Immanuël: God met ons

25 december 2012

Wat is het teken van de wonderlijke geboorte van Immanuël? In deze kerstpreek mag je ontdekken hoe God met je is. En dat is altijd groter, meer en rijker dan je denkt.

Lezen: Lucas 2:1-7, Jesaja 7:10-16 en 8:5-10, Matteüs 1:18-25

Tekst: Matteüs 1:23

We vieren vandaag het kerstfeest en daarom zijn we blij. We hebben er naar uitgekeken, we hebben er naar toegeleefd. Ook hier in de kerk, met het aansteken van de kaarsen en met het adventslied. En nu is het zover, we vieren het kerstfeest. Een blij feest. Want God is met ons. God zelf kwam als mens op aarde. Immanuël. Die naam betekent: God met ons.

 

En wij kunnen wel wat hulp gebruiken, toch? Het is fijn dat God met ons is en met deze wereld want wij lopen er iedere keer tegenaan: heel veel dingen kunnen wij niet. En daarom bidden we God om beterschap wanneer we ziek zijn. Daarom bidden we God om de artsen te helpen wanneer we geopereerd worden. Daarom bidden we God om ons te helpen bij ons werk, bij tentamens, bij het zoeken naar werk. We bidden God om zijn zegen over ons huwelijk. We bidden God om ons te helpen bij de opvoeding. We bidden God om bewaring onderweg. We bidden God om ons te helpen geloven en om samen kerk te zijn. We bidden God om vrede op aarde en om een einde aan oorlog en honger en dood. Wij vragen veel aan God. En wij danken God ook voor veel. We zijn blij dat God met ons is.

 

Maar krijg je daar ook een teken van? Dat God met je zal zijn in de operatiekamer? Dat God met je zal zijn in je huwelijk? Dat God met ons is als gemeente? Volgens mij niet. Geen teken, geen garantie. En soms loopt het ook vreselijk fout in je leven. Is God dan niet met je? Wij vieren vandaag het feest van ‘God met ons’, Immanuël. En daar zijn we blij mee. God zelf kwam als mens op aarde. Geboren als mens. Hij kwam bij ons. Het wordt bezongen in talloze liederen. Maar misschien moet ik vragen: wat is daar van over sinds de hemelvaart? Jezus ging terug naar de hemel. Is God nu niet meer onder ons? Hij is nog wel ‘met ons’, dat geloof ik vast en zeker. Maar hoe dan? Waarom is de geboorte van Gods Zoon zo’n groot feest?

 

Thema voor deze kerstpreek is:

Je krijgt meer dan je denkt

 

Wat wij krijgen met kerst zit verpakt in die naam Immanuël. Jezus wordt Immanuël genoemd. En ik zei het al, die naam betekent ‘God met ons’. Laten we eens kijken wat de bijbel zegt over die naam Immanuël. Dat is erg weinig, de naam Immanuël staat maar drie keer in de bijbel. In Matteüs 1:23, in Jesaja 7:14 en in hoofdstuk 8:8. Maar drie keer, terwijl het zo’n bekende naam is! Om te ontdekken op welke manier God met ons is neem ik mijn vertrekpunt in Matteüs 1:23, ga van daaruit naar Jesaja 7 en 8 en kom dan weer terug bij Matteüs.

 

In Matteüs 1:18-25 lezen we over de afkomst van Jezus. Eerst is 17 verzen lang zijn voorgeslacht beschreven. Het is een vaste cadans van ‘en hij verwekte’, ‘en hij verwekte’, ‘en hij verwekte’. Maar opvallend genoeg wordt die cadans doorbroken in vers 16. Daar staat: ‘Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.’ ‘Bij haar werd Jezus verwekt’, wij weten door wie. Niet door Jozef, maar door de heilige Geest. Dat staat ook in vers 18: ‘ze bleek zwanger te zijn door de heilige Geest’.

 

En Jozef wil uit ontzag voor deze heilige ingebruikname van Maria zijn huwelijk opgeven. Maar dat is niet de bedoeling. Want de Messias zou geboren worden uit het geslacht van David. Dus Jozef moet zijn vader zijn. Daarom verschijnt een engel aan Jozef in een droom. En deze engel zegt: ‘Jozef, zoon van David, laat je huwelijk met Maria doorgaan en geef het kind dat uit haar geboren wordt zijn naam.’ Door die beide dingen, trouwen met Maria en het kind zijn naam geven, wordt Jozef de wettelijke vader. En om Jozef te overtuigen haalt de engel dan Jesaja 7:14 aan. De engel zegt: ‘Dit alles is gebeurd -dus: Maria’s zwangerschap uit de heilige Geest- opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuël geven.” En Jozef laat zich overtuigen, want hij neemt Maria bij zich als zijn vrouw en hij geeft de zoon die geboren wordt zijn naam: Jezus, God redt.

 

Dus de geboorte van Jezus uit de maagd Maria, zijn verwekking door de heilige Geest, is volgens de engel de vervulling van de profetie uit Jesaja 7. Daar zijn dus heel wat eeuwen overheen gegaan. Ik zoek daarom ook niet -zoals veel bijbeluitleggers- naar een eerste vervulling in de tijd van Jesaja zelf. De geboorte van Jezus is de vervulling van de profetie. In de NBV staat in Jesaja 7:14 ten onrechte ‘de jonge vrouw is zwanger,’ en ‘zij zal spoedig een zoon baren’. Wie de vertaling van 1951 voor zich heeft ziet staan: ‘Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren’. Koning Achaz, tegen wie dit gezegd wordt, had dan ook een teken geweigerd. En aan het teken dat hij desondanks krijgt heeft hij niets want het gaat pas eeuwen later in vervulling.

 

Maar waarvan is de maagdelijke geboorte van Jezus dan een teken? Daarvoor moeten we toch even zien wat er in de tijd van koning Achaz aan de hand is. Achaz is koning van Juda rond 740 voor Christus. In het 10-stammenrijk, in Israël, is Pekah op dat moment koning. En Pekah heeft een verbond gesloten met Resin, de koning van Aram. Samen proberen ze sterk te zijn tegenover Assur. En nu willen Resin en Pekah dat Achaz van Juda ook mee gaat doen in dit verbond. Maar Achaz weigert. Daarop willen Resin en Pekah koning Achaz een lesje leren. En ze maken een hele goede kans om Juda compleet onder de voet te lopen. Maar dat zou het einde betekenen van het koningshuis van David. Dit is dus een heel spannend moment in de geschiedenis naar Christus toe.

 

Maar dan mag Jesaja aan koning Achaz vertellen: wees niet bang voor Aram en Israël. Nog 65 jaar en deze volken bestaan niet meer. En Achaz mag een teken aan de Here vragen die de garantie vormt van deze belofte. Maar Achaz weigert ongelovig. En dan komt de Here met zijn teken: ‘Zie, een jonge vrouw zal zwanger worden en zij zal een zoon baren en hij zal Immanuël genoemd worden.’ God met ons. Achaz heeft hier niets aan gehad, hij geloofde er ook niet in. God heeft wel gedaan wat hij beloofd had: Aram en Israël werden door Assur verslagen. Hetzelfde Assur zou later ook Juda veroveren. In Jesaja 8:8 wordt Juda als het toekomstig land van Immanuël benoemd. Beide rijken, dat van Israël en dat van Juda, werden zo gestraft om hun zonden. Beiden gingen uiteindelijk in ballingschap. Maar er zal een tijd komen, wanneer Immanuël geboren wordt, dat God het volk van zijn zonden zal verlossen. En God zal het koningshuis van David nieuw leven inblazen. God gaat dit doen.

 

En daarvan is Jezus’ geboorte het teken! Van Gods ingrijpen. Alleen Gods ijver doet het koningshuis van David herleven. Alleen Gods inspanning geeft het volk nieuwe toekomst. Jozef krijgt de kans om de fout van Achaz goed te maken. De engel wil Jozef ervan overtuigen om zijn plaats in de lijn van de geslachten in te nemen: Jozef, vertrouw jij erop dat God zelf jouw koningshuis nieuw leven inblaast? Door deze Gods-geboorte. Immanuël. Die naam betekent dat God zelf geboren wordt. Als mens. God met ons. De geboorte van Jezus is daarom een Gods-geboorte. En tegelijk is het een geboorte die alleen God kan bewerken: namelijk zonder dat er een man aan te pas is gekomen. Het is een door God bewerkte geboorte. Maar dat betekent dat van Jozef niet alleen wordt gevraagd de redding van zijn koningshuis uit de hand van God te ontvangen, maar ook en vooral het leven zelf!

 

En die betekenis zit ook voor ons in de naam Immanuël. Niet de naam Immanuël is het teken, maar de Gods-geboorte is het teken. De taal die dit teken spreekt is: God geeft leven. Alleen God geeft leven. Alleen zijn ijver doet de schepping herleven. Dat is kerst, zo kun je uitleggen wat kerst is. En ik zeg nu ‘schepping’, omdat het koningshuis van David het op aarde uiteindelijk niet gered heeft. Christus werd koning in de hemel. En ook de focus op Israël maakte plaats voor een verbreding naar de volken. Jezus’ geboorte laat zien dat God leven geeft. Aan heel de schepping. Door Jezus’ komt er een nieuwe schepping. Met leven voor ieder die in Hem gelooft. Voor ieder die redding en leven wil ontvangen van God. Dus je kunt kiezen: doe je als Achaz of doe je als Jozef? Sla je het teken in de wind of wil je het leven ontvangen van God?

 

Dat God met ons is gaat dus niet over hulp in ons leven, maar het gaat over het leven zelf. Over her-leven. Je krijgt dus veel meer dan je denkt! Vraag je eens af waar jij God voor bidt en waar jij God voor dankt. Vragen en danken wij God vaak niet om hulp voor dingen in ons leven? Gezondheid, bewaring, kracht om iets te kunnen doen, rust en vertrouwen om iets te ondergaan. En dat is goed, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar bedenk dat God meer wil geven, namelijk: leven. Leven door Jezus. Eeuwig leven. Jezus is geboren om zijn volk te bevrijden van hun zonden zodat zij zouden leven. Jezus heeft geleden en is gestorven om ons te doen leven. Zoals het avondmaalsformulier zegt: Christus is voor ons door God verlaten zodat wij nooit meer door God verlaten worden. Immanuël: God met ons. En Jezus is opgestaan om ons te doen leven. In Matteüs 28:20 staat dat Jezus heeft gezegd: ‘Houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ Immanuël: God met ons. Dat gaat over het leven zelf. Over Gods ijver waarmee Hij werkt aan een nieuwe schepping en nieuw leven. Daar hebben wij trouwens ook een teken van gekregen, een garantie. Dat is je doop. Mooi hè? Gods hulp gaat veel verder dan ik dacht: God helpt mij niet allen in dit leven maar Hij geeft mij het leven zelf.

 

En dan merk ik in mezelf dat ik toch telkens weer om allerlei hulp in mijn leven bid. En daarvoor dank. Ik weet niet hoe dat bij u en jou is maar je moet dat maar eens nagaan in je eigen gebeden. Blijkbaar ga ik uit van het leven als iets vanzelfsprekends en vraag ik God om hulp bij dingen in mijn leven. Wat soms ook allerlei vragen oproept rond gebedsverhoring. Maar de vraag is of mijn leven zelf wel zo vanzelfsprekend is. Niet alleen mijn leven hier op aarde is kwetsbaar en moet ik van minuut tot minuut van God ontvangen, maar ook het eeuwige leven is nog geen vanzelfsprekendheid. Het is een belofte. En Gods beloften zijn ijzersterk, Hij houdt woord. Maar een belofte moet je altijd gelovig ontvangen. Denk maar aan koning Achaz. God geeft niemand het eeuwige leven tegen zijn of haar zin. God wil dat wij Hem gelovig vragen zijn belofte na te komen. Doe ik dat? Bidden wij om het leven? Om het eeuwige leven? Dat gebed verhoort God altijd!

 

Wanneer je zo bidt laat je God wel veel dichterbij komen. Ik realiseer me dat. Vragen om hulp bij dingen die je moeilijk vindt in je leven gaat veel minder ver dan God vragen om je het leven zelf te geven. Want dan erken je dat jijzelf het niet redt. Hoe dichtbij laat jij God komen? Hoe afhankelijk weet jij je van God? Wie zichzelf wil redden komt bedrogen uit. En wat zit dit diep in ons: zelfredzaamheid. Hulp geven vinden we veel makkelijker dan hulp ontvangen. Als je dat merkt in je relaties met mensen, zou dat dan ook niet zo zijn in je relatie met God? Maar aan Jozef mag je zien dat de heilige Geest je wil helpen om te leren ontvangen. Net zo wonderlijk als de geboorte van Jezus was, net zo wonderlijk is het geloof van Jozef. Hij neemt zijn plaats in in de lijn van de geslachten. Hij laat zich het nieuwe leven geven. En jij? Amen.