Het volle zicht op de heerlijkheid van Jezus

1 februari 2015

Wil je gaan geloven en blijven geloven? Kom dan naar de kerkdiensten, want de preek is het middel dat de heilige Geest gebruikt om in je hart te werken.

Lezen: 2 Korintïërs 3:7-18

Tekst: Zondag 25

Het onderwerp van vanmiddag is de preek. Een preek over de preek. Het sluit aan op de gemeentevergadering van afgelopen donderdag over de vraag ‘met welke verwachting ga je naar de kerk?’ De spannende vraag op de achtergrond is: hoe kom je aan geloof? Zondag 25 zegt: geloof ontstaat in je hart door de preek. Niet door één preek, maar door al die preken. Geloof ontstaat door de ‘verkondiging van het evangelie’. Dat slaat op al die preken die je hoort, iedere zondag opnieuw.

 

De heilige Geest werkt het geloof in je hart door middel van de preek

Strikt genomen werken preken geen geloof in je hart. Die kracht hebben preken niet. Zondag 25 zegt op de vraag waar geloof vandaan komt: ‘van de heilige Geest’. De heilige Geest werkt geloof in je hart. De heilige Geest maakt dat je gaat geloven en blijft geloven. Geloof is een wonder. Je hart moet daarvoor veranderd worden. Van een koud en kil hart, een stenen hart, een egoïstisch hart, naar een warm en liefdevol hart dat van God en van mensen houdt. Die verandering kan alleen de Geest bewerken. Denk aan wat de bijbel zegt over Lydia, de purperverkoopster uit Tyatira: ‘De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus’ (Handelingen 16:14). Zij luistert naar de preek van Paulus, de verkondiging van het evangelie, maar vanuit de hemel wordt haar hart geopend zodat zij gaat geloven in dat evangelie. Er hebben misschien ook wel mensen bij gestaan die niet gingen geloven, zij hoorden dezelfde preek maar hun hart bleef dicht. Dus op de vraag waar geloof vandaan komt zegt Zondag 25: ‘van de heilige Geest.’ Maar de Geest doet dat niet zonder middelen te gebruiken, niet op een soort magische manier, bij toverslag. De heilige Geest gebruikt daar middelen voor. Of eigenlijk één middel: de preek, de verkondiging van het evangelie. De sacramenten (doop en avondmaal) komen daarbij. Er wordt wel eens gezegd: het plaatje bij het praatje. Sacramenten versterken het geloof, zegt Zondag 25. Ze zijn niet minder belangrijk maar ze zijn anders. Het zijn versterkende middelen. Ik las ergens dit onderscheid, een preek is ‘sprekende belofte van Gods liefde’, een sacrament ‘sprekend gebaar van Gods liefde’. In ieder geval zegt Zondag 25 op de vraag waar geloof vandaan komt: van de heilige Geest, die het geloof in ons hart werkt door de verkondiging van het heilig evangelie.

 

Spannend is die vraag wel: waar komt geloof vandaan? Want ik weet dat hier mensen zitten die heel graag willen geloven maar merken dat het niet lukt. Ik denk ook aan de preek van vorige week over kerkverlating. Het liefste wat je als ouders voor je kinderen wilt is dat ze gaan geloven. Tegelijk merk je dat je dit niet in de hand hebt. Je kunt als ouders je kinderen het geloof niet geven. Je kunt het er niet in gieten. Dat zou ook geen echt geloof zijn. Het geloof is zo bepalend voor je leven, dat komt of van binnenuit of het is er niet. Ik weet ook van mensen die worstelen met hun geloof. Ik merk ook in mezelf dat geloof op en neer gaat. Soms is het sterk, sterk aanwezig in mijn leven, op andere momenten zoek ik ernaar of zijn er dingen die het geloof naar de rand van mijn leven duwen. Geloven is niet gemakkelijk. Ik kom weinig gelovigen tegen die zeggen: voor mij is het een eitje.

 

Waarom geloven zo belangrijk is

En geloven is wel belangrijk. Waarom eigenlijk? Misschien moet ik eerst nog iets meer zeggen over wat geloof is. Zondag 25 zegt: geloof geeft ons deel aan Christus en aan wat Hij verdiend heeft. Jezus heeft met zijn offer aan het kruis op Golgota vrijspraak en vrede met God verdiend. Dat wordt van jou wanneer je gelooft. Geloven is erop vertrouwen dat Jezus deze vrijspraak en vrede heeft gekregen van zijn Vader, en dat Hij dat aan jou wil geven.

 

Nu kan ik laten zien waarom geloven zo belangrijk is. Wij leven op Gods aarde. Wij leven in een lichaam dat door God gemaakt is. Wij eten van wat God laat groeien. Wij genieten van de zon die God laat schijnen. God wil daarvoor geëerd en gedankt worden. De apostel Paulus zegt in zijn brief aan de Romeinen: ‘Gods onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij (de mensen) te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en dank gebracht die hem toekomen’ (Romeinen 1:20-21). Leven op Gods aarde, genieten van zijn zon, eten van wat Hij laat groeien brengt met zich mee dat je God daarvoor moet eren en danken. Wie leeft op Gods aarde ontkomt niet aan het eren en danken van God. God vraagt die eer en dank van je omdat je nu eenmaal op zijn aarde woont. Maar wij schieten daarin tekort. Dat maakt ons schuldig, dat verstoort de vrede met God. Maar Jezus heeft vrijspraak verdiend en nieuwe vrede gebracht. Wie daarop vertrouwt leeft weer in vrede met God.

 

En de heilige Geest gaat je dan veranderen naar het beeld van Jezus. Je zou kunnen zeggen, dat is de praktische kant van geloof. Geloven is vertrouwen op Jezus, maar het is ook worden als Jezus. Het een kan niet zonder het ander. Je kunt dus ook zeggen: geloven is liefde betonen aan God en aan je medemens. Geloven is trouw zijn. Geloven is iemand helpen. Geloven is dienstbaar willen zijn. Daaraan zie je dat je gelooft. Je verandert naar het beeld, het voorbeeld van Jezus. Zowel als het gaat over zijn relatie met de Vader als wanneer het gaat over zijn relatie met mensen. Leven op Gods aarde kan nu misschien nog zonder geloof, hoewel dat je wel schuldig stelt. Leven op Gods nieuwe aarde kan sowieso niet zonder geloof.

 

Volgens de bijbel is de preek van blijvende betekenis

Maar als dat geloof door de heilige Geest in je gewerkt wordt, wat moet jij dan nog doen? Jij moet dat middel gebruiken: naar de preek luisteren. Iedere zondag naar de preek luisteren. Zoveel mogelijk naar preken luisteren. Want dat is het middel dat de Geest gebruikt om geloof in je hart te werken. Ik kan me best voorstellen dat je je soms afvraagt waarom je naar de kerk zou gaan. Die vraag kun je hebben als je jong bent. Het is ook helemaal niet gemakkelijk om naar een preek te luisteren. Je kunt je ook afvragen of het allemaal niet anders moet, spannender, met filmpjes of interactief. Toch houdt de Catechismus vol dat de heilige Geest het geloof werkt door de verkondiging. Door de preek. Misschien zeg je: maar toen de Catechismus geschreven werd had je ook geen audiovisuele middelen. Dat klopt, die waren er niet in 1563. Maar de Catechismus heeft het in Zondag 35 wel over ‘stomme beelden als boeken der leken’. Met die leken worden de kerkgangers bedoeld, met stomme beelden de vele afbeeldingen, schilderijen en standbeelden die in de Roomse kerk stonden. In de Roomse Kerk van voor de Reformatie werd helemaal niet gepreekt. Het preken kwam in de Reformatietijd dus juist in de plaats van visuele middelen. Ik denk ook aan wat er staat in Romeinen 10. Paulus schrijft: ‘Hoe kunnen ze (hier: de joden) in hem (Jezus) geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? (…) Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus’ (Romeinen 10:14 en 17).

 

De luisterhulp van 2 Korintiërs 3:7-18

Ik ga nu naar het gedeelte dat we gelezen hebben, 2 Korintiërs 3:7-18. Want dit gedeelte geeft een luisterhulp voor het luisteren naar preken. Zodat preken, als middel in de hand van de Geest, ook echt geloof werken. En het geloof voeden. Geloof heeft voeding nodig, daarom kun je ook zo slecht geloven zonder kerk en kerkgang.

 

Wat is de sluier niet: het lezen van de wet

Waar gaat het over in 2 Korintiërs 3? Ik vertel eerst waar het niet over gaat, want deze tekst wordt nog weleens verkeerd begrepen. Ik kwam die verkeerde uitleg van deze tekst bijvoorbeeld tegen op het gkv-forum. Daar werd de vraag gesteld: ‘Waarom lezen we de wet voor in de kerk, terwijl er in de bijbel staat dat er daardoor een sluier over ons hart komt?’ Ik ga nu niet in op de vraag waarom wij de 10 geboden lezen in de kerk (een antwoord op die vraag vind je in mijn preek over zondag 44). Maar hoe wordt in die vraag op het gkv-forum 2 Korintiërs 3 gelezen? Het gaat dan vooral over vers 15. Daar staat: ‘Tot op de dag van vandaag ligt er een sluier over hun hart, telkens als de wet van Mozes wordt voorgelezen.’ Ik denk dat deze tekst echt verkeerd wordt begrepen wanneer gezegd wordt dat het voorlezen van de 10 geboden in de kerk een sluier over je hart legt en je geloofsgroei blokkeert. Of dat het voorlezen van de wet een sluier legt over de genade in Christus, of over het werk van de heilige Geest, of over de liefde van God. Daar gaat het niet over in dit vers.

 

Wat is de sluier wel: de heerlijkheid van Christus niet zien

Waar gaat het dan wel over? Allereerst zie je al direct dat er in dit vers niet een sluier over het hart komt, maar ligt. Verder is de vraag: wie zijn die ‘hun’ in dit vers? En wat is eigenlijk ‘de wet van Mozes’? Dat woordje ‘wet’ staat er niet in het Grieks, er staat: ‘als Mozes wordt voorgelezen’. Dat slaat op de Tora, de eerste vijf boeken van het Oude Testament. Je zou dit hele gedeelte eens in de Bijbel in Gewone Taal moeten lezen dan is het al veel duidelijker. Het punt is hier dit, Paulus heeft het in vers 15 over joden in zijn tijd die niet in Jezus geloven en die in hun synagogediensten uit hun bijbel lezen, de Tora, maar daar Christus niet in zien. Zij geloven niet in Jezus de Messias, de Zoon van God, en daarom begrijpen zij de bedoeling van hun eigen bijbel niet. Even een zijpaadje: de bijbel van de joden bestaat uit Tora, Nefiïm en Ketuvim. De Tora is Genesis t/m Deuteronomium, ook wel ‘de boeken van Mozes’ of ‘de wet’. Daarnaast heb je de profetische boeken (Nefiïm) en de geschriften (Ketuvim). De profetische boeken sporen aan uit de Tora te leven, de geschriften laten zien of en hoe er uit de Tora geleefd werd. Maar de openbaring die God door Mozes had gegeven, de Tora, dat was de bijbel van de joden. Ik lees nu vers 14-15 even voor uit de Bijbel in Gewone Taal: ‘De Israëlieten hebben de heilige boeken nooit goed kunnen begrijpen, en ze begrijpen die nog steeds niet goed. Dat lukt pas als ze in Christus gaan geloven. Ook nu nog begrijpen de Israëlieten het niet goed als er voorgelezen wordt uit de wet van Mozes. Het lijkt wel alsof er een doek over hun verstand ligt.’

 

Nu komt dat verhaal van de sluier oorspronkelijk uit Exodus 34:29-35. Ook de kinderen hier in de kerk hebben daar wel eens over gehoord. Dat het gezicht van Mozes als hij met de Here gepraat heeft helemaal glanst. Nogal heftig glanst, op het bizarre af. Als je er een film over zou maken zou zijn gezicht echt op een gekke manier licht geven. De Israëlieten worden er dan ook bang van en vragen aan Mozes om een doek over zijn hoofd te doen. Paulus geeft nog een tweede reden voor die doek over Mozes’ gezicht. Paulus zegt dat die doek voorkwam dat de Israëlieten zouden zien dat de glans van Mozes’ gezicht telkens weer verdween (2 Korintiërs 3:13). Want Mozes wilde niet dat de Israëlieten gefixeerd zouden blijven (zich blind zouden staren) op iets wat zou verdwijnen, namelijk het oude verbond van de tabernakel en de offers als de weg voor de omgang met God. Wat daarvoor in de plaats is gekomen is het nieuwe verbond met Christus als de weg naar God, Christus en zijn offerdienst in het hemelse heiligdom, denk aan wat we daarover lezen in Hebreeën. Het verschil tussen het oude en nieuwe verbond is in de kern de persoon van Christus. Kijk maar in 2 Korintiërs 3:6. Het oude verbond is dat van de geschreven wet, de boeken van Mozes, het nieuwe verbond is dat van de sprekende Geest. En wat de Geest zegt is: Jezus is Heer (1 Korintiërs 12:3). Denk opnieuw aan die beginhoofdstukken van Hebreeën: Jezus is meer dan Mozes, nu de tijd ten einde loopt heeft God tot ons gesproken door zijn Zoon, Jezus is de apostel en hogepriester van ons geloof. De grote fout van de niet christelijke joden na Pinksteren is niet dat zij zich willen houden aan de wet van God, maar dat zij Jezus niet erkennen als de Zoon van God. Ze houden vast aan het oude systeem terwijl God met een nieuw en beter systeem is gekomen. Daarom zegt Paulus in 2 Korintiërs 3:14: ‘Hun denken verstarde.’ En, gaat Paulus verder, ‘dezelfde sluier ligt tot op de dag van vandaag over het oude verbond wanneer het voorgelezen wordt. Hij wordt alleen in Christus weggenomen.’ Oftewel, de joden zijn blijven steken in het oude systeem, en er ligt een soortgelijke sluier over hun bijbel als Mozes over zijn gezicht deed, zodat de joden niet inzien dat het oude verbond zou verdwijnen. Ten diepste, zegt Paulus in vers 15, ligt die sluier over hun hart. Want ze zien niet de heerlijkheid van Jezus. Ze staren zich blind op zijn menselijkheid en zien in Hem niet zijn werkelijke glans en glorie, de glorie van zijn Vader. Pas als de joden Jezus gaan zien als de heerlijke Zoon van God, vol van Gods licht, pas dan wordt de sluier weggenomen (vers 16). En dan licht ook de hele Tora voor hen op als een boek dat in alles heenwijst naar Jezus.

 

De preek ontsluiert: hoor daarin de heerlijke stem van Jezus

Terug naar de preek vandaag, en dan neem ik de winst mee van wat we ontdekt hebben in 2 Korintiërs 3. Mijn vraag is: zie jij het licht-gezicht van Jezus in de preek? Andersgesteld: hoor jij de heerlijke stem van Jezus in de menselijke verkondiging? Wat is dat belangrijk. De heilige Geest werkt geloof in je hart door de verkondiging van het evangelie. Maar op de preekstoel staat een mens. Toch spreekt Christus tot je in die mensenwoorden. Daar zit een hele grote, basale, eerste overtuiging: in de preek spreekt Christus tot mij. Híj zegt iets tegen mij, ik hoor zíjn stem. Dat is ook de context van deze hoofdstukken in 2 Korintiërs. Paulus verdedigt zijn apostelschap. Sommigen zeggen: het is niks. Maar Paulus zegt dan: de heerlijkheid van mijn verkondiging is de heerlijkheid van Christus. Mijn verkondiging is meer dan die van Mozes, omdat de boodschap die ik mag brengen nooit meer verdwijnt. Dit is blijvend evangelie. Niets is heerlijker dan Jezus als de weg naar God. Want in Jezus zie je de heerlijkheid van God zelf. Zijn heerlijke liefde. Zijn heerlijke trouw. Zijn heerlijke geduld. Zijn heerlijke rechtvaardigheid. Zijn heerlijke goedheid en genade. In Jezus zie je de heerlijkheid, het licht van God zelf. Toen Jezus op aarde was zag en hoorde je in Hem de heerlijkheid van zijn Vader. Niet iedereen zag dat. Wie het wel zagen werden veranderd, werden nieuwe mensen (Johannes 1:14 en 12). Nu Jezus in de hemel is hoor je in de preek zijn heerlijke stem. Niet iedereen hoort dat. Dan heb je een sluier op je hart. Dan ligt er voor jou een sluier over de verkondiging. Het zijn voor jou woorden van een dominee waarbij je zelf wel uitmaakt wat je ervan gelooft. Dat is zo jammer, want wie Christus’ stem hoort in de preek, Christus’ eigen stem vanuit de hemel, die wordt veranderd. Die wordt veranderd naar het beeld van Jezus.

 

Onder de indruk raken van Jezus maakt je tot nieuwe mens

Als jij naar een preek luistert met de overtuiging dat Christus op dat moment tot je spreekt -een waarschuwing, een bemoediging, een aansporing, een woord van troost, een uitnodiging, een onthulling- dan verander je. Misschien niet in een keer, maar het kan niet anders dan dat je verandert. Je wordt zoals Christus is. Steeds meer. Net zoals je van de zon bruin wordt, zo word je van het horen en zien van de heerlijkheid van Christus een ander mens: liefdevol, trouw, geduldig, goed, genadig, vergevingsgezind, behulpzaam, gehoorzaam, vriendelijk, vredelievend. Zoals wij onder de indruk zijn van groots en beroemd, van koninklijk en rijk (denk aan ‘shownieuws’ of ‘hoe heurt het eigenlijk’) zo kun je ook onder de indruk raken van Jezus. Van zijn grootsheid, van zijn koninklijke waardigheid, van zijn goddelijke heerlijkheid, van zijn liefde en goedheid. Ik denk dat onder de indruk raken van Jezus de manier is waarop de Geest je verandert naar het beeld van Jezus. Paulus zegt daarover in 2 Korintiërs 3:18: ‘Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.’ Heb je dat wel eens gemerkt? Bedenk voor jezelf wanneer jouw geloof op zijn sterkst was en hoe dat kwam.

 

Elke preek is een leespreek

Vraag jezelf af: hoor ik de onbedekte, heerlijke stem van Jezus in de verkondiging? Neem die vraag vanmiddag mee naar huis. Dan gaat het over je luisterhouding. Dat heeft ook te maken met de manier waarop je je voorbereid op de kerkdienst. Bid je bijvoorbeeld om Gods zegen, om een open houding bij jezelf, vraag je Jezus tot je te spreken? Wat verwacht je van een kerkdienst? Jezus’ stem horen in de preek is eigenlijk net zoiets als wanneer een preek gelezen wordt van een dominee die je goed kent. Een dominee die je zelf vaak gehoord hebt. Terwijl de preek wordt voorgelezen kun jij de stem en de intonatie van die dominee in je hoofd horen. Je kunt de stemklank van iemand oproepen in je geheugen. Als ik een leespreek hoor van professor Van Bruggen dan heb ik dat ook, dan kan ik bedenken hoe die preek uit zijn eigen mond zou klinken, ik hoor zijn eigen stem daarin (ik ben bij Van Bruggen afgestudeerd en vond hem een van de betere proffen). Zo moet je in elke preek proberen de stem van Christus te horen. Nu weet je natuurlijk niet hoe zijn stem klonk en met wat voor intonatie Hij sprak, maar luister naar een preek alsof het een preek van Jezus is. Eigenlijk is elke preek een leespreek. Luister naar een preek alsof het een preek van Jezus is. Een bemoediging van Jezus, een aansporing van Jezus, een woord van troost van Jezus, een onthulling van Jezus zelf over wie Hij is. Er is maar één ding dat geloof kan werken: het volle zicht op de heerlijkheid van Jezus. Amen.