Het volle zicht op de liefde van Jezus

8 februari 2015

Aan de avondmaalstafel kijken we achteruit naar Golgota, omhoog naar onze Heer in de hemel, vooruit naar de bruiloft van het Lam en opzij naar onze broeders en zusters in de gemeente. De rode draad hierin is het herstel van de liefde.

Lezen: Matteüs 26:26-29, 1 Korintiërs 10:14-22 en 11:27-29

Tekst: Zondag 28-30

Ik wil vanmiddag wat vertellen over het avondmaal. Wat hebben wij zojuist gedaan? Wat hebben zij gedaan die hier vanmorgen of vanmiddag het avondmaal vierden? Ik kan me voorstellen dat je daar als kind of als jongere bijzit en denkt: oké... best wel saai. Er gebeurt eigenlijk niks, tenminste niet heel veel. Beetje zitten, één stukje brood, één slokje wijn. Misschien denk je wel: dan heb ik eigenlijk nog liever een goede preek.

 

Dus wat gebeurt er nou aan het avondmaal? Want er gebeurt heel veel, alleen je moet het leren zien. Je moet de betekenis ervan leren zien. Dat is net als met een trouwring. Dat is maar een klein stukje metaal, maar met een hele mooie en diepe betekenis. Als je die betekenis kent (ik hou van jou, ik wil je trouw zijn, ik draag je naam met me mee) dan is zo’n ring opeens heel waardevol.

 

De kern van het avondmaal: de liefde van Jezus zien

Zo hoop ik dat het avondmaal ook heel waardevol voor je wordt. Ik ga vanmiddag vier kanten van het avondmaal laten zien en één rode lijn. Aan het avondmaal kijk je achteruit, kijk je omhoog, kijk je vooruit en kijk je opzij. Achteruit naar de kruisdood van Christus op Golgota. Omhoog naar de hemel waar Christus zit aan de rechterhand van zijn Vader. We kijken vooruit naar de bruiloft van het Lam (dat is het moment waarop Christus en zijn gemeente één worden op de nieuwe hemel en aarde). En we kijken aan de avondmaalstafel opzij naar elkaar in de gemeente. De rode lijn daar dwars doorheen is dit: het avondmaal is een liefde-herstel-maaltijd. Denk aan het familiediner van de EO, de maaltijd die mensen dan uiteindelijk met elkaar hebben is bedoeld om de liefde weer te herstellen. Mensen hebben soms jarenlang langs elkaar heen geleefd, koppig en boos, maar ook onmachtig om de eerste stap te zetten. Maar lekker zit het ze nooit, ze hebben er altijd verdriet van. Als ergens liefde ontbreekt waar het wel zou moeten zijn, zoals in families of gezinnen, maar ook in de kerk, dan knelt dat het leven af. Dat voelt niet goed en het is ook niet goed. Mensen hebben liefde nodig. All you need is love. Liefde geeft ruimte aan het leven. Je leven wordt lichter door liefde. Liefdeloosheid knelt het leven juist af. Liefdeloosheid schrijnt en maakt het leven donker.

 

Nu is het avondmaal een liefde-herstel-maaltijd in die zin dat het de liefde tussen God en jou herstelt. Maar ook herstelt het de liefde in jou, je leert weer liefhebben. En het herstelt de liefde tussen jou en de mensen om je heen. Al dit herstel vindt plaats op grond van die ene kern, dat jij de liefde van Jezus ziet. In het avondmaal zie je de liefde van Jezus. Kijk maar eens mee naar die vier blikrichtingen.

 

Jezus zei: hier, neem mijn leven maar

Aan de avondmaalstafel kijken we achteruit naar de kruisdood van Jezus op Golgota. Ik lees twee verzen voor uit Matteüs 26:26-28.

 

Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.’

 

Hele bekende verzen. Jezus heeft het hier over zijn kruisdood die op het moment dat Hij dit zegt al heel dichtbij is. Om de liefde van Jezus in deze woorden te voelen moet je bedenken dat Jezus hier eigenlijk zegt: ‘Hier, neem mijn lichaam maar!’ ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ Wij kunnen tegen iemand zeggen: hier, neem mijn auto maar. Je leent je auto uit. Als het goed gaat krijgen we hem gewoon weer terug. Nu vraagt God ons lichaam van ons, God vraagt ons leven. Hij wil het hebben om twee redenen: God wil dat wij Hem dienen met ons leven, en God zegt: vanwege je zonde moet je sterven. En dan zegt Jezus tegen ons: ‘Hier, neem mijn lichaam maar!’ Jezus zegt dat niet tegen God, Jezus zegt dat tegen ons: neem mijn lichaam maar. Zodat het sterft in jouw plaats. Zodat het God dient in jouw plaats. Wat een liefde van Jezus! Hij geeft ons zijn lichaam en bloed.

 

Maar waarom moeten we bij het avondmaal altijd weer stilgezet worden bij onze zonden? Dat is een vraag die ik met regelmaat hoor en die ik ook zelf heb. Het avondmaal lijkt daardoor altijd wat dubbel, moet je nou blij zijn met je verlossing of verdrietig over je zonden? Wat is het nou voor feest? Als je zegt avondmaal ‘vieren’ dan is het blijkbaar een feest. Nou zie je dat er nog niet direct aan af. Maar denk even terug aan het familiediner van de EO. Spat het feest daar vanaf, die diners waarbij familieleden na jaren weer met elkaar aan tafel zitten? Nee, en dat is ook logisch. Eerst moet er gepraat worden, eerst moet er iets hersteld worden.

 

Zo is dat ook aan de avondmaalstafel. Voordat de liefde tussen God en jou hersteld kan worden, vernieuwd kan worden, is het nodig dat je je liefdeloosheid inziet. Je zonden. Zonde is in de kern liefdeloosheid. Of misschien nog scherper: zonde is in de kern liefde voor jezelf. Waarbij de ander, of dat nou God is of je medemens, opzij moet. Voordat de liefde in jou hersteld kan worden -de gevende liefde- moet je inzicht hebben in hoe het eerst was. Inzicht in je zonden. Voordat de liefde tussen God en jou vernieuwd kan worden moet je inzicht hebben in wat je God hebt aangedaan. Als het gaat over dingen als vergeving, verzoening en herstel van de liefde, dan zitten er heel veel parallellen tussen hoe dat bij mensen is en hoe dat tussen God en een mens is. Bedenk hoe zoiets gaat tussen mensen. Dat kan je helpen om het herstel van de liefde tussen God en jou beter te begrijpen. Onthoud dat voor het herstel van de liefde -tussen God en jou, tussen mensen onderling, maar ook het herstel in jezelf van het kunnen liefhebben- inzicht nodig is in je liefdeloosheid. En dat je denkt: dat wil ik nooit meer. Van dit inzicht wordt het feest alleen maar groter.

 

Jezus stilt je honger naar liefde vanuit de hemel

Aan de avondmaalstafel kijken we omhoog, naar Jezus in de hemel. Denk aan de woorden die vlak voor de viering worden uitgesproken: ‘de harten omhoog’, of in een nieuwere formulering: ‘laten we onze harten richten op hem, die koning is in de hemel en gastheer aan deze tafel.’ Bij dit aspect van het avondmaal wil ik een paar verzen lezen uit 1 Korintiërs 10:14-22.

 

Om deze reden moet u, geliefde broeders en zusters, u verre houden van afgodendienst. Ik spreek tot verstandige mensen, dus u kunt wat ik nu zeg naar waarde schatten. Maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood. Kijkt u eens naar het volk van Israël. Hebben tempeldienaars die van de offers eten niet eveneens deel aan hetgeen geofferd wordt? Wat wil ik met dit alles zeggen? Dat offervlees een bijzondere betekenis heeft? Of dat afgoden echt bestaan? Dat niet, maar wel dat heidenen aan demonen offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u één wordt met demonen. U kunt niet drinken uit de beker van de Heer en ook uit die van demonen, u kunt niet deelnemen aan de maaltijd van de Heer en ook aan die van demonen. Of willen we de Heer tergen? Zijn we soms sterker dan hij?

 

Ik begon de preek met de vraag: wat gebeurt er nou aan het avondmaal? Antwoord: je verbindt je aan Jezus. En Hij verbindt zich aan jou. Opnieuw. Het is een vernieuwing van de relatie die bij je doop ontstond. De doop markeert het begin van die relatie, het avondmaal is de vernieuwing van die relatie en het vieren van die relatie. Eten verbindt, dat is het punt in 1 Korintiërs 10. Een offermaaltijd brengt je in verbinding met de god aan wie dat offer gebracht wordt. Dat gold voor de offermaaltijden die de Israëlieten hadden, zo zagen ook de Grieken en Romeinen in de tijd van Jezus dat. Daarom waarschuwt Paulus hier voor deelnemen aan beide maaltijden: offermaaltijden voor afgoden bijwonen en tegelijk het avondmaal vieren. God wil jou niet delen met concurrenten. Dat eten verbindt begrijpen wij ook best. In onze cultuur ga je uit eten met vrienden, familie of collega’s. Of als je een date hebt ga je uit eten. Samen eten verbindt je met elkaar. Zo is ook het avondmaal een maaltijd van verbinding.

 

Daarom kijk je aan de tafel omhoog. Want Jezus leeft in de hemel. Het brood en de wijn zijn slechts tekenen. Net zoals je trouwring niet je huwelijk is, zo is het brood en de wijn niet datgene wat de relatie voedt. Niet datgene wat je geloof en de liefde in je voedt. Wat voedt dan wel de liefde in je? Dat is het zicht op de liefde van Jezus. Ik haalde net een van die teksten aan die vlak voor de viering wordt uitgesproken (de Opwekking) ik lees nu een van de langere: ‘Om met het echte brood uit de hemel, Christus zelf gevoed te worden, moeten we niet alleen naar dit brood en deze wijn kijken. We moeten juist omhoog kijken, onze blik richten op Jezus Christus, die aan de rechterhand van zijn Vader in de hemel voor ons pleit. Laten we vast geloven dat we door de werking van de heilige Geest zijn lichaam en bloed geestelijk te eten en te drinken krijgen’ (formulier 1). Dus wat je echte honger stilt is Jezus’ lichaam en bloed. Je echte, diepe honger is je honger naar liefde. All you need is love. Die honger wordt gestild wanneer je de liefde van Jezus ziet en ontvangt. Dat is geloven, de liefde van Jezus zien en ontvangen. Denk even terug aan Zondag 25: de heilige Geest werkt het geloof in je hart door de verkondiging van het evangelie en Hij versterkt dit geloof door doop en avondmaal. Ook in het avondmaal is de Geest actief, is Hij de werkzame kracht. Door zijn kracht ga je in het avondmaal de enorme liefde van Jezus voor je zien. Onderschat het avondmaal niet, je ziet er de liefde van Jezus in. Vraag de Geest om je ogen daarvoor te openen. Zo voorkom je ook overschatting van het avondmaal, alsof dat stukje brood en dat slokje wijn je honger naar liefde stillen. Dat doet alleen de liefde van Jezus voor jou. Kijk naar Jezus in de hemel.

 

De liefde wordt volmaakt: de bruiloft van het Lam

Aan de avondmaalstafel kijk je vooruit. Want opvallend is dat de gastheer bij deze maaltijd zelf ontbreekt. Jezus is niet in levende lijve aanwezig bij het avondmaal. In de Geest is Hij aanwezig, gelukkig. Maar er komt een dag dat je echt bij Jezus aan tafel mag zitten. Een maaltijd van Jezus als bruidegom met zijn bruid, dat is de kerk.

 

Ik lees daarover Matteüs 26:29 en ik zal vertellen wat daar gebeurt, wat Jezus daar doet. Het is een vers dat ook het avondmaalsformulier gehaald heeft, je hebt het dus al vaker gehoord.

 

Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.

 

Wat Jezus hier doet is een gelofte afleggen. ‘Ik zal niet meer... voordat ik...’ Je komt dat ook tegen bij Paulus. De bijbel vertelt dat hij op een gegeven moment zijn hoofdhaar afscheert omdat hij onder een gelofte stond (Handelingen 18:18). Blijkbaar had Paulus gezegd: ‘Ik zal mijn haar niet meer afscheren, voordat ik dit of dat gedaan heb.’ Jezus zegt hier: ‘Ik zal geen wijn meer drinken voordat de nieuwe hemel en aarde gekomen is.’ Jezus is geen geheelonthouder (dat wisten we al van de bruiloft in Kana) maar zolang het koninkrijk van God nog niet gekomen is, onthoudt Jezus zich van wijn. Dat glas wijn bij het laatste Pascha was ook zijn laatste glas wijn tot nu aan toe. Dat heeft iets van vasten. Jezus concentreert zich volledig op het laten komen van zijn rijk, zijn vrederijk. Jezus wil niet genieten van de wijn terwijl wij nog in de gebrokenheid van deze wereld leven. Zo laat Hij zien dat Hij met ons meeleeft. Zo laat Hij ook zien dat zijn koninkrijk echt zal komen. Er komt een dag dat Jezus het glas weer heft. Niet omdat Hij nou zo snakt naar een goed glas wijn maar omdat Hij weet dat op die dag de vreugde voor ons begint. Jezus weet dat Hij daar uitkomt. Met deze wereld. Met zijn kerk. Hij weet dat zo zeker dat Hij -bij wijze van spreken- alle wijn van de wereld erom durft te verwedden: voor mij geen wijn meer tot wij in mijn koninkrijk samen aan tafel zitten. Je ziet daarin opnieuw zijn liefde. Dit is ook het bevrijdende van het avondmaal. Jezus breekt door onze onmacht heen. Door jouw onmacht en mijn onmacht. Jezus herstelt de liefde in jou. Zodat jij weer kunt liefhebben. Daar werkt Jezus geconcentreerd aan. In zijn koninkrijk zal dat volmaakt zijn. Geloof dat maar. Hij heeft zichzelf daaraan verbonden, Hij heeft zich daar persoonlijk toe verplicht.

 

Deel deze liefde uit in de gemeente

Aan de tafel kijken wij opzij en zien wij elkaar als broeders en zusters van één gemeente. Ik lees daarbij een paar verzen uit 1 Korintiërs 11:27-29.

 

Daarom maakt iemand die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig tegenover het lichaam en het bloed van de Heer. Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt, want wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf.

 

Deze verzen vormen duidelijk een waarschuwing. Waartegen? Het is niet de bedoeling dat deze verzen je bang maken voor het jezelf per ongeluk een oordeel eten en drinken omdat je niet zou beseffen dat het om het lichaam van de Heer gaat. Waarbij onduidelijk is wat dat laatste dan betekent; besef ik wel dat het om het lichaam van de Heer gaat? Natuurlijk besef ik dat, denk je. Bij het avondmaal gaat het om het lichaam van de Heer, zijn gebroken lichaam, zijn vergoten bloed. De vertaling van 1951 zegt hier: hij of zij eet en drinkt zich een oordeel die ‘het lichaam niet onderscheidt’. Maar vul nu voor ‘lichaam’ eens in ‘de gemeente’. Dan staat er dit: ‘Want wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om de gemeente van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf.’ In die lijn vertaalt ook de Bijbel in Gewone Taal. Maar wat ik een sterker argument vindt is dat in zowel in hoofdstuk 10:17 als in hoofdstuk 12:12-31 de gemeente wordt vergeleken met een lichaam. En in hoofdstuk 11 is het probleem toch ook de onderlinge omgang in de gemeente? Het punt is dit, in het avondmaal deelt Christus zijn leven met ons: ‘Hier, neem mijn lichaam maar!’ Iemand die dat ontvangt kan toch vervolgens niet zijn hart gesloten houden voor zijn broeder of zuster? Genade is shareware. Genade wil gedeeld worden. Jij ontving genade gratis, dus je kunt er van je medemens niets voor vragen.

 

En die medemens van jou heeft liefde nodig. Net als jijzelf. Dat is een diepe innerlijke honger. All you need is love. Wat een mens nodig heeft is de liefde van Christus. Een liefde die door de Geest op je afkomt. Een liefde die Hij ook aan je wil geven via de woorden en daden van mensen. Want liefde geeft ruimte, liefde maakt het leven mooi. Bedenk dat het zicht op Jezus’ liefde de liefde in jou herstelt. Er is maar één ding dat liefde in je kan werken: het volle zicht op de liefde van Jezus. Dat wil Jezus je laten zien en proeven en voelen in het avondmaal. Amen.