Elkaars liefde voor God zien
29 januari 2017
Mensen uiten hun liefde voor God op verschillende manieren. Er ontstaat heel veel ruimte in de gemeente wanneer je die uitingen (liefdestalen) van anderen leert verstaan.
Lezen: 1 Korintiërs 12:12-20 en Galaten 5:13-26
Tekst: 1 Johannes 3:11-24
Wat zou het mooi zijn als je in de kerk elkaars liefde voor God kon zien. Als een soort vlaggetje boven het hoofd of als een soort pet net als bij de kanjertraining. Zodat je in de kerk kon zien: zie je wel, hij of zij houdt van God.
Zou het dan ook niet veel gemakkelijker worden om elkaar lief te hebben? Want je weet dan altijd wat het motief is van de ander. Die broeder of zusters is met wat hij of zij doet op God gericht. Net als jij. Je staat dus zij aan zij. In de liefde voor God herken je elkaar en de liefde voor God verbindt je met elkaar.
Maar zulke vlaggetjes bestaan niet en in de kerk hebben we ook geen petjes op. Daardoor kan het zomaar gebeuren dat we de liefde van onze broeder of zuster voor God niet zien of daar heel slecht zicht op hebben. Hoe is dat trouwens omgekeerd? U, jij houdt van God, je weet dat van jezelf, maar kunnen anderen in de gemeente dat aan je zien? Welk beeld hebben zij van jou?
Het gebod om elkaar lief te hebben in de gemeente
En elkaar liefhebben in de gemeente wordt echt veel gemakkelijker wanneer je overtuigd bent van de liefde van die ander voor God. In 1 Johannes 3 ontdek je dat de liefde voor elkaar in de gemeente een ontzettend belangrijke opdracht is. Het is de gemeente waar Johannes aan schrijft vanaf het allereerste begin verteld. Toen deze mensen tot geloof in God en Jezus kwamen is hen al heel snel het dubbelgebod van de liefde voorgehouden. De Here Jezus had het zo gezegd: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. En heb uw naaste lief als uzelf.’ Johannes schrijft in hoofdstuk 3:11: ‘Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben’. En in vers 23 nog een keer: ‘Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals hij ons heeft opgedragen.’ Dus de boodschap die vanochtend op ons afkomt is glashelder. God zegt: Heb elkaar lief in de gemeente. Als er één ding in het Nieuwe Testament boven alle discussie verheven is dan is het wel dat je elkaar in de gemeente moet liefhebben.
Wat nu bij je kan kriebelen is dat het een gebod is om lief te hebben. Hoe kan dat nou, een gebod om lief te hebben? Moet je liefde niet opwekken en waard zijn? Laat dat tussen mensen zo gelden, God kijkt blijkbaar anders. God zelf geeft een opdracht tot liefhebben. Daar hebben we gewoon mee te maken. Nu kun je onderscheid maken tussen liefde als gevoel en als keus. God zegt hier: ook als je niks voor je broeder of zuster voelt moet je hem of haar toch liefhebben. Ook als je er niets voor terugkrijgt moet jij blijven geven. Die liefde vraagt God ook van getrouwden in hun huwelijk, die liefde gaf en geeft God zelf ook aan zijn schepping en de mens. Laat je in je liefde altijd voeden door God die jou zo wonderlijk liefheeft.
Waarom God dit zo belangrijk vindt
Bedenk ook waarom dit gebod voor God zo zwaar weegt. Ik noem vier dingen. God wil dat wij elkaar liefhebben in de gemeente omdat wij dan via elkaar zijn liefde ontvangen. Achter dat luisterend oor van mijn broeder, achter die bemoediging van mijn zuster, zit Gods aandacht voor mij. Een tweede reden voor God om te hameren op de onderlinge liefde in de gemeente is omdat zo blijkt dat wij zijn liefde waard zijn. Geven wij de liefde die we van God ontvangen door of houden we die voor onszelf? Een derde reden is dat God wil dat zijn liefde zichtbaar wordt naar de buitenwereld. Dat Gods evangelie mensen echt verandert wordt voor iedereen zichtbaar in een liefdevolle gemeente. En als vierde, Gods opdracht om elkaar lief te hebben in de gemeente heeft als doel dat wij liefde leren. God liefhebben kan gemakkelijk theoretisch blijven, iets van woorden, maar wanneer ik in aanraking kom met mijn broeder of zuster dan wordt opeens de proef op de som genomen van mijn liefde.
Hoe zie je in de gemeente elkaars liefde voor God?
De centrale vraag vanochtend is: hoe zie je in de gemeente elkaars liefde voor God? Want als je die liefde bij elkaar ziet dan wordt elkaar liefhebben veel gemakkelijker. Maar je ziet het niet aan een vlaggetje boven iemands hoofd of aan een petje dat iemand draagt. Hoe dan wel?
Nu hebben wij het drie weken geleden gehad over de 5 talen van de liefde van Gary Chapman. Hij richt zich met name op de liefde tussen man en vrouw in het huwelijk, maar ook de liefde tussen ouders en kinderen kun je vanuit deze theorie bekijken. Even heel kort voor wie het gemist heeft, Chapman zegt: de manier waarop mensen liefde uiten en ontvangen is vergelijkbaar met een taal. Maar als ik mijn liefde uit in een taal die mijn vrouw niet verstaat (of mijn kinderen), dan komt mijn liefde niet aan. De ander ervaart geen liefde van mij, en de liefdestank van de ander raakt langzamerhand leeg. De 5 talen die Chapman onderscheidt zijn: positieve woorden, samen zijn, cadeaus, dienen en lichamelijke aanraking.
Vanochtend wil ik dit toepassen op de kerk: zou je hier ook iets mee kunnen als het gaat over het herkennen van elkaars liefde voor God? Uiten mensen hun liefde voor God ook niet in verschillende talen? Iemand uit de gemeente reikte mij nog een ander boek aan, geschreven door Gary Thomas. Hij onderscheidt 9 talen waarin mensen hun relatie met God beleven: de spirituele taal van de natuur, van de zintuigen, van de traditie, van de eenvoud, van de idealen, van het zorgen, van het enthousiasme, van de verdieping en van het denken. Dat zijn de 9 manieren waarop mensen volgens Thomas uiting geven aan hun liefde voor God.
In deze preek wil ik 5 talen schetsen. Niet precies die 5 van Chapman, maar er is wel een zekere overlap.
De 5 talen van de liefde voor God
Je hebt mensen in de gemeente die zich heel erg inzetten voor de kerk en de kerkelijke organisatie. Wanneer zij gevraagd worden voor een commissie, een taak, een activiteit, een ambt, dan zijn ze er. En daarin geven ze zich 100 % of zelfs meer. Ze lezen alles en zijn goed op de hoogte. Ze weten hoe het kerkelijk leven in elkaar steekt, kennen kaders en afspraken. Deze mensen tonen hun liefde voor God door daar zuinig op te zijn. En vul hierbij in gedachten maar namen in. Misschien zeg je: zo ben ik, daarin herken ik mezelf. Misschien zegt je: dat is typisch broeder X of zuster Y. Dat mag, vul maar namen in terwijl je dit hoort, want het gaat erom dat je de liefde van die broeder of zuster voor God herkent.
Een tweede taal waarin mensen hun liefde voor God en zijn gemeente uiten zie je bij hen die vooral letten op de kerk in zijn betekenis voor vandaag. Zij vinden het belangrijk dat er in de kerk verbondenheid is en dat de kerk werfkracht heeft. Zij zetten zich in voor een gastvrije kerk die missionair is. Daarin tonen zij hun liefde voor God. Herken je alweer wat mensen? En vooral, herken je hun liefde voor God?
De derde taal wordt gesproken door hen die misschien niet zo op de voorgrond treden maar ondertussen wel hartelijk meeleven. Hen zul je niet horen op een gemeenteavond, maar je komt ze wel overal tegen op hun eigen rustige en bescheiden manier. God hoort hun liefde in de gebeden van hun binnenkamer. Hij hoort hun zingen. Hij ziet hoe ze in stilte hun geld geven en met gulle hand het toezeggingsbriefje voor de VVB invullen.
Nog weer anderen in de gemeente staan altijd klaar om een handje te helpen. Dat is de vierde taal waarin mensen hun liefde voor God uiten. Koffie schenken, eten koken voor het running diner, hulpkoster zijn, de beamer bedienen, vrijwilligerswerk, je kunt het zo gek niet bedenken of zij staan klaar. Hun leven en energie geven ze aan God en zo aan de gemeente. Hun liefde wordt zichtbaar in dienstbaarheid.
De vijfde taal zie je bij hen in de gemeente die vooral uitgaan van hun gevoel. Zij reageren op contact, sfeer, muziek, op alles waarin liefde tastbaar wordt. Als ze God prijzen willen ze staan, bewegen, hun handen in de lucht steken. Zij verlangen naar een warme gemeente en proberen daar ook zelf vorm aan te geven. Zo uiten zij hun liefde voor God.
Als je zo naar elkaar gaat kijken in de gemeente ontstaat er heel veel ruimte om met elkaar om te gaan. Het gedrag van hem of haar in de gemeente die zo anders is dan jij gaat uit van dezelfde liefde voor God. Leer elkaar verstaan en maak een einde aan de spraakverwarring. Hoor de ander zeggen hoeveel hij of zij van God houdt. Dan kun je ook ontvangen wat die ander geeft, je zult hem of haar erom waarderen.
Het beeld van het lichaam: de verschillen zijn de bedoeling
Sluit het voorbeeld van de gemeente als lichaam (1 Korintiërs 12:12-20) hier ook niet op aan? Wij denken wel eens dat je eenheid krijgt door zoveel mogelijk gelijk te zijn. De apostel Paulus zegt: dat is zielloos, dan krijg je iets waar geen leven in zit. Een hoopje ogen is geen lichaam, een hoopje benen of oren ook niet. Een lichaam bestaat en leeft juist omdat het is opgebouwd uit allemaal verschillende onderdelen. De verschillen zijn de bedoeling. Denk ook eens aan een puzzel. Een puzzel die bestaat uit alleen maar stukjes met uitstulpingen kun je niet in elkaar zetten. Een puzzel die bestaat uit stukjes met alleen maar inhammen ook niet. Wat je dan niet moet doen is alle uitstulpingen afhakken en alle inhammen opvullen. Want een puzzel van vierkante tegeltjes kun je wel tegen elkaar aanleggen, maar het blijft een vreselijk los geheel. Juist het verschillend zijn van de stukjes maakt dat ze op elkaar ingrijpen en stevig met elkaar verbonden raken. Zo moet je ook in de gemeente met het verschillend zijn van mensen omgaan, op een manier dat je elkaar aanvult en met elkaar verbonden raakt.
Wanneer wij elkaars liefde voor God willen zien in de gemeente dan moeten we ons inspannen om te ontdekken welke taal de ander spreekt. Er gaat veel mis wanneer je alleen in je eigen taal communiceert. Dan ontstaat er verwijdering en onbegrip naar elkaar en mensen van dezelfde taal klonteren samen. Kun je je voorstellen hoe moeilijk het dan wordt om van iedereen in de gemeente te houden? Als je de liefde van de ander voor God niet ziet word je al gauw achterdochtig. Je vermoedt onzuivere motieven, maakt karikaturen van anderen. Je praat nog wel over hen maar niet meer met hen. Laten ieder zich afvragen: wat is mijn houding ten opzichte van mijn broeder en zuster? Is dat een zoekende houding, een houding van elkaar willen vasthouden en samen optrekken?
Want in de gemeente zijn we aan elkaar gegeven door Jezus zelf. Om liefde van elkaar te ontvangen maar ook om liefde te leren. Liefde is: gerichtheid op de ander. Dat kan een gevoel zijn, maar ook zonder dat gevoel wordt die gerichtheid op de ander nog wel van je gevraagd als keuze. Omdat je dankbaar bent voor de liefde van Jezus voor jou. Het voorbeeld van Jezus maakt ook duidelijk dat er aan liefde geen grenzen zitten. In 1 Johannes 3:16 staat: ‘Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft.’ Dat is grenzeloze liefde. 1 Korintiërs 13 zegt ‘liefde geeft richting: niet ik, maar de ander’. Het gaat in 1 Korintiërs 13 niet over de liefde tussen man en vrouw maar over de liefde in de gemeente. Liefde smeedt banden in de gemeente die er anders niet zouden zijn. Liefde bouwt de brug naar de ander. Het elkaar aanvullen in de gemeente is één ding, dat is het beeld van het lichaam in 1 Korintiërs 12, maar de weg die nog voortreffelijker is (vers 31) is de weg van de liefde. Liefde overbrugt afstanden en brengt het onverbondene bij elkaar.
Het evangelie op zijn kortst
Er ontstaat heel veel ruimte wanneer je de liefdestaal van anderen in de gemeente leert verstaan. Wat maakt het blij wanneer je liefde voor God ziet bij een ander. Wat krijgen we hier ook een prachtig uitzicht, we mogen een liefdevolle gemeente zijn. Een gemeente waarin we in liefde tot elkaar leven en geloven. Waarbij we vanuit Jezus’ liefde de ander tegemoet treden. Daarom is het ook zo erg als je niet wilt genieten van de liefdestaal van een ander. En het maakt het liefhebben van de ander heel moeilijk. Gods gebod om elkaar lief te hebben zal je dan zwaar vallen. En wanneer je zelf niet lief hebt, wanneer je Gods liefde niet doorgeeft, ben je uiteindelijk Gods liefde ook niet meer waard. Gelukkig stuurt Christus zelf aan op een gemeente waarin we in liefde samenleven. Ook hier bij ons. Daarvoor geeft Hij zijn Woord met daarin op zo veel plaatsen dat gebod tot liefde. Daarvoor geeft Hij ons zicht op zijn eigen liefde voor de gemeente. Daarvoor geeft Hij ons zijn Geest die ons hart wil vullen met dat Woord en met de bereidheid om ernaar te leven. Ook geeft Hij ons het gebed opdat we zullen bidden om liefde. En dan is het uitzicht vanochtend dat we steeds meer een gemeente mogen zijn waarin de liefde regeert. Want liefde is en blijft de kern van Gods evangelie en van het gemeente zijn. Vanuit de kerkgeschiedenis is ons overgeleverd dat de apostel Johannes tijdens zijn laatste jaren toen hij niet meer kon preken alleen nog maar zei: Kinderen, heb elkaar lief. Is dat niet Gods evangelie op zijn kortst? Amen.