God wil een einde maken aan het kwaad in mensen

4 november 2018

Hoe ontstaat bekering? Het verhaal van Ninevé geeft het antwoord.

Lezen: Jona 3:1-4:3

Tekst: Zondag 33

Ik begin de preek bij een aantal begrippen uit Zondag 33. In Zondag 33 gaat het over bekering, dat wil zeggen dat je anders gaat leven. Die uitdrukking komt uit Jona 3:8, daar kom ik nog op terug. Maar bekering is dus dat je anders gaat leven. Op één punt of op alle punten in je leven. In plaats van dat je doet wat jij wil, ga je doen wat God wil. Je keert om. Je stopt met leven zoals jij het graag wilt en je gaat leven zoals God dat graag wil.

 

Zondag 33 heeft het dan over je oude mens en je nieuwe mens. Die term oude mens slaat op je ik-gerichtheid. Dat je het liefst je eigen gang gaat. Je doet wat jij wil, jij moet er beter van worden (in ieder geval moet het jou niet schaden) en de rest van de wereld zoekt het maar uit. Het gaat om jou en het draait om jou. De nieuwe mens is heel anders. De nieuwe mens zoekt voortdurend naar wat God graag zou willen. En de nieuwe mens let heel goed op zijn omgeving: waar kan ik helpen, voor wie kan ik er zijn? De nieuwe mens dient en heeft lief. De nieuwe mens houdt van God en de medemens. Daar gebruikt hij zijn of haar leven voor.

 

Nu zegt Zondag 33 dat de oude mens in je moet afsterven en dat de nieuwe in je moet opstaan. Het ik-gerichte moet dood en de liefde voor God en de medemens moet je leven gaan beheersen. De woorden afsterven en opstaan laten zien dat dit een proces is. De ik-gerichtheid spartelt tegen, die wil helemaal niet dood. En het opstaan van de nieuwe mens gaat ook niet in één keer. Dat is eerder een kwestie van vallen en opstaan en dan langzamerhand steeds steviger op je benen komen te staan.

 

Omdat dit een proces is roept het allerlei gevoelens op. Zondag 33 heeft het over verdriet en vreugde. Als de ik-gerichtheid in één klap uit je weggehaald zou worden en je op hetzelfde moment helemaal van God en de medemens ging houden, dan zou er niet zoveel tijd zijn voor verdriet en vreugde. Maar nu het een proces is ga je die verandering voelen. Het doet pijn om iets los te laten wat je graag doet maar waarvan je weet dat het niet goed is. De Catechismus heeft het over een nog wat andere pijn, namelijk verdriet over je zonden. Je baalt ervan dat je slechte dingen doet. Het maakt je bedroefd dat je ik-gerichtheid zo hardnekkig is. Dat is al een stuk van de bekering, dat je baalt van je zonden en graag wilt doen wat God wil. De Catechismus heeft het over vreugde in God, dat wil zeggen dat je je blijdschap en voldoening in je leven vindt in de band met God. Als je God maar hebt kan de rest je gestolen worden. God maakt je blij. In de band met Hem heb je alles wat je hart begeert. Dat is vreugde in God. Dat is de nieuwe mens. Dan ben je bekeerd.

 

Waarom is deze bekering zo belangrijk? Omdat je alleen dan gered wordt. Het heeft te maken met je behoud. De Catechismus zegt dat in v/a 87, pal voor Zondag 33: kunnen zij behouden worden die in hun goddeloos en ondankbaar leven voortgaan en zich niet tot God bekeren? Antwoord: nee. Bekering is nodig als je gered wilt worden. Je kunt na je verlossing niet verder gaan op de oude voet. Zondag 33 staat heel typisch tussen Zondag 32 en 34 in (logisch, maar ik bedoel nu inhoudelijk). Zondag 33 beschrijft de noodzakelijke tussenstap tussen verlossing en het goede gaan doen. Zondag 32 begon met de opmerking: ‘nu wij uit onze ellende verlost zijn...’ En Zondag 34 (en volgende) gaat over de wet van God. Vanaf Zondag 34 gaat het over de vraag hoe je als christen moet leven. Antwoord: houd de wet van God. En je kunt dat op twee manieren doen. Je kunt zeggen: ik hou de wet van God omdat het moet. Dat is mijn plicht en hoort nou eenmaal bij het leven als christen, dus ik doe mijn best. Ik weet niet hoelang je dat volhoudt: de geboden van God doen omdat het nou eenmaal moet. Misschien lukt jou dat je leven lang, mooi, - nou ja, dan nog heb ik er wel een vraag bij: is dit wat God wil, dat jij uit plichtsbesef zijn geboden houdt? Nu wordt de plek van Zondag 33 duidelijk: Zondag 33 heeft het over je hart. Hoe is het in je hart? Ben jij diep van binnen gericht op jezelf of is er in jouw hart liefde voor God en de medemens? Is dat niet de manier waarop het gaat lukken om de geboden van God te doen? Als jij bekeerd bent dan zijn de 10 geboden de wet van Hem die jij lief hebt. Je houdt van God en dus wil je graag wat voor Hem doen. Here, zegt u het maar! Moet ik u dienen op de zondag? Met alle plezier. Moet ik goed omgaan met mijn naaste? Met alle plezier. Voel je het? Bekering is een noodzakelijke tussenstap tussen verlost zijn en het goede gaan doen.

 

Hoe ontstaat bekering? Dit is een hele belangrijke vraag. Je kunt weten wat bekering is, je kunt het ermee eens zijn dat het heel belangrijk is -en ik hoop dat je daarvan overtuigd bent- maar de grote vraag is: hoe ontstaat het? Hoe word ik bekeerd en krijg ik dat verdriet over mijn zonden en die vreugde in God?

 

Daarvoor gaan we kijken naar wat er gebeurt in Ninevé. Het verhaal is bekend. We hebben het zojuist gelezen en er over gezongen: ‘De Heer zegt: nee, nee, nee, Jona moet naar Ninevé.’ Want Jona ging de andere kant op. Hij moest naar het oosten maar ging naar het westen. Maar God stuurt een storm die Jona tegenhoudt, God verspert de weg naar het westen. En Jona ziet zijn ongehoorzaamheid in. Hij weet ook wat de straf is op ongehoorzaamheid aan God, dat is de dood. Jona zegt tegen de zeelui: gooi me maar over boord. Wonder boven wonder gaat Jona niet dood (Jona wist niet dat die vis al onder de boot zwom). God is genadig: Jona krijgt een nieuwe kans. Er waren genoeg andere profeten in Israël die God naar Ninevé had kunnen sturen. Maar God is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid (4:2). Jona wordt aan wal gezet en krijgt een nieuwe kans: ga naar Ninevé en vertel ze daar dat ik de stad ga straffen vanwege hun zonden. Dan vraag je je af wat voor zonden ze daar deden. De bijbel heeft het over onrecht (3:8). Ik denk dan aan het recht van de sterkste, aan corruptie, aan het uitbuiten en verdrukken van de armen. Oftewel, wie macht en geld had in Ninevé zette de zaken naar zijn hand en pakte wat hij pakken kon. Stond iemand je daarbij in de weg, dan liet je hem uit de weg ruimen. Onrecht, geweld, een rijke kliek en heel veel naamloze armen. Wreed, keihard en mensonterend.

 

Maar dan komt Jona. Hij zegt: er is een God die ziet hoe jullie met je medemens omgaan. En ik zeg jullie: over veertig dagen bestaat deze stad niet meer. Het slaat in als een bom. Ze bekeren zich, ze maken zich klein voor God, ze erkennen dat ze fout bezig zijn, ze stoppen met het onrecht en het geweld. Ze gaan anders leven. Hoor je het? Dat is die definitie van bekering: anders gaan leven. Je stopt met wat slecht is en gaat het goede doen. Hoe dat er in Ninevé precies heeft uitgezien weet ik niet. Misschien werden de straatbendes opgerold die eerder hun gang konden gaan. Misschien heeft de koning zijn geheime politie opgeheven die demonstranten onder de duim hield. Misschien werden corrupte rechters vervangen door eerlijke rechters. In ieder geval, er veranderde veel in de stad. Het werd leefbaar. Je kon weer veilig over straat ‘s avonds. Je had weer rechten als arme.

 

En dan reageert God. God reageert op de bekering van de inwoners van Ninevé door terug te komen op zijn besluit. God had besloten om de stad te vernietigen, maar Hij doet dat niet. Hoe kan dat, dat God zijn besluit verandert? God is toch niet wispelturig? Als God iets zegt doet Hij dat toch ook? God is toch trouw? Zeker, God is trouw. Trouw aan zichzelf. God verandert niet. Weet je hoe God is? Jona zegt het in 4:2: ‘u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.’ Dat is hoe God is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Dit verandert nooit. Zo was God toen Hij de straf over Ninevé aankondigde en zo is Hij nog op het moment dat Hij daarop terugkomt. Want in zijn liefde wil God een einde maken aan het kwaad in mensen. Dat is zijn trouw. Daar werkt Hij aan in zijn geduld. Daarom is Hij tot vergeving bereid. God wil een einde maken aan het kwaad in mensen, omdat Hij mensen wil redden van de dood die komt als straf over het kwaad. Daarom hoeft de straf over Ninevé ook niet meer plaats te vinden wanneer ze stoppen met het kwaad. God heeft zijn doel bereikt: het kwaad is gestopt.

 

Dus daarom stuurt God aan op bekering: Hij wil een einde maken aan het kwaad in je leven. Bekering begint bij God, het komt voort uit zijn plan met jouw leven. Dat is fijn want wij zouden er nooit opgekomen zijn om ons te bekeren en wij zouden het niet volhouden. Maar nu onze bekering rust op Gods plan met ons leven gaat het lukken. God maakt het ook af. Wat jij niet moet doen is je er tegen verzetten. Dat je willens en wetens doorgaat met slechte dingen doen. Wie zijn eigen leven wil leiden, wie het kwaad niet op wil geven en niet wil veranderen, heeft een probleem. Dan denk ik aan v/a 87: kunnen zij behouden worden die zich niet bekeren? Antwoord: nee. Dat is heftig. Maar het moet gezegd worden, juist omdat God je wil redden. Hij wil het kwaad uit je leven halen zodat Hij je niet hoeft te straffen met de dood.

 

Samenvattend, hoe ontstaat bekering? Ik heb gezegd: het begint bij God. Maar dat bekent niet dat jij daar geen eigen verantwoordelijkheid in hebt. Ik zie vier stappen bij het ontstaan van bekering en je herkent het verhaal van Ninevé erin: 1) Het kwaad wordt je aangezegd, 2) je ziet het kwaad in, 3) je herkent de plek van God erin (in zijn liefde wil God een einde maken aan het kwaad in mensen), 4) je gaat anders leven. Nu hoop ik dat je merkt dat God op deze manier met je bezig is. Want geloof me, God is met je bezig om het kwaad uit je te halen. Hij laat je het evangelie toch telkens weer verkondigen? God houdt je zijn plan om bij een nieuwe wereld zonder zonden uit te komen toch telkens weer voor? Je voelt toch onrust over je zonden en hebt toch dat stemmetje in je achterhoofd dat zegt: zo kan het niet. En diep van binnen verlang je toch ook naar het goede en mooie? Waarom doen mensen anders zo hun best om goed voor de dag te komen? Je wilt goed zijn. Daar moet je nu nog heel veel voor verstoppen. Maar dat je een goed mens zou willen zijn is een verlangen dat God in je werkt. Zo is Hij bezig om het kwaad uit je te halen.

 

Toch blijft het moeilijk. Misschien vind je dit een mooi verhaal maar denk je tegelijk: was het maar zo mooi en ging het maar zo makkelijk. Want het lukt jou niet om anders te gaan leven. Het lukt jou niet om je te bekeren, op één punt in je leven of op alle punten in je leven. Ik herken dat. Wij zitten vaak heel vast in onze meningen en overtuigingen. Wij zitten heel vast aan onze gewoonten. Veranderen is moeilijk. Want de zonde richt je altijd weer op jezelf. Gods tegenstander wil graag dat je vooral aan jezelf denkt, wat jou helpt, jouw belangen, jouw voordeel, jouw plezier, jouw geluk. Maar God richt je altijd weer op Hem en op je medemens. Hij doet dat met zijn Woord en Geest. Zij zijn sterker dan de zonde en de duivel. God wil de zonde niet laten doorwoekeren in je leven. Bij Hem is bevrijding: Hij heeft de macht om de zonde te breken en de nieuwe mens in jou te laten opstaan.

 

Als ik bekering concreet maak denk ik aan de volgende gebieden waarop je anders gaat leven (bedenk voor jezelf welke voor jou geldt). Bekering gaat over anders gaan leven op het gebied van seks. Anders gaan leven op het gebied van de omgang met je man of vrouw. Anders gaan leven op het gebied van kerkgang, op het gebied van alcoholgebruik en taalgebruik. Anders gaan leven in hoe je omgaat met je werk en carrière. Anders gaan leven in je omgang met geld en giften. Anders gaan leven in je omgang met het milieu. Anders gaan leven wat betreft je tijdsbesteding. Anders gaan leven op het gebied van wat je vindt en denkt. Anders gaan leven in je omgang met evangelisatie. Anders gaan leven wat betreft je bijbel lezen en bidden. Anders gaan leven op het gebied van je omgang met God en de medemens.

 

Merk je hoe concreet dit is? Bid om Gods kracht om je te kunnen bekeren op die punten waarop dat in jouw leven nodig is. En dan mag je merken dat het kwaad steeds meer uit je leven verdwijnt. Soms heel abrupt en merkbaar, soms zie je het pas achteraf. Laat Gods Woord en Geest in je werken. Hoe meer je dat doet, hoe concreter bekering gaat worden. Zo verdwijnt het kwaad uit je leven. Zo bereikt God zijn plan met jouw leven. Dat wil jij toch ook? Amen.