Feestvieren in opdracht van God
3 november 1999
Door dankbaar feest te vieren voor God laat je zien dat je alles van Hem gekregen hebt.
Lezen: Psalm 65
Tekst: Deuteronomium 16:13-15
Feest vieren, wie houdt daar niet van? Iedereen viert feest op zijn of haar eigen manier. De één houdt van een gezellig feest met een paar echt goede vrienden. De ander houdt van massale feesten waarbij het niet nodig is dat je elkaar kent. Kinderen vieren op hun eigen manier feest. Maar van welk soort feesten je ook houdt, van feesten houden we allemaal. Samen vrolijk zijn, dat is feesten.
Als het over feesten gaat is er ook al snel discussie. Staan feestvieren en het dienen van God niet tegenover elkaar? En als je feest viert, hoe moet het dan? Hoe moeten onze kinderen feest vieren? Misschien heb je het liever over hoe de jeugd niet mag feestvieren. En jullie, jongeren, jullie voelen je al gauw beperkt in je bewegingsvrijheid: hoe ik feest vier moet ik toch zeker zelf weten?
Misschien hopen de ouders nu op een preek die haarfijn uitlegt hoe de jeugd wel en niet mag feesten. Zo’n preek wordt het niet. Mooi, zegt de jeugd. Jammer, denken de ouders. Volgens mij weet iedereen best wat wel en niet mag op het gebied van drank, seks en de taal die je gebruikt. Maar het is zo moeilijk om dat in de praktijk te brengen. Het is zo moeilijk om je te onttrekken aan wat de groep doet. Daarom is het juist belangrijk om als ouders en kinderen met elkaar te praten: wat is voor jou zo aantrekkelijk aan die feesten waar wij als ouders je liever vandaan houden?
Feest vieren mag. Feest vieren is zelfs een opdracht, daarover gaat deze preek. Maar zo’n opdracht is toch helemaal niet nodig? Feest vieren doe ik echt wel, elk weekend! Toch is er ook een opdracht om feest te vieren. Misschien zeg je: als dat feest een moeten is, zal het wel een saai feest zijn. Dat valt nog te bezien. Op dat feest is alcohol, er zijn lekkere hapjes, het hele dorp loopt er rond en het duurt niet alleen tot diep in de nacht, het duurt zelfs een hele week. Voor dit feest geeft God zelf de opdracht in onze tekst. Vier zo’n feest voor Mij, zegt God, als je de oogst binnen hebt en de vruchten van je werk hebt geplukt, als je met de opbrengst van je werk in je handen staat. Feest vieren in opdracht van God. Zeg het zo eens tegen elkaar, als ouderen en jongeren: laten we samen feest vieren in opdracht van God. Dat is dankdag.
Het thema voor de preek is:
God geeft zijn volk de opdracht om dankbaar feest te vieren
1. het tijdstip voor het feest
2. de feestgangers op het feest
3. het hoogtepunt van het feest
Het tijdstip voor het feest
Vanmiddag was ik nog even in de supermarkt om boodschappen te doen voor het eten. En om wat extra’s in huis te halen want na deze dienst krijgen we bezoek. Dan willen we iets lekkers kunnen aanbieden: koeken bij de koffie, wijn en chips voor later op de avond. Dus ik loop met het karretje door de winkel en bij de kassa betaal ik met mijn pinpas. Zo gemakkelijk gaat dat. De winkels liggen vol en ons banksaldo is toereikend. We voelen ons vrij en onafhankelijk. Vaak zijn we ook onafhankelijk. Wat is het moeilijk te verteren als je wel afhankelijk bent van een ander, voor geld bijvoorbeeld. Als je je hand moet ophouden bij een ander, bij je familie of bij de diaconie. We stellen dat zo lang mogelijk uit en proberen het zolang mogelijk zelf te doen.
Afhankelijk zijn we liever niet. En als het echt niet anders kan, dan op een manier dat niemand er weet van heeft. We voelen ons onafhankelijk zolang alles goed gaat. Toch hoef je maar even goed ziek te worden en je weet wel beter. Dan moet je de buren vragen boodschappen voor je te doen. Ben je langer ziek dan worden je inkomsten minder. De extraatjes gaan er af: vakantie, nieuwe kleren en vlees bij het eten. Dan besef je weer dat je afhankelijk bent. Van God. Want Hij geeft je gezondheid, Hij geeft je de mogelijkheid om te werken en geld te verdienen, Hij zorgt ervoor dat de winkels vol liggen en Hij zorgt ervoor dat je nieuwe kleren kunt kopen. We vinden het vaak zo vanzelfsprekend dat alles wat we nodig hebben er is. Maar als je er even goed over nadenkt zeg je: God geeft ons al die dingen. Hij zorgt voor ons in de totaliteit van ons leven: eten, drinken, werk, gezondheid en inkomen. Maar ook vrienden, rust, vrolijkheid en ontspanning. Allemaal dingen waar we als mens niet zonder kunnen. We zijn van God afhankelijk voor een zegen over heel ons leven. Of er opbrengst is in ons leven, of wij de vruchten van ons werk kunnen plukken, hangt af van God.
Als je bedenkt dat voorspoed en succes op alle terreinen van je leven bij God vandaan komt, bedenk dan ook dat het goed is om dat te uiten. Door juist Hem dankbaar te zijn. Door voor Hem feest te vieren. In Deuteronomium 16:13 zegt God tegen de Israëlieten: wanneer je de opbrengst van je dorsvloer en de opbrengst van je perskuip binnen hebt moet je feest vieren. Zo wijst God het tijdstip aan waarop wij feest moeten vieren. Een tijdstip dat heel logisch is, na de oogst. Als de opbrengst van je dorsvloer en van je perskuip binnen is. Dus niet alleen de oogst is achter de rug maar ook de verdere verwerking. De graankorrels zijn al uit de aren geslagen, de druiven zijn al geperst. Het sap is opgevangen in zakken. Het moet nog even liggen maar dan heb je straks de heerlijkste wijn. Het volk moet bij dit feest in loofhutten wonen, hutten die gemaakt zijn van het loof van sierlijke bomen. Dat is feestelijk en kan ook goed als de oogst voorbij is. Vier dus feest als je de opbrengst van al je inspanningen binnen hebt. Wij zouden zeggen, als je mooie cijfers krijgt op je rapport. Als je een tentamen gehaald hebt. Als het salaris weer bijgeschreven is. Als je je gezin weer netjes in de kleren hebt. Als je de opbrengst van het land in de schuur hebt liggen. Dan zie je vrucht op je werk en zegt God: vier dat maar, maak er een mooi feest van. Want door dankbaar feest te vieren voor God laat je zien dat je je voorspoed van Hem gekregen hebt en dat succes op je werk van Hem afhankelijk is. Wij raken zo gauw gewend aan luxe en voorspoed. Het is voor ons moeilijk om nog echt dankbaar te zijn. Feest vieren in opdracht van God herinnert je aan je afhankelijkheid. Misschien vallen je feesten vaak in het weekend, als het werk er op zit. Prima, vier dan in het weekend je feesten. Maar zeg het eens tegen elkaar: we vieren nu samen feest in opdracht van God.
De feestgangers op het feest
Dankdag is samen feest vieren in opdracht van God. We hebben ook zoveel om dankbaar voor te zijn: een huis om in te wonen, kleren om aan te trekken, winkels vol eten, vrede, vrienden en vrolijkheid. In Deuteronomium 16:14 zegt God: wees blij op je feesten. God onderstreept nog eens hoe het moet. Niet maar een beetje blij zijn, met een half lachje. Wees echt blij als je voor Mij feest viert. Uitbundig! Laat je keer op keer verrassen door Gods zegen van geluk en succes.
Maar dat feest voor God, die dankdag, met wie vier je dat? Wie zijn de feestgangers? Een klein groepje van je beste vrienden of allerlei mensen die je nauwelijks kent? Vier je alleen feest met mensen die iets terug kunnen geven, die jou op hun beurt kunnen uitnodigen, of nodig je voor jouw feest ook mensen uit die zelf niets hebben?
In vers 14 leert God zijn volk hoe Hij wil dat er feest gevierd wordt, namelijk met je gezin. Daar kunnen we nog wel inkomen. Maar ook met je personeel, daar kijken we al een beetje van op. Maar ook ‘met de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe.’ Wacht even, kunnen die mensen niet voor zichzelf zorgen? Nee, dat kunnen ze niet. De Levieten hadden geen eigen grond, dus opbrengst uit de landbouw hadden ze niet. Zij leefden van wat overbleef van de offers. En de vreemdeling kon ook niet voor zichzelf zorgen. Hij is blijkbaar op reis, of op de vlucht of in ieder geval niet in de buurt van zijn eigen akker. En de wees en weduwe? We kennen het verhaal van Ruth en Naomi. Zonder ouders, zonder man moet je maar zien te leven van wat anderen je toestoppen.
Dankdag is samen feest vieren voor God. Als jij dankbaar feest viert omdat God je zo’n goede opbrengst heeft gegeven, zegt Hij: kijk eens om je heen, zie je nog iemand met wie je kunt delen? Zie je iemand die alleen staat, iemand die geen goede opbrengst had? Die zijn inkomsten verloren heeft door tegenslag of door wat ook maar. Zie jij iemand die zijn familie, man of vrouw, ouders of vrienden verloren heeft? God zegt: haal hen erbij en laat hen delen in jouw feest. Zo kun je je dankbaarheid op een prachtige manier laten zien.
Het is niet altijd gemakkelijk om vreemden op jouw feest uit te nodigen. Denk maar aan asielzoekers: gevlucht, alles kwijt, alleen in een vreemd land. Delen wij met hen van onze opbrengst als zij bij ons komen wonen en op onze weg geplaatst worden? Hoe doen we dat dan, gul en persoonlijk? Feest vieren met vreemden doen we niet gauw. Gemakkelijk is het ook niet, want dan moet je zelf misschien een stapje opzij doen. Dan sta jij niet langer in het middelpunt van je eigen feest. Misschien komt er zo ruimte voor God op je feest. Want God vergeet de vreemdeling en asielzoeker niet, zij mogen in het feest van zijn volk delen. Is God ook onder de feestgangers op jouw feest?
Het hoogtepunt van het feest
Voor succes op je werk en voor opbrengst van je inspanningen ben je afhankelijk van God. Die afhankelijkheid kun je laten zien door Hem te danken voor wat je krijgt. Maar als je nou zo’n vreemdeling, wees of weduwe bent? Als je nou geen voorspoed hebt? Als je werk je bij de handen afbreekt of je hebt helemaal geen werk? Dan kun je gefrustreerd raken: hoezo feest, hoezo dankdag?
God weet dat het voorkomt dat mensen buiten de boot vallen en verarmen. Al heeft Hij gezegd dat het onder zijn volk niet mag voorkomen, toch zijn ze er. God kent hen en Hij zorgt voor een vangnet. Hij leert zijn volk op hen te letten, hen te laten delen in voorspoed en geluk. Niet alleen helpen met geld, maar ook met feest en vrolijkheid en samen zijn. God zegt: deel je dankbaarheid met hen, deel je leven met hen. Dat heeft Hij toch ook met ons gedaan? Het leven van zijn Zoon heeft Hij met ons gedeeld. Daar zit de kern van onze dankbaarheid, dat God ons verlost heeft van zonde en schuld door voor ons zijn Zoon te geven.
Maar kun je wel echt vrolijk zijn als je afhankelijk bent van anderen? Stel je eens voor dat het jouw treft, dat jouw oogst mislukt. In het laatste vers van de tekst zegt God: Ik zal jouw oogst zegenen. Ik zal je succes geven op al het werk dat je aanpakt. Want dan zul je echt vrolijk zijn. Dat is het hoogtepunt van het feest. God geeft niet alleen de opdracht om feest te vieren, Hij belooft ook zijn zegen zodat er wat te vieren valt. Maar wat moet die asielzoeker hiermee? Of die weduwe die in haar leven geen voorspoed meer ziet? Bid of God je opnieuw vertrouwen wil geven, vertrouwen in de belofte dat Hij zal zegenen zodat er weer wat te vieren valt. Vertrouwen in tijden van tegenspoed is moeilijk. En extra moeilijk als je leeft in een cultuur die draait om carrière maken, geld verdienen en winst draaien. Laten we oog hebben voor elkaar. Juist ook voor die broeder of zuster die alleen maar tegenspoed en ongeluk ervaart. Nodigen wij hen uit om te delen in onze feestvreugde? Vertrouwen op Gods beloften maakt je leven mooi. Als je erop vertrouwt dat God je succes zal geven op je werk, mag je al tijdens het werk vrolijk zijn, zelfs als je nog geen opbrengst ziet.
Feest vieren nadat je de opbrengst van je inspanningen ingezameld hebt, dat is dankdag. Samen feest vieren in opdracht van God. Het is echt een feest voor God want Hij bepaalt ook waar dat feest gevierd moet worden. In de woestijntijd was dat waarschijnlijk rond de tabernakel, later bij het centrale heiligdom in Jeruzalem. Wat is het dan mooi als je ziet wat het hoogtepunt van dat feest is, dat God zelf belooft reden tot feest te geven. Reden voor feest in de levens van zijn kinderen. In uw, jouw en mijn leven. Dat zit vast op die kern, God heeft zelfs het leven van zijn Zoon met ons gedeeld. God gaf zijn Zoon voor ons over op het moment dat wij nog vreemdelingen en asielzoekers bij Hem waren. Die liefde en bewogenheid van God mag ons het vertrouwen geven dat God ook nu ons leven zal zegenen. Zodat we feest kunnen vieren, en eens ook mogen ingaan in het feest van onze Heer. Dat feest voor eeuwig, waarvoor geen avondklok geldt. Het feest met God.
God en feest vieren staan niet tegenover elkaar. Dankdag is samen feest vieren in opdracht van God. Juist als we feest vieren in opdracht van God zal dat de feestvreugde alleen maar vergroten. Zo moet je je feesten dan wel zien, in opdracht van God en uit dankbaarheid omdat Hij je succes op je werk geeft. Denk niet dat je niet uit je dak mag gaan bij God, dat mag best. Wel vindt Hij het belangrijk waarvoor je uit je dak gaat. Is dat voor Hem omdat je Hem dankbaar bent of ga je uit je dak omdat je kikt op jezelf? Vier je alleen feest met je eigen vrienden of ook samen met anderen? Nog een laatste vraag: als jij op een feest bent, zou het voor jou dan een hoogtepunt zijn als God zelf onder de feestgangers was? Amen.