De rechter van straks is de redder van nu

2 januari 2022

Voor God met zijn oordeel komt, komt Hij met zijn genade.

Lezen: Openbaring 11:15-19 en hoofdstuk 15-16

Tekst: Zondag 18-19

Wij zijn gisteren een nieuw jaar in gegaan, 2022. Dat zal opnieuw een jaar zijn vol onzekerheid. Dan denk ik vooral aan het coronavirus. Wat gaat dat nog met ons doen, met de samenleving, met ons persoonlijk? Dachten we in de tijd voor corona ons leven nog aardig in de hand te hebben, die illusie zijn we ondertussen kwijt. Nieuwe varianten, nieuwe maatregelen, terug naar af; het is ons overkomen in het afgelopen jaar en niemand garandeert ons dat zulke dingen ook niet in het komende jaar gaan gebeuren. Die onzekerheid maakt het leven lastig: een gevoel van controleverlies, neerslachtigheid en vermoeidheid.

 

Wie bepaalt eigenlijk wat er op aarde gebeurt? Wie heeft wel de controle en zit er aan de knoppen? Sinds het coronavirus zich over de aarde heeft verspreid is er veel aandacht voor het boek Openbaring. In alle onzekerheid probeert men ankerpunten te vinden in dat boek en te ontdekken wat ons overkomt. Zijn er kwade machten die proberen de aarde in hun greep te krijgen, overheden die een kwalijke rol spelen? Bepalen zij wat er op aarde gebeurt?

 

Maar dat laat je je toch niet wijs maken? Er is er toch maar één die regeert? Natuurlijk kunnen overheden een kwalijke rol spelen en zijn er mensen die hun macht op aarde willen laten gelden, maar er is er toch maar één die bepaalt wat er gebeurt? Dat is Jezus Christus. Juist als je het boek Openbaring leest kom je daar achter. Jezus is de ‘heerser over de vorsten van de aarde’ (Openbaring 1:5), Jezus staat aan het hoofd van de hemelse legermacht (19:11-16). Vanuit de Catechismus hebben we Zondag 18-19 gelezen, over Jezus’ hemelvaart en zijn zitten aan de rechterhand van God. Jezus is na zijn werk op aarde, en vanwege zijn werk op aarde, naar de hemel gegaan om te regeren. De apostel Paulus brengt het kernachtig onder woorden in Filippenzen 2:8-11: ‘En als mens verschenen heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.’ Dus God heeft Jezus verhoogd, dat is de hemelvaart, en God heeft Jezus de naam gegeven die elke naam te boven gaat. Welke naam dat is wordt hier niet duidelijk, maar wat wel duidelijk is, is dat Jezus aan de rechterhand van de Vader zit om te regeren over hemel en aarde. En eens zal iedereen dat erkennen, dat is wanneer Jezus terugkomt om te oordelen over de levenden en de doden. In alle onzekerheid aan het begin van dit nieuwe jaar staat vast dat Jezus regeert en niemand anders. Hij heeft alle touwtjes in handen. En het enige wat wij over de toekomst zeker weten is dat Jezus zal terugkomen om de wereld te oordelen.

 

Daarvan zegt de Catechismus in v/a 52 dat dit troostvol is: ‘Welke troost schenkt u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden?’ Nu moet ik zeggen dat de wederkomst en het oordeel mij eerder ontzag inboezemen dan troost. We hebben Openbaring 15-16 gelezen en dat is ronduit indrukwekkend. Misschien zelfs beangstigend. Nu is de situatie waarin de Catechismus geschreven is een andere dan onze situatie. De gereformeerden werden door de roomse kerk vervolgd, in gevangenissen gegooid en op brandstapels gezet. Wat dat betreft leek die tijd op de tijd waarin het boek Openbaring geschreven werd, toen werden de christenen vervolgd door de overheid. In zo’n setting snap je de eerste zin van antwoord 52: ‘Dat ik in alle droefheid en vervolging met opgeheven hoofd juist Hem als Rechter uit de hemel verwacht, die Zich eerst om mij voor Gods rechterstoel gesteld en heel de vloek van mij weggenomen heeft.’ In die zin zitten twee dingen. Allereerst de droefheid en vervolging; dat was toen dus heel concreet: als gereformeerde was je je leven niet zeker en was er verdriet over mensen die werden opgepakt en gedood. Dan is de wederkomst van Christus een troostvol ankerpunt waar je je aan vasthoudt: Hij zal komen en een einde maken aan ons lijden. Bovendien zal Hij rechtspreken en het kwaad veroordelen en teniet doen.

 

Er zit nog een tweede ding in die zin, dat is de opmerking over Jezus die de rechter is maar die zich eerst ‘om mij voor Gods rechterstoel gesteld en heel de vloek van mij weggenomen heeft.’ De vervolgde gereformeerden uit de zestiende eeuw wisten dat ook zij de rechter niet zomaar onder ogen konden komen. Het is niet zwart wit: de vervolgers worden veroordeeld en de vervolgden gaan vrij uit. Gods oordeel over zonde en schuld treft ook de vervolgden, treft uiteindelijk alle mensen. Maar het verschil is dat voor hen de rechter van straks de redder van nu is. Dat is een zin uit het doopgebed, er wordt voor het kind gebeden: ‘Geef hem (haar) altijd, ook bij het sterven, houvast in wat u beloofd hebt. Dan zal hij (zij) vol vertrouwen verschijnen voor Jezus Christus, zijn (haar) rechter en redder.’ Dat is een opvallende combinatie, rechter en redder. Een rechter volgt het recht en past het recht toe: wie schuldig is verklaart hij schuldig, wie onschuldig is spreekt hij vrij. Daar zit iets afstandelijks in, hoe betrokken de rechter ook is. Maar een redder is heel anders. Bij een redder denk je aan iemand die achter jou aan springt als jij in de sloot valt. Een redder is iemand die jou geld geeft als jij blut bent. Een redder haalt jou uit de moeite en geeft je weer een toekomst. En nu zegt de Catechismus in v/a 52: de rechter van straks is de redder van nu.

 

Dat is ook wat het boek Openbaring laat zien. We hebben gelezen uit hoofdstuk 11, 15 en 16. Dat gaat over het oordeel van de jongste dag, als Jezus terugkomt. Dat oordeel is angstaanjagend. Ik kan me voorstellen dat je daar met gemengde gevoelens tegen aan kijkt. Het lijkt niet direct iets om naar uit te zien. Bovendien, hoe past dit in ons plaatje dat God liefde is? En dit is niet alleen ons plaatje, God is ook liefde. Want de rechter van straks is de redder van nu.

 

Kijk maar eens mee, ik blader vanaf dit punt in Openbaring terug. In hoofdstuk 16 worden de zeven schalen van Gods woede uitgegoten over de aarde. Daarvoor hebben zeven, nee zes alarmsignalen geklonken. Zes keer is er op de bazuin geblazen voordat de laatste bazuin weerklinkt in hoofdstuk 11:15. God waarschuwt de wereld voor zijn komende oordeel. Voor de bazuinen zijn er de zeven zegels. Zeven zegels zitten om de boekrol heen die de uitrol van de geschiedenis tot het einde beschrijft. Die zeven zegels worden heel geduldig, stuk voor stuk losgemaakt: God heeft geen haast om bij het oordeel uit te komen, maar juist geduld. Nog zoiets, God legt het oordeel in handen van zijn Zoon (hoofdstuk 5). God legt de boekrol in de doorboorde handen van Jezus. Dacht je dat Jezus, die zichzelf gaf aan het kruis om mensen te redden, de geschiedenis er nu even door zou jagen naar het eind? Natuurlijk niet, Jezus wil dat mensen zich door Hem laten redden en daar geeft Hij tijd voor. Ik denk ook aan Openbaring 10-11, God geeft de wereld het boek Openbaring en God geeft de wereld de kerk die deze woorden moet uitleggen. Heel langzaam, en met alle ruimte voor bekering, werkt Jezus toe naar het oordeel.

 

Opvallend is ook wat er in hoofdstuk 15 beschreven wordt. Allereerst vers 1: met de laatste zeven plagen komt er aan Gods woede een einde. Dit is belangrijk, Gods woede over de zonde van de mens kent een einde. God is liefde, zijn liefde kent geen eind, maar Gods woede zal op een dag over en uit zijn. Compleet verdwenen. Dan vers 3, God wordt daar bezongen als rechtvaardig. Het oordeel van God verloopt rechtvaardig, dus zonder vergissingen of gerechtelijke dwalingen. God ziet het hart aan en zijn oordeel zit er nooit naast. Misschien nog wel het meest opvallend in hoofdstuk 15 is vers 5 en volgende, daar wordt beschreven dat de plagen van Gods oordeel uit de verbondstent komen. De verbondstent is de tabernakel, de tent waarin God te midden van zijn volk woonde. Het is de tent van Gods trouw. Dat betekent dat Gods oordeel te maken heeft met zijn trouw: God houdt vast aan zijn plan met de wereld dat Hij te midden van de mensen zou wonen, mensen die Hem aanbidden, liefhebben en gehoorzamen. Nu ontdek je ook wat het doel is Gods oordeel. Het oordeel over ongeloof en ongelovigen is nodig om alle ruimte te geven aan aanbidding. Gods oordeel staat in de context van de eredienst, dat is wat hoofdstuk 15 laat zien: op heel de aarde moet ruimte zijn om God ongehinderd te kunnen aanbidden.

 

Samenvattend, wat we zien in het boek Openbaring is dit: voor God met zijn oordeel komt, komt Hij met zijn genade. Dat is evangelie. Hou dit altijd in gedachten wanneer je uit het boek Openbaring leest. En die genade is Jezus Christus. Je zou kunnen zeggen: in de beker die Jezus moest drinken op aarde, de beker van zijn bittere lijden, waren de zeven schalen van Gods woede al uitgegoten. Het oordeel trof Jezus. Het laatste oordeel gaat alleen over hen die Jezus Christus afwijzen. De rechter van straks is de redder van nu. Gods oordeel op de jongste dag is een bevestiging van zijn reddende liefde in Christus. Om die liefde hoog te houden moet de afwijzing ervan consequenties hebben. In hoofdstuk 16:6 staat dat het oordeel over de ongelovigen verdiend is: ‘Ze hebben het verdiend.’ Dat klinkt best cru. Ik denk dan, wij hebben het oordeel net zo goed verdiend; ik heb het oordeel verdiend. Wanneer de rechter gaat spreken veroordeelt Hij mij. Maar mijn rechter wil mijn redder zijn; die vreemde dubbelrol. God wil ons redden, kijk maar naar Jezus: Hij werd geboren op aarde om in zijn dood het oordeel te dragen.

 

Zo komt op deze eerste zondag van het nieuwe jaar de vraag op je af: laat jij in 2022 Jezus je redder zijn? Bij de wederkomst is Hij sowieso je rechter, als je niet veroordeeld wilt worden moet Hij nu je redder zijn. Ik denk hierbij aan Lucas 12:58 waar staat: ‘Als je met je tegenstander op weg bent naar een hoge autoriteit, doe dan moeite om nog onderweg tot een vergelijk met hem te komen, anders sleept hij je voor de rechter, en de rechter zal je uitleveren aan de gerechtsdienaar, en die zal je in de gevangenis gooien.’ Dit gaat over een geschil tussen mensen, maar op een vergelijkbare manier geldt dit ook voor jou en God. Je bent onderweg naar het oordeel, zorg er voor dat de rechter van straks nu je redder is. Dat betekent niet dat je met de rechter gaat zitten aanpappen of dat je hem omkoopt. Zo zou dat hier op aarde kunnen gaan, je probeert vriendjes te worden met de rechter zodat hij straks mild zal oordelen. De rechter van hemel en aarde is rechtvaardig, Hij laat zich niet omkopen en is niet partijdig. Hij wil je redder zijn doordat jij je overgeeft aan zijn liefde. Dit is de rechter die zelf de straf op zich nam, met zijn doorboorde handen velt Hij vonnis. Zo is hij rechter en redder. Je rechter is Hij sowieso, je redder wordt Hij wanneer jij van zijn liefde wilt leven. Wanneer jij zegt: in mijn plaats leefde Hij heilig en stierf Hij de gevloekte dood. God laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft (Romeinen 3:25-26, zie ook 1 Timoteüs 2:3-6).

 

Je keuzes nu zijn dus belangrijk voor straks. Je bent nog onderweg. Laat de rechter van straks nu je redder zijn. Wie denkt geen redder nodig te hebben heeft straks een probleem. Het oordeel gaat over de afwijzing van Jezus, niet over je zonden en je kwaad maar over de afwijzing van Jezus. De zeven schalen van Gods woede zijn op Golgota over Jezus’ hoofd uitgegoten, maar als jij niet wil dat dit in jouw plaats was dan hangt dit oordeel jou nog boven het hoofd. De ellende is dat wij zo vaak kijken naar wat hier op aarde voor ogen is. Dat is de doorwerking van de zonde in ons, dat maakt ons kortzichtig en ongeduldig, we willen hier en nu geluk en plezier. Maar Gods woord opent de hemel boven je waardoor je verder leert kijken en waardoor omhoog leert kijken naar wat in de hemel al werkelijkheid is. Openbaring 15 begint met het lied van hen die overwonnen hebben. De overwinning is in de hemel al een feit. Christus regeert, niets op aarde verandert daar iets aan. Bij die open hemel is het komende oordeel niet langer iets dat me angst inboezemt, maar geeft het mij hoop. Het oordeel is het moment waarop Gods kinderen en de schepping bevrijd worden. Zonde en kwaad worden teniet gedaan, de duivel verdwijnt. Laat dat je troost geven als je nu nog worstelt met zonden en met de gevolgen van het kwaad. God heeft zijn bedoeling om te redden al laten zien in Jezus’ dood: de rechter van straks wil zo graag nu je redder zijn.

 

Hoe wordt dit concreet in je leven? Allereerst, laat Jezus’ liefde in je werken. Aanvaard die liefde, maar laat die liefde je ook veranderen. Zoals Jezus zich gaf voor jou, zul jij je geven voor anderen: je tijd, je energie, je geld, je oefent geduld en je zoekt het goede voor de ander. Het tweede is, aanbid Jezus. Prijs Hem als de hoogste koning. Je bedenkt dat Hij de koning is die alles regeert en bestuurt en je stemt in met hoe Hij dat doet. Als derde, koester hoop. Hoop hebben en hoop koesteren zijn verschillende dingen. Soms heb je gewoon hoop ergens op. Maar hoop koesteren betekent dat je blijft hopen ook al zit alles tegen en lijkt het er totaal niet op dat het goed komt. Je houdt je hoop actief levend. De hoop die je koestert wanneer de rechter van straks je redder van nu is, is dat jij wordt vrijgesproken van alle zonde en kwaad alleen maar omdat je gelooft in Jezus en zijn liefde aanvaardt. Een vierde ding waarmee je het evangelie van vanmiddag concreet maakt is dat je Jezus verwacht. Je leeft niet gewoon je leven hier en nu, maar je denkt aan Jezus’ wederkomst, je bidt daarom en je hoopt dat het nog tijdens jouw leven gebeurt: wat zou je dat graag meemaken en wat verlang je naar de nieuwe wereld van God. En als laatste, je probeert mensen voor Jezus te winnen omdat je beseft wat er op het spel staat. De keuzes die mensen nu maken hebben gevolgen voor later. De hoop die jij ontdekte wil je delen, de liefde die jij ontving geef je door, de boodschap die jij vanmiddag hoorde breng je verder: nu kan de rechter van straks nog je redder worden. Amen.