Hoe je weet dat God echt bestaat

9 februari 2020

Een preek over vraag en antwoord 19-20 van de Gewone Catechismus, en over de logica van Romeinen 1:19.

Lezen: Romeinen 1:16-25

Tekst: Gewone Catechismus v/a 19-20

Het aardige van de Gewone Catechismus is dat die ingaat op de vragen van vandaag. Vraag 19 is echt zo’n vraag: ‘Je gelooft in God. Hoe weet je dat Hij er ook echt is?’ Hoe weet je dat? Hoe kun je daar zeker van zijn? Wij leven in een wereld waarin weinig meer zeker is. Niets lijkt nog vast te staan. Alles wordt ter discussie gesteld. En of je het nou wil of niet dat kan zich ook zomaar in je geloof nestelen. Je afvragen of God wel bestaat is helemaal niet gek als je in zo’n wereld leeft. Vervelend is het wel. Juist bij het geloof zou je die gedachte helemaal niet willen hebben. Misschien stoort iemand zich ook wel aan deze vraag. Vind je hem oneerbiedig. Maar ik denk dat veel mensen hem ondertussen wel hebben, ook in de kerk. Het lastige van deze vraag is dat je al gauw het gevoel hebt tegen een muur op te lopen. Want hoe kun je nou ooit zeker weten dat God bestaat? Laat God ons ook niet een beetje met deze vraag zitten? Wat doet Hij eigenlijk om ons duidelijk te maken dat Hij echt bestaat?

 

Waar de vraag vandaan komt

Eerst nog dit: waar komt de vraag of God wel echt bestaat vandaan? Ik denk dat er met gemak vier oorzaken zijn aan te wijzen. 1) Je ziet God niet. En wat wij niet zien vinden we lastig te aanvaarden. 2) God straft zonden niet direct. Of het nou gaat over je eigen zonden of over dingen die in deze wereld gebeuren, het lijkt alsof je er als mens mee wegkomt. Bestaat God dan wel? 3) De tijd en cultuur waarin wij leven heeft God weg verklaard. Dingen waar je God vroeger voor nodig had doen we nu zelf met technische middelen. 4) Wij nemen -bewust of onbewust- zelf de plaats van God in: wij zorgen voor onszelf, wij maken onze eigen regels en wij zien onszelf als het middelpunt van alles wat bestaat. Zomaar even vier oorzaken die kunnen leiden tot de vraag: bestaat God wel echt? Ik merk ook zelf dat die vraag in toenemende mate vat op mij krijgt, dat die zo nu en dan door mijn hoofd flitst (wat natuurlijk niet echt handig is voor een dominee).

 

Wat je over God kan weten is bekend

Daarom gaan we gauw naar Romeinen 1:19. Daar staat: ‘wat een mens over God kan weten is hun bekend, omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt.’ In eigen woorden: wat je van God kan weten is bekend, omdat Hij het bekend heeft gemaakt. Oftewel, God presenteert zichzelf. Hij maakt zich bekend aan de mensen. Hij maakt zich bekend aan jou en mij. Romeinen 1:19 bevat nogal een dosis logica: wat je van God kan weten is bekend, omdat Hij het bekend heeft gemaakt. Daar is toch helemaal niets tegenin te brengen? Of je moet gaan zeggen dat die bekendmaking van God door mensen verzonnen is. Maar wees je er dan van bewust dat je aan de kant van de argwaan begint. Als iemand zichzelf bekend maakt dan is de natuurlijke reactie dat je ervan uitgaat dat hij of zij ook bestaat. Als een bedrijf zich presenteert in een brief dan ga je ervan uit dat dit bedrijf ook bestaat.

 

Waar God zich bekendmaakt

Waar presenteert God zich dan? Opnieuw vier dingen. God maakt zich bekend in de schepping, in woorden, in mensen en in Geestkracht. Zie je trouwens dat in antwoord 19 van de Gewone Catechismus ‘bekendmaken’ het sleutelwoord is? Hoe weet je dat God er ook echt is? Antwoord: Hij heeft zich bekendgemaakt en Hij laat zich nog steeds kennen. Ik loop nu die vier dingen bij langs.

 

    In de schepping

God maakt zich bekend in de schepping. Als je naar de schepping kijkt -mensen, dieren, planten, de kleinste organismen of het oppervlak van de zon- dan zie je iets van God. Zijn grootsheid, zijn kundigheid, zijn creativiteit. Ik las ergens: complexe systemen ontstaan nooit vanzelf. Dat is een wetenschappelijk feit. De aarde is een complex systeem. De mens ook. Eén cel van je lichaam is al een complex systeem. Dat moet wel gemaakt zijn door iemand die buiten onze wereld staat en daar heel veel aandacht aan heeft besteed.

 

    In woorden

God maakt zich bekend in woorden. De Gewone Catechismus zegt: ‘God heeft zich bekendgemaakt aan Abraham, Izak en Jakob, aan Israëls profeten en aan Jezus’ leerlingen.’ Die bekendmakingen zijn genoteerd, je leest erover in de Bijbel. En ja, je kunt de Bijbel met argwaan benaderen. Ik zou zeggen: hoe moet dit boek ontstaan zijn als het niet bij God vandaan komt? Wie niet gelooft dat de Bijbel bij God vandaan komt moet ook de keiharde conclusie trekken dat de hele Bijbel door mensen verzonnen is. Maar waar grond je dat dan op? Is dat te bewijzen?

 

    In mensen

God maakt zich bekend in mensen. Antwoord 19 zegt het heel mooi: ‘Wereldwijd inspireert zijn Geest mensen om de weg van Jezus te volgen.’ De weg van Jezus dat is je medemens liefhebben, trouw zijn, je dienstbaar opstellen, vriendelijk zijn, de vrede zoeken, dat soort dingen. Wat beweegt mensen die zo leven? Waarom doen ze dit, waarom offeren ze zich op voor een ander? Omdat God hen daartoe beweegt.

 

    In Geestkracht

God maakt zich bekend in Geestkracht. De Gewone Catechismus zegt: ‘Gelukkig laat God zich nog steeds kennen als de Levende.’ Met Geestkracht bedoel ik dat je in jezelf merkt dat je het goede wil doen. God beweegt ook jou. Hij leeft. Hij handelt. Denk aan die momenten dat je jezelf overtreft in liefde, in gehoorzaamheid, in iets doen wat je eigenlijk niet wil maar je doet het toch omdat het goed is. Misschien denk je nu: dat is toch gewoon mijn opvoeding? Zeker. Maar zou God daar niet doorheen werken? Wat -of wie- bewoog jouw ouders eigenlijk om je zo op te voeden? Uiteindelijk staat aan het allereerste begin God.

 

De vraag aan God stellen

Dus op de vraag ‘Hoe weet je dat God er ook echt is?’ is het eenvoudige antwoord: God maakt zich bekend. Meer kun je daar toch ook niet van zeggen? Ik moet denken aan een vraag die iemand mij eens stelde: waar zie ik God als ik de Bijbel dicht laat? Ik snap de vraag, want vanuit de Bijbel redeneren heeft iets van een cirkelredenering. Maar wat ik niet snap is waarom hij daarmee bij mij kwam. Waarom ging hij niet naar God zelf toe? Als je wil weten of iemand bestaat moet je toch naar hem of haar zelf toegaan? Dat lijkt me het meest direct. Wanneer jij zoekt naar zekerheid over God, let dan goed op waar je zoekt. Het antwoord op de vraag of God er wel echt is komt namelijk van de andere kant. Dat antwoord komt bij God vandaan: Hij maakt zich bekend. Dat is evangelie, dat is genade. God verstopt zich niet, Hij maakt zich bekend. Levensgroot staat Hij naar je te zwaaien: hier ben ik.

 

Waarom God zich bekendmaakt

God zegt: wat je van Mij kunt weten is bekend, omdat Ik het bekend gemaakt heb. Weet je waarom God dit zegt? Omdat Hij door ons vereerd en gedankt wil worden. Dat is waar het over gaat in Romeinen 1. God maakt zich in deze wereld bekend. Dat doet Hij vanaf het begin van de schepping en dat blijft Hij doen tot aan het eind. Het meest logische effect daarvan is dat de mens God gaat eren. Want wat God van zichzelf laat zien is zo groot en zo mooi, dan moet je wel ‘oooh’ en ‘aaah’ zeggen. Door wat God bekend maakt van zichzelf wordt ook duidelijk dat Hij ons leven in stand houdt, en ook de aarde als woonplaats voor de mens. Als je dat inziet ga je God danken. God wil door de mens vereerd en gedankt worden, daarom maakt Hij zich bekend.

 

    Bevrijdend: er is maar één God

Gezien de tijd kan ik maar kort ingaan op vraag en antwoord 20. Die gaat erover dat er maar één God is. Het is eenzelfde soort vraag als vraag 19. In een tijd en cultuur waarin iedereen zijn eigen waarheid claimt kan gemakkelijk de vraag opkomen: ‘Is er echt maar één God?’ Ik zeg er op dit moment niet meer over dan dat het antwoord bevrijdend is. Het antwoord is namelijk: ja, er is echt maar één God. Dat is bevrijdend want dan is Hij dus ook de enige met wie je te maken hebt. Wanneer er meerdere goden zouden zijn zou je ook meerdere goden tevreden moeten zien te houden. Gelukkig is er maar één God. Eén God met wie je te maken hebt zowel voor redding als voor oordeel. En dat is dan ook nog eens een God die meer geeft dan Hij vraagt.

 

Hoe mensen omgaan met Gods bekendmaking

God zegt: wat je van Mij kunt weten is bekend, omdat Ik het bekend gemaakt heb. Hoe gaan mensen hiermee om? Romeinen 1 zegt: de waarheid over God wordt geweld aangedaan. Ik geef daar een voorbeeld van. Eén van de vaders die hier voorin de kerk zitten (misschien waren jullie het ook wel allebei) zei: ‘als je bij zo’n geboorte staat dan kan het toch niet anders dan dat je het bestaan van God erkent?’ Dat is Romeinen 1:20 waar staat dat Gods kracht en goddelijkheid aan alle menen bekend worden door middel van zijn zichtbare werken in de schepping. Maar weet je hoe mensen daarmee omgaan? Dan zeggen ze: omdat wij mensen dat niet kunnen -een leven ontstaan en geboren laten worden- daarom kan niemand dat. En dat bedoelen ze heel absoluut: niemand kan dat, dat gaat vanzelf. In plaats van dat je op een geboorte reageert met: omdat wij mensen dat niet kunnen, moet God dat wel hebben gedaan. De mens is geneigd Gods zelfpresentatie te onderdrukken en vervormen. Dat komt voort uit de zonde, het kwaad dat zich in ons genesteld heeft. De zonde maakt dat je uitgaat van jezelf. Wij zijn in onszelf gekeerd. Wij vertrouwen alleen nog onszelf en de informatie die we zelf beoordeeld hebben. Dat is niet de normale situatie. Het maakt ook erg eenzaam. Gelukkig wil Gods Geest in je komen en je blik naar buiten richten. Hij bevrijdt je van jezelf. De Geest zegt: luister nou eens naar wat God zegt. Kijk nou eens naar wat Hij doet. En beoordeel dat nu eens niet vanuit jouw kaders, jouw beperkte kaders, maar laat je meenemen. Overweeg de waarheid van wat je ziet en hoort. Overweeg of het verhaal van God uiteindelijk meer perspectief biedt dat je eigen verhaal. Zoals vraag 19 geformuleerd is lijkt het alsof je daar een kort antwoord op kunt geven. ‘Hoe weet je dat God er ook echt is?’ - en dan willen wij het antwoord graag in twintig minuten. Ik kan je wel vertellen: als je echt wil weten dat God er is, heb je meer tijd nodig. Ik denk een leven. Als je wil weten of God er ook echt is dan moet je met Hem omgaan. Samenleven. Als je iemand kent verdwijnt vanzelf de vraag of hij of zij ook bestaat.

 

God wil door jou gekend worden

Dus wat je moet doen is Gods zelfpresentatie onderzoeken. Lees in de Bijbel, dat is de plek waar God zich bekend maakt. En bid, zoek zijn nabijheid. Er is nog een manier: onderzoek Gods schepping. Voor de jongens en meiden: word natuurkundige, scheikundige, bioloog of arts. Of word hovenier, metaalbewerker, kok of boer. En kijk goed om je heen als je op vakantie bent. Het is allemaal Gods schepping. Het mooie is, God wil gekend worden. Hij zet zich daar zelf voor in. Dat mag je bemoedigen wanneer die vraag naar zijn bestaan door je hoofd spookt. God doet er alles aan om zich aan jou bekend te maken. Wie die bekendmakingen onderzoekt, leert God kennen. Dat is het uitzicht vanmiddag. Wat je van God kunt weten is namelijk al bekend. Amen.