Het kruis van Christus als venster

5 november 2014

Gods wil komt op je af in Jezus Christus. Ook zijn wil dat jij Hem dankt onder alle omstandigheden. Als Christus je venster is op God en op je omstandigheden gaat dat lukken.

Lezen: 1 Tessalonicenzen 1:1-3, 2:13, 3:9, 5:18

Tekst: 1 Tessalonicenzen 5:18

‘Dank God onder alle omstandigheden’, het is een bekend bijbelvers. Je zou haast zeggen: een oneliner. Misschien heb je het wel eens gezegd tegen iemand, als aansporing, om een broeder of zuster even uit zijn gesomber te halen. Misschien is het ook wel eens tegen jou gezegd toen jij zat te somberen. Maar vervolgens dacht je: en hoe doe ik dat dan? Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Moet ik God danken in mijn omstandigheden? Het lukt me gewoon even niet.

 

Mijn vraag bij deze tekst is: wil God dat wij een ijskonijn zijn? Wil God dat wij Hem danken, onaangeraakt door de omstandigheden? Maar wij zijn toch mensen, geen machines? Wij kunnen toch niet bij onszelf op een knop drukken zodat we dankbaar zijn? Dat zou toch ook niet oprecht zijn? Wil God dat wij Hem danken ook als we helemaal niet dankbaar zijn? Wil God dat wij Hem danken terwijl we er niets van menen? God danken onder alle omstandigheden, hoe kan Hij dat nou van ons vragen?

 

Een paar voorbeelden. Danken terwijl je ziek bent, zou jij het kunnen? Dat is nogal een ‘omstandigheid’. Ziekte beheerst je hele leven. Of het nou iets kleins en vervelends is, of iets groots en ernstigs. Het legt een schaduw over je leven. Of danken terwijl je rouwt. Je moest een geliefde begraven, kort geleden of langer geleden. Of danken terwijl je grote zorgen hebt of te maken hebt met onzekerheid over je toekomst. Of danken terwijl je werkloos bent en de eindjes niet aan elkaar kunt knopen. Of danken terwijl je met grote teleurstellingen rondloopt en gefrustreerd bent over hoe je leven gaat. En dan zit je vanavond hier: dankdag. Om te danken onder alle omstandigheden. Goed dat je gekomen bent. Maar hoe nu verder?

 

Ik kan me trouwens ook voorstellen dat er omstandigheden zijn waardoor je vergeet te danken. Namelijk als het goed met je gaat. Je leeft in welvaart. Je bent voorspoedig. Alles wat je doet lukt. Je hebt geen zorgen. En zomaar vergeet je God te danken. Want die welvaart, dat komt toch omdat jij zo hard werkt? Ja dat zou je willen. Dus als er staat: ‘dank God onder alle omstandigheden’, dan moet je bij die omstandigheden niet alleen aan moeilijke dingen denken maar ook aan welvaart en grote voorspoed en een leven in zorgeloosheid. God wil dat wij Hem in alle omstandigheden danken.

 

Om je hierbij te helpen zegt God er nog wat bij. In 1 Tessalonicenzen 5:18 staat: ‘Dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.’ Nu zit hier een vertaalprobleem. In het Grieks staat er: ‘Dank God onder alle omstandigheden, want dat is voor u de wil van God, in Christus Jezus.’ Nu kun je twee kanten op met die woorden ‘in Christus Jezus’. Je kunt het laten slaan op ‘u’, de gemeente in Tessalonica, en op ons als christenen vandaag. Maar je kunt het ook laten slaan op de wil van God. Er zijn bijbelvertalingen die kiezen, er zijn ook vertalingen die het open laten. Eerst een paar vertalingen die dat stukje ‘in Christus Jezus’ laten slaan op de gelovigen.

 

Nieuwe Bijbelvertaling: ‘Dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.’

 

Bijbel in Gewone Taal: ‘En dank God altijd, wat er ook gebeurt. Want dat wil God van jullie, omdat jullie bij Jezus horen.’

 

Het Boek: ‘Wat er ook gebeurt, dank altijd God, want Hij wil dat u als christenen zo leeft.’

 

De Willibrordvertaling laat het open: ‘Dank God voor alles. Dit verlangt God van u in Christus Jezus.’ Hier kan het stukje ‘in Christus Jezus’ op beiden slaan, op het verlangen van God maar ook op de lezers. Je moet het zelf invullen.

 

Nu een paar vertalingen die het laten slaan op de wil van God:

 

Nieuwe Vertaling 1951: ‘Dankt onder alles, wat dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u.’

 

Herziene Statenvertaling: ‘Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.’

 

Je kunt nog eindeloos meer vertalingen naast elkaar leggen. Misschien kom je er wel op uit dat de helft het laat slaan op de lezer, de andere helft op de wil van God. Maar als het gaat om de vraag die ik stelde -hoe kun je danken onder alle omstandigheden- dan ontstaat er een duidelijke keus. Dat God van mij als christen vraagt Hem te danken onder alle omstandigheden, dat maakt het danken nog niet perse gemakkelijker. Maar als het danken onder alle omstandigheden de wil van God in Christus Jezus is, dan wordt het interessant. Wij hebben hier te maken met een verlangen van God dat gekleurd wordt door Christus, dat in Christus op ons af komt. Ik volg dus niet de Nieuwe Bijbelvertaling, Het Boek en de Bijbel in Gewone Taal. Ik denk dat de vertaling van 1951 en de Herziene Statenvertaling het hier bij het rechte eind hebben. God zegt hier: bedenk, bij mijn verlangen dat jij dankt onder alle omstandigheden, dat ik de Vader van Jezus Christus ben. De God die vraagt om onze dankbaarheid onder alle omstandigheden is de Vader die zijn Zoon gaf. Maar dat maakt het wel anders voor mij.

 

God vraagt dus niet van ons om Hem rücksichtslos te danken ook al zitten we vol met teleurstellingen en waaromvragen. Soms gebeurt het in de opvoeding dat ik zeg: ‘Ik wil dat je dit of dat doet,’ en als het kind in kwestie dan zegt: ‘Nee, waarom?’ dan zeg ik: ‘Gewoon omdat ik het wil!’ Dan gaat het over puur gezag. Maar als God tegen je zegt: Ik wil dat je mij dankt onder alle omstandigheden, dan zegt Hij daar niet bij ‘gewoon omdat Ik het wil’, dan zegt Hij: ‘Ik wil dat in Christus Jezus.’ Oftewel: ‘Ik verlang dat van je als de Vader van Jezus Christus, als de Vader die zijn eigen Zoon gaf.’ En dan gaat het over pure liefde. Gods wil ten opzichte van jou is zijn liefdewil.

 

Wat maakt dat een enorm verschil. Denk je dat danken op deze manier voor jou ook mogelijk wordt? Voor jou, terwijl je ziek bent, terwijl je je baan verloor, terwijl je hier zit met teleurstellingen en frustratie en zorgen? God laat in 1 Tessalonicenzen 5:18 zichzelf zien. Ik hoop niet dat je een beeld van God hebt dat Hij zo’n vader is die gewoon zegt: ‘Ik wil het en daarmee basta!’ Een koude en kille vader. Als dat je beeld van God is moet je echt dit pareltje in je bijbel onderstrepen. Afhankelijk van welke vertaling je hebt moet je het wel even aanpassen zodat er staat: ‘Dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u verlangt als de Vader van Christus Jezus.’ Wat God van je verlangt, wat God van je vraagt komt voort uit zijn liefde. Laat je visie op God, je beeld van God invullen door het kruis van Christus. Kijk naar de Vader door het kruis van Christus. Als dat het kader is van je zicht op de Vader dan zie je altijd eerst zijn liefde. God laat zichzelf altijd weer zien in zijn Zoon. Ook hier in 1 Tessalonicenzen 5:18, haast in een tussenzinnetje, als het gaat over ons danken.

 

Denk je dat danken op deze manier voor jou ook mogelijk wordt? Niet los van de omstandigheden waarin je je bevindt, maar danken in alle omstandigheden waarin je je bevindt. Ik merk dat ik de neiging heb God vooral te danken voor mooie dingen die Hij mij geeft, prettige dingen, misschien moet ik ook wel zeggen ‘aardse’ dingen: gezondheid, bewaring onderweg, mijn werk, inkomen, eten en drinken, vakanties. En laten we dat ook gewoon doen. We ontvangen het immers van God. Hij geeft. We krijgen het uit zijn hand. Maar laten we niet voor die dingen alleen danken. Als je alleen voor dat soort dingen dankt dan kan de dank soms zomaar verstommen in je leven. Je begrijpt wel, dat is niet goed. Maar als God de Vader is die zijn Zoon gaf, als zijn verlangen naar onze dankbaarheid op ons af komt door Jezus Christus, moet ons eerste en grootste dankpunt dan niet zijn genade zijn? Dat Hij Christus gaf en dat wij Hem mochten leren kennen en in Hem gingen geloven? Opvallend in de brief aan de Tessalonicenzen is dat Paulus het al drie keer eerder heeft over danken. In hoofdstuk 1:2 schrijft hij: ‘Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden  en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer.’ En in hoofdstuk 2:13 zegt Paulus: ‘Wij danken God dan ook onophoudelijk dat u zijn woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar als wat het werkelijk is: als het woord van God dat ook werkzaam is in u, die gelooft.’ En in 3:9 roept de apostel uit: ‘Kunnen we God ooit genoeg voor u danken? Kunnen we hem ooit genoeg danken voor de vreugde die hij ons met u geschonken heeft?’ Waar Paulus hier voor dankt is voor het geloof, het werkzame geloof van de Tessalonicenzen.

 

Moet dat ook niet ons grootste dankpunt zijn? Gods Zoon. Zijn liefde. Zijn genade. Het kruis op Golgota. Dat je daarin gelooft. Dan hoeft je dank ook nooit te verstommen. Het is toch ook het grootste, het mooiste wat God je gegeven heeft? Niet voor niets begonnen wij deze dienst met Gezang 141: Dankt, dankt nu allen God / met hart en mond en handen / die grote dingen doet / hier en in alle landen / die ons van kindsbeen aan / ja, van de moederschoot / zijn vaderlijke hand / en trouwe liefde bood. Over die landen gesproken waar God grote dingen doet, het viel mij op dat in de dankpunten die De Verre Naasten vanuit Papoea aandraagt ook het geloof op nummer 1 staat. Acht dagen lang vroeg De Verre Naasten je met de christenen daar mee te danken. Een paar van hun dankpunten:

 

Menyawasi: ‘Ik ben dankbaar dat ik ben opgegroeid in de gereformeerde kerk op Papoea en daar Jezus heb leren kennen.’

 

Emi: ‘Dank mee dat ik op Papoea m’n roeping heb gevonden: lesgeven aan jonge Papoea’s.’

 

Lukas: ‘Dat ik kon beginnen aan de praktische bijbelschool, maakt me dankbaar.’

 

Barnaba: ‘Ik dank dat God mij gezondheid geeft om de gemeente te dienen als evangelist.’

 

Herlina: ‘Dank mee voor de mogelijkheden om me in te zetten voor straatkinderen en aidspatiënten.’

 

Wat ik opvallend vind is dat de Papoea’s niet zeggen: wij danken God voor de ontwikkeling en welvaart die de zending heeft gebracht. De emancipatie, de gezondheidszorg, het onderwijs. Wat best dingen zijn om God voor te danken. Toch noemen al deze mensen stuk voor stuk dingen die heel dicht tegen het geloof aanliggen, dingen die met werkzaam geloof te maken hebben. Met de genade en liefde van God, en daarin mogen delen.

 

En als dat jouw grootste dankpunt is, als je elk gebed begint met God te danken voor zijn genade in Christus, dan verandert dat je kijk op je omstandigheden. Het kruis van Christus wordt dan jouw venster op de wereld. Ik heb daar een foto bij. Dit is een raam in kasteel Haut Koenigsbourg, een prachtig kasteel in de Elzas (Frankrijk). Deze foto heb ik afgelopen zomer genomen. Deze foto staat voor mij voor het kruis van Christus als venster op de wereld. Wij hebben het wel eens over een ‘roze bril’ waardoor iemand de wereld bekijkt. Je ziet dan alleen de positieve kant van de dingen. Je kunt de wereld ook bekijken door de ‘bril van de economie’, dan vraag je je bij alles af wat de marktwaarde ervan is. Maar je kunt de wereld ook bekijken door het kruis van Christus op Golgota. Probeer naar deze wereld te kijken door het kruis van Christus. Probeer naar je eigen omstandigheden te kijken door het kruis van Christus. Dan wordt Gods liefde het kader voor al die omstandigheden die zich in jouw leven kunnen voordoen. Gods liefde als kader voor de moeilijke dingen: verlies, verdriet, ziekte, onzekerheid, teleurstelling. Maar ook het kader voor de mooie dingen zoals welvaart, voorspoed, gezondheid, een leven in zorgeloosheid. Voor beide geldt: kijk naar die omstandigheden in je leven door het venster van het kruis van Christus.

 

Afsluitend: Jezus Christus staat centraal in 1 Tessalonicenzen 5:18. Jezus Christus wil centraal staan in jouw dankbaarheid. Want zijn kruis op Golgota vormt het venster op God. God wil dat wij Hem danken onder alle omstandigheden. Hij vraagt dat van ons als de Vader die zijn Zoon gaf. Maar dat betekent ook: het kruis van Christus op Golgota biedt je een kader voor hoe je naar jouw omstandigheden kunt kijken. Onthou: het kruis van Christus is de opening naar God, en daarmee is het ook de opening naar dankbaarheid onder alle omstandigheden. Amen.