Een betrouwbare Bijbel
17 december 2023
Het evangelie is een verhaal dat mensen nooit bedacht zouden hebben.
Lezen: 1 Korintiërs 2
Tekst: 1 Korintiërs 2:9-10
Je kunt de Bijbel niet letterlijk nemen, dat is de titel van hoofdstuk 7 van Kellers boek ‘In alle redelijkheid’. Het is de laatste van de zeven bezwaren tegen het christendom die Keller in zijn boek bespreekt. Als je de Bijbel letterlijk neemt zou je vast lopen. Sterker nog, dat je de Bijbel niet letterlijk kunt nemen betekent voor veel mensen dat ze niet in God willen geloven.
Nou is discussie over de Bijbel altijd spannend. De Bijbel is ons houvast. Door de Bijbel kennen we God. Als de Bijbel niet waar blijkt te zijn verlies je opeens alles. Je verliest God, je verliest je geloof, je verliest de kerk. Daarom lopen discussies over de Bijbel vaak hoog op. Mensen zweren bij de foutloosheid van de Bijbel: er zouden geen fouten in de Bijbel staan, en mogelijke fouten worden op allerlei manieren recht gepraat. Afgelopen week ging het in het ND over het vasthouden aan de Statenvertaling in Reformatorische kring, dan wordt dus zelfs een vertaling heilig verklaard. Misschien moet je het dilemma wel omdraaien. In plaats van dat je vanuit een betrouwbare Bijbel in God gelooft, kun je ook zeggen: ik geloof in God en daarom is voor mij de Bijbel betrouwbaar. Dan bepaalt je geloof in God je omgang met de Bijbel.
Maar kun je de Bijbel nu letterlijk nemen of niet? Het lijkt er even op dat Keller suggereert dat dit wel kan. Het is immers een bezwaar tegen het christendom dat hij gaat weerleggen. Toch zegt hij dit nergens in hoofdstuk 7. Ik denk ook niet dat Keller vindt dat je de Bijbel op alle punten letterlijk moet nemen. Ook ik vind dat niet. Neem alleen al het bestaan van poëzie in de Bijbel. In het Hooglied zegt een jonge man tegen zijn vriendin: ‘Je neus is als een toren van de Libanon.’ Ik denk dat geen enkele bijbellezer dit letterlijk opvat. Maar dan is de nieuwe vraag, wat is poëzie in de Bijbel en wat niet? Is Genesis 1 poëzie, het verhaal van de zeven scheppingsdagen? Het rijmt niet zoals een Sinterklaasgedicht maar dat doen de Psalmen ook niet. Dus Genesis 1 zou zomaar een poëtische vertelling kunnen zijn om God als de grote schepper van hemel en aarde te eren.
Maar is dit niet heel kwetsbaar? Moet je nu als bijbellezer gaan bepalen wat letterlijk is en wat niet? Zat Jona echt drie dagen in een vis? Heeft Job bestaan? Maakte Jezus blinden echt ziende? Stond Hijzelf letterlijk op uit het graf? Ik zeg op deze vier vragen volmondig ja. Ik vermoed u en jij die hier zit ook. Maar wat zijn dan onze problemen rond de Bijbel?
Eerst nog even wat Keller bespreekt in hoofdstuk 7. Hij zegt, veel mensen vinden de Bijbel historisch onbetrouwbaar en veel mensen hebben het idee dat de Bijbel cultureel gezien een stap achteruit is. Eerst die historische onbetrouwbaarheid. Er wordt wel gezegd dat de evangelisten (Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes) Jezus mooier maken dan Hij was. Jezus zou een bijzonder mens zijn geweest, maar de bijbelschrijvers maken een God van Hem. Dat is immers hun belang, om hun nieuwe geloof ergens op te baseren moeten ze wel met een fantastisch verhaal komen. Maar als je mensen zou willen overtuigen van een opstanding die nooit heeft plaatsgevonden, zou je dan als discipelen je eigen ongeloof beschrijven? Dat is wat er gebeurt in de evangeliën. Het waren niet de discipelen die op de Paasmorgen triomfantelijk naar het graf gingen om hun opgestane Heer te begroeten, het waren vrouwen die de haastige begrafenis van vrijdag netjes wilden afmaken en die tot hun stomme verbazing -dat zeggen de bijbelschrijvers in alle eerlijkheid- met een leeg graf en een opgestane Jezus geconfronteerd worden. Bovendien, toen de evangeliën op papier verschenen waren er nog allerlei mensen in leven die de beschreven gebeurtenissen hadden meegemaakt. Als ik een boek schrijf over Heemse in de jaren 90 en ik zet daar onwaarheden in, dan zijn er genoeg mensen die daar de vinger bij leggen. Ik kom daar niet mee weg. Zo zouden verzonnen verhalen over Jezus, over zijn wonderen, zijn opstanding en zijn uitspraken, direct zijn tegengesproken door mensen die toen nog leefden.
Maar dan het culturele bezwaar, de Bijbel zou cultureel gezien een stap achteruit zijn. De plek van de vrouw in de Bijbel matcht niet echt lekker met hoe wij daar tegenaan kijken. In de Bijbel klinkt er niet of nauwelijks bezwaar tegen de slavernij. Je komt polygamie tegen in de Bijbel, en de Bijbel wijst dat niet perse af. Het Leviraatshuwelijk creëert zelfs situaties van polygamie. Wie de Bijbel letterlijk neemt zou cultureel gezien een enorme stap achteruit moeten doen. Allerlei moderne verworvenheden zou je weer los moeten laten. Seksuele vrijheid moet aan banden, vrouwen weer ondergeschikt aan hun man, de doodstraf weer invoeren, het klinkt een beetje als de sharia.
Stel dat je die kant niet op wil, kun je de Bijbel dan nog serieus nemen? Is de Bijbel in cultureel opzicht te vertrouwen? Het lijkt erop dat wie het onderwijs van de Bijbel als uitgangspunt neemt voor het leven nu, voortdurend vastloopt. Neem nou dat Leviraatshuwelijk (het bijbelse voorbeeld is Ruth en Boas), ik denk dat niemand van de mannen hier er op zit te wachten de weduwe van zijn broer tot vrouw te nemen. En niemand van de vrouwen zit er op te wachten na het overlijden van haar man te worden opgenomen in het huishouden van zijn broer. Keller zegt: dit soort wetten van God moet je in hun eigen tijd en context beoordelen. Toen (duizend jaar voor Christus) was dat juist heel barmhartig. Want een vrouw alleen, een weduwe, verviel tot de bedelstaf of tot prostitutie. Dat wil God in zijn goedheid voorkomen. Dus, zegt Keller, struikel als moderne bijbellezer nou niet over dit soort dingen. Een zelfde soort verhaal houdt hij over slavernij.
Hiermee is nog niet alles gezegd. Want opnieuw kun je de vraag stellen, wordt de Bijbel zo niet erg kwetsbaar? Gaan wij nu als bijbellezers bepalen wat nog wel geldt en wat niet meer geldt? Nee, zeker niet. Keller zegt hierover: let er op dat je je eigen tijd niet tot norm verheft. Niet wat in onze cultuur normaal is geeft de doorslag. Het zou ook wel heel toevallig zijn dat juist onze tijd en cultuur superieur zou zijn aan andere tijden en culturen, alsof wij op het eindpunt van alle ontwikkeling zijn aanbeland. Natuurlijk is dat niet zo. Wat wij nu normaal vinden zal ook eens achterhaald en ouderwets zijn. Hier komen we op een spannend punt, want hoe bepaal je in de botsing tussen de cultuur van de Bijbel en die van ons wat God wil?
Laat ik daar eerst nog twee voorbeelden van geven uit gesprekken die ik had met catechisanten. Ik kan me sowieso voorstellen dat de vragen rond de Bijbel voor jongeren meer spelen dan voor ouderen: het gat tussen de Bijbel en hun leven lijkt bij hen groter te zijn dan bij ouderen, wees daar alert op als het gaat over je kinderen of je kleinkinderen. Op catechisatie kregen we het over trouwen met een ongelovige. Ik gaf aan dat de Bijbel daar zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament niet voor is. Daar konden mijn catechisanten zich totaal niets bij voorstellen. En toen ik vertelde dat dit voor mij ruim 25 jaar geleden wel een bijbelse richtlijn was, keken ze me aan alsof ik van een andere planeet kwam. Tweede voorbeeld: in mijn overtuiging kies je niet een kerk ‘waar je je thuis voelt’, maar word je in een kerk geplaatst door God. De kerk is een oefenplek voor geduld, voor trouw, voor met elkaar omgaan ook als het moeilijk is. In de kerk oefen je de vrucht van de Geest: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Wie een kerk kiest naar eigen smaak verliest deze oefenmogelijkheden. Maar voor mijn catechisanten was dit onbespreekbaar en lag het totaal buiten hun voorstellingsvermogen. Het zijn natuurlijk heel leerzame gesprekken, ook voor mijzelf, ook ik moet mijn standpunt dan weer doordenken: is dit echt wat de Bijbel leert?
Hier ontdek je een belangrijke grondhouding. Vóór allerlei beslissingen in concrete situaties zit een basisbeslissing: wat geef jij voorrang, je eigen oordeel of dat van het evangelie? Geef jij je eigen gedachten voorrang of ben je bereid je te laten gezeggen door de Bijbel? Daar valt uiteindelijk de beslissing. En op dit punt wil je elkaar herkennen. Als je van de ander weet dat hij of zij bereid is zich door de Bijbel te laten gezeggen, kun je verschillende uitkomsten beter van elkaar hebben. Keller spreekt in zijn boek ook niet het verlossende woord over allerlei issues, dat zou alleen maar nieuwe discussie oproepen. Het punt is, is de Bijbel betrouwbaar voor jou? Durf jij je toe te vertrouwen aan de richting die de Bijbel wijst in concrete situaties?
Dus kun je de Bijbel vertrouwen? Of zijn het vreemde verhalen uit vroeger tijden waar je nu eigenlijk niets meer mee kunt? Laat dit de kernvraag zijn vanmiddag, hebben wij een betrouwbare Bijbel? Mijn antwoord is: zeker weten. Waarom ik dit zeker weet? Omdat de waarheid van het evangelie vreemder is dan welk verzonnen verhaal dan ook. Ken je de uitdrukking ‘de waarheid is vreemder dan fictie’? Soms hoor je een bizar verhaal dat nog waar blijkt te zijn ook. In een verzonnen verhaal zou de verteller het nooit zo vreemd gemaakt hebben uit angst om niet geloofd te worden. Dit geldt ook voor de Bijbel, geen mens zou het verhaal van het evangelie verzonnen hebben. Het is te vreemd. Een God die zegt: Ik dien de mens in plaats van dat de mens Mij dient. Een God die zegt: Ik word mens om ze achterna te kunnen lopen op hun eigen niveau en tempo. In geen enkele godsdienst gebeurt dit. Het evangelie, het christendom, is uniek in zijn soort. In alle godsdiensten moet de mens iets doen om gered te worden; in het slechtste geval moet hij gewoon zichzelf zien te redden, de goden zitten onaantastbaar in hun hemels. Maar het evangelie van de Bijbel is totaal anders. Gelijk na de zondeval zoekt God de mens op. Gelijk doet Hij grote beloften en spreekt Hij van een herstel dat Hij voor zijn rekening zal nemen. En door de eeuwen heen blijkt God een ongeëvenaard lange adem te hebben, Hij blijft trouw aan zijn schepping, Hij blijft trouw aan mensen, Hij is werkelijk een God van liefde. Goden die de mens zich maakt zijn vaak net als hijzelf: soms aardig, soms humeurig, ze komen op voor hun eigen belangen en als ze macht hebben gebruiken ze die. Maar God gebruikt zijn macht niet. Gods Zoon legt zijn macht juist af. Iedereen zou zeggen: dat is dom, daar red je het niet mee in deze hardvochtige wereld. Maar juist door zijn macht af te leggen redt Jezus de wereld. Want de ideale wereld wordt niet geregeerd door macht maar door liefde.
Dit zou geen mens hebben verzonnen. We hebben dat gelezen in 1 Korintiërs 2:9-10. Ik lees het nog een keer voor: ‘Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft.’ Aan ons heeft God dit geopenbaard, door de Geest.’ Het evangelie is een verhaal dat wij niet gekend zouden hebben als God zelf er niet mee gekomen was. Ook God zelf heeft geen belang bij dit verhaal. Want Hij zet zich nou niet echt op de kaart in de godenwereld. Als God je macht afleggen? Als God dienen? Goden heersen, goden laten zich dienen. Het evangelie is beschamend voor God. Tot je inziet dat je met liefde verder komt dan met macht en dat je door te dienen de ander voor je wint. Gods evangelie is betrouwbaar omdat het een verhaal is dat niet bij mensen past. Juist dat het evangelie met ons botst laat zien dat het bij God vandaan komt.
De vraag is dan, mag God jou tegenspreken? Eigenlijk stelde ik die vraag ook al toen ik het had over je grondhouding. Geef jij je eigen oordeel voorrang of vertrouw jij op de richting die God wijst in de Bijbel? Opvallend genoeg ging het daar ook mis bij de zondeval: durf je als mens te vertrouwen op God of vertrouw je liever op je eigen oordeel? Als je bij je eigen oordeel blijft raak je God uiteindelijk kwijt. Wie afgaat op zijn eigen oordeel heeft God niet nodig, God wordt eerder een blok aan je been. Dat is wat hier op het spel staat. Ik zal niet zeggen dat bijbellezen gemakkelijk is. Je hoort mij ook niet zeggen dat de Bijbel soms niet heel veel vragen oproept; of omgekeerd geformuleerd, dat onze werkelijkheid heel veel vragen oproept. Ik zeg zelfs niet dat je daar altijd uitkomt, voor jezelf niet maar ook samen niet. We zullen altijd blijven verschillen in de beoordeling van bepaalde dingen. De een zal zeggen: dat mag wel van God, een ander vindt die vrijmoedigheid niet. Maar dit betekent niet dat de Bijbel niet betrouwbaar is. Bedenk dat het verhaal van het evangelie nooit door een mens verzonnen kan zijn. Daarvoor is het te gek voor woorden. Het evangelie is door God bedacht, door God uitgevoerd en door mensen opgeschreven. Dat hebben ze zo goed mogelijk gedaan, daarbij geleid door Gods Geest. Een Geest die je trouwens ook nodig hebt bij het lezen (1 Korintiërs 2:12-16): ‘Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid.’ Wat de heilige Geest in je bewerkt is ontzag voor God, dat je weet dat jij mens bent en dat Hij God is. Dat is wat ik aan het begin van de preek zei: geloof in God bepaalt je omgang met de Bijbel. Ik geloof in God en daarom is de Bijbel voor mij betrouwbaar. Bid dat de Geest van God je ogen en je oren voor Hem opent.
Je hoeft de Bijbel niet letterlijk te nemen. De Bijbel bevat poëzie, de Bijbel bevat gebruiken die hun functie hadden in de tijd van toen, in de Bijbel wordt niet alleen voorgeschreven maar ook beschreven. Nee, je moet de Bijbel serieus nemen. Keller heeft het ook over een kern en een rand. De kern is Christus’ dood en opstanding, daar is de Bijbel glashelder over en je moet de historie geweld aan doen om dat te ontkennen. Laat het feit dat er gediscussieerd wordt over dingen uit de rand, je niet aan de betrouwbaarheid van de Bijbel doen twijfelen. Concreet: laat je overtuigen door Gods werkelijkheid, door dat vreemde verhaal van Gods liefde voor mensen. Ga vervolgens zorgvuldig met de Bijbel om, neem de Bijbel serieus. En oefen je er in om de Bijbel steeds meer voor te laten gaan op je eigen gedachten. Keller zegt: je kunt alleen een relatie met iemand hebben als hij of zij je mag tegenspreken. Gelukkig spreekt God ons tegen. Gelukkig spreekt God tegen ons. Amen.