God spreekt in Jezus
5 oktober 2014
Als Gods hoogste woord eruit is, is jouw reactie van het hoogste belang. Een preek over hoe God jou vandaag aanspreekt.
Lezen: Marcus 12:1-12
Tekst: Hebreeën 1:1-2a en 2:1-4
Soms weet je niet hoe rijk je bent. Ik bedoel nu niet financieel, maar je hebt iets dat is vreselijk waardevol maar je hebt het niet door. Dat waardevolle waar ik vanochtend aan denk dat hebt u allemaal in huis, ik vermoed zelfs meerdere exemplaren, u hebt het misschien zelfs mee hiernaartoe genomen, dat hoop ik eigenlijk. Ik heb het over de bijbel.
Wat is dit een kostbare schat! Wat een prachtig boek, wat heb je hiermee iets geweldigs in handen. Nu is deze versie hier op de preekstoel helemaal mooi, want hij is nog splinternieuw. De vorige is na 10 jaar vervangen, die lag dan ook behoorlijk uit elkaar. Goed gebruikt, zeggen we dan. Maar ik heb het natuurlijk over de inhoud als ik zeg: wat een rijk bezit is die bijbel. En dat bijbeltje van jou dat nu misschien ergens onder je stoel ligt. Heb je dat wel door, wat een schat die bijbel is, hoe rijk je daarmee bent?
God is een aansprekend God…
Want die bijbel bewijst dat God een sprekend God is. Een aansprekend God, Hij spreekt je aan. Hij moet jou hebben, Hij zegt iets tegen je. God communiceert. Hij houdt zich niet stil. Hij spreekt. Misschien ben je dat zo gewend dat je het bijzondere daarvan niet meer voelt. Je bent zo gewend aan die bijbel in je hand, aan het voorlezen aan tafel, dat je de rijkdom ervan niet meer ervaart. Soms wordt de bijbel Gods liefdesbrief genoemd. Wat zou jij doen met een liefdesbrief? Die druk je aan je hart, die koester je, die lees je telkens weer. Want het zijn kostbare woorden voor jou.
Soms hoor ik mensen zeggen: ‘Ik wou dat God eens iets van zich liet horen, want ik merk niks van Hem. Het is zo stil vanuit de hemel. Waarom gebeurt dit, waarom gebeurt dat? In de wereld? In mijn eigen leven? Het lijkt wel alsof God zich verstopt en zich in stilzwijgen hult.’ Maar kijk je dan niet finaal over die bijbel heen? In Hebreeën 1:1-2 staat twee keer het woord ‘gesproken’. God heeft gesproken. Want zo is Hij. Hij is een aansprekend God. Spreken hoort bij Hem. Hij heeft gesproken. En die verzen 1-2 vertellen je ook precies hoe:
op velerlei wijzen en langs velerlei wegen
in het verleden
tot de voorouders
door de profeten
Dat is het eerste blokje. En dan volgt het tweede, God heeft ook gesproken:
nu
tot ons
door zijn Zoon
Dat heb je allemaal in handen wanneer jij je bijbeltje pakt. Ik snap dat gevoel wel: ‘Ik wou dat God eens iets van zich liet horen’, ik herken het ook. Maar Hebreeën 1:1-2 zegt: je kijkt er finaal over heen. Je spitst je oren niet. Want God spreekt juist aan één stuk door.
Laten we die 7 dingen die hier in 1½ vers over het spreken van God worden gezegd eens wat beter bekijken.
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen
God gebruikt heel bewust verschillende manieren van communicatie en ook verschillende kanalen waarlangs Hij zijn boodschap zendt. Communicatiedeskundigen zouden God erom prijzen. God wil zichzelf bekend maken bij zoveel mogelijk mensen en daarom gebruikt Hij verschillende manieren en verschillende kanalen. Bij die manieren kun je denken aan dromen, visioenen, wetten, psalmen, spreuken. Bij die verschillende kanalen aan profeten, priesters, koningen, wijzen, zangers. En er is vast nog wel meer te bedenken, God spreekt ook in de natuur, in dieren, denk aan de preken van afgelopen zomer. Maar wat is het mooi om te zien dat God in zijn spreken aansluiting zoekt bij al die verschillende mensen, die gevoelig zijn voor verschillende manieren van communicatie.
In het verleden
Dit spreken van God is niet iets van de laatste tijd. Daar is God niet pas kort geleden mee begonnen. God spreekt al eeuwen tegen deze wereld en de mensheid. De Hebreeën, joden in ongeveer 68-69 na Christus, krijgen te horen: God heeft ‘in het verleden’ gesproken. Dat wil zeggen: ver voor hun tijd. Oftewel, Gods spreken kent een rijke historie!
Tot de voorouders
Denk daarbij aan de aartsvaders: Abraham, Isaäk en Jakob. Maar het gaat eigenlijk nog verder terug, God sprak ook al tot Noach. En zelfs nog verder terug, tot Adam en Eva. Maar omdat straks nog volgt ‘door de profeten’ moet je hier vooral denken aan het volk Israël. Dat zijn de voorouders van de Hebreeën die deze brief zitten te lezen. God sprak al tot mensen aan het begin van hun stamboom.
Door de profeten
Als je het Oude Testament bekijkt dan spreekt God vooral door de profeten. Wij hebben de verslagen van hun woorden in de bijbelboeken die naar hen zijn genoemd: Jesaja, Jeremia, Ezechiël, de kleine profeten, het zijn er teveel om op te noemen. En als je bedenkt dat ook Mozes een profeet genoemd wordt, dan zijn ook Genesis t/m Deuteronomium profetenwoorden. Zelfs koning David wordt een profeet genoemd, dus ook door hem, door zijn psalmen sprak God mensen aan. De Hebreeën kunnen dit ook allemaal wel bevestigen, zo heeft God inderdaad gesproken. Uit die boekrollen hebben ze Gods stem vaak gehoord.
Als we nu naar het tweede blokje gaan, de laatste drie dingen die over het spreken van God worden gezegd, dan voel je wel dat hier tegenstellingen gemaakt worden. In het verleden wordt: nu. Tot de voorouders wordt: tot ons. Door de profeten wordt: door zijn Zoon. En toch gaat het over hetzelfde spreken van God. Dat is de continue factor: God heeft gesproken. Maar er wordt een spanning opgeroepen. Kijk maar:
Nu de tijd ten einde loopt
Nu de tijd ten einde loopt klemt Gods spreken des te meer. Die uitdrukking ‘het einde van de tijd’ of ‘het laatst van deze dagen’ gaat over de tijd tussen Pinksteren en wederkomst. In die tijd leven de Hebreeën. In die tijd leven ook wij. Nu, vandaag. God spreekt mensen aan, Hij maakt zich bekend. Dat doet Hij al eeuwen. Maar bedenk dat de wereldgeschiedenis aan de laatste etappe is begonnen, het laatste stuk voor de finish. Dan kon het wel eens heel belangrijk zijn om goed te luisteren naar wat God juist in die tijd zegt.
Tot ons
De Hebreeën worden direct aangesproken. Wie zijn die ‘ons’? Dat zijn de schrijver van de brief samen met zijn lezers. De schrijver zegt: nu spreekt God ons -jullie en mij- aan. En ik denk dat je dat gerust mag verbreden naar alle christenen van de laatste etappe. De heilige Geest heeft ervoor gezorgd dat de Hebreeën-brief ook ons bereikt heeft. God spreekt ook ons vandaag aan hier in de kerk. En iedere keer als je je bijbel opendoet.
Door zijn Zoon
En dan de klap op de vuurpijl: God doet dat door zijn Zoon. Hier ligt de klemtoon van die openingszin van de Hebreeënbrief. God heeft gesproken op velerlei wijzen en langs velerlei wegen / in het verleden / tot de voorouders / door de profeten -wat een rijkdom!- maar nu, in deze tijd / en tot ons, beste Hebreeën / heeft Hij gesproken door zijn Zóón. Als je een verdeling wilt maken tussen die eerste vier en de laatste drie zou je kunnen zeggen: het was ‘veelheid toen’ en het is ‘volheid nu’. Veel profeten, één Zoon. De rij van sprekers wordt afgesloten met Gods Zoon. In Hem heeft God zich voor eens en altijd uitgesproken. En daarbij is Jezus de boodschapper en de boodschap tegelijk. Gods hoogste woord is Jezus. Meer is er niet te zeggen maar minder ook niet. In Jezus is alles gezegd.
…die aandacht vraagt voor zijn hoogste Woord: Jezus
En juist daarom vraagt God de Geest aandacht voor Jezus. Daarmee kom ik bij Hebreeën 2:1-4. Zie je het staan in 2:1? ‘Daarom moeten wij al onze aandacht richten op wat we gehoord hebben, dan zullen we niet uit de koers raken.’ En ‘wat we gehoord hebben’ dat slaat op: wat we gehoord hebben over en van Jezus.
Maar de Hebreeën, joodse christenen uit de eerste eeuw, hebben niet door hoe rijk zij met Jezus zijn. Ze hebben zo’n kostbare schat ontvangen: Gods spreken in Jezus, Gods hoogste Woord, maar ze ervaren dat helemaal niet zo. Ze zijn eerder geneigd te zeggen: ‘liet God maar weer eens wat van zich horen.’ Als joden waren ze gewend aan woorden rechtstreeks uit de hemel: de profetenwoorden. Want profeten kregen hun woorden van engelen, van hemelse boodschappers. Dat hele verhaal in Hebreeën 1 over engelen (en straks ook in hoofdstuk 2) heeft deze achtergrond: engelen waren degenen die de woorden van God doorgaven. Je ziet dat staan in Hebreeën 2:2: ‘Want als het door engelen gesproken woord al zo veel rechtskracht bezat...’ Misschien is dit voor ons een nieuwe gedachte, maar je komt het in de bijbel op meerdere plaatsen tegen. Bijvoorbeeld in Handelingen 7:53. Stefanus zegt daar tegen de joodse leiders: ‘u die de wet ontvangen hebt door tussenkomst van de engelen’. En in Galaten 3:19 staat over de wet: ‘Ze werd door engelen aan een bemiddelaar gegeven.’ Daarom gaat heel Hebreeën 1 erover dat de mens Jezus Gods Zoon is. Dat Hij meer dan de engelen is: hoger, heerlijker, mee door Hem zijn de engelen geschapen, Hij wordt door engelen geëerd en gediend. En in Hebreeën 2 vanaf vers 5 gaat het erover dat Jezus vrijwillig en tijdelijk lager dan de engelen was geplaatst. Namelijk om als mens te kunnen lijden en sterven. Dus laten de Hebreeën niet struikelen over het aardse van Jezus. Jezus is en was de Zoon van God, roept de schrijver van de Hebreeënbrief uit. Als jullie zo graag woorden rechtstreeks uit de hemel willen hebben, luister dan naar Jezus! De Zoon, die God heeft aangewezen als enig erfgenaam. Door wie God de wereld heeft geschapen. In Jezus schittert Gods luister, hij is Gods evenbeeld. Jezus draagt de schepping met zijn machtig woord. Jezus heeft de reiniging van de zonden voltrokken. Jezus heeft plaatsgenomen aan de rechterhand van God. Jezus is ver verheven boven de engelen (Hebreeën 1:2b-4). Omdat Jezus het hoogste woord van God is, omdat Jezus zelf God is, moeten jullie al je aandacht richten op wat jullie gehoord hebben over en van Jezus.
Hoe rijk weet jij je eigenlijk met Jezus? Hoor jij God spreken in Jezus? Koester jij je bijbel -die toch van begin tot eind over Jezus gaat- als een kostbare schat? Of verzucht jij ook wel eens: ‘Ik wou dat Gods eens iets van zich liet horen’? Ik moest tijdens het maken van deze preek denken aan de tv-serie Touched by an angel. Misschien heb je het wel eens gezien. Een Amerikaans serie, de EO heeft hem hier in Nederland uitgezonden. Het gaat over een engel, Monica, die boodschappen en leiding van God doorgeeft aan mensen die op een kruispunt in hun leven staan. Ik was nooit zo heel erg gecharmeerd van deze serie maar ik weet nu ook waarom. Omdat het engelenwoorden hoger waardeert dan Jezus en wat Hij zegt. Net als de joodse christenen die in de Hebreeënbrief worden aangesproken kun je daar gevoelig voor zijn. Voor twee dingen. Allereerst dat je woorden die schijnbaar rechtstreeks uit de hemel komen -een openbaring voor jou persoonlijk, een teken met betrekking tot wat je zou moeten doen- hoger waardeert dan wat God heeft geopenbaard in Jezus. Maar: ‘nu de tijd ten einde loopt heeft God tot ons gesproken in zijn Zoon!’ In Jezus heeft God zichzelf bekend gemaakt, zijn liefde, zijn trouw, zijn wijsheid, zijn goedheid, zijn almacht, zijn rechtvaardigheid, dat Hij de mens wil redden. Kostbaarder krijg je het niet. Het tweede waar je gevoelig voor kunt zijn is dit, dat ik merk dat we zulke eindeloos kostbare woorden van God niet verwachten in zoiets gewoons als een boek. Een boek dat je kunt kopen in de winkel. Een boek net als alle andere boeken: twee kaften en daartussen heel veel bladzijden vol met letters. Spreekt de eeuwige God in zoiets aards? Ja! Juist omdat Hij zichzelf bekend wil maken bij zoveel mogelijk mensen.
Wat is jouw reactie?
Ik vat nu samen voor ik naar de concrete toepassing ga. We ontdekten: God is een sprekend God, een aansprekend God. Gelukkig zwijgt Hij niet, Hij spreekt jou aan. Daar wil ik God straks voor danken. En deze aansprekende God vraagt je aandacht voor zijn hoogste Woord, dat is Jezus, zijn Zoon. In Hem heeft God alles gezegd wat Hij jou wilde laten weten. Namelijk dat Hij je lief heeft en je wil redden.
Wat is nu jouw reactie? Je voelt wel aan: als Gods hoogste woord eruit is, dan is jouw reactie van het hoogste belang. Over die reactie gaat het ook in die eerste vier verzen van Hebreeën 2. Ik denk dat de joodse christenen die deze brief als eerste lazen nogal geschrokken zijn van dit stuk. Want roept dit alles geen herinnering op aan dat verhaal dat Jezus eens zelf vertelde? Die gelijkenis van een landheer die een wijngaard aanlegde. Die hij verpachtte aan wijnbouwers. Maar op het moment dat hij een knecht stuurt om de oogst in ontvangst te nemen wordt die knecht mishandeld en met lege handen weggestuurd. De volgende ook en alle knechten die hij daarna stuurt, sommigen worden zelfs gedood. Jezus heeft het dan over de profeten die God naar Israël gestuurd heeft. Hoor je Hebreeën 1:1 hierin? ‘Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten.’ En de gelijkenis gaat dan zo verder: ‘Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Maar de wijnbouwers zeiden tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem doden, dan is de erfenis van ons.”’ Hoor je de parallel met Hebreeën 1? ‘Maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam.’ De joodse leiders hebben inderdaad gedaan wat Jezus in deze gelijkenis voorspelde: ze hebben de Zoon gedood. De vraag voor de Hebreeën en voor ons is: wat doen wij? Daar komt het nu op aan. Dragen wij de vruchten af, de oogst van wat God ons in beheer heeft gegeven? Heb jij de liefde die God in je gestoken heeft vrucht laten dragen? En bied je die vrucht nu aan Hem aan? Alleen zo deel je in de redding waar God mee bezig is. Door de liefde die God in je steekt vrucht te laten dragen en Hem die vrucht aan te bieden. Vruchten van liefde en trouw en gehoorzaamheid en aanbidding.
Daarom is het zo belangrijk om al je aandacht te richten op wat we over Jezus en van Jezus gehoord hebben. Luister naar wat God tot je zegt in zijn goddelijke Zoon. Boodschapper van Gods reddende liefde, tegelijk die reddende liefde in eigen persoon. Je aandacht op Jezus richten betekent: bijbelstudie. Intensieve bijbelstudie. Om je eigen te maken wat God gezegd heeft door zijn Zoon. Bestudeer de bijbel, Oude Testament en Nieuwe Testament. Ja ook het oude, want ook het Oude Testament gaat over Jezus. Het boek Hebreeën ziet Jezus overal in het Oude Testament, kijk maar naar al die aanhalingen uit de Psalmen en de profeten. De bijbel is zo’n kostbare schat. U hebt hem allemaal in huis. Zo niet, dan mag je er hier een meenemen uit de kerk. Wat ben je rijk met dat boek. Maak je Gods woord eigen. Laat het je hart, je gedachten, je leven vullen.
De heilige Geest wil je daarbij helpen. Want je aandacht richten op wat we gehoord hebben over Jezus is niet altijd gemakkelijk. Onze aandacht gaat zo gauw uit naar wat wij willen horen, naar wat wij zoeken, naar antwoord op onze vragen. De bijbel wordt dan zomaar een antwoordenboek bij onze vragen. De bijbel blijft misschien ook wel dicht tot je een vraag hebt, tot er iets in je leven gebeurt waardoor je opeens op zoek gaat. Ik zeg nu niet dat je de bijbel niet mag gebruiken om antwoorden te zoeken op jouw vragen. Maar vergeet niet dat God met de bijbel een ander doel heeft, namelijk dat jij antwoord geeft op zijn vraag. God spreekt je aan, Hij zegt: Ik heb je lief. Ik wil je redden door Jezus mijn Zoon. Daarvoor werd Hij mens. Wil jij nu voor Mij vrucht dragen door Hem? Amen.