Goed doen is niet tevergeefs

10 juli 2022

De beloning van de goeden is dat God het kwaad vergeldt.

Lezen: Maleachi 3:13-21

Tekst: Psalm 58

Psalm 58 zing je niet gemakkelijk, de melodie is zo goed als onbekend. Maar dat komt omdat we hem weinig zingen, of helemaal niet. Dat ligt denk ik aan de inhoud. Over iemand die Gods geboden houdt wordt gezegd: ‘Verheugd ziet hij het schurkenbloed, en in die plas wast hij zijn voet’ (vers 4, DNP). Dat klinkt niet echt lekker. En als het gaat over slechte mensen wordt God gebeden: ‘Verbrijzel, HEER, die leeuwenbende. Maak hen als pijlen zonder nut, als water voor de afvoerput, als slakken smeltend in ellende, als takken brekend in de wind, of als een doodgeboren kind’ (vers 3, DNP). Kun je dit wel zo bidden (nog los van het gebruik van het voorbeeld van een doodgeboren kind)? Mag je God vragen om mensen die slecht doen hun verdiende loon te geven? En ben je daar als iemand die goed doet en goed leeft dan blij mee? Psalm 58:11 zegt: ‘Verheugd is de rechtvaardige als hij vergelding ziet.’ Dus als je ziet dat God wraak neemt ben jij blij. In de kerk leren we juist dat je moet vergeven in plaats van te vergelden. Dat maakt dat je dit niet gemakkelijk zingt.

 

Het wordt nogal beeldend beschreven in de Psalm (vers 7-10, hierboven haalde ik deze verzen aan vanuit De Nieuwe Psalmberijming). In de zes beelden is de overeenkomst dat iets onschadelijk gemaakt wordt en zijn doel mist. Een tandeloze leeuw, daar hoef je niet bang voor te zijn. Een glas water dat je op het gras laat vallen, het is weg. Pijlen die al breken terwijl je ze nog op de boog probeert te leggen, daar kun je niet mee schieten. Een slak die oplost in slijm. Misschien dat wij denken aan zout op een slak gooien, dan lost hij op, maar in de tijd van de Bijbel dachten ze dat een slak langzaam oploste omdat hij een slijmspoor achterlaat. Het vijfde voorbeeld is dat van een kind dat nooit geboren wordt. Terwijl alles in een zwangerschap gericht is op leven, loopt het soms anders en blijft de wieg leeg. De zwangerschap komt niet tot zijn doel. En hoe ongelijksoortig ook, dat is ook het laatste beeld (vers 10): doorntakken werden gebruikt om vuur te maken. Maar als zo’n tak wegwaait in een storm, wat heb je er dan nog aan? Het heeft iets huiveringwekkends als je deze beelden op je laat inwerken: wat sterk is wordt zwak, wat dreigend is wordt een lachertje, wat leeft gaat dood, wat zou moeten verwarmen laat je in de kou zitten.

 

Ik denk dat wij niet vaak op deze manier bidden om vergelding. Tegelijk -en dat is best dubbel- kunnen wij wel moeite hebben met het onrecht op aarde (vers 2-3). Machtigen die liegen, leiders die bedriegen, presidenten die vrij spel geven aan geweld. Wat kun je je daar over opwinden. Waarom gaan zulke leiders niet gewoon dood, waarom treft hen geen ziekte, waarom komen zij niet om bij een verkeersongeluk? Dat zou zoveel oplossen. Maar het lijkt er op dat de slechteriken op aarde wegkomen met hun daden. Ze kunnen gewoon hun gang gaan. Waarom doet God daar niets aan? Dat is best dubbel, aan de ene kant willen we dat God ingrijpt, dat Hij de slechteriken een halt toe roept en hen die kwaad doen bestraft, maar aan de andere kant schrikken we terug voor woorden als wraak en vergelding. Blijkbaar willen we gewoon een rechtvaardige wereld zonder vergelding.

 

Op mijn bezoeken in wijk Oost lees ik geregeld uit Prediker 7:15-18. De Prediker komt daar met de volgende wijsheid: wie wil dat alles er nu al eerlijk aan toe gaat op aarde wordt knettergek. Je hoeft het journaal maar aan te zetten en geheid wind je je op over al het onrecht dat plaatsvindt. Dictators worden oud, zijn rijk en sterven rustig in hun bed. Maar jij probeert God te dienen en je krijgt tegenslag op tegenslag te verduren. Prediker zegt: wees niet te rechtvaardig, dus dat je nu al wil dat alles er eerlijk aan toe gaat. Maar je moet het ook niet omdraaien. Dat je zegt: ik snap het, je kunt gewoon lekker je gang gaan en doen waar je zin in hebt, ook slechte dingen, want blijkbaar kom je daar mee weg. Nee, zegt de Prediker, wees ook niet al te onrechtvaardig.

 

Het gekke is wel dat wij dus leven op een aarde waar het onrecht vrij spel heeft. Hoe zit dat, laat God zich niet meer gelden op aarde? Het is toch zijn aarde, zijn schepping? Het uitblijven van loon en straf doet mij wel eens twijfelen aan God en zijn bestaan. Hoe kan het dat je slechte dingen doet en dat God je niet direct bestraft? Maar dan zegt Psalm 58: en toch komt dat moment wel. Er komt een dag dat de rechtvaardige wordt beloond en dat de slechten worden gestraft. We lazen dat ook al in Maleachi 3. Daar speelt diezelfde vraag: wat heeft het voor zin om God te dienen? Want ‘wie zich goddeloos gedraagt gaat het voor de wind’ (vers 15). Toch is dat niet het hele verhaal: er wordt een boek bijgehouden met daarin de namen van hen die ontzag voor God hebben. En vervolgens wordt die dag van loon en straf beschreven, een dag ‘brandend als een oven’. Op die dag, zegt Maleachi, ‘zullen jullie het verschil weer zien tussen rechtvaardigen en wettelozen, tussen mensen die God gehoorzamen en mensen die dat niet doen’ (vers 18). Denk hierbij aan de dag van de wederkomst. Op die dag maakt God een einde aan al het onrecht. Alles wat scheef zit in deze wereld zet Hij weer recht. Nadat de Prediker heeft gezegd, wees niet te rechtvaardig maar ook niet al te onrechtvaardig, zegt hij: weet je wat je moet doen? Je moet ontzag hebben voor God. Dat betekent dat je opkijkt naar God, dat je Hem verwacht als rechter uit de hemel. Ontzag hebben voor God betekent ook dat je dat moment aan Hem laat. In Psalm 75:3 zegt God: ‘Ja, Ik bepaal of de tijd is gekomen, Ik zal oordelen naar recht en wet.’ Dus laat het bij God, Hij bepaalt of de tijd van loon en straf is gekomen. En tot die tijd leef jij op een oneerlijke wereld. Dat dit gewoon in de Bijbel staat betekent ook dat het uitblijven van recht niet hoeft te leiden tot die vraag: bestaat God dan wel?

 

Maar ook Psalm 58 zegt dus: er komt een dag van loon en straf (vers 11-12). Gek genoeg is het loon van de rechtvaardigen de vergelding van de wettelozen. Loon en straf zitten aan elkaar vast. Dat God de mensen die kwaad hebben gedaan straft, is de beloning voor hen die goed hebben gedaan. Nu geeft het woord ‘loon’ in de kerk ons een ongemakkelijk gevoel. Het is toch allemaal genade, hoe kun je dan spreken van loon? Maar ook de inhoud van deze beloning valt dus op: het loon voor de goeden is dat de slechteriken worden gestraft. Misschien zeg je, ik heb liever iets anders als loon. Nu heeft het woord loon in Psalm 58 de kleur van ‘ergens de vruchten van plukken’. Je plukt de vruchten van het feit dat jij het goede deed. En dat wordt zichtbaar op het moment dat zij die het verkeerde deden worden gestraft. Zolang je niet ziet dat de overtreders worden gestraft kun je je afvragen waarom jij je aan de regels houdt. Ik geef een voorbeeld. Je rijdt op de snelweg, 100 km/u. Je vind dat zelf ook langzaam, maar je houdt je aan de regels. Dan stuift iemand je voorbij met 130. En een tweede, en een derde razen je voorbij. Het kost jou steeds meer moeite om je aan de limiet te houden. Maar dan kom je langs een parkeerterrein en daar zie je ze allemaal staan, al die hardrijders opgevangen in een politiefuik. Dat is je beloning. Dat zij gestraft worden is de beloning voor jouw goede gedrag. Dit is wat Psalm 58 zegt: ‘Verheugd is de rechtvaardige als hij vergelding ziet (...) Dan zegt men: ‘De rechtvaardige wordt beloond.’

 

Als ik samenvat wat we tot nu toe gezien hebben, dan is het evangelie van deze ochtend dit: goed doen is niet tevergeefs, eens pluk je er de vruchten van. God zegt dit om je te bemoedigen. Hij wil dat je in Hem blijft geloven. En Hij wil dat je het goede blijft doen. Het klopt dat je leeft in een wereld waarin het onrecht vrij spel heeft. Het journaal is ermee gevuld. Misschien komt het nog dichterbij ook, in je eigen leven: jou werd onrecht aangedaan en genoegdoening bleef uit tot op de dag van vandaag. Toch is dat niet het hele verhaal. God werkt aan een vervolg.

 

Hiermee komt er dus ook een vraag op je af: doe jij recht? Wij kijken gemakkelijk naar het grote onrecht. Oorlogen die wereldleiders begaan. Dictators die hun volk onderdrukken. Terroristen die nietsontziend mensen doden. Maar onrecht is er ook in het klein. Wie dat beseft voelt ook de spanning die Psalm 58 oproept. Als God het onrecht gaat vergelden, treft dat ook mijn onrecht - al noem ik het klein en is het misschien ook klein. Daar kun je je trouwens nog aardig in vergissen. De laatste jaren worden wij ons steeds meer bewust van onze deelname aan het grote onrecht van slavernij en uitbuiting, door het voedsel dat we kopen, onze kleding, onze energieverslindende leefstijl. De Psalm laat je ontdekken waar dat begint. In vers 4 staat dat de machtigen, die hun grote onrecht bedrijven, van God zijn vervreemd. Wie van God vervreemd is gaat zomaar zijn medemens onderdrukken. Wat of wie houdt je nog tegen? Als God een onbekende voor je is geworden heb je alleen jezelf nog als norm. Daar begint het dus, onrecht (groot of klein) ontkiemt daar waar God een onbekende wordt.

 

Maar God grijpt in. Dat is de boodschap van Psalm 58: ‘er is een God die recht doet op aarde.’ Wat een bevrijdende zin, een zin vol evangelie. Er komt een dag dat God alles recht zal zetten. Onrecht wordt ongedaan gemaakt, wat scheef zit wordt rechtgetrokken. Wat Psalm 58 nog niet wist is dat Gods Zoon hierin een grote rol zou gaan spelen. Hoewel Hij onschuldig was, werd Hij toch veroordeeld. Hij liet deze oneerlijke wereld tot onder zijn huid komen en stierf eraan. Maar juist daarom heeft God Hem verhoogd en Hem alle macht gegeven in de hemel en op de aarde (Filippenzen 2:6-11). Het is Jezus die de wereld gaat oordelen.

 

Misschien moeten we het op dit punt in de preek hebben over de noodzaak van vergelding. Ik zei al dat wij het daar moeilijk mee hebben; ook om een Psalm als Psalm 58 te zingen. Nu is het belangrijk om te zien dat het niet om onze wraak gaat. In Romeinen 12:19 staat heel nadrukkelijk: ‘Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan Mij om wraak te nemen, Ik zal vergelden.” Maar is God dan wraakgierig? Nee, dat God het onrecht dat op aarde gedaan wordt vergeldt heeft meerdere redenen. Zo treft veel onrecht Gods schepselen: onrecht dat mensen wordt aangedaan raakt daarom aan Gods eer. Door het onrecht te vergelden herstelt God zijn eer. En, tweede reden, door het onrecht te bestraffen bevrijdt God hen die onder dat onrecht lijden. Vergelding betekent verlossing. Een derde reden is dat vergelding ruimte schept om weer naar Gods beeld te gaan leven als mensen. Vergelding maakt een einde aan mensonwaardige situaties. Openbaring 15 vult dit aan door te laten zien dat het oordeel van de jongste dag ruimte geeft voor aanbidding; datgene waar de mens voor geschapen was. En als laatste zou ik nog kunnen zeggen: zonder vergelding zou vergeving inhoudsloos worden. Er is ruimte voor vergeving van alle onrecht, hoe erg en groot ook. Die vergeving is er door Jezus. Dat is een gigantisch cadeau. De waarde van dat cadeau zou teniet gedaan worden als het onrecht onbestraft bleef.

 

Maar moeten we nu tot de jongste dag wachten tot het onrecht bestraft wordt? Zie je hier op aarde wel eens vergelding en hoe ziet dat er dan uit? Psalm 58:11-12 staat in de tegenwoordige tijd: ‘Verheugd is de rechtvaardige als hij vergelding ziet,’ en ‘er is een God die recht doet op aarde.’ Misschien werkt het soms zo. Psalm 73 zegt: let eens op het einde van mensen die kwaad doen (vers 17-20). Soms worden dictators opgepakt, veroordeeld en gedood. Maar dit gebeurt lang niet altijd, sommigen sterven oud en warm in hun bed. Opvallend is wat de apostel Petrus hierover schrijft in zijn brief aan christenen die lijden onder vervolging - een groot onrecht waarvan ze zich toen ook afvroegen, waarom doet God daar niets aan? Maar dan schrijft Petrus: ‘Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken. Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen. Als het bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het evangelie van God te gehoorzamen?’ (1 Petrus 4:17). Het oordeel begint dus bij ons, de goeden. Waar zit dat dan in? Het is lastig om dat aan te wijzen. Maar lijden wij niet net zo goed als anderen onder ziekte, onder verlies, onder rampen en uiteindelijk ook onder de dood? Is het sterven niet Gods oordeel over de zonde, zo had God dat toch gezegd in het paradijs? Maar dan gaat Petrus verder: ‘als de rechtvaardige al ternauwernood gered wordt, hoe zal het dan gaan met de goddeloze en de zondaar?’ (vers 18). Dus God vergeldt het onrecht. Ook dat van ons, zijn ‘eigen mensen’. Ook ons onrecht moet weggedaan worden. Maar onrecht dat voor God wordt gebracht vergeeft Hij, dat is je troost. Er is vergeving. Maar -en dat zet alles op spanning- wordt het voor jou vergeving of vergelding? Zoek jij je behoud bij Jezus of doe je dat niet?

 

God grijpt in. Dat is de boodschap van Psalm 58: ‘er is een God die recht doet op aarde.’ Een zin vol evangelie en vol bevrijding. Want ook in mijn leven grijpt God in. Hij verandert mij, Hij geeft mij zijn Geest. Een Geest van recht en van liefde voor God en de naaste. Het is die Geest die het evangelie van vanmorgen praktisch wil maken in je leven. De Geest zegt: doe recht overal waar je kunt. En bid om recht voor al die situaties waarin het jou niet lukt. En bid om vergeving voor het onrecht dat jij deed. En zorg ervoor dat je niet van God vervreemdt. Kortom, doe het goede, en pluk daar de vruchten van op het moment dat het kwaad bestraft wordt. Amen.