Het resultaat van Christus' geduld: redding

22 januari 2012

144.000 verzegelden, is dat veel of weinig? Openbaring 7 geeft antwoord op de slotvraag van hoofdstuk 6 ‘Wie kan de grote dag van Gods toorn doorstaan?’ Het verrassende antwoord is: ontelbaar velen!

Lezen: Openbaring 7

Tekst: Openbaring 7

144.000, is dat veel of is dat weinig? Ligt er natuurlijk een beetje aan waar het over gaat. Ik las ergens dat Balkenende toen hij premier was 144.000 euro per jaar verdiende. Ik vind dat veel, maar een profvoetballer vindt het waarschijnlijk weinig.

 

Nu hoort Johannes in Openbaring 7 over 144.000 verzegelden. 144.000 mensen die een zegel ontvangen dat hen beschermt op de dag van het oordeel. Maar is 144.000 dan veel of weinig? Als het werkelijk zo zou zijn dat er maar 144.000 mensen door de dag van het oordeel heenkomen, dan vind ik dat bizar weinig. Weinig hoopvol ook.

 

Hoe denkt u/jij überhaupt eigenlijk over het oordeel van God? Het oordeel van de jongste dag, wanneer Christus terugkomt. Denk je bij dat oordeel aan redding of aan veroordeling? Misschien zeg je: ‘Aan veroordeling natuurlijk want we hebben het toch over het oordeel?’ Maar is het dan ook zo dat je eigenlijk zegt: ‘Het aantal geredden is in mijn beleving kleiner dan het aantal van hen die verloren gaan.’ Maar klopt dat wel? Ik kan me voorstellen dat je dan ook schroom hebt om over het oordeel te praten. Maar klopt dit wel met wat de bijbel ons leert?

 

Even terug naar die 144.000; moet je dit getal wel letterlijk nemen? Er zijn mensen die zeggen: zeker, 144.000 is 144.000, punt uit. Ik denk, met heel veel andere bijbel lezers, dat dit getal symbolisch opgevat moet worden. Getallen in de bijbel hebben vaak een bijzondere betekenis en zeker in het boek Openbaring. 144.000 is opgebouwd uit 12 x 12 x 1000. De getallen 12.000 en 144 kom je ook tegen in Openbaring 21:16-17 waar ze toch ook symbolisch gelezen willen worden. Hier in Openbaring 7 is 12 het getal van de stammen van Israël. Zo begon God met zijn volk. Maar deze twaalf stammen zijn wel uitgegroeid: 12 kéér 12. Het getal van de twaalf stammen van Israël is vermenigvuldigd met twaalf, het getal van de twaalf apostelen. 12 x 12 spreekt van planmatigheid en volledigheid. En het getal 144 (12x12) is dan nog eens met 1000 vermenigvuldigd. 1000 is opgebouwd uit 10 x 10 x 10. 1000 staat voor veel, ontelbaar veel. Voor kinderen die net een beetje leren tellen en rekenen is 1000 een magisch getal: 1000! Misschien hebt u het kinderen wel eens horen zeggen: ‘Mijn opa is oud joh, wel 1000!’ Dus 144.000, je kunt nog ook zeggen 122 x 103, staat voor een soort super-Israël van ontelbaar veel mensen.

 

En daarmee krijgt de vraag waar hoofdstuk 6 mee eindigde een antwoord. In Openbaring 6:17 werd de vraag gesteld: ‘Wie kan de grote dag van de toorn van God en het Lam doorstaan?’ En het onuitgesproken antwoord was: ‘Niemand! Niemand kan die dag doorstaan.’ En daarom is Openbaring 7 zo verrassend. Want daar wordt gezegd: een onafzienbare menigte, een ontelbare massa mensen zal deze dag doorstaan. God is werkelijk een reddend God!

 

In aansluiting bij de preek over Openbaring 6 is het thema vanochtend:

Het resultaat van Christus’ geduld is redding, de redding van ontelbaar velen

 

Even kort over vorige week, Openbaring 6. In dat hoofdstuk wordt beschreven hoe de eerste 6 zegels van de boekrol van de geschiedenis door Christus worden verbroken. Het zegel voor zegel ontzegelen laat Christus’ geduld zien. Hij stelt zijn straf en oordeel uit. Dit geduld werd ook zichtbaar in de drie oordeelspaarden die nog niet uitrijden, dat zijn de zegels 2, 3 en 4. Bovendien krijgt de biddende kerk in de hemel en op aarde te horen dat ze nog een korte tijd geduld moet hebben; dat is hoofdstuk 6:11. Het thema vorige week was: Wees blij, Christus de Genadige gaat de geschiedenis uitrollen. En vanmorgen zien we wat het resultaat is van Christus’ geduld, namelijk de redding van ontelbaar velen!

 

De plek van Openbaring 7 is ook opvallend. Tussen hoofdstuk 6 en 8; het verbreken van de 7 zegels wordt hier onderbroken. De zegels 1 t/m 6 zijn achter elkaar verbroken, maar voordat het 7e wordt verbroken krijgen we eerst dit hoofdstuk. Het 7e zegel wordt pas verbroken in 8:1. Blijkbaar wil Christus ons eerst iets heel belangrijks laten weten. Openbaring 7 is een uitbreiding bij het 6e zegel. Direct nadat die angstige vraag van 6:17 is gesteld -‘Wie kan bestaan?’- haast Christus zich om antwoord te geven: het aantal geredden is ontelbaar. Het zijn er miljoenen!

 

Openbaring 7 laat zo ook een tweede doel van Christus’ geduld zien. In Openbaring 6 zagen we dat het geduld van Christus tijd geeft voor bekering. Dat is zijn genade. Een tweede doel van Christus’ geduld is dat het de tijd geeft om mensen dat zegel te geven. Je ziet dat in 7:1-3. Vier engelen staan op de aarde en zij houden vier winden in bedwang, vier stormwinden. In 6:13 is de wind ook onderdeel van gericht. Maar die winden worden nog in bedwang gehouden. Dan verschijnt er een engel met het zegel van God, die het ook zegt: ‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid!’ En de reden daarvoor is dit: ‘Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’

 

Wat is dit voor zegel? Vanmorgen is er gedoopt. Je zou kunnen denken: ‘Dat is het vast. De doop. Het zegel op het voorhoofd.’ Hoe mooi dat ook lijkt toch denk ik dat het zegel van Openbaring 7 hier een andere betekenis heeft. Het zegel van Openbaring 7 is: geloven, een door het geloof gestempeld leven leiden. Luister maar eens naar Efeziërs 1:13-14. Daar zegt de apostel Paulus: ‘In hem -Christus- hebt ook u de boodschap van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding, in hem bent u, door uw geloof, gemerkt met het stempel van de heilige Geest die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis, opdat allen die hij zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid.’ Zie ook 2 Korintiërs 1:21-22. Het is de heilige Geest die het stempel van God op hun leven drukt. God legt beslag op hun leven. Het zegel heeft daarom ook iets van een eigendomsmerk. In leven en sterven van Christus zijn. Hun leven wordt gestempeld door God en de dienst aan Hem. Verzegeling met dit merk beschermt tegen het naderend gericht.

 

Maar wat is dan de doop? Toch ook een bijzonder mooi en krachtig teken. Iets om gigantisch blij mee te zijn! Want in de doop verzegelt God zijn beloften: Ik wil jouw Vader zijn, voor altijd. Ik wil jouw zonden vergeven, door Jezus’ bloed. Ik wil met mijn Geest in jou werken en je tot geloof brengen. Die beloften zet God als het ware op papier met zo’n lakzegel eronder. Iets waar je je leven lang op terug kunt vallen! Maar dit is dus een ander zegel dan dat van Openbaring 7. Het zegel van de doop roept juist op tot geloof. Tot het je leven laten stempelen door God. Het stempel van de doop wil je juist brengen tot die belijdenis van Zondag 1: in leven en sterven ben ik van Christus. Daarom wordt toch ook aan de doopouders gevraagd of zij hun kind willen opvoeden in geloof. Dat kost tijd. Dat geloof is er niet van de ene op de andere dag. En zo is er ook in Openbaring 7 tijd nodig voor het verzegelen. Omdat het gaat over geloven. Het verzegelen van Openbaring 7:3 is een historisch proces. Dat is iets dat door heel de geschiedenis heen gebeurt. Zoals het verzegelen hier beschreven wordt lijkt het iets van een moment te zijn. Iets wat op één moment achter elkaar plaatsvindt. Maar dat is de manier van beschrijven. Het verzegelen is een proces dat van het begin van de wereld tot aan het einde plaatsvindt. De heilige Geest brengt door heel de tijd heen mensen tot geloof. Door zijn kracht willen zij hun leven laten stempelen door het evangelie van God.

 

En het resultaat van dit verzegelen -wat kan plaatsvinden omdat Christus geduld heeft- is overweldigend: een onafzienbare menigte die niet te tellen is, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Daarmee is de vraag van Openbaring 6:17 op verrassende wijze beantwoord. De vraag was: ‘Wie kan bestaan op de dag van Gods toorn?’ Het antwoord is: ‘Ontelbaar velen!’ Christus’ geduld heeft een enorm resultaat. De twee doelen van zijn geduld liggen daarmee in elkaars verlengde. De tijd die God geeft voor bekering vult Hij zelf in met het tot geloof brengen van mensen. Dat het God zelf is die redt blijkt uit dat prachtige lied van vers 10. Al die mensen, die ontelbaren, roepen luid: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ Dat is dus heel wat anders dan wat er in Openbaring 6:16 staat. Daar worden God en het lam getypeerd als voornamelijk toornend en wrekend en straffend. Maar 7:10 leert ons God en Christus kennen als redders. Die aanbeden moeten worden, zie vers 12: ‘Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid.’ God is een God die werkelijk redt uit het oordeel. Velen redt Hij uit zijn eigen oordeel.

 

Ik stel de 144.000 dus gelijk aan de ontelbare menigte. Het zijn twee parallelle visioenen: vers 1-8 en 9-17. Het getal 144.000 had ik ook al getypeerd als symbolisch. Als getal dat planmatigheid en volledigheid weergeeft. Als een super-Israël van ontelbaar veel mensen. Het verschil tussen deze twee visioenen is het perspectief. Het gaat over de ene kerk, eerst in z’n aardse dimensie, daarna in z’n hemelse. Op aarde ervaar je als christen strijd en verdrukking, dat zijn de verzen 1-8; de opsomming van telkens 12.000 uit elke stam doet denken aan de slagorden van Israël. Maar tegelijk deel je in de hemelse dimensie van verering van God en van het vieren van de overwinning van Christus. Dat zijn de verzen 9-17. De ontelbare menigte staat in het wit gekleed en met palmtakken in de hand voor de troon; waar eerst alleen maar de 4 wezens, de 24 oudsten en de engelen waren toegelaten. Het plaatje doet denken aan een soort hemels Loofhuttenfeest. Het Loofhuttenfeest is het feest dat Israël vierde om de woestijntijd niet te vergeten; toen ze ook in hutten, in tenten leefden. Het herinnerde aan de tijd van bevrijd zijn uit de verdrukking, maar het beloofde land nog niet bereikt hebben. Reizen onder Gods bescherming. Zo viert de christelijke gemeente de redding door Christus in het verleden en weet ze zich beschermd op haar weg naar de toekomst. Christenen zijn ‘lijdende overwinnaars’. Op aarde ervaren wij strijd en verdrukking. Maar onze liturgie voor God maakt ons deelgenoot van de hemelse verering van God en het lam.

 

En die verering van God en het lam heeft als kern hun reddingswerk; Openbaring 7:10. God en Christus zijn reddingswerkers! Zelfs op de dag van het oordeel, nee juist op de dag van het oordeel redden zij. Schroom om over het oordeel te spreken hoef je dus niet te hebben. Want je kunt op God en Christus wijzen als redders. En je kunt wijzen op het resultaat daarvan: een ontelbare menigte. God wil namelijk met de mens samen zijn. Daarom laat Hij ons dit ook zien. Daarom maakt Hij zichzelf als redder bekend. God wil samen zijn met mensen. Zijn leven met hen delen. Hen liefhebben. God wil ook bekend staan als redder om daarvoor geëerd te worden. Aanbeden, met lied en lofprijzing. Openbaring 7 is een bijzonder troostvol hoofdstuk. Zoals eigenlijk heel Openbaring troostvol is. Bemoedigend. Als je denkt dat het boek Openbaring het boek is van Gods straf en oordeel dan heb je het mis. Het is het boek van Gods geduld, van zijn waarschuwen voor wat komt. Het is het boek dat oproept tot bekering en dat laat zien dat daar ook tijd voor wordt gegeven. Het is het boek dat laat zien dat er ontelbaar velen gered zullen worden, omdat God zelf hen verzegelt, zijn Geest geeft het geloof; dat is troostvol! Openbaring is het boek dat God en Christus tekent als de redders in wie jij je redding kunt vinden!

 

Daarom vraag ik me af: wat stempelt nu werkelijk mijn leven? En ik hoop dat u/jij je dit ook wilt afvragen: wat stempelt mijn leven? Is het zegel van de Geest werkelijk zichtbaar in mijn leven? Kortom: leid ik een door het geloof gestempeld leven?

 

Er is van alles dat ons leven kan stempelen. Mooie dingen, fijne dingen, maar ook moeilijke en verdrietige. Zo kan je leven gestempeld worden door vreugde over nieuw leven, een kind dat je mocht ontvangen. Of je leven wordt gestempeld door een aanstaand huwelijk. Of door blijde verwachting, een zwangerschap. Of je leven wordt gestempeld doordat je verkering hebt. Het drukt z’n stempel op je leven. Op een fijne manier.

 

Maar je leven kan ook gestempeld worden door moeite, door ziekte, door zorg, door handicap. Of door je moeilijke jeugd. Of door een echtscheiding. Door kinderloosheid. Zo kun je over je leven spreken: ‘dit of dat stempelt mijn leven.’ En dat bepaalt ook in hoge mate je leven, het legt een schaduw over je leven. In Openbaring 7 reikt Christus je een ander stempel aan. Overweeg dat eens. Het stempel van de heilige Geest: geloof. Eigendom zijn van Jezus Christus. Dat betekent -volgens Zondag 1- dat je uit de macht van de satan bent verlost, dat de Vader je bewaart, en dat de heilige Geest je zeker maakt van het eeuwige leven en je bereid maakt voor God te leven. Wanneer dat je leven stempelt krijgt je totale leven een andere kleur. De zon gaat op over je leven. De mooie dingen worden verdiept en verbreed; de moeilijke dingen worden ingekaderd. En de Geest geeft je uitzicht op nieuw en eeuwig leven.

 

Het slot van Openbaring 7, vers 13-17, tekent dit eeuwige leven dichtbij God. Het leven van hen die hun kleren hebben gewassen in het bloed van het lam. Dat betekent: zij zochten de reiniging van hun leven in Christus. Door vergeving van zonden te vragen en te pleiten op het bloed van het lam. Opvallend in deze laatste verzen van Openbaring 7 is de overgang van visioen naar voorzegging. Hier klinkt niet langer de taal van het visioen maar van een directe voorzegging. Vers 15-17 zegt: zij staan voor Gods troon. En: God zal bij hen wonen. En zij zullen niet meer lijden, en God zal alle tranen uit hun ogen wissen. Dat zijn concrete beloften die God zal waarmaken. En dat voor ontelbaar velen. Want Hij is de redder! Amen.