De zes dagen van Genesis 1

9 februari 2025

God laat aan de Israëlieten zien dat Hij de maker is van wat de volken om hen heen vereren en vrezen.

Lezen: Genesis 1:1-2:3 en NGB art 1 en 12 (1e alinea)

Tekst: Genesis 1:1-2:3

Vanmiddag gaan we het hebben over evolutie. Over schepping en evolutie. Dat doen we omdat dat aan de beurt is volgens ons rooster leerdiensten. Evolutie is een onderwerp waarover onder christenen best nog gediscussieerd wordt. En waarover verschillend gedacht wordt. Het is een onderwerp dat ook best wel op jongeren afkomt. Waarbij de suggestie vaak is dat je moet kiezen: of je gelooft in evolutie, met de oerknal en een aarde van miljoenen jaren oud, of je gelooft in de Bijbel en het scheppingsverhaal van Genesis 1. Daar moeten we het maar eens over gaan hebben vanmiddag. En dan zeg ik tegen mezelf: je bent dominee, geen natuurkundige of bioloog of scheikundige. Ik wil voorzichtig zijn met uitspraken over evolutie en me concentreren op wat de Bijbel zegt. Overigens ken ik christenwetenschappers die haarfijn kunnen aanwijzen wat er niet klopt aan de evolutietheorie. Van hun kennis zal ik in deze preek dankbaar gebruik maken (bijvoorbeeld Boven tijd en toeval van Arie Sonneveld).

 

Als dominee denk ik dat ik wat mag zeggen over Genesis 1. In het spanningsveld dat ik net benoemde -of je gelooft in evolutie of in de Bijbel- neemt Genesis 1 een belangrijke plaats in. Kort gezegd: zijn de zes scheppingsdagen dagen van 24 uur? Als dat zo is zou de aarde nooit miljoenen jaren oud kunnen zijn. Om precies te zijn 4-4,6 miljard jaar, dat is waar wetenschappers (ook christelijke) op uitkomen. 

 

Dus de vraag is, wat is de betekenis, de bedoeling van Genesis 1? Is het een historisch verslag? Geschiedschrijving? Dat is om een paar redenen ingewikkeld. Ten eerste is er geen mens bij geweest. Dus hoezo geschiedschrijving? Ten tweede zegt Genesis 2:4: ‘Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde...’ Dat duidt op wat er na dat vers volgt. Het is de eerste keer dat het woord ‘toledoth’ klinkt in Genesis. Dat woord markeert telkens het begin van een stukje geschiedenis. Er wordt wel eens gezegd dat in Genesis 1 en 2 twee scheppingsverhalen worden verteld, die elkaar dan ook nog eens tegenspreken. Dat is niet het geval. Genesis 1 vertelt het scheppingsverhaal en Genesis 2:4 zegt dan: wat kwam er nou van die hemel en aarde terecht, hoe ging het verder? De schepping, Genesis 1, gaat vooraf aan de lotgevallen van de mens die beschreven worden vanaf Genesis 2:4.

 

Maar dan nog eens die vraag: wat is de betekenis, de bedoeling van Genesis 1 als het geen geschiedschrijving is? Sommigen noemen Genesis 1 -het verhaal van die zes, eigenlijk zeven dagen- een gedicht. Of het dat is weet ik ook weer niet, maar wat wel opvalt is hoe het verhaal is vormgegeven. Met refreinzinnen: ‘En God zag dat het goed was.’ Met die terugkerende formule: ‘Het werd avond en het werd morgen. De zoveelste dag.’ Opvallend is trouwens dat pas op dag 4 het dag-nacht ritme wordt geschapen. Terwijl er daarvoor al sprake is van ‘het werd avond, het werd morgen, de zoveelste dag’. Dat klopt niet. En van de zevende dag wordt nooit de avond beschreven, loopt die dag dan nog steeds door? Ruwweg zou je kunnen zeggen dat de zes scheppingsdagen vertellen hoe God orde in de chaos schept. Volgens sommigen horen dan de dagen 1 en 4, 2 en 5, 3 en 6 bij elkaar. Op dag 1 wordt het licht geschapen, op dag 4 zon, maan en sterren. Op dag 2 worden het water boven en het water beneden gescheiden, op dag 5 worden vogels en vissen geschapen. Op dag 3 worden droog land en planten en bomen geschapen, op dag 6 de landdieren en de mens. In zekere zin maakt God de wereld klaar voor de mens, bouwt Hij een huis voor de mens.

 

Opvallend is het woord ‘scheiden’, op dag 1, 2 en 4 wordt dat gebruikt. De scheiding van licht en duisternis, de scheiding van watermassa’s, de scheiding van dag en nacht. Nu kost het maken van scheiding energie. Dingen vervallen uit zichzelf tot chaos. Bovendien vraagt het maken van scheiding, en dus het aanbrengen van orde, een plan. Volgens de evolutietheorie is alles wat ontstaan is toevallig ontstaan. Volgens de evolutietheorie ontstonden scheiding en orde vanzelf. Denk je eens in dat ik hier een bak met knikkers heb. De onderste laag knikkers is rood, de bovenste laag is groen. Ik schud die bak een tijdje. Dan zitten de rode en de groene knikkers door elkaar heen. Daar hoef ik niet eens zo heel lang voor te schudden. Hoe lang denk je dat ik nu moet schudden om ze weer in twee lagen te krijgen? Dat gebeurt natuurlijk nooit. Zo werkt het niet. Dan moet ik miljarden jaren schudden. En misschien, heel toevallig krijg ik dan opeens een rode en een groene laag. Het vervelende is dat ik waarschijnlijk meer dan 4,6 miljard jaar moet schudden. Veel meer. En zo oud is de aarde ook volgens evolutionisten niet.

 

Wat is de betekenis en bedoeling van Genesis 1? In Genesis 1 wil God aan de Israëlieten laten zien dat Hij de maker is van wat de volken om hen heen vereren. En dat Hij de maker is van wat de volken om hen heen vrezen. Wat vereren de volken? Zon, maan en sterren. Maar ook de kracht van, bijvoorbeeld, een stier. Wat vrezen de volken? De zee. En zeemonsters. Maar dan zegt God dus tegen de Israëlieten: Ik ben de maker van zon, maan en sterren. Ik ben de maker van de zee en wat daarin leeft. Ik ben de maker van de dieren op het land, die sterke en machtige dieren die jullie lang niet altijd kunnen temmen. Genesis 1 gaat de discussie aan met wat de volken om Israël heen geloven. In de ideeën van veel volken om Israël heen zouden de goden de mensen geschapen hebben om door hen gediend te worden met voedsel. Genesis 1 vertelt precies het tegenovergestelde: God schiep de mens en voorziet hem van voedsel. In Mesopotamië was de zevende dag een ongeluksdag. In Genesis 1 is het een dag van zegen en een dag waarop de mens mag genieten en zijn werk opzij mag leggen. In Genesis 1 gaat God de discussie aan met de ideeën en overtuigingen van de volken om Israël heen. En Genesis 1 biedt een alternatief. Een heel mooi alternatief. Ik wijs vier punten aan. 1) God heeft geen gelijke en geen concurrent. 2) God is niet alleen de schepper, Hij is ook wetgever; Hij geeft opdrachten aan het geschapene. 3) De wereld laat iets zien van zijn schepper, de wereld weerspiegelt zijn schepper; denk aan Psalm 8. 4) Genesis 1 onthult de ware natuur van de mens, het doel en de betekenis van de mens. Samengevat, Genesis 1 gaat de discussie aan met wat de volken om Israël heen geloven en komt met een alternatief. Een mooi alternatief: je hoeft niet bang te zijn voor het geschapene. En als mens hoef je niet allerlei goden aan je kant te krijgen, de enige echte God staat al aan jouw kant.

 

Maar hoe zit het dan met die zes dagen? Ik las daar een prachtige zin over in een bijbelcommentaar (WBC, Genesis 1-15, G.J. Wenham, p 39): ‘Het is onfortuinlijk dat het middel dat Genesis 1 gebruikt om de coherentie en doelgerichtheid van het werk van de schepper uit te drukken -namelijk de verdeling van de scheppingsdaden over zes dagen- overgeïnterpreteerd wordt, met als resultaat dat Bijbel en wetenschap tegenover elkaar worden gezet in plaats van als aanvullend worden gezien.’ Dus de verdeling van de scheppingsdaden van God over zes dagen is bedoeld om de samenhang en doelgerichtheid van Gods scheppingswerk te laten zien. God schiep de wereld in een ongelofelijke samenhang en met een ongelofelijke doelgerichtheid. Die samenhang en doelgerichtheid erkennen wetenschappers ook. Je kunt zo 20 tot 25 unieke eigenschappen van de aarde en zijn directe omgeving opsommen waarvan er maar één hoeft te missen en leven op aarde was niet mogelijk geweest. Hoezo toeval? Maar goed, dat Genesis 1 de scheppingsdaden van God verdeelt over zes dagen wordt overgeïnterpreteerd als je daar zes dagen van 24 uur van maakt. Dat is niet de bedoeling van de tekst. Het is een stijlmiddel.

 

God is de maker van wat andere volken vereren en vrezen, dat is Genesis 1. En dat moet je weten voor je gaat lezen over de geschiedenis van hemel en aarde (vanaf Genesis 2:4). Waarom is dit belangrijk? Ik moet daarbij denken aan Romeinen 8:38-39. Niets uit de geschapen wereld kan ons scheiden van Gods liefde. Dood, leven, engelen, machten en krachten, heden, toekomst, hoogte, diepte, het zijn geschapen dingen. Geen zelfstandige grootheden. Ze hebben geen enkele macht naast of tegenover God. God legt hun zijn wil op. Ik hoef dus nergens bang voor te zijn. En nog een stap verder, God is dus ook de maker van de mens. Ook van de mens die Hem afwijst, zichzelf tot god maakt en zijn ideeën dat er geen God en schepper is met kracht de wereld in slingert. Wij worden doodgegooid met het idee dat de wereld ontstaan is uit evolutie. Met het idee dat er geen God en schepper is en dat het hele universum door toeval ontstaan is. Maar Genesis 1 laat ons zien dat ook de mens die dit zegt maar een schepsel is. Een schepsel van de God voor wie hij op geen enkele manier een concurrent is, hij komt niet eens in de buurt. God laat ons zien: Ik ben de maker van de mens die zijn eigen evolutietheorie vereert. Maar als christen hoef je daar op geen enkele manier bang voor te zijn.

 

Nu weet ik natuurlijk niet of je daar bang voor was. Ieder christen zal zich op de een of andere manier moeten verhouden tot het evolutieverhaal. Die zes dagen van Genesis 1 zijn daar maar een onderdeel in. Misschien wens je daar gewoon aan vast te houden: 6 x 24 uur. Misschien heb je ideeën over een ingeschapen ouderdom van aarde en heelal. Misschien pak je de zondvloed erbij om het uitsterven van dino’s te verklaren. Misschien duw je de hele discussie van je af en zeg je: ik geloof gewoon in God. Persoonlijk vind ik het mooi om over deze dingen te lezen, over fysische evolutie, chemische evolutie en biologische evolutie. Dat is volgens wetenschappers ook de volgorde. Even van achteren naar voren: biologische evolutie is wat Charles Darwin beschreef: dat het leven zich geleidelijk over een lange periode van simpele naar complexe levensvormen heeft ontwikkeld. Daaraan vooraf ging de chemische evolutie. Dat is het langdurige proces waarin simpele organische moleculen hebben geleid tot vier groepen monomeren of biopolymeren. Wat je dan nog mist is het ontstaan van de aarde. Dat is de fysische evolutie, het ontstaan van gaswolken en sterrenstelsels, waaronder de ons bekende zon, aarde en planeten. Die volgorde wordt trouwens door Genesis 1 beschreven: fysisch, chemisch, biologisch. Wat de wetenschap de laatste 200 jaar ontdekt, beschreef Genesis 1 al duizenden jaren geleden. Als ik over deze dingen lees krijg ik alleen maar meer ontzag voor God, onze schepper. Zijn wereld is zo mooi. Zijn heelal zo diep. Zijn aandacht voor detail zo groot. Gods schepping is een ongelofelijk groot wonder. Misschien vind je het soms moeilijk om daarin te geloven. Maar in de evolutietheorie geloven is nog veel moeilijker. Er is gewoon te weinig tijd voor het toeval om een bak knikkers tot een orde te schudden. En er is al helemaal te weinig tijd om zoiets complex als een oog door het toeval te laten ontstaan. In de evolutietheorie worden tijd en toeval vereert als goden. Genesis 1 laat zien dat God de maker is van wat anderen vereren. Ook tijd en toeval hebben uiteindelijk een maker: God.

 

Tot slot. Eén van de onderdelen van de biologische evolutie is de survival of the fittest. De sterkste soort wint, het sterkste individu binnen de soort wint, en plant zich voort. Ik las een opsomming van een aantal verschijnselen die niet door evolutie verklaard kunnen worden: bewust zijn, intelligentie, instincten, emoties, fotosynthese, homoseksualiteit, muziek, taal, religie, moraal en altruïsme. Om die laatste gaat het me nu even. Altruïsme is onbaatzuchtigheid: een handeling, een gewoonte of de bereidheid om iets bij te dragen zonder er zelf baat bij te hebben. In de kerk noemen we dat liefde. Gevende liefde. Maar hoe zou dit ooit kunnen bestaan in een wereld die gevormd is door survival of the fittest? Gevende liefde helpt nou niet echt om te overleven. Altruïstische mensen zouden volgens de evolutietheorie uitgestorven moeten zijn. Dus waar komt die gevende liefde, die we gewoon om ons heen zien in deze wereld, vandaan? De Bijbel zegt: ‘Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad’ (1 Johannes 4:19). Het bestaan van zichzelf gevende, opofferende liefde, komt van buitenaf. Komt van de schepper. Als je deze preek praktisch wil maken moet je op zo’n manier liefhebben. Want daarmee breek je de theorie dat er geen God zou bestaan. Amen.