Het wonder van de toegang tot de Vader

19 september 2021

De drie goddelijke personen -Vader, Zoon en Geest- bundelen hun ene liefde voor de mens en maken ruimte in hun heerlijke relatie voor een vierde.

Lezen: Efeziërs 2:11-22

Tekst: Efeziërs 2:18

Wat is het geweldig om zo met zijn allen bij elkaar te mogen zijn. Wat heb ik dit gemist. Ik hoop u en jullie ook. Langzaam aan gaan de kerkdeuren steeds verder open. We hebben weer twee ochtenddiensten, de catechisaties zijn van de week weer begonnen voor alle groepen in het normale wekelijkse ritme, er is weer ruimte voor verenigingen. Moge God het ons geven dat het zo blijft.

 

Tegelijkertijd is de toegang tot de kerkdienst nog steeds beperkt en omgeven met regels. Ook voor deze buitendienst moest je je opgeven. Ik kan me voorstellen dat dit frustreert. Mag je ergens naar binnen, dat is sinds corona een concrete vraag. Toegang is niet meer vanzelfsprekend. Mensen maken zich daar boos over, waarom mag ik niet gewoon naar binnen?

 

Datzelfde gevoel kun je hebben bij het horen van de tekst van vanmiddag, Efeziërs 2:18: ‘Dankzij hem (Jezus) hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.’ Was er eerst geen toegang dan? Wat je in deze tekst ontdekt is het wonder van de toegang tot de Vader. Die toegang spreekt inderdaad niet vanzelf. Het wonder van de toegang tot de Vader is dit: de drie goddelijke personen -Vader, Zoon en Geest- bundelen hun ene liefde voor de mens.

 

Wat de apostel Paulus hier opschrijft doet denken aan een audiëntie. Dat betekent dat je op bezoek mag bij een koning of een ander belangrijk persoon. Laten we even uitgaan van onze koning. Er moet iemand zijn die dat bezoek voor je regelt, die de koning bereid maakt jou te ontvangen. En als het dan zover is, is er iemand die jou door het paleis meeneemt en je tot voor de koning brengt. Als het gaat over God de Vader, dan is Jezus degene die het bezoek voor jou regelt en de heilige Geest is degene die jou meeneemt de troonzaal door tot je voor de Vader staat.

 

Denk aan hoe dat gaat bij koningin Esther (Esther 4:11, 5:1-3). Zij mag niet zomaar naar de koning toe. Misschien was koning Ahasveros bang voor een aanslag op zijn leven, misschien voelde hij zich hoog boven de mensen verheven en eiste hij alle eer. In ieder geval, als iemand zomaar naar de koning toeliep werd hij of zij zonder pardon gedood. Tenzij de koning hem of haar een gouden staf toestak.

 

Maar God de Vader wil het heel anders. Hij is ook niet bang voor aanslagen op zijn leven. Wel moet Hem de hoogste lof en eer gebracht worden. En daar ging het mis bij de zondeval, de mens wilde dat niet. En toen het paradijs voor de mens op slot ging verdween ook de vrije toegang tot de Vader. Maar Vader, Zoon en Geest laten het daar niet bij zitten. Vader, Zoon en Geest delen een eeuwige, eindeloze liefde voor elkaar. Vorige week hadden we het daar al kort over bij de behandeling van Zondag 8 van de Catechismus. Het geheim van de drie-eenheid van God is dat het in Hem vol is van onderlinge relatie. Het laatste plaatje op de beamer vorige week zondagmiddag kwam uit de film The Shack. Je kunt best kritiek hebben op de film en op het boek (De uitnodiging), maar hoe de drie-eenheid wordt uitgebeeld laat wel iets zien van de waarheid van hoe Vader, Zoon en Geest liefde delen en in relatie staan tot elkaar. En het laat iets zien van hoe de mens daarin mag delen. Het punt vanmiddag is dit, toegang tot God de Vader is een wonder. Een heerlijk wonder. De drie-ene God deelt zijn liefde met de mens, maakt ruimte in hun heerlijke relatie voor een vierde. Geen mens vroeg hierom, geen mens zocht hiernaar, geen mens kan dit regelen. Onze toegang tot de Vader is en blijft een wonder dat geen mens kan verklaren. Dat wij mogen delen in de liefde van de Drie-ene is iets waar we ons alleen maar over kunnen verwonderen.

 

Waarom biedt God ons deze toegang? Waarom nodigt Hij ons uit: loop toch bij Mij binnen! Wat vind je binnen? Ik denk aan wat er staat in Hebreeën 4:14-16. Daar gaat het ook over de bemiddelende rol die Jezus heeft bij ons toegang krijgen tot de Vader, maar dan staat er in vers 16: ‘Laten we dus zonder schroom (aarzeling) naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.’ Daar gaat het om, bij de Vader binnen vind je barmhartigheid en genade. Barmhartigheid wil zeggen dat God zijn hart voor ons opent. Als mens ben je ten diepste alleen. Je diepste gedachten, je donkerste zorgen, je meest duistere angsten - bij medemensen kun je ze vaak niet kwijt. Het van je overnemen kunnen ze al helemaal niet. Ernaar luisteren, ja, en dat helpt soms ook. Maar je kunt het ook treffen dat de reactie van de ander hard is, ongevoelig. Bij God vind je een volledig geopend hart, Hij neemt jouw moeiten en angst werkelijk in zich op. En Hij reageert altijd met genade, met aandacht en zorg voor jou. Hij vult aan wat jij mist. Geen verhaal is Hem te gek en zijn reactie is altijd liefde. Voor mensen die ten diepste alleen zijn is de toegang tot de Vader van levensbelang. Dit redt ons.

 

Hoe ga je dan binnen bij de Vader? Op welke manier en op welke plek? Ik denk aan drie dingen. Het eerste is het gebed. In Efeziërs 6:18 staat: ‘Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt, blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen’. Eerder zei ik dat de heilige Geest je door het paleis en de troonzaal heenleidt naar de Vader. De Geest wijst de weg, Hij neemt je bij de hand. Denk ook aan wat er staat in Romeinen 8:26: ‘De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten’. En in het vers daarna: ‘God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen’. Soms is je gebed gestamel, een zoeken naar woorden. Maar wees in je gebed bij God. Het is een van de momenten en manieren waarop je het dichtst bij Hem bent.

 

De tweede plek van toegang tot de Vader is de liturgie zoals die vorm krijgt in kerkdiensten. Denk hierbij aan Openbaring 4:1, de apostel Johannes beschrijft daar zijn visioen: ‘Er stond een deur open in de hemel’. Wat volgt is een beschrijving van de huidige, hemelse werkelijkheid. De werkelijkheid van Gods regering, de werkelijkheid van onze verzoening, de werkelijkheid van Gods overwinning en vrederijk. Ik vind het mooi hoe de kerk op aarde nu al laat zien hoe het zal zijn in Gods koninkrijk. Gods koninkrijk is een samenleving van mensen, door God gevormd, waarin Hij centraal staat en waarin Hij aanbeden wordt. Iets daarvan wordt nu al zichtbaar in de gemeente; dat is ook zo’n samenleving. In de kerkdienst is er toegang tot de Vader. De hemel gaat open en die andere manier van leven wordt even zichtbaar: leven in vrede met God en in vrede met elkaar, leven uit genade.

 

De derde manier waarop we toegang hebben tot de Vader is bij elkaar. Ik denk daarbij aan Jakobus 5:16: ‘Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen’. In de protestantse traditie is de biecht verdwenen, wellicht ook vanwege de ontsporingen in de roomse kerk. Maar het is wel bijbels om elkaar op Gods genade te wijzen. Om iemand te helpen zich weer met God te verzoenen en dan namens God genade te verkondigen. Want God is in de hemel, Hij spreekt tot ons door de Bijbel en Hij legt die woorden met zijn Geest in ons hart. Maar je mag Gods stem hier op aarde ook letterlijk horen in wat je broeder of zuster tegen je zegt. In je medemens die spreekt van genade mag je Gods stem horen. In je medemens die naar je luistert mag je Gods gehoor ervaren. Dit wordt prachtig verwoord in het lied Ik wil jou van harte dienen. Bijvoorbeeld in couplet 1: ‘Ik wil jou van harte dienen / en als Christus voor je zijn / Bid dat ik genade vind / dat jij het ook voor mij kunt zijn.’ En in couplet 3: ‘Ik zal Christus’ licht ontsteken / als het duister jou omvangt / Ik zal jou van vrede spreken / waar je hart naar heeft verlangd.’

 

Dus drie plekken waar je die wonderlijke toegang vindt tot de Vader: in het gebed, in de liturgie en bij elkaar. De vraag is nu, ga jij die weg, gebruik je de toegang? Soms merk ik dat mensen -terwijl ze op zoek zijn naar Gods Vaderhart- de middelen niet gebruiken: een zwak gebedsleven, de kerkdienst gemakkelijk overslaan, elkaar niet opzoeken in de gemeente. Dat werkt niet. Natuurlijk is het na anderhalf jaar corona een drempel om weer naar de kerk te gaan. En je beleeft in de kerkdienst lang niet altijd dat de hemel boven je opengaat. Maar stap die drempel over, maak het weer gewoon voor jezelf om naar de kerk te gaan. Ook die andere drempel begrijp ik, dat je zegt: maar met sommige mensen heb ik niets, of sterker nog: sommige mensen liggen me niet. Dat zal zo zijn. Toch moeten we samen door één deur, want er is maar één deur. Efeziërs 2:18 zegt het heel duidelijk: wij ‘allen’ hebben door ‘één Geest’ toegang tot de Vader. Het is samen of niet. De ernst van het evangelie van vanmiddag is dat niet binnengaan betekent dat je de genade en liefde van God niet vindt. Je kunt blijven zoeken maar je vindt het niet. Wie zo Gods liefde afwijst wordt eenzaam. Je mist het contact met God maar ook het contact met mensen. Ga je wel binnen dan deel je in de grote liefde van de Drie-ene. Een liefde die ook de verbinding legt met de medemens. Dat is het uitzicht: binnenlopen bij de Vader en binnenlopen bij elkaar. Het leven delen. Liefde delen. Genieten van het mens zijn zoals God het bedacht en bedoeld heeft. Het mooiste is, Jezus en de heilige Geest helpen je om binnen te gaan. Gods Zoon maakte het mogelijk, zocht ons op en nodigt ons uit. De Geest geeft je het duwtje in de rug en neemt je bij de hand. En wie opkijkt ziet het liefdevolle gezicht van de Vader. Amen.