Een pretentieuze naam
25 december 2024
Hoe kan de naam Jezus de vervulling zijn van de Immanuel-belofte?
Lezen: Matteüs 1:18-25
Tekst: Matteüs 1:21
Het kerstverhaal is superbekend. Toch zitten er een paar verrassende dingen in. Vanochtend ga ik een paar van die dingen aanwijzen. Want juist door deze dingen waar je altijd overheen leest krijg je zicht op het mooie van het kerstevangelie, op de diepte ervan. Kerst is niet alleen maar een leuk en gezellig feest, het laat ons zien waar het in ons geloof om draait.
Het eerste dat opvalt is de ‘bevrijding van zonden’. Jozef krijgt in zijn droom van de engel te horen dat hij het kind dat bij Maria geboren zal worden Jezus moet noemen. ‘Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Eigenlijk zitten daar al drie opvallende dingen in. Híj zal zijn volk bevrijden. Er ligt een accent op het woordje ‘Hij’. Jezus gaat doen wat anderen niet lukte. En er staat: Hij zal ‘zijn’ volk bevrijden. Dat woordje ‘zijn’ valt op: heeft Jezus dan een volk, een eigen volk dat Hem toebehoort en waar Hij koning van is? En opvallend is dus die ‘bevrijding van zonden’. Misschien vinden wij het logisch dat Jezus komt bevrijden van zonden omdat we dat gewend zijn, zo kennen we Hem, maar in eerste instantie is het verrassend.
Want stel dat iemand in Oekraïne het woord ‘bevrijding’ laat vallen, waar denken mensen dan aan? Aan bevrijding van de Russen natuurlijk. Stel dat iemand in de Tweede Wereldoorlog het woord ‘bevrijding’ liet vallen, dan dachten we hier in Nederland aan bevrijding van de Duitsers. Zo was het ook in Israël in het jaar nul. Liet je daar het woord ‘bevrijding’ vallen dan dachten de Joden aan bevrijding van de Romeinen. Wat wilden ze dat graag, bevrijding van de Romeinen die de baas speelden in hun land. Maar nu zegt de engel tegen Jozef: Geef het kind de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.
Is dat niet een teleurstelling? Als iemand in de Tweede Wereldoorlog had gezegd: ik kom jullie bevrijden van je zonden, zouden wij dan niet gedacht hebben: wij zijn liever van de Duitsers af? Maar zien wij dan scherp wat echt belangrijk is? Ik heb dat gevoel ook bij genezingsdiensten. Stel, God laat me kiezen tussen een zondeloos leven of een helemaal gezond lichaam. Ik wist wel wat ik koos, dat zondeloze leven. Hebben wij wel in de gaten wie de vijand is? De vijand zit in ons, niet buiten ons. De zonde maakt ons kapot van binnen. De zonde in ons zet relaties onder druk, relaties met medemensen maar ook de relatie met God. Door de zonde doen we dingen die uiteindelijk ook ons lichaam schaden. De zonde in ons is altijd een grotere vijand, een bedreigender vijand, dan welke menselijke vijand ook maar.
Voor het volk Israël was het verband nog duidelijker. Door hun zonden waren de Romeinen nu de baas in hun land. Als de Israëlieten niet zo gezondigd hadden waren ze een vrij volk geweest. Dit kun je niet zomaar op elke situatie en elk volk plakken, maar dat dit gold in de tijd van Jezus, dat zegt de Bijbel. Het volk Israël had Kanaän gekregen als eigen land om in vrijheid in te wonen. Maar ze dienen de Here niet, ze doen zonden, ze lopen andere goden achterna, ze gaan niet goed om met de medemens. En dan zegt de Here: als jullie zo doorgaan stuur Ik jullie in ballingschap. Dat was de herhaalde boodschap van de profeten van het Oude Testament. Toch bekeerden de Israëlieten zich niet en dus gingen ze in ballingschap. En in zijn genade haalt God een klein deel terug. Maar het leven in vrijheid, in hun eigen land, dat is eigenlijk nooit echt teruggekomen.
Snap je nu dat het met elkaar te maken heeft? Israël moet bevrijd worden van zijn zonden. Dat is prioriteit nummer één. Door hun zonden is de situatie van overheersing door de Romeinen ontstaan. Stel dat iemand hen van de Romeinen zou bevrijden dan was het echte probleem nog steeds niet weg: de zonde, in het hart van het volk. Nieuwe onderdrukkers zouden klaar staan om de taak van de Romeinen over te nemen. Nu zei ik dat er in het Grieks een accent ligt op het woordje ‘Hij’. ‘Geef Hem de naam Jezus, want Híj zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Het hele Oude Testament door hadden profeten dat geprobeerd. En ook priesters en koningen hadden daar een taak in. Om het volk bij de Here te houden. Om het volk voor te gaan in het leven met de Here. Van de profeten hebben we de meeste tekst dat ze opriepen tot bekering. De profeten van het Oude Testament hebben het vuur uit hun sloffen gelopen, hebben de blaren op hun tong gepreekt, om Israël te bevrijden van hun zonden. Maar het is hen niet gelukt.
Dus de naam Jezus -wat betekent ‘God redt’ en wat wordt geduid als: Híj zal zijn volk bevrijden van hun zonden- is een naam vol pretentie. Als je niet beter wist zou je zeggen: het is een aanmatigende naam. Denk je in, een jong stel nu krijgt een kind en noemt het Willem-Alexander. Dan denk je toch ook: doe normaal, wie denk je wel dat je kind is. Zo voelt het ook wanneer Jozef het kind van Maria Jezus noemt. Jozef doet dat in geloof. Niet Jozef heeft deze naam bedacht maar God geeft zijn Zoon vanuit de hemel deze naam mee: Jezus, Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden. Ja, zíjn volk. Als Zoon van God is Jezus met Gods volk verbonden. Jezus heeft een dubbele band met Israël: Hij komt voort uit het volk Israël, maar het volk Israël komt ook voort uit Hem. Als de eeuwige Zoon van de Vader stond Jezus aan de wieg van Israël.
Een naam dus vol pretentie. Als je niet beter wist zou je zeggen: Jezus is een aanmatigende naam. Híj gaat Israël bevrijden van zijn zonden. Wat niemand lukte gaat Hij doen. Waar eeuwenlang mee gestruggeld is, gaat Hij in één leven doen. Op één dag zelfs, zegt de profeet Zacharia (3:7-10): ‘Voor je ligt een steen, Jozua (in het Grieks: Jezus), die Ik heb neergelegd. Ikzelf zal daarin een inscriptie graveren -spreekt de HEER van de hemelse machten- en in één enkele dag zal Ik dit land reinigen van alle schuld.’ Ik ga daar nu niet verder op in, maar de naam Jezus heeft hier zijn oudtestamentische wortels. Jezus gaat in één enkele dag zijn volk bevrijden van hun zonden. Dan denken wij aan Goede Vrijdag. Dat je met Kerst al vooruit kijkt naar Goede Vrijdag, daar ontkom je niet aan. Want Jezus kwam op aarde met een doel, een taak: zijn volk bevrijden van hun zonden. En het zal Hem lukken ook. Het is het slot van Psalm 130. Uit de diepten roep ik u. Ja, maar het slotvers zegt: ‘Hij zal Israël bevrijden uit al zijn zonden.’ Dat gaat God nu doen door zijn Zoon op aarde. Jezus is een pretentieuze naam, een veelbelovende naam. Wij zijn gewend aan zijn naam. Maar probeer daar iets van die verwondering in te horen: dit kind gaat doen wat niemand ooit gelukt is.
En dan nog iets verrassends waar ik ook altijd over heen heb gelezen. Jozef krijgt dus van de engel te horen dat hij het kind van Maria de naam Jezus moet geven. Vervolgens zegt de engel, ‘Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven.’ Wij focussen vaak op het maagdelijke, en dan is die tekst uit Jesaja 7 inderdaad in vervulling gegaan. Maar als je (zoals wij in de eerste helft van deze preek gedaan hebben) focust op de naam, dan klopt het helemaal niet. In Jesaja 7 wordt gezegd: ‘men zal Hem de naam Immanuel geven’, en dan is de vervulling dat er een kind wordt geboren dat de naam Jezus krijgt? Dan gaat er toch iets juist niet in vervulling?
Nu wordt de naam Immanuel ook uitgelegd. Die naam betekent: ‘God met ons.’ Vaak vatten wij dat op als: God is erbij, in onze moeilijkheden, in de moeilijkheden van deze wereld. We vatten het figuurlijk op. Maar wat gebeurt er als je het letterlijk opvat? God wil bij ons zijn op aarde. Zo begon de wereld ook met Adam en Eva. Zo zal het ook weer zijn in Gods koninkrijk. Maar waarom is dat nu niet zo? Dat komt door de zonde. Na de zondeval moesten Adam en Eva het paradijs uit. Daarmee verdwenen ook de avondwandelingen van God en mens. Gods heiligheid en de zondigheid van de mens verdragen elkaar niet. Dat is water en vuur, het geeft kortsluiting. De zondige mens kan Gods heilige nabijheid niet verdragen. Maar dat gaat God herstellen. Dat gaat Jezus herstellen. Jezus gaat het weer mogelijk maken dat God en mens bij elkaar zijn. Letterlijk. Nu wachten wij daar nog op. Maar eens gaat het gebeuren. Wat wonderlijk.
Maar zie je nu ook hoe het zit? Jezus, de bevrijder van zonden, is de vervulling van de belofte van Immanuel, God met ons. Dat God met ons is, letterlijk, wordt mogelijk door de verlossing van de zonden. Wordt mogelijk doordat Jezus zijn volk bevrijdt van hun zonden. Bevrijding van zonden is niet allereerst vergeving van zonden, maar het uit je weg halen van de zonden. Denk nog even aan de Tweede Wereldoorlog, bevrijding was toch dat de Duitsers echt uit Nederland verdwenen? Dat Jezus zijn volk bevrijdt van hun zonden geeft ruimte aan het herstel van de relatie met God. Die op het eerste gezicht niet kloppende vervulling -er wordt een Immanuel belooft maar een Jezus geboren- wijst ons op een diepere laag: bevrijding van zonden is niet het eindpunt, het is nog maar het begin.
Volgens mij vergissen wij ons hier geregeld in. Wij zijn blij met de vergeving van onze zonden. Daar zijn we God dankbaar voor. We weten dat de zonden tussen God en ons instaan, dus: ja graag, vergeef ons, Here. Misschien zeggen we ook nog wel: ik wou dat de zonde uit mijn leven weg was, want het is zo’n ramp. Genees mij, Here, verander mij en vernieuw mij. En dan? Ook dit is niet het eindpunt. Waar God naar toe wil, is met ons leven. God met ons. Echt dichtbij. Het leven delen. Avond- en ochtendwandelingen. Samen eten. Genieten van elkaar en van zijn schepping. Dit zijn dingen waar we ons maar moeilijk wat bij kunnen voorstellen. Vergelijk het met de wederopbouwfase na een oorlog, dat is toch het doel van bevrijding? Niet alleen maar dat de vijand het land uit is gewerkt, maar je bouwt het land weer op. Je herbouwt huizen en scholen, je herstelt wegen en bruggen. De natuur herstelt zich. En langzaam herstelt zich ook het vertrouwen tussen mensen. Op allerlei plaatsen op aarde zie je dit gebeuren. Plaatsen waar oorlog is geweest, waar mensen tegenover elkaar stonden, waar wantrouwen heerste en mensen elkaar verraden hebben. Zie je nu wat God wil doen? De bevrijding van onze zonden geeft ruimte aan het herstel van relaties. Met God en met elkaar.
Toekomstmuziek? Ja, maar niet alleen. Ook nu al is er het herstel van de relatie met God en het herstel van de relaties tussen mensen. Dat God letterlijk met ons is, bij ons is, laat op zich wachten. Waar we hoopvol naar mogen kijken is het herstel van de relaties tussen mensen. Ja, er is oorlog en er gaat gigantisch veel mis tussen mensen. Maar er gaat ook veel goed. Er worden ook tegenstellingen overwonnen. Ruzies worden bijgelegd. Oorlogen beëindigd. Maar het meest hoopvolle is de naam Jezus. Een aanmatigende naam, zou Hem lukken wat niemand gelukt is? Gaat Hij zijn volk bevrijden van hun zonden? Ja, Hij deed dat. Het lukte Hem. Opvallend genoeg door zich over te geven. Door zwak te worden, door lief te hebben. Oorlogen eindigen maar zelden door de overwinning van een van de partijen. Wat blijft er dan onderhuids veel haat en nijd. Zo was de Tweede Wereldoorlog min of meer een direct gevolg van hoe de Eerste Wereldoorlog beëindigd werd. En we houden ons hart vast bij hoe Israël op dit moment met de inwoners van Gaza omgaat. Wordt daar niet de kiem gelegd voor heel veel nieuwe vijandschap en ellende?
Met Kerst hebben we het over vrede. Vrede op aarde. Oorlogen werden wel eens stil gelegd tijdens de kerstdagen, om daarna weer verder te gaan. Waarom zou het Jezus wel lukken om God en mens weer bij elkaar te krijgen, om mensen weer bij elkaar te krijgen? Vanwege de pretentie van zijn naam, Jezus bevrijdde zijn volk van hun zonden. Waar alle anderen faalden lukte het Hem wel. Maar dan zal het Hem ook lukken om God en mens bijeen te brengen. Immanuel, God met ons.
De vraag deze Kerst is, geloof jij dat? Jozef moest een pretentieuze, aanmatigende naam aan Maria’s kind geven. Alsof je je kind Willem-Alexander noemt. Maar Jozef deed het. Misschien is het hem later wel gevraagd: Jozef, waarom heb je die zoon van je toch Jezus genoemd, bevrijder van zonden? Wat zou Jozef geantwoord hebben? Ik kon niet anders. Maar bovendien, ik geloof in Hem, ik geloof dat het hem gaat lukken. Zo eindigt het verhaal in vers 25 met de woorden: ‘En hij gaf Hem de naam Jezus.’
God wil dat wij ontdekken wie Jezus is en wat Hij op aarde kwam doen. Dat we zijn pretentie geloven: Hij bevrijdt je van je zonden. Hem gaat het lukken. Het is Hem gelukt. God wil dat we dit geloven en hierdoor bemoedigd worden. En dat we om bevrijding van zonden vragen als ruimte voor het herstel van de relatie met Hem. Dat het kind van Maria de naam Jezus krijgt is de vervulling van de Immanuel-belofte. Nu en in de eeuwigheid wil God bij ons zijn. Met zijn liefde, met zijn genade, met zijn trouw. Wanneer de zonden weg zijn, kan de wederopbouw beginnen. Wanneer we Kerst vieren, zeggen we Maranata: Kom, Heer Jezus! Amen.