Geloven in wat je niet ziet

2 april 2018

Lijfwachten zonder lijf zetten aan het nadenken op de Paasmorgen. Welke conclusie trek jij?

Lezen: Johannes 20:11-18 en Psalm 27

Tekst: Johannes 20:12

Op Goede Vrijdag heb ik gepreekt over de twee mannen die links en rechts van Jezus gekruisigd werden. Pilatus gaf Jezus spottend deze twee lijfwachten mee.

 

In Johannes 20:12 zie je opnieuw twee lijfwachten. Twee engelen in witte kleren, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus gelegen had. Maar er is wel het een en ander veranderd. Deze lijfwachten zijn er niet om met Jezus te spotten maar om Hem te eren. Deze lijfwachten zijn dan ook niet georganiseerd door Pilatus maar gestuurd door de Vader in de hemel. En deze lijfwachten zijn geen duistere figuren uit de onderwereld maar imponerende verschijningen van hemels licht. De grootste verandering is dan ook dat zij geen stervende Jezus begeleiden maar een lege plaats markeren. Kijk: hier lag Hij, tussen ons in. Zie jij Hem?

 

En waar de lijfwachten aan het kruis hun opdracht niet konden waarmaken (zij konden hun koning niet beschermen tegen de aanslag op zijn leven) daar hoeven de lijfwachten van de Paasochtend niet op te treden. Want er is geen lijf om over te waken. Jezus is opgestaan in een onvernietigbaar leven. Zijn verheerlijkt lichaam hoeft niet bewaakt te worden maar moet verkondigd worden. Dat is dan ook precies de opdracht van deze twee engelen. Het woord engel betekent boodschapper. En ze beginnen hun taak beeldend. Zij brengen hun boodschap niet met woorden maar door de ogen te richten op dat wat er niet is. Het is alsof je een lege schilderijlijst ophangt. Dat trekt alle aandacht naar wat er niet is: het schilderij. Waar is het gebleven? Het moet ergens zijn. Zo zitten de engelen daar ook, aan het hoofdeind en aan het voeteneind. Kijk, hier lag Hij. Zie jij Hem?

 

Maar ook als de engelen gaan spreken vallen er een paar dingen op. Om te beginnen melden ze niet gewoon wat ze te zeggen hebben maar stellen ze een vraag. De vraag die ze stellen is van een onverwachte tederheid. Deze machtige engelen vol strijdvaardige majesteit vragen Maria: ‘Waarom huil je?’ Je ziet ze haast een van hun machtige ledematen op Maria’s arm leggen. ‘Waarom huil je, Maria, als je toch ziet dat Jezus hier niet meer ligt?’ Deze hemelse boodschappers hebben oog voor degene die hun boodschap moet horen. Zij willen Maria tot inzicht brengen. Zij weten dat wat je zelf ontdekt veel dieper doordringt. Je kunt een boodschap horen en proberen aan te nemen, maar als iemand je een vraag stelt waardoor je zelf over het onderwerp gaat nadenken en waardoor je zelf iets ontdekt, dan blijft het je bij voor de rest van je leven.

 

De vraag aan Maria is: ‘Waarom huil je?’ Voor Maria is dat geen vraag: waarom zou ik niet huilen als ze het liefste van mij hebben afgenomen? En moet je nagaan wat dat dan is: het lijk van Jezus. Haar verdriet concentreert zich op deze Paasochtend niet op het verlies van Jezus maar op het verlies van zijn lichaam. Na haar antwoord draait ze zich ook direct om: aan deze twee lijfwachten heeft ze niets. Het gehoopte effect blijft uit. Nu had Jezus zelf ook eens zo’n ontdekkende vraag gesteld. Toen Hij bij het huis van Jaïrus kwam, omdat zijn dochter gestorven was, had Hij aan de mensen die stonden te huilen gevraagd: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie?’ (Marcus 5:39). Een lachsalvo was zijn deel. Maar dat kwam omdat deze mensen niet openstonden voor het ongedachte. Ze lieten zich door de vreemde vraag van Jezus niet uitdagen om stil te worden en na te gaan denken. Datzelfde zie je bij Maria op de Paasmorgen. ‘Waarom huil je?’ Maria beantwoordt de vraag vanuit zichzelf: ik huil omdat ik het lichaam van Jezus kwijt ben. Maar dat willen de engelen helemaal niet weten. Dat hebben ze allang door, zij markeren zelf de lege plek. De engelen vragen niet om informatie, zij willen dat Maria zich gaat afvragen of haar huilen wel terecht is.

 

Is dat ook niet wat God met jou voorheeft? Dat je kijkt naar wat je niet ziet, en dan de leemte laat opvullen door Gods boodschap? Bij Maria had dat dan zo moeten zijn: zij ziet dat het lichaam van Jezus weg is. Zij vult in: het lichaam van Jezus is verplaatst, maar Gods boodschap is: Jezus is opgestaan. Het is maar waar je rekening mee houdt. Maria hield geen rekening met Jezus’ opstanding. Wat best logisch is. Als jij op die ochtend bij het graf was gekomen was dat denk ik ook niet je eerste gedachte geweest. Wat God wilde is dat Maria niet de menselijke conclusie trok uit de lege plaats tussen de engelen, maar dat zij de goddelijke conclusie trok: als het lichaam weg is, is Jezus opgestaan!

 

Gelukkig heeft God geduld met Maria. Jezus zelf heeft geduld met Maria. Want als ze Jezus ziet trekt ze opnieuw de menselijke conclusie: het kan Jezus niet zijn want die is dood. Dan moet dit de tuinman wel zijn. Datzelfde geduld heeft God met jou en mij. Gelukkig. Want wij hebben vaak dezelfde moeite als Maria. Dat we menselijke conclusies verbinden aan wat we niet zien. Ik wil voorbeelden geven. Het eerste voorbeeld komt van mijn catechisanten. Vorige week maandag was hun vraag: Hoe weet je dat God bestaat? Waarom laat Hij niets van zich merken? Want als God zichzelf nou eens liet zien of horen, dan zou geloven veel gemakkelijker zijn. Maar God laat zich niet aan ons zien. En Hij laat zijn stem niet met oorverdovend geweld op deze wereld horen. De menselijke conclusie zou zomaar kunnen zijn: dan stop ik met geloven. Maar wat God wil is dat je zegt: omdat God zich niet laat zien wil Hij blijkbaar dat ik Hem geloof op zijn woord. Dat is ook de boodschap van de bijbel (Hebreeën 11:1). Dus kijk naar wat je niet ziet (in de woorden van mijn catechisanten: wij hebben geen eens een foto van Jezus) maar laat vervolgens die leemte opvullen door Gods boodschap. In dit geval: Ik wil geloofd worden op mijn woord. Want juist daar was het misgegaan bij de zondeval. Trek niet de menselijke conclusie uit het feit dat je God niet kunt zien maar ontdek Gods boodschap daarin.

 

Geldt dat ook niet voor het gesprek over evolutie? Als het gaat over het ontstaan van onze ongelofelijk mooie wereld is er heel veel dat wij niet weten. Niemand is bij dat eerste begin geweest. En de rol van God daarbij is voor ons verborgen. Veel mensen trekken daarom deze conclusie: dan is het vanzelf ontstaan. Zij zeggen: ik zie Gods hand er niet in, dus komt het ook niet uit Gods hand. Maar God vraagt: waarom verbaas jij je over het bijkans ongelofelijke begin van deze wereld? Dat hoeft helemaal niet. Want Ik heb het ook met mijn bovennatuurlijke, bovenmenselijke kracht gedaan. Dat mensen het begin van de wereld niet begrijpen zou juist moeten leiden tot geloof.

 

Ik denk ook aan hoe we omgaan met de wonderen in de bijbel. Heeft Jezus echt op het water gelopen? Zoiets kan een serieus struikelblok voor mensen zijn in hun relatie met God. Op het moment dat jij het niet kunt verklaren kan je twee kanten op. Of je trekt de menselijk conclusie: het is dus niet gebeurd, Jezus liep niet op het water. Of je laat het ‘niet weten’ opvullen door Gods boodschap, hier: Ik ben de Schepper van de natuurwetten (dat een mens niet op water kan lopen, de natuurkunde kan je precies verklaren waarom dat zo is) en Ik kan ze dus ook tijdelijk opheffen. Zie je dat je er ook die kant mee op kunt? In plaats van dat je zegt: dat kan gewoon niet, zeg je: wat geweldig dat God die natuurwetten gemaakt heeft en ze nog steeds in zijn hand heeft.

 

En neem nou zoiets als het uitblijven van de wederkomst. God zelf wijst ons erop dat wij op dit punt niets weten. Wij weten ‘dag noch uur’ (Matteüs 25:13). Het is net als met die engelen in het graf: ze wijzen op iets dat er niet is. Zo wijst God zelf ons erop dat wij niet weten wanneer Jezus terugkomt. De menselijke conclusie zou kunnen zijn dat je zegt: dan zal het wel niet zo’n vaart lopen. De boodschap van God is juist: zorg dat er klaar voor bent.

 

Ik merk dat we gemakkelijker de goddelijke boodschap oppikken bij vragen over de verhoring van onze gebeden. Stel je vraagt God ergens om, herstel van ziekte bijvoorbeeld, en God geeft het niet. Je kijkt daarnaar, je denkt daarover na: je kreeg niet wat je vroeg. Hoe vul je die leemte op? Een menselijke conclusie zou kunnen zijn: God hoorde mijn gebed niet. Maar ik merk dat veel christenen juist zeggen: God gaf mij de kracht om het te dragen. En dat is ook Gods boodschap. Op de lege plaats van jouw verlangens wil Hij graag komen.

 

Merk je hoe dit ruimte geeft om met moeilijke vragen om te gaan? Als je alleen denkt vanuit wat volgens jou mogelijk is, dan loop je voortdurend vast. Dat is het blikvernauwende van je eigen werkelijkheid. Het brengt je nergens. Het maakt je leven saai en het beperkt het tot het hier en nu. Geen uitzicht, geen horizon. Het is een van de beste trucs van de duivel: hij laat je geloven dat je de antwoorden op je vragen bij jezelf moet zoeken. Want hij weet dat je op die manier de echte antwoorden nooit zult vinden. In plaats van vragen te stellen, kun je je vaak beter laten bevragen. In plaats van te vragen: waarom laat God zich niet zien, waarom geeft Hij geen bewijs van het feit dat Hij de aarde geschapen heeft, waarom geeft Hij niet gewoon iedereen geloof – in plaats daarvan kun je je beter door Gods vragen op nieuwe gedachten laten brengen. Hij vraagt: Wat zou je dan van mij willen zien? Denk daar eens over na. Zijn grootheid? Zijn trouw? Zijn liefde? En als het gaat over de schepping zou God je kunnen vragen: Wat zou jij doen als je bewijs had dat ik de Schepper was? Denk daar ook maar eens over na. Stel God gaf het bewijs van het feit dat Hij alles geschapen had, wat zou jij daarmee doen? God extra prijzen? Extra zuinig zijn op de schepping? Hem nog meer aanbidden? Voel je hoe Gods boodschap op je af kan komen juist door te kijken naar wat je niet ziet en door na te denken over wat je niet weet? Daar gaat het om vanmorgen: kijk naar wat je niet ziet en laat de leemte opvullen door Gods boodschap. Ik vind dat mooi, dat God zo werkt. Het brengt een glimlach op mijn gezicht. Dat is toch humor, dat met die engelen in het graf: ‘Kijk, hier zitten wij, wij bewaken niets.’ Lijfwachten zonder lijf. Het evangelie van Pasen is dat Jezus je precies de andere kant op laat kijken. Niet naar binnen maar naar boven. Niet naar jouw beperkte vragen maar naar Gods onbeperkte werkelijkheid. Met de opstanding van Jezus gaat er een nieuwe wereld voor je open. De wereld van God. Waarin niets te wonderlijk is (Jeremia 32:27). Het evangelie van Pasen is dat die wereld letterlijk voor je open gaat. En dan blijft er maar één vraag over: Here, mag ik daar zijn? Amen.