorlog? Daar ga ik het nu verder niet over hebben, waar het mij nu om gaat is die oorlog zelf. Voor de vakantie las ik een boek over de Tweede Wereldoorlog en wat mij dan verbaast is dat er zoveel mensen, zoveel jonge mannen, bereid waren om te vechten. Zou dat nu nog zo zijn? Ook in de Eerste Wereldoorlog zijn er enorm veel mensen omgekomen als soldaat. Denk aan de militaire erevelden, rijen witte stenen. En natuurlijk, die soldaten werden gestuurd door hun land, maar zeker als het gaat over de Tweede Wereldoorlog was er ook een bereidheid om te vechten. De mannen, jongens, wilden vechten. Tegen het fascisme, tegen het communisme. En toch blijft het me verbazen: al die Amerikaanse jongens die naar Europa kwamen om ons te bevrijden van de nazi’s. Haal dat eens naar jezelf toe, zou jij op een Oekraïens ereveld willen liggen en dat mensen daar over vijftig jaar rondlopen, je naam lezen en met respect zeggen: die heeft zijn leven gegeven voor onze vrijheid?

 

Ik denk dat maar weinig Nederlanders daarvoor zouden kiezen. Misschien zouden we het zelfs wel raar vinden. Mogelijk denken mensen tegenwoordig veel individualistischer: wat heb ik er nou aan om te sneuvelen, dan hebben we straks de oorlog gewonnen maar ben ik dood. Terwijl in de tijd van de Eerste en Tweede Wereldoorlog mensen meer dachten vanuit het geheel: ik mag dan wel sneuvelen, maar als totaal winnen we. Misschien denken we nu ook dat oorlog iets is voor beroeps. De dienstplicht (opkomstplicht) is al zo’n 25 jaar geleden afgeschaft. Wij denken dat oorlog voeren iets is voor beroepsmilitairen, wij laten dat voor ons doen. Maar als je kijkt naar wat er nu gebeurt in Oekraïne, dan zie je dat niet-beroeps meevechten en ook dat deze mensen heel erg gemotiveerd zijn om te vechten. Toch blijft oorlog iets dat ver buiten ons blikveld ligt. Wie van ons houdt er nou serieus rekening mee dat wij in een oorlog betrokken raken en dat je zelf mee moet gaan vechten? Voor ons gevoel hoort oorlog bij de verhalen van vroeger, de verhalen van de opa’s en oma’s. Oorlog is vooral iets dat we gedenken, 4 en 5 mei, 15 augustus. Als leerlingen van de Doekesschool ga je naar het monument van Frits de Zwerver. Kortom, wij zijn niet vertrouwd met oorlog. Het is al 78 jaar vrede in Nederland. En laat het duidelijk zijn, we zijn de Here ontzettend dankbaar voor die vrede.

 

Maar wat moeten we dan met Rechters 3:1-2? ‘Om de Israëlieten die de strijd tegen de Kanaänieten niet hadden meegemaakt te leren hoe het er in de oorlog aan toe gaat (...) had de HEER...’ een x-aantal volken in het land laten blijven. En de bedoeling van de Here is ‘om de nieuwe generaties die nog geen ervaring met de strijd hadden opgedaan daarmee vertrouwd te maken’. Vind je dat niet gek? Oorlog voeren is toch niet goed? Misschien denk je bij de Bijbel meer aan vrede dan aan oorlog. Toch kom je het woord oorlog ruim 60 keer tegen in de Bijbel. En het woord strijd ruim 200 keer. Goed, het woord vrede ook ruim 200 keer. Hoe zit dit? Wat zegt de Bijbel over oorlog? Oorlog en strijd komen zowel in het oude als het nieuwe testament voor, het is dus niet zo dat oorlog iets is van het oude en vrede iets van het nieuwe testament. Ik noemde ook al de oorlog in Oekraïne. Tot onze verbazing wordt die oorlog door de Russisch-orthodoxe kerk gesteund en iets goeds genoemd. Vaak ligt er een link tussen oorlog en godsdienst, denk maar aan de Jihad. Maar hoe zit dat in de Bijbel? Oorlog en oorlog voeren liggen dan wel ver buiten ons blikveld, maar zodra je een paar bladzijden bijbelleest gaat het er over.

 

Opvallend in de Bijbel zijn allereerst de oorlogsregels. De Israëlieten mogen bijvoorbeeld geen vruchtbomen omhakken bij het belegeren van een vijandelijke stad (Deuteronomium 20:20). Bovendien moeten ze altijd eerst vrede aanbieden (vers 10). En Israëlitische mannen die net een huis gebouwd hebben, een wijngaard geplant of op het punt staan te trouwen, hoeven niet mee te vechten (vers 5-7). Op een andere manier opvallend is Prediker 3:8, daar staat: ‘Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.’ In Psalm 27 zegt David: ‘Al woedde er een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten’ (vers 3). Lees je nog verder in de Bijbel dan kom je bij Jesaja 2:4, een prachtig vooruitzicht wordt daar geschetst: ‘Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal meer het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal nog de wapens leren hanteren’ (zie ook Micha 4:3). Het is het beeld dat in de tuin van het gebouw van de Verenigde Naties in New York staat. Maar verder lezend gaat het toch weer over de oorlog. In Marcus 13:7 zegt Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Als jullie berichten horen over oorlog en oorlogsdreiging, wees dan niet verontrust. Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde nog niet gekomen.’ En in Openbaring 12:7 gaat het over oorlog in de hemel, Michaël bindt de strijd aan met de draak.

 

Als ik het totaal van de Bijbel over oorlog bekijk dan zegt God: weet welke oorlog je moet voeren. Het kon wel eens zo zijn dat ons niet-vertrouwd zijn met oorlog ons ook heeft doen vergeten waarvoor je moet vechten. Ik hoop dat het nog heel lang vrede blijft in Nederland. Maar als we ergens voor gaan strijden, laten het dan alsjeblieft wel de goede dingen zijn. De vraag is: wat stel je veilig door oorlog te voeren? En dan heb ik het over een verdedigingsoorlog. Net als de Israëlieten zullen we altijd eerst proberen tot vrede te komen. Oorlog is een noodzakelijk kwaad, een laatste redmiddel. Maar wat stellen mensen, wat stellen landen veilig door zich te verdedigen wanneer ze worden aangevallen? Vaak zal het gaan om vrijheid. De vrijheid om te leven zoals jij (als land) wil. Vrijheid voor jezelf en voor je kinderen. Vrijheid om te geloven zoals je zelf wil. Vrijheid om te zijn zoals je wil. Wat mensen veilig stellen door oorlog te voeren is het leven van zichzelf, van anderen, van kwetsbaren. Wat veilig gesteld wordt door oorlog te voeren is ook de waarheid, is hoop, is recht, is barmhartigheid en medelijden; dat daar ruimte voor is. Ten diepste gaat het om het veilig stellen van een samenleving. Oorlog vernietigt niet alleen bruggen, gebouwen en levens, maar ook relaties en het samenleven. Mensen die vechten in oorlogen zien vaak dit grotere geheel. Het gaat om vrede en veiligheid. Oorlog kan nodig zijn om dingen weer in orde te brengen, in balans te brengen.

 

Hoe zit dat eigenlijk in Rechters 3? Waarom wil de Here dat de nieuwe generaties Israëlieten vertrouwd raken met de oorlog? Volgens vers 4 wil de Here er achter komen of ze zijn geboden zouden gehoorzamen. En zijn gebod is: vermeng je niet met de Kanaänitische volken. Want dan is het risico groot dat ze ook de goden van die volken gaan vereren. Voor ons gevoel is het vreemd dat de Here zijn volk ‘op de proef stelt’ (hoofdstuk 2:22 en 3:4). Ik laat dat nu even liggen. Bedenk wel dat de Here en zijn volk op dat moment al een eeuwenlange relatie hebben. God heeft hen bevrijd uit Egypte, Hij heeft grote beloften aan hen gedaan, Hij heeft zijn trouw laten zien. En in dat kader vraagt God dat ook Israëls trouw nu blijkt. Daar wordt het al een stuk minder vreemd van. Maar waar het God dus om gaat is dat de Israëlieten Hem alleen dienen. Gewoon het eerste gebod. Dat is waarom God wil dat ze vertrouwd raken met de oorlog. En daarachter, daarin, gaat het dan ook om de oorlog in jezelf, de innerlijke strijd. Ben je daar ook vertrouwd mee? Kiezen voor God kost strijd.

 

Maar nu is het oppassen geblazen, want je kunt dit niet even selectief naar vandaag halen. Alsof wij oorlog zouden moeten voeren om in Nederland ruimte voor het christelijk geloof te behouden. Dat zou -omgekeerd- kunnen betekenen dat je andersgelovigen probeert het land uit te krijgen. Niet een land is christelijk maar mensen zijn (en doen) christelijk. De keus om op God alleen te vertrouwen, om Hem alleen te dienen, kan niemand je afnemen. Daarvoor hoef je ook niet in een zogenaamd christelijk land te wonen. Geen overheerser of dictator kan je liefde voor God uit je hart halen. Lees de getuigenissen maar van mensen die in concentratiekampen werden opgesloten. Of die nu in gevangenissen worden gegooid. Ze kunnen je lichaam opsluiten, maar niet je geest. Maar waar zou je dan wel voor moeten vechten? Welke oorlog moet gevoerd worden?

 

Vaak kijken we daarbij de verkeerde kant op. Wanneer komen wij in het geweer? Nou volg de politiek maar; en kijk dan ook naar je eigen stemgedrag. Vaak komen wij in het geweer als onze welvaart wordt bedreigd, als er aan onze opgebouwde rechten wordt getornd, als anderen ruimte krijgen die we onszelf hadden toebedacht. Vraag je eens af waar jij serieus de wapens voor zou oppakken, tegen wie of wat zou jij de grenzen van Nederland willen verdedigen? Ik denk niet dat het zo kan zijn dat je als christen vecht voor het behoud van welvaart, van opgebouwde rechten, dat je uiteindelijk vecht voor je eigen belang. Dat zijn toch dingen die we van God hebben gekregen? Onverdiend. En die Hij je ook weer af kan nemen.

 

Waar wil je voor vechten? Waar zou je zelfs voor willen sterven? In de Bijbel wijst God telkens weer naar het samenleven van mensen in vrijheid. Een vrijheid overigens die mensen kunnen misbruiken. Een vrijheid waarin mensen kunnen leven zonder God. Het is nog niet de samenleving van het komende koninkrijk. U kent zo onderhand mijn definitie daarvan wel: het koninkrijk van God is een samenleving van mensen, door God gevormd, waarin Hij centraal staat en waarin Hij aanbeden wordt. Nu, hier op aarde, is het nog niet zover. Maar die hemelse samenleving krijgt al wel op allerlei plekken vorm: daar waar vrede en veiligheid is. Als het goed is, is de kerk zo’n samenleving. Maar ook waar mensen goed doen, waar mensen liefhebben, waar mensen recht doen, zie je er al de trekken van. Ik denk dat het dat samenleven is waar je eventueel oorlog voor moet voeren. Ik denk dat dit mensen als Frits de Zwerver de kracht gaf om zich te verzetten tegen de nazi’s. En al die andere bekende en onbekende Nederlanders die verzet pleegden of onderduikers opnamen. Ik denk dat dit is waar de Oekraïense soldaten en burgers voor vechten. Eerder al werden hen stukken land afgenomen, dat leidde nog niet tot een oorlog. Maar toen de Russen de Oekraïense samenleving wilden overnemen in februari 2022 brak de oorlog uit.

 

Het is ook die samenleving van het komende koninkrijk waar Jezus voor vocht. Dat is bevrijdend, want met onze oorlogen hier op aarde bereiken we dat niet. Onze samenlevingen blijven tekort schieten in de bescherming van de zwakken, in het doen van recht en gerechtigheid, in het uitbannen van het kwaad. Onze samenlevingen worden ook niet gekleurd door de gerichtheid op de Here. Maar in het gevecht dat Jezus voerde met satan heeft Hij de ruimte bevochten voor die hemelse samenleving. Jezus wist: vrede komt niet vanzelf, daar moet je oorlog voor voeren. Jezus zorgt ervoor dat die samenleving van mensen rond God er komt; op zijn tijd. Wij leven in hoop. In die hoop ligt ook de kracht om hier op aarde oorlogen aan te gaan. Of dat nou in eigen land zou zijn, op een kwade dag, of dat je dat nu al doet door als beroepsmilitair uitgezonden te worden naar brandhaarden elders op aarde. Het is best een heftig onderwerp voor een preek, dat realiseer ik me. Oorlog is iets ellendigs, iets waarvan je hoopt het nooit mee te maken. En toch wil God ons vertrouwd maken met de goede strijd. Die strijd voor het samenleven van mensen in een vrede en veiligheid die al iets van Gods koninkrijk weerspiegelt. Dat koninkrijk waarin geen mens nog de wapens leert hanteren. God zelf wil ons vertrouwd maken met de goede strijd. De strijd die ruimte maakt voor liefde. Dat Hijzelf ons met die oorlog vertrouwd wil maken geeft moed. Hij staat aan de kant van hen die deze oorlog voeren.

 

Ik moet nog denken aan wat Paulus schrijft in Efeziërs 6:12: ‘Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.’ Dit laat zien dat achter de strijd tegen mensen het kwaad van satan schuilt. En dat je, omgekeerd, dus ook de strijd van Jezus als richtpunt mag gebruiken om te bepalen wat een goede oorlog is. Mensen blijven verantwoordelijk voor de oorlogen die ze voeren, dat is het goed recht van een internationaal strafhof. Maar in zoveel oorlogen zien we de hand van satan die probeert het samenleven van mensen kapot te maken. Soms wint de vrede van Christus het nu al en komen voormalig vijanden bij elkaar. Onze strijd is niet gericht tegen mensen; want uiteindelijk hebben alle mensen te maken met een duivel die de boel kapot wil maken. Achter de vijand zit ook gewoon een mens, een mens net als jij. Wat is het belangrijk om oorlog te voeren tegen het kwaad en niet tegen mensen.

 

Er is nog één vraag waar ik wat over wil zeggen. Want hoe weet je nou wanneer je moet beginnen je te verzetten? In het Duitsland van 1930 en de jaren erna waren er al verschillende voortekenen van de wreedheden die later in alle openlijkheid zouden plaatsvinden. Bepaalde vrijheden werden ingeperkt, groepen mensen verdacht gemaakt, krantenredacties kort en klein geslagen. Ook nu is de samenleving in beweging, in Nederland, in Europa. Wanneer moet je beginnen je te verzetten? En hoe voorkom je dat je meegesleept wordt in een verkeerde oorlog, een oorlog die vooral onze rechten en onze bezittingen moet veiligstellen? Ik denk dat de kritische vraag die je bij alle ontwikkelingen moet stellen deze is: brengt dit ons dichterbij een samenleving die de trekken heeft van Gods koninkrijk of brengt het ons daar verder vanaf? Wat een goede oorlog veilig stelt is het samenleven van mensen, zodat er tijd en ruimte is om in de ander God te leren kennen. Amen.