Er wordt aan je gedacht
17 maart 2024
Des te meer je op social media zit, des te groter je kans op FOMO.
Lezen: Genesis 1:26-31, Psalm 8, Matteüs 22:34-40
Tekst: Psalm 8:5
In deze preek gaat het over FOMO. Wat is dat? Onder jongeren een bekend begrip, maar niet iedereen hier is jong. Het is trouwens een misverstand dat FOMO alleen onder jongeren voorkomt. Ik wil vast wel iets verklappen, FOMO heeft vooral te maken met hoeveel je op social media zit.
FOMO staat voor Fear of Missing Out. Het is de angst om iets belangrijks of leuks te missen. Al je vriendinnen gaan naar een feestje maar jij kunt er niet bij zijn. Of je had het druk en je dacht: even niet. Maar voor je het weet zie je op snapchat, facebook of instagram de leukste foto’s voorbijkomen. Want zo werkt het tegenwoordig, iedereen deelt continu foto’s en berichtjes, vooral van dingen die leuk zijn natuurlijk. Kijk eens wat ik heb gedaan, kijk eens wat ik heb meegemaakt, kijk eens wat ik heb gekocht, kijk eens hoe leuk ik het heb en met wie. En de volgende keer wil jij er dus bij zijn. Maar dat jaagt je natuurlijk vreselijk op. Het laatste wat je wil is dat je ziet dat jouw beste vrienden plezier hebben met anderen terwijl jij er niet bij bent. FOMO is het onrustige gevoel iets te missen als jij een avondje niets gepland hebt.
Je zou kunnen zeggen dat FOMO veroorzaakt wordt door alle social media van tegenwoordig. Iedereen deelt foto’s, berichtjes, statusupdates enzo. En eerlijk gezegd is het ook gewoon om gek van te worden. Toch denk ik dat we iets dieper moeten graven. Social media is niet de oorzaak, hooguit een katalysator. Volgens een onderzoek uit 2020 (Barry en Wong) heeft FOMO vooral te maken met een laag zelfbeeld en eenzaamheid. Dat maakt kwetsbaar voor het gevoel dingen te missen. Terwijl als je weet wie je bent en je bent tevreden met jezelf en je hebt genoeg mensen om je heen die je waarderen, dan zul je je minder gauw opgejaagd voelen om overal bij te zijn en overal aan mee te doen. Je hebt je omgeving minder nodig om een positief beeld van jezelf te hebben.
Natuurlijk is het zo dat jongeren nog bezig zijn hun zelfbeeld te ontwikkelen. Daarbij is hun omgeving heel belangrijk: de peergroup, je vriendengroep, mensen van dezelfde leeftijd. En natuurlijk zitten jongeren gemiddeld genomen veel op hun telefoon. Toch komt FOMO in alle generaties voor. Ik zei het al, uiteindelijk heeft het vooral te maken met de hoeveelheid social media gebruik. Dus als jij 50 bent en je zit de hele dag op je telefoon dan ga je ook voor de bijl. Zeker als je al wat onzeker bent over jezelf. Wat misschien ook weer de aanleiding is om op social media te zitten: je bent je voortdurend aan het vergelijken met anderen. Maar omdat mensen alleen hun successen delen (feestjes, vakanties, aankopen, nieuwe baan) krijg je geheid het idee dat jij heel veel mist. Wat heb jij een saai leven vergeleken met al die anderen. Je gevoel van eenzaamheid wordt alleen maar groter.
In de voorbereidingsgesprekken met de jongeren kregen we het ook over groepsdruk. Durf jij je eigen keuzes te maken en blijf je daarbij wanneer anderen je daar vanaf proberen te brengen? Concreet werd alcoholgebruik genoemd. Als jij zegt: voor mij is twee glazen op een avond genoeg daarna stap ik over op cola, dan moet je wel heel dapper zijn om dat vol te houden. Je vrienden lachen je zomaar uit of doen er meewarig over. Dat is groepsdruk. In de Bijbel wordt daar trouwens tegen gewaarschuwd. In Exodus 23:2 staat: ‘Laat je er niet door de meerderheid toe overhalen iets onrechtvaardigs te doen.’ Maar ook groepsdruk heeft te maken met je zelfbeeld. Ben jij van jezelf sterk genoeg om je eigen koers te varen en aan je eigen principes vast te houden? Dat is best lastig. Wij zijn allemaal geneigd om mee te doen. Uitgelachen worden doet bij iedereen pijn. Wij hebben allemaal bevestiging nodig. Uiteindelijk zijn we best kwetsbare mensen.
Maar als FOMO compensatiegedrag is voortkomend uit een laag zelfbeeld, al dan niet aangejaagd door overdadig social media gebruik, wat te doen? Je zelfbeeld wordt gevormd in je jeugd. Factoren die daar op van invloed zijn, zijn aandacht krijgen, waardering ervaren, aardig gevonden worden, bevestigd worden in wat je doet. Of omgekeerd: genegeerd worden, hoge eisen die niet passen bij je leeftijd, een prestatiegerichte sfeer, altijd maar vergeleken worden met anderen. In het eerste geval ontwikkel je zelfvertrouwen, in het tweede geval is de kans groot dat je een negatief zelfbeeld ontwikkelt.
Wat zegt de Bijbel eigenlijk over wie je bent? Hoe kijkt God naar je, wat is zijn beeld van jou en hoe kan dat jouw zelfbeeld beïnvloeden? Een peergroup hoeft helemaal niet slecht te zijn. Wij zijn relationele wezens, zo zijn we geschapen. Van nature zoeken we contact en vinden we het belangrijk hoe anderen naar ons kijken. Daar is op zich niks mis mee. Maar de zonde is daar ook ingekropen. Mensen zijn niet altijd lief voor elkaar. Mensen kunnen ook heel hard zijn voor elkaar. Mogelijk omdat ze vooral proberen zichzelf overeind te houden. Diep van binnen zijn ze zelf bang en hebben ze bevestiging nodig. In de zondeval zat gelijk al die onafhankelijkheid. De mens kwam op zichzelf te staan. Aan de ene kant is de mens wanhopig op zoek naar bevestiging, aan de andere kant probeert de mens juist sterk te zijn in zichzelf en houdt hij de medemens op afstand. Een cocktail van ellende. Hoe kom je hieruit? Door te luisteren naar wat God over jou zegt in de Bijbel.
Denk aan wat er staat in Psalm 8:5. ‘Wat is dan de sterveling dat U aan hem denkt, het mensenkind dat U naar hem omziet?’ Op zijn kortst gezegd staat hier: Er wordt aan jou gedacht. En door wie! Door God. Dat is toch geweldig? God zegt: Ik denk aan je, Ik ben geïnteresseerd in je, Ik zie naar je om, Ik vind het belangrijk dat het goed met je gaat. Dat is verrassend want het verschil tussen God en mens is hemelsbreed. God wordt in Psalm 8 geëerd als een machtig God. Hij is de schepper van maan en sterren, dat enorme heelal. Ik denk dat wij nu een nog beter beeld hebben van hoe onmetelijk het heelal is dan toen Psalm 8 geschreven werd. Die machtige God ziet naar ons om, piepkleine mensjes op een piepklein balletje in dat immense heelal. Voor het woord ‘sterveling’ staat er in het Hebreeuws Enos, dat betekent zwakkeling. Enos is de naam die je in Genesis 4 tegenkomt. Adam en Eva hebben twee zonen, Kaïn en Abel. Kaïn slaat Abel dood. Dan krijgen Adam en Eva opnieuw een zoon, Set. En dan staat er in Genesis 4:26: ‘Ook Set kreeg een zoon, die hij Enos noemde.’ Enos, zwakkeling, sterveling. Dat was nogal binnengekomen na die eerst moord: de mens is sterfelijk. Maar, gaat vers 26 dan verder: ‘In die tijd begon men de naam van de HEER aan te roepen.’ Terecht. Sterfelijke mensen beseffen, als het goed is, dat ze God nodig hebben.
De vraag is nu, lukt het jou om je zelfbeeld aan God te ontlenen? Er wordt aan je gedacht. En door wie! Door God. Wij groeien allemaal op met een bepaald zelfbeeld. Dat kan leiden tot een leven vol zelfvertrouwen. Het kan leiden tot een gruwelijke zelfoverschatting. Het kan leiden tot een leven vol onzekerheid. Laat de bodem onder je zelfbeeld zijn dat God aan je denkt, dat Hij naar je omziet. En laat je daardoor verrassen. Dat verraste zit ook in Psalm 8: hoezo ziet God naar mij om? Nou, God heeft je gemaakt, Hij wil zijn liefde met je delen, Hij heeft je vrijgekocht, Hij wil zijn naam en zijn eer aan je verbinden. Wij zijn kostbaar in God ogen. Niet om wat wij vanuit onszelf zijn, er is niet zoveel om op te pochen. Wij zijn kostbaar in God ogen omdat Hij ons naar zijn beeld gemaakt heeft. Maar hier wordt interessant: wat doet het met je zelfbeeld dat je naar Gods beeld geschapen bent?
Wat betekent het dat we naar Gods beeld geschapen zijn (Genesis 1:26-31)? Kort en goed, de mens bestaat zodat God geëerd wordt. Denk even aan een standbeeld: Michiel de Ruyter in Vlissingen. Dat standbeeld wil de grootheid van Michiel de Ruyter onder de aandacht brengen. Als je naar dat standbeeld kijkt gaat het erom dat je zegt: De Ruyter heeft toch maar belangrijke dingen gedaan. Zo heeft God de aarde vol gezet met levende standbeelden van Hem. Dat zijn wij, mensen. Geschapen naar Gods beeld. Als je voor een mens staat gaat het erom dat je zegt: God is toch wel een geweldig God.
Wat doet dat met je zelfbeeld? Je hebt dus een enorm belangrijke rol. Je bent belangrijk als beeld van God, jouw bestaan verwijst naar God. Als mensen jou zien is het de bedoeling dat ze iets zien van Gods grootheid en dat ze Hem gaan prijzen. Als beeld van God kun je niet gemist worden, dat is je waarde, dat is de betekenis van je bestaan op aarde. Je bent voor God belangrijk als beeld van Hem. In de voorbereidingsgroep werd hier de link gelegd naar het doel van je leven. Als je weet waarvoor je leeft, versterkt dat je zelfbeeld. Je voelt je nuttig. En omgekeerd, als je niet weet wat het doel van je leven is kan dat ook zomaar je gevoel van nuttig zijn aantasten. Wat is het doel van ons leven? Drie dingen. Het eerste is het beeld van God zijn, je bestaat om te verwijzen naar God (Genesis 1). Het tweede is dat je heerst over deze wereld (Psalm 8). God heeft de mens zijn schepping toevertrouwd, het in zijn handen gelegd. Dat is een grote verantwoordelijkheid en tegelijk een heerlijk doel. Je bent op aarde om de wereld mooier te maken. Om te zorgen voor de natuur, voor dieren, voor wat kwetsbaar is. Dit vraagt veel van ons, juist ook omdat wij de wereld liever voor onszelf gebruiken. Het derde doel van je leven is God liefhebben en de naaste als jezelf (Matteüs 22:37-40). Wie vraagt ‘wat moet ik doen?’ krijgt als antwoord: heb God en de naaste lief. Waarom? Omdat liefde dingen verandert. Liefde is de omdraaiing van sterk zijn in jezelf. Het is de omdraaiing van op jezelf staan, van onafhankelijk zijn. Liefde is daarmee de omdraaiing van de zondeval. Het is opvallend dat in de Bijbel de liefde voor God telkens weer tot uiting moet komen in de liefde voor de medemens. Wie het liefhebben van God en de naaste tot doel van zijn leven maakt, volgt daarin Jezus Christus na. In zijn leven zie je wat het liefhebben van de medemens uitwerkt: redding, toekomst, bevrijding. Jezus’ zelfbeeld was dat Hij op zijn allerdiepst geliefd werd door zijn Vader. Dat bracht Hem ertoe de mensen om Hem heen op zijn allerdiepst lief te hebben.
Ik ga een en ander samenvatten en concrete tips geven. We begonnen bij FOMO: het opgejaagde gevoel om maar niks te missen, onzeker zijn over je keuzes, het gevoel hebben buiten de groep te vallen. Met alle stress van dien en compenseergedrag waarbij je over je grenzen heen gaat wat je zelfbeeld nog verder verlaagt. Ik hoop dat je naar jezelf gaat kijken door de ogen van God: er is altijd Eén die aan me denkt, altijd Eén die geïnteresseerd in me is. Dat is de God van Psalm 8, je schepper. God doet dat vanuit zichzelf. Je hoeft Gods aandacht niet te trekken, je hoeft niet op te vallen of op bepaalde plekken te zijn, God heeft uit zichzelf aandacht voor je. Laat dat je bemoedigen. Wat is het trouwens heerlijk als mensen ook op die manier aandacht voor je hebben. Zonder dat jij hun aandacht vraagt of jezelf in de kijker speelt, ziet iemand naar je om: vraagt hoe het met je gaat, stuurt je een kaartje, komt op bezoek. Dat laat zien hoe God aandacht heeft voor ons. Gewoon, van zijn kant. ‘Wat is de mens dat U aan hem denkt?’ Het blijft verrassend.
Dan nog wat concrete tips. 1) Beperk je social media gebruik. Dat is de meest simpele manier om van je FOMO af te komen. De uitdrukking: wat niet weet wat niet deert, is gewoon waar. 2) Accepteer dat je niet overal en altijd aanwezig kunt zijn. Vertrouw erop dat er echt wel weer nieuwe leuke dingen komen. 3) Stel je eigen grenzen en hou je hieraan. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af dat je een aantal momenten per week vrij houdt voor jezelf en wijk daar ook niet van af. 4) Denk niet aan wat je mist maar aan wat je wel doet. En geniet daarvan. Het omgekeerde van FOMO is JOMO, de Joy of Missing Out, dus dat je juist blij bent dat je dingen mist. En waarom ben je daar blij mee? Omdat het rust geeft. Je hoeft niet alles. En je hebt je omgeving niet nodig om je goed te voelen. Niet omdat je zo zeker bent van jezelf, maar omdat je zeker bent van God. Amen.