Hoe de heilige Geest je gelukkig maakt

21 maart 2021

De heilige Geest wekt grote verwachting voor de schepping, de verschijning van de Gods-kind-mensen.

Lezen: Romeinen 8:18-25

Tekst: Gewone Catechismus v/a 83

Vanmiddag vanuit de Gewone Catechismus een laatste preek over de heilige Geest. En de vraag is al prachtig: Hoe maakt de Geest je gelukkig? Dit is absoluut geen oppervlakkige vraag. Mensen zijn daar mee bezig, mensen willen gelukkig worden. Je bent gelukkig als je tevreden bent met je leven van dat moment. Ga eens na waar jij gelukkig van wordt. Ik kan me voorstellen dat je gelukkig wordt van vrienden om je heen, van een compliment, van je gezin, van lekker bezig zijn met je werk, van gezond zijn. Misschien word je gelukkig van muziek, een moment van rust. Misschien maakt het hebben van iets je gelukkig, of vakanties. Dit zijn de dingen waar veel mensen hun geluk in zoeken en vinden.

 

Nu gaat de Gewone Catechismus er van uit dat de heilige Geest je gelukkig maakt. Dat is het uitgangspunt van de vraag. De heilige Geest maakt je gelukkig, de vraag is alleen, hoe doet Hij dat? Misschien vind je de combinatie heilige Geest en geluk nog wat vreemd. Houdt de heilige Geest zich bezig met zoiets gewoons als jouw geluk? Daarom wil ik het goed recht van vraag 83 laten zien. In de Gewone Catechismus gaat het niet over oppervlakkig geluk. Het was ook de openingsvraag van de Catechismus: ‘Waarin vind jij je geluk?’ Het antwoord zette de toon voor de hele verder uitrol van de Gewone Catechismus: ‘Mijn geluk is dat Jezus Christus mij gevonden heeft.’ Dat is het grootste geluk dat je op aarde kan overkomen, dat je gevonden bent. Blijkbaar was je vreselijk verdwaald zonder enig uitzicht om ooit weer in de bewoonde wereld terecht te komen, maar Gods Zoon ging naar je op zoek en vond je. Dat is nog eens geluk hebben. Iemand anders ging naar jou op zoek. Echt geluk komt van buiten af. Echt geluk overkomt je als een ongedachte, verrassende meevaller.

 

Maar wat is dan ons ongeluk? Wij zijn dus al gevonden door Jezus Christus. Wat is dan nog het verdriet dat de heilige Geest in ons overwint? Ik denk vooral aan blijvende zonden, in ons leven en in dat van anderen. De vraag en antwoorden over de heilige Geest staan in de Gewone Catechismus onder het kopje ‘Verwachten van Gods nieuwe wereld’. En vervolgens werd gevraagd: ‘Wie is de heilige Geest?’, ‘Wat merk je van de heilige Geest?’, ‘Wat heeft de heilige Geest te bieden op weg naar Gods rijk?’ en ‘Hoe brengt Hij bezieling in de kerk?’ De Catechismus wil een belijdenis zijn. In de antwoorden zijn gelovige mensen aan het woord. Mensen die God kennen, die Jezus Christus kennen. Maar zijn ze dan niet al gelukkig? Ze hebben de Geest van God ontvangen, wat wil je nog meer? Er is nog één ding dat hen dwars zit, dat is de blijvende macht van het kwaad in de wereld. Een macht die zich in hun leven laat zien in blijvende zonden, een macht die zich in de wereld laat zien in alles wat fout gaat, wat kapot gaat, wat kwaad is en wat mensen elkaar aandoen. Zie je dat we nu precies zijn uitgekomen bij Romeinen 8, het lijden van deze tijd? Maar juist in dat lijden breekt de Geest binnen en maakt je gelukkig.

 

Laten we maar eens naar dat hoofdstuk gaan kijken. In een eerdere preek heb ik gezegd dat je Romeinen 8 samen moet lezen met hoofdstuk 6-7, want ze horen bij elkaar. In hoofdstuk 6 wordt gezegd dat je door je doop bent overgegaan naar de wereld van God. Gedoopten zijn niet meer in dienst van de zonde. Denk aan twee voetbalclubs waarbij een speler van de ene club naar de andere overgaat. Hij wordt weggekocht bij zijn oude club en gaat spelen voor de nieuwe club. Maar als hij dan een keer een wedstrijd speelt tegen zijn oude team, dan moet hij natuurlijk niet in eigen doel scoren. Dat is zondigen. Als christen ben je bevrijd van de satan, je bent door Jezus gekocht en betaald en overgegaan naar zijn team, maar als je zondigt help je je oude club. Zondigen is in het voordeel van satan. Daarom moeten christenen ophouden met zondigen.

 

Maar Romeinen 7 laat zien hoe moeilijk dat is. Je wil het goede doen maar het lukt niet. Je wilt niet zondigen maar het gebeurt toch. Paulus zegt: ‘Ik ontdek in mij de wetmatigheid dat het kwade zich aan mij opdringt, ook al wil ik het goede doen’ (vers 21). Daar baalt hij vreselijk van. Hij roept het dan ook uit aan het einde van dit hoofdstuk: ‘Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood?’ (vers 25). En dan komt dat mooie hoofdstuk 8. Dat hele hoofdstuk gaat over de heilige Geest. Als ik het samenvat staat er dit: door de inwerking van de heilige Geest gaan die concrete daden van liefde voor God en de naaste nu toch lukken. In de voetbalmetafoor: door de Geest ga je nu toch scoren. Dat maakt gelukkig. Het goede wat je altijd al wilde, en wat maar niet lukte, dat gaat nu toch gebeuren.

 

Nu wil ik me binnen Romeinen 8 concentreren op de verzen 18-25. Dat gedeelte begint met dat prachtige vers: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard’. Dat is een vers dat veel mensen aanspreekt en bemoedigt. Eerst geef ik nog een kort overzicht van hoofdstuk 8. In vers 1-11 gaat het erover dat de heilige Geest in ons de doorbraak betekent naar het eeuwige leven. ‘De Geest schenkt u leven’ (10). De verzen 12-17 gaan er over dat de Geest ons leert de overwinning af te roepen. ‘De Geest verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn’ (16). In vers 18-25 ontdekken we dat door de Geest de schepping in grote verwachting leeft. Daar ga ik hieronder verder op in. De verzen 26-30 laten zien dat de Geest zijn eigen gebed bidt vanuit ons leven. En vers 31-38 gaan er over dat de Geest ons leert juichen in Christus: ‘Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?’ (31).

 

Nu de verzen 18-25. Ik denk dat de kern vers 19 is: ‘De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn’. De schepping wordt hier voorgesteld als een persoon. De bomen, zeeën, dieren, bergen en sterren verlangen ergens naar. In mijn vertaling van vers 19: zij zien uit naar de verschijning van de Gods-kind-mensen. Het gaat er niet om wie dat zijn, zoals onze vertaling lijkt te suggereren, het gaat er om dat zij er zijn. Het gaat erom dat de zonen en dochters van God te voorschijn komen, dat zij in de openbaarheid treden en gaan optreden. Concreet betekent dit dat ze de aarde gaan regeren. Daar ziet de schepping naar uit. Dat was ook Gods oorspronkelijke bedoeling met de aarde, dat die door de mens geregeerd zou worden. Dat die door de mens tot bloei zou komen. Je hoort de echo er van in Psalm 8. Jezus zegt het ook letterlijk in de zaligsprekingen: ‘Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten’. Denk ook aan Openbaring 22:5 waar over de kinderen van God staat: ‘En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid’. De schepping ziet daar naar uit. De bomen willen het liefst op een aarde staan waar ze, als ze dan gekapt worden, met eerbied gekapt worden. De zeeën willen niet vol gekieperd worden met plastic, maar ze willen de schepen dragen van hen die in het kristalheldere water de zuiverheid van God weerspiegeld zien. De dieren willen weer toevertrouwd worden aan mensen die God erkennen als hun koning. Want als die mensen, de Gods-kind-mensen te voorschijn komen en gaan regeren over de aarde, wordt het leven weer goed. Dan krijgt alles weer een doel, dan beantwoordt alles weer aan zijn doel, namelijk de grootheid van God zichtbaar maken.

 

De heilige Geest gaat dit bewerken. Want wat typeert de Gods-kind-mensen? Liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing, het is de vrucht van de Geest (Galaten 5:22-23). De heilige Geest maakt de schepping weer gelukkig door mensen opnieuw geboren te laten worden als kind van God (Johannes 1:12-13). Daardoor is er hoop voor de schepping, hoop dat eens de afbraak, de uitbuiting en zinloosheid voorbij is. Zo is er ook hoop voor de mens binnen de schepping, zo kan ook de mens weer gelukkig worden. Want wat gaat er veel mis wanneer mensen zich niet laten leiden door liefde, vreugde, vrede etcetera.

 

Nu omschreef ik eerder in de preek geluk als tevreden zijn met je leven van dat moment. Maar dan kun je toch niet nu al gelukkig zijn? Als christen ben je toch niet tevreden met je leven zoals het nu is? De wereld is toch nog steeds een puinhoop? Hoe kan v/a 83 dan zeggen dat de Geest je gelukkig maakt? Gaat het dan niet over een soort uitgesteld geluk? Dat is toch ook de kleur van Romeinen 8, het lijden van nu zal het nooit winnen van de heerlijkheid van straks. Dat is mooi, maar tegelijk leven we nog wel in die tijd van lijden. Nu benoemt antwoord 83 drie dingen waardoor de Geest ons gelukkig maakt: Hij vult mij met de liefde van Christus, Hij zucht met mij mee in angst en verdriet en Hij troost mij dat niets mij van Gods liefde kan scheiden. Ook antwoord 83 weet dat er nog lijden is en dat er nog door christenen wordt gezucht. Toch maakt de Geest je gelukkig. In dit geval niet omdat Hij je tevreden maakt met de situatie zoals die is. Juist niet, door de heilige Geest weet je dat het eindeloos beter kan. De heilige Geest geeft juist een soort heilige onrust in je, onvrede met de wereld zoals die nu is. Toch maakt Hij je gelukkig doordat Hij je zekerheid geeft over die toekomst waarin de Gods-kind-mensen naar voren zullen stappen om de wereld te gaan regeren. Glimpen daarvan worden nu al zichtbaar wanneer mensen vanuit liefde, vreugde, vrede etcetera in deze wereld bezig zijn.

 

Dus de heilige Geest maakt gelukkig door grote verwachtingen te wekken voor de schepping. God gunt ons dit geluk omdat ons leven en de aarde er van opbloeien. Zo wordt Gods grootheid zichtbaar en zal zijn goedheid geprezen worden. Zou jij graag als Gods-kind-mens te voorschijn willen komen? Dat je over de schepping gaat regeren met liefde, vreugde, vrede etcetera? Ik denk dat ik daar wel gelukkig van word. Want nu word ik nog zo moedeloos van alles wat er mis gaat in deze wereld, nu word ik nog zo moedeloos van blijvende zonden in mijn leven. Let erop dat je dat niet normaal gaat vinden, dat je je niet neerlegt bij het kwaad in deze wereld en in je eigen leven. Dat is de werking van het kwaad in ons, dat we gaan geloven dat de wereld zoals die nu is de normale wereld is. Trap er niet is. Beschouw de wereld zoals die nu is niet als normaal, met al dat kwaad. Beschouw je leven niet als normaal, met de zonden en gebreken daarin. De Here Jezus ging de strijd aan met het kwaad in deze wereld. Hij ging de strijd aan met de zonde in het lichaam van de mens. Daarmee heeft Jezus laten zien dat de huidige wereld niet normaal is en dat het niet goed is om je neer te leggen bij zonden in je leven, hoe verleidelijk dat misschien ook is. Jezus bevrijdt je van die gedachte door de strijd die Hij hier op aarde gestreden heeft. De vraag is of jij afscheid wilt nemen van je zonden, dat is de ernst van het evangelie van Romeinen 8. God wil de zonden uit je leven wegbreken. Vraag jij Hem dat ook in je gebed? Hoop je echt dat God dat gaat doen? Voor wie blijft worstelen, en voor wie geldt dat niet, bedenk dat de heilige Geest je wil helpen. Daar gaat het nou net over in Romeinen 8, dat het door de Geest nu toch gaat lukken: concrete daden van liefde voor God en mensen.

 

Dat de Geest mensen gelukkig maakt zie je wanneer mensen te midden van allerlei ellende toch een bepaalde rust houden. Je ziet het wanneer mensen in diep verdriet toch hoop hebben. Je ziet het wanneer mensen die tot het uiterste beproefd worden kracht krijgen om door te gaan. De heilige Geest maakt gelukkig. Niet door de situatie te veranderen, wel door je leven te vullen met grote verwachting. Leef daarom vanuit die verwachting. Leef vanuit Gods beloften. Bedenk dat als de bomen, zeeën, dieren en bergen al verlangen naar het moment dat Gods kinderen de wereld gaan regeren, het wel heel gek zou zijn als jij als mens achterblijft. De schepping snakt naar jouw liefdevolle hand, naar jou ogen vol vreugde en vrede, naar jouw woorden van vriendelijkheid en zachtmoedigheid. Oefen daar nu al mee. Oefen met Galaten 5:22-23, dat leven in liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. En ga vanuit deze preek ook eens voor jezelf na waarin jij je geluk zoekt. Word jij gelukkig van waardering, vrienden om je heen, vakanties en bezit? Het uitzicht vanmiddag is dat je een steeds dieper geluk mag ervaren, door nu al steeds meer als Gods-kind-mens te voorschijn te komen - door de werking van de heilige Geest. Amen.