Hoe lastig vind je de Bijbel?

19 september 2004

Stel je open voor wat God zegt als je Hem je vraag voorlegt. Hij heeft het beste met je voor.

Lezen: Jeremia 23:23-40

Tekst: Jeremia 23:33

Iedereen weet hoe lastig berichten zijn die je niet uitkomen. Je wilt een dag gaan zeilen met vrienden, legt de agenda’s naast elkaar en prikt een datum. Maar als je die ochtend naar het weerbericht luistert, hoor je dat er in de loop van de dag heel slecht weer voorspeld wordt. Dat is lastig want het doorkruist je plannen. Nu je het gehoord hebt kun je ook niet meer doen alsof je van niets weet. Dat lastige weerbericht ook altijd, daar zou je eigenlijk niet naar moeten luisteren als je een dag wilt gaan zeilen.

 

Lastige berichten die je liever niet hoort kunnen zich ook voordoen in een oorlogssituatie. Ik zag een documentaire over de slag om Arnhem, nu zestig jaar geleden. In de voorbereidingen voor die operatie werden er foto’s gemaakt van de Duitse verdediging. Wat er op de foto’s te zien was, kwam de geallieerde generaals helemaal niet uit. De verdediging was veel sterker dan ze dachten: eersteklas soldaten met goed materieel. Hoewel die foto’s de doorslag hadden moeten geven om de operatie af te blazen, uit te stellen of anders uit te voeren, werden ze genegeerd. Met vele doden als gevolg, zowel onder geallieerde als Duitse soldaten.

 

Lastige berichten die je niet uitkomen kunnen zich ook voordoen in de politiek. Zo lijkt het erop dat de Bos-variant van de Betuwelijn bepaalde politici niet goed uitkwam. Ze wilden het gewoon niet. Alle berekeningen die uitwezen dat de lijn niet rendabel zou worden, werden genegeerd. Dat waren lastige berichten en de boodschappers daarvan moest de mond worden gesnoerd, want het zou de plannen zoals ze er lagen op losse schroeven zetten. Daar had men geen zin in. Toenmalig premier Kok moet als Bos belde gedacht hebben: wat heeft hij nu weer voor lastigs te melden?

 

Gods Woord is lastig

Gebeurt ditzelfde vaak niet als wij met de Bijbel bezig zijn? Gods Woord is lastig in de zin van ‘moeilijk’. Neem nou het stuk dat we gelezen hebben, dat is best ingewikkeld. Maar Gods Woord is ook vaak lastig in de zin van ‘dit komt me helemaal niet uit’. Wat God hier zegt vind ik maar niks, dit doorkruist mijn plannen en gaat in tegen mijn eigen gevoel en wensen. Dat Gods Woord in die zin vaak lastig voor ons is, moet misschien nog wel meer aandacht krijgen dan dat de Bijbel ingewikkeld is. Aan dat laatste kun je wat doen door de Bijbel intensief te bestuderen zodat je steeds meer achtergronden kent, de bijbelse lijn ziet en zo moeilijke gedeelten beter gaat begrijpen. Maar dat Gods Woord ons soms lastig dicht op de huid komt en onze eigen plannen doorkruist, is daar ook wat aan te doen?

 

Ik geef eerst een paar voorbeelden van dat Gods Woord lastig voor ons is in de zin van ‘ik had dit liever niet gehoord, want nu moet ik er wat mee terwijl het ingaat tegen mijn eigen plannen en wensen’. Zo leert de Bijbel ons dat ziekte en moeite voor christenen nog niet voorbij is. Hoe graag ik je ook zou willen vertellen dat ziekte al voor Christus’ wederkomst overwonnen kan worden met een sterk geloof en krachtig gebed, het is niet de boodschap van de Bijbel. Daarom preek ik dat ook niet. Maar dat is wel lastig als je ziek bent.

 

En wat zegt Jezus over het huwelijk? Dat zul je niet opbreken. Wat is dat een lastige boodschap voor wie in zijn of haar huwelijk volledig is vastgelopen. En wat zegt Jezus over het aangaan van een huwelijk met een ongelovige? Niet doen. Maar opnieuw, wat kan dit tegen je gevoel, je wensen en verlangens ingaan. Ik zie jonge mensen graag gelukkig worden met de jongen of het meisje van hun keuze, maar het Woord van God kan ik niet negeren. Voor mezelf niet, maar ook voor mijn broeder of zuster niet.

 

Wat te denken van wat Jezus zegt over kerk en gemeente zijn? Ik heb verdriet over kerkelijke verdeeldheid. Wat levert dat veel moeilijke vragen op. En omdat Jezus duidelijk zegt dat we moeten zoeken naar eenheid, gaan we gesprekken aan met kerken die net als wij gereformeerd willen zijn. Wat kosten zulke gesprekken een tijd en energie. En hoe graag ik ook eenheid wil, ik kan me daarbij niet afmaken van wat Jezus daarover zegt, namelijk dat de omgang met zijn Woord bepalend is. Met een gemeente die opzettelijk of onopzettelijk dingen uit Gods Woord wegsnijdt, kunnen we geen eenheid beleven.

 

Ik zou ook nog kunnen wijzen op Gods lastige woord over eenheid binnen de gemeente, de gemeenschap der heiligen. In de gemeente zullen we elkaar aanvaarden, elkaar dienen en liefhebben. We laten dingen na omwille van de eenheid of doen juist aan iets mee omwille van de eenheid. Dat is een lastige boodschap, want zo zitten we als mensen van na de zondeval niet in elkaar. Ook christenen niet. Op zich niet verrassend, want ik weet toch ook hoe dat in mijzelf is. En de kern van het evangelie, de boodschap van genade, is die ook niet heel lastig? Dat God ons vertelt: jullie zaten in je zelfgekozen ellende, en alleen omdat Ik zo goed voor jullie ben kom je daar uit, en nu vraag Ik dankbaarheid. Is dat uiteindelijk ook niet een hele lastige boodschap, die volledig haaks staat op mijn eigen denken?

 

Extra bijbelstudie helpt hier niet. Daar wordt het probleem alleen maar groter van. Hoe intensiever je met de Bijbel omgaat des te meer komt er op je af. Gods Woord is voor ons vaak heel lastig. Maar als je dit nou niet zo voelt? Als je na dit gehoord te hebben bij jezelf denkt, hier heb ik geen moeite mee? Mag ik je dan eens vragen hoe je Bijbel leest, hoe je dat tegen je eigen leven aanlegt en wat je er eigenlijk mee doet? Misschien lees je over dingen heen. Of je knipt uit de Bijbel weg wat je niet aanstaat. Of je bedenkt redeneringen waarom het niet van toepassing zou zijn op jou vandaag. Hoe listig is ons menselijk hart. Is het daarom niet beter om eerlijk te zijn en te overwegen (op zijn minst het komende half uur) of het waar is dat Gods spreken vaak een lastig element in ons leven is?

 

Wat voor lastigs heeft de Here ons te zeggen?

Maar dan kun je dus naar de kerk komen, je Bijbel open doen of je ambtsdrager ontvangen met in je achterhoofd de vraag: Wat voor lastigs heeft de Here mij nu weer te zeggen? Wat krijg ik nu weer over me heen, vast niet veel goeds.

 

Dit gebeurde ook in de tijd van de profeet Jeremia. Je hoort het de mensen vragen in Jeremia 23:33, God zegt tegen Jeremia: ‘En als een profeet, een priester of wie dan ook vraagt: “Welke last geeft de HEER ons met zijn woorden te dragen?” antwoord dan: Jullie zelf zijn die last, maar ik zal jullie afwerpen – spreekt de HEER.’ In het Hebreeuws zit hier een woordspel dat ook in het Nederlands opgaat (wat best bijzonder is). Want zowel het Hebreeuwse als het Nederlandse woord ‘last’ kan twee dingen betekenen. Het kan duiden op een gewicht, een vracht of lading die je draagt. Zo hebben we het ook over een lastdier. Maar het woord kan ook ‘opdracht’ betekenen. Je kunt met ‘last en volmacht’ naar een vergadering worden gestuurd. En we kennen het werkwoord ‘gelasten’, dat betekent ‘een opdracht geven’. Nu duidt de uitdrukking ‘last van de Heer’ in het Hebreeuws altijd op dat laatste, een opdracht van de Heer, oftewel een ‘godsspraak’. In de vertaling van 1951 zit die dubbele betekenis van het woord last meer dan in de Nieuwe Bijbelvertaling. In de NBV wordt gekozen voor één betekenis: ‘Welke last geeft de Heer ons met zijn woorden te dragen.’ In de oude vertaling staat dat het volk vraagt: ‘Wat is des Heren last?’ Dat kan dus nog op twee manieren gezegd worden, namelijk: ‘Wat is de opdracht van de Here?’ maar ook: ‘Wat voor zwaars, wat voor lastigs heeft de Here voor ons?’ Juist in die neutrale formulering, waar je nog twee kanten mee op kunt, klinkt een enorm stuk cynisme door. De mensen die bij Jeremia komen hebben helemaal geen boodschap aan het Woord van God. Godsspraken vinden ze maar lastig. De boodschappen van God die Jeremia aan het volk doorgeeft, staan immers haaks op wat ze zelf willen. Die boren al je plezier de grond in. Het Woord van God maakt dat je gebukt door het leven gaat. Het is een last, irritant gewoon! Laat die profeet zijn mond houden. En daarom zeggen ze treiterend tegen Jeremia: ‘Godsspraak, godsspraak! Kom maar op, wat voor lastigs heeft de Here ons nu weer te zeggen?’

 

Nu lijkt het volk in de dagen van Jeremia ook wel aanleiding te hebben om zo te praten. Want Jeremia moet hele onverteerbare dingen zeggen. Het is de tijd van vlak voor de val van Jeruzalem. De stad is al eens belegerd geweest door Nebukadnezar. Jeremia had toen gepleit voor overgave. Daar wilde het volk niets van weten. Jeruzalem is toen door Nebukadnezar ingenomen en koning Jojachin werd weggevoerd naar Babel. Koning Zedekia volgt hem op, maar opnieuw komt Juda in opstand tegen Babel. Men zoekt steun bij Egypte, terwijl Jeremia opnieuw oproept tot overgave. Dat is de achtergrond van hoofdstuk 23.

 

Dan begrijp je dat de boodschap van Jeremia het volk en zijn leiders totaal niet uitkwam. Allereerst al beschuldigde Jeremia het volk van trouweloosheid tegenover God en riep Hij op tot bekering, dat namen ze hem al vreselijk kwalijk. Maar dat Jeremia ook de vinger legde bij de politieke situatie, dat kostte hem bijna zijn leven. Jeremia zei: Gods oordeel zal over Jeruzalem komen, God zal de stad overleveren in de handen van de koning van Babel, Jeruzalem kan zich maar beter overgeven. Overgave aan Babel en daarmee overgave aan het oordeel van God. Dit is tegen het zere been. De leiders in Jeruzalem vinden dat Jeremia het moreel van het volk ondermijnt. Valse profeten profeteren dan ook dat Jeruzalem gauw weer van het juk van Babel bevrijd zal zijn. Laat die Jeremia zijn mond houden. Die profeten van God, Jeremia voorop, zijn ook altijd tegen de draad in. Als het volk vol vaderlandslievende visioenen zit, ziet Jeremia sombere wolken. En wanneer straks de val van Jeruzalem aanstaande is en heel het volk zit te beven en bibberen, zal Jeremia spreken van een glorende dageraad en toekomst voor Jeruzalem. Maar dan is er opnieuw niemand die naar hem luistert.

 

Jeremia wijst het volk op zijn trouweloosheid tegenover God en roept op tot bekering. Bovendien bekritiseert hij namens God de optimistische verwachtingen van het volk. Zo komt het dat het volk, de priesters en profeten tegen Jeremia zeggen: vertel eens, profeet, wat voor lastigs heeft de Here ons nu weer te zeggen?

 

God kondigt zijn oordeel aan

God kondigt zijn oordeel aan over deze manier van denken en praten. Hij doet dat met hetzelfde woordspel als wat het volk in de mond nam. Wanneer het volk zegt: wat is de last van de Here, oftewel, wat voor lastigs heeft de Here nu weer voor ons, dan moet Jeremia namens God antwoorden: jullie zijn de last, met jullie onheilige gepraat zijn jullie de Here tot last. En God zegt tegen jullie: Ik zal jullie afwerpen, zoals een bonkige ezel de last die hij op zijn rug draagt afwerpt.

 

In vers 36 voegt de Here daar nog wat aan toe. Wat daar staat is nog het beste te omschrijven als: wat jullie zeggen zal een selffulfilling prophecy zijn. Als het volk maar vaak genoeg tegen zichzelf zegt dat het geweldig met ze gaat, raken ze blind voor alle andere signalen en raken ze doof voor de woorden van de profeet. Dan zullen ze dus straks ten onder gaan als Nebukadnezar komt en de stad inneemt en vernietigt. De Judeeërs zullen zo verblind raken dat ze de woorden van de Here zullen verdraaien en er zelf in gaan geloven. Ze kiezen hun eigen profeten, ze kiezen voor een boodschap van vrede en rust en zien niet meer dat het oordeel eraan komt. Hun eigen woord komt op de plaats van Gods Woord. Wie alleen maar last van de Here verwacht, krijgt het lastig.

 

Is die straf niet erg zwaar? God werpt het volk en Jeruzalem weg, Hij legt een eeuwige smaad op hen, een eeuwige schande (vers 39 en 40). Wat er toen met Jeruzalem gebeurd is zal nooit worden vergeten. Is dat geen erg zware straf voor alleen maar het uitspreken van die woorden ‘last van de Here’? Maar er zit een wereld achter! Als je zo praat doe je de Here onrecht. Als je van de Here alleen maar last en moeite verwacht, zelfs al hou je dat achter je kiezen, dan misken je Hem in wie Hij is. De zwaarte van deze straf voor Jeruzalem heeft ook hiermee te maken dat de Here dit nu al voor de tweede keer zegt (vers 38).

 

Maar, mogen we Gods spreken nooit als een lastig element in ons leven ervaren? Moeten wij bang zijn dat een vergelijkbaar zwaar oordeel ons treft wanneer wij worstelen met het aanvaarden van Gods Woord in ons leven? Nee, geloven van tijd tot tijd moeilijk vinden is normaal. Gods evangelie is aanstootgevend. De apostel Paulus zegt in 1 Korintiërs 1:23 dat de prediking van de gekruisigde Christus voor Joden een aanstoot is en voor heidenen dwaas. Het evangelie van genade sluit nooit van nature op de mens aan. Ieder mens moet overwonnen worden door de Heilige Geest, die het geloof geeft door het te laten verkondigen. Voor ieder christen die luistert naar het volle evangelie van God geldt toch dat hij of zij ervaart, dat wat God graag bij je ziet nog zo haaks staat op je eigen leven. Geloven moeilijk vinden is normaal en de strijd om eenswillend te worden met God is een levenslange strijd. Waar het om gaat is: wat verwacht ik eigenlijk van de Here? Verwacht ik van God alleen maar last en moeite? Ga ik er van uit dat als ik kies voor geloven, dat ik met allerlei beperkingen te maken krijg? Je mag dit niet, je mag dat niet. Dan gebeurt hetzelfde met je als met de Jeruzalemmers: wie alleen maar last van de Here verwacht, krijgt het lastig. Als je geloven in God ziet als een leven vol beperkingen, een leven onder de knoet van de Bijbel, dan word je nooit gelukkig. Vraag je af, wie is God eigenlijk voor je? Hoe zie je Hem? Is Hij volgens jou iemand die er op uit is om je het leven lastig te maken? Is Hij iemand die je dwars zit? Zo is Hij niet. Andersom kan natuurlijk ook, dat je God ziet als iemand die jou helemaal niets in de weg legt en alles maar goed vindt. Wie van geen opdracht van God wil weten, doet ook geen recht aan God. In beide gevallen zou ik zeggen: luister heel nauwkeurig naar de Bijbel zelf.

 

Vragen naar Gods Woord

Want God wil dat wij vragen naar zijn Woord. Dat we bij alles wat we tegen komen in het leven, zoeken naar wat Hij in die situatie wil dat we doen. In Jeremia 23 is ‘vragen naar Gods Woord’ het omgekeerde van ‘je eigen spreken voor Gods Woord houden’. De uitdrukking ‘vragen naar Gods Woord’ komen we tegen in vers 35 en 37. Wanneer Jeremia de uitdrukking: ‘Wat voor lastigs heeft de Here nu weer voor ons’ verbiedt, stelt hij daarvoor in de plaats: u zult zeggen, onderling en tot de profeet van de Here: ‘Wat heeft de Heer geantwoord?’ Of: ‘Wat heeft de Heer gezegd?’ Die vraag komt uit een heel ander hart, een hart dat oprecht zoekt naar wat God met je leven wil. Dat is het hart van de dienaar die zegt: Heer, wat wilt u dat ik doe? Wat u ook zegt, ik zal het met liefde doen. Dit is niet gemakkelijk, maar je wilt je laten onderwijzen door God. Je stelt je open voor wat God zal gaan zeggen als je Hem je vraag voorlegt. Omdat Hij het beste met je voorheeft. Wie God iets vraagt en zijn eigen antwoord al klaar heeft, en ongeacht de uitkomst van wat God zegt niet van zijn antwoord afstapt, die stelt zich niet open voor God. Dit geldt ook voor preken. Luisteren tot op het niveau waar jij het mee eens bent kunnen we allemaal, maar Gods Woord overwegen wanneer het een boodschap is die ons bekritiseert, is moeilijker. Dat kost strijd. Want dan kan het zijn dat je iets moet veranderen in je denken, je doen of in je leefstijl. Dat je afscheid moet nemen van iets, het moet wegsnijden uit je leven. Of juist iets moet najagen en een vaste plek geven in je leven.

 

Vraag dus naar Gods Woord. Lees en bestudeer de Bijbel van kaft tot kaft. Alleen zo komt er zegen in je leven. Denk aan het woord van Jezus in Matteüs 11: ‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mij juk is zacht en mijn last is licht.’ Dit betekent, onderwerp je aan Jezus Christus. Zorg dat je Hem steeds meer leert kennen en leef vanuit de vergeving van je zonden door zijn dood aan het kruis. Dan zal geen oordeel je meer achtervolgen, je bent bevrijd. Aan Jezus zie je hoe zachtmoedig God is voor machteloze zondaren en worstelende gelovigen. Hij heeft hen lief. Bid om de heilige Geest die je hart echt kan openen voor het Woord van God. Door de werking van de Geest ga je meer en meer zoeken en vragen naar Gods Woord. Niet Gods Woord is lastig, maar ik heb het er vaak zo lastig mee. Gelukkig ben ik in Jezus Christus God niet meer tot last. Mijn oude mens vindt Gods Woord vaak lastig, maar mijn nieuwe mens vraagt naar Gods Woord en vindt er zijn vreugde in. Amen.