Je hart uitstorten voor God

6 september 2015

Waarom je je hart kunt uitstorten voor God en hoe je dat doet.

Lezen: Psalm 62

Tekst: Psalm 62:9

Als mens heb je het nodig om zo nu en dan je hart te luchten. Om eens even lekker van je af te praten. Om gewoon tegen iemand aan te praten die misschien niet veel meer terug zegt dan ‘ja’ en ‘hmm-hmm’. Er zijn mensen die dat niet doen, die niet geregeld van zich af praten -binnenvetters zeggen we dan- maar dat is geen compliment. We vinden het ook niet gek als zo iemand daar zelf ook last van ondervindt. Je moet als mens gewoon af en toe je hart luchten. Je moet niet in je eentje met je problemen blijven rondlopen.

 

Stort voor Hem uit geheel uw hart

En nu zegt God: stort je hart uit bij Mij! Psalm 62:4 berijmd zingt: ‘Vertrouw op Hem, o volk, in smart. Stort voor Hem uit geheel uw hart. God is een toevlucht t’allen tijde.’ Als je dat zingt kan dat je zomaar diep raken, ‘stort voor Hem uit geheel uw hart’, ja dat wil ik. Mijn hart uitstorten voor God, gewoon alles tegen Hem zeggen wat ik op mijn hart heb. Waar ik mee rond loop. Wat me dwars zit. Waar ik niet mee uit de voeten kan. Waar ik me zorgen over maak.

 

Want wat maken die dingen je eenzaam. Als je ergens mee rond loopt dan maalt dat voortdurend in je hoofd. Alleen al dat je het aan iemand anders vertelt helpt. Je hart uitstorten - dat woord laat al zien: het komt er dan ook in een vloed uit. Alsof er een stuwmeer opengaat. Veel te lang heb je je mond gehouden. Veel te lang dacht je dat je bij niemand terecht kon. Daar zit de angel van er veel te lang mee blijven rondlopen: de gedachte dat dat luisterende oor wel eens tegen kon vallen. Misschien lachen je vriendinnen je wel uit wanneer je je verhaal vertelt. Of je stort je hart bij iemand uit maar die komt gelijk met allerlei goedbedoelde adviezen die je helemaal niet wilt horen en waar je in ieder geval niets aan hebt. Of je stort je hart bij iemand uit maar daarna blijft het oorverdovend stil, je hoort niets meer van hem of haar en het gevoel niet begrepen te worden is nog groter dan aan het begin.

 

En dan zegt God: stort je hart uit bij Mij! Niet dat je je hart niet moet uitstorten bij je vrienden of bij een vriendin of bij je ouders of bij die leraar met wie je goed kunt opschieten, maar bij God is het toch anders. In Psalm 62 is het plaatje: er is gewoon niemand anders overgebleven. Vers 4: ‘Hoe lang nog vallen jullie aan op één man?’ Als iedereen zich tegen je keert dan blijft alleen God over. Zo kun je dat ervaren. De publieke opinie keert zich tegen je. Er is iets gebeurd of je hebt iets gezegd, en iedereen valt over je heen. Dan is er nog maar één plek: je stort je hart uit voor God. Omdat je weet dat Hij de waarheid kent, dat Hij jouw motieven kent, jouw goede bedoelingen. Je bidt tot God en legt je zaak bij Hem neer. Wat is het dan heerlijk om in God alvast één bondgenoot te hebben. Tegenover iedereen die afstand van je neemt kun je met je verhaal bij God terecht, vind je bij Hem een luisterend oor.

 

Zo kun je ook naar God gaan en je hart bij Hem uitstorten als je onzeker bent over jezelf. Of eigenlijk, als je onzeker bent over wat anderen van je vinden. Vinden ze mij leuk? Menen ze het wel als ze iets aardigs tegen mij zeggen? Wat staan mijn vriendinnen daar nu te praten, zouden ze het over mij hebben? De grootste vijand van de mens zijn zijn eigen gedachten. Wat vind je van jezelf? Heb je jezelf lief? Vertrouw je op jezelf, op je eigen oordeel over jezelf? Of vertrouw je liever op het oordeel van anderen? Sommigen mensen vinden het heel moeilijk om op zichzelf te vertrouwen (terwijl anderen juist veel te gemakkelijk op zichzelf vertrouwen en op hun eigen oordeel). Maar is het in die onzekerheid over jezelf en over wat anderen van je vinden dan niet heerlijk om je hart uit te storten voor God? Is het ook niet heerlijk om je vragen over God zelf en over zijn relatie met jou voor Hem neer te leggen? Als je twijfelt, als je zijn leiding in je leven niet begrijpt, zou je dan ook niet juist je hart bij Hem moeten uitstorten?

 

Waarom je juist bij God zo goed je hart kunt uitstorten

 

    God ontfermt zich over je

Wat moet je je daarbij voorstellen? Opvallend trouwens is dat alleen in vers 13 God direct wordt aangesproken. In de hele Psalm gaat het over God in de derde persoon, maar in vers 13 hoor je opeens: ‘Bij u, Heer, is ontferming.’ Daar wordt God persoonlijk aangesproken. Blijkbaar kun je niet zomaar over Gods ontferming praten zonder Hem direct aan te spreken. Zo kostbaar is Gods ontferming, zo dicht zit dat bij Hem zelf. En zo belangrijk is dat in de relatie God-mens. Maar dat God zich over je ontfermt, dat je bij God ontferming kunt vinden, wat moet je je daarbij voorstellen? Wat is ontferming? Wij kennen dat woord ook, bijvoorbeeld als we zeggen: iemand ontfermt zich over een zwerfkatje. Dat mauwt zielig door de straat, nat van de regen en vies. Je kinderen komen ermee thuis, en dan zeg je: ahh. Je ontfermt je over dat diertje. Of een kind is op het strand zijn moeder kwijt. Jij ziet hem huilend heen en weer lopen, op zoek maar zonder zijn moeder te vinden. Je staat op en slaat even je arm om zijn schouder en zegt: zullen we samen zoeken? Het hulpeloze raakt je en brengt je in beweging. Dat is ontferming.

 

Tegelijk zit er in dat woord ontferming in Psalm 62 nog iets anders. Namelijk dat er een relatie is, een vertrouwensrelatie, liefde waar je op aan kunt. Bij God is die liefde. Dat maakt ook duidelijk hoe je de laatste regel van deze Psalm moet lezen: ‘u beloont ieder mens naar zijn daden.’ Daar kun je gemakkelijk van schrikken, dan denk je: als God mijn daden beloont dan pakt het misschien niet eens zo heel goed voor mij uit. Bovendien, dit leidt toch alleen maar tot een soort werkheiligheid, dat je probeert je best te doen om bij God in een goed blaadje te komen. Maar het is toch juist allemaal genade? Best een lastig slot dus van deze Psalm. Maar waar het om gaat in die laatste regel is dat God doet wat Hij zegt en geeft wat Hij belooft. Hij is betrouwbaar. Hij komt zijn woorden altijd na. Bij u, Heer, is mijn relatie met u vast en zeker. Op Gods helpende en zorgzame liefde kun je aan. Heer, zo ontfermt u zich over mij.

 

Maar dan kun je altijd je hart bij God uitstorten. Omdat God zijn relatie met jou altijd trouw blijft. Wat jij ook vertelt, hoe diep je vragen ook gaan, ook als het vragen zijn aan zijn adres, God blijft er voor jou. Hij blijft luisteren. Ook als het helemaal ontspoort en jij bij het uitstorten van je hart dingen zegt waarvan je later denkt ‘oei, dat ging wel heel ver.’ Denk aan Job. Dan nog keert God zich niet van je af. Dat is wat hier staat. ‘Bij u, Heer, is ontferming.’ Over je relatie met God hoef je je geen zorgen te maken. Dat is het evangelie van Psalm 62 en daarom klinkt die royale aanmoediging: ‘Vertrouw op hem, mijn volk, te allen tijde, open voor hem uw hart, God is onze schuilplaats.’ Doe dat nou, open je hart voor God. Stort je hart uit voor God. Laat Hem weten wat jou dwars zit en blijf er niet alleen mee rondlopen.

 

    God is machtig

Want, en dat is het tweede waarom je juist bij God je hart kunt uitstorten, God is machtig. Dat zegt vers 12. Het staat er wat raadselachtig: ‘Eenmaal heeft God gesproken, tweemaal heb ik het gehoord: ‘De macht is aan God.” Dat eenmaal kun je ook vertalen met ‘voor eens en altijd’. En het tweemaal duidt op ‘meer dan eens’. Dan wordt het zo: Voor eens en altijd heeft God gezegd, ik heb het meer dan eens gehoord: ‘De macht is aan God.’ De Bijbel in Gewone Taal zegt het nog weer wat anders: ‘Heer, u bent een machtige God. Dat hebt u zelf gezegd, en ik heb het ook van anderen gehoord.’ Hoe je ook vertaalt, de dichter is diep overtuigd van Gods macht. Als je bij mensen je hart uitstort -heerlijk als dat kan en het lucht ook zeker op- maar of ze er wat mee kunnen doen, of ze je echt kunnen helpen dat weet je niet. Stort je je hart uit bij God, dan doe je dat bij Hem die macht heeft om echt wat voor je te betekenen. Die jouw probleem niet alleen aanhoort, maar het zich ook aantrekt, en er wat aan kan doen. God kan je beschermen voor je vijanden. In Psalm 62 wordt David belaagd van alle kanten. We kunnen ook wel momenten in zijn leven bedenken dat dit zo was; in de tijd dat Saul achter hem aanzat of in de tijd dat zijn zoon Absalom tegen hem opstond. God is een schuilplaats. Hij schermt je af voor je vijanden. Ook wanneer je eigen gevoelens je vijand zijn geworden. Wanneer je je eigen oordeel over jezelf niet meer kunt vertrouwen. Vertrouw dan op Gods oordeel. Vertrouw dan op wat God zegt. Over zichzelf: Ik ben liefdevol en trouw. Over jou: Ik ken jou want Ik heb je gemaakt. En over jullie samen: Ik wil er voor je zijn. In de Psalm wordt gezegd dat je niet moet vertrouwen op mensen. Dus ook niet op je eigen gedachten over hoe anderen over je denken. Wat hebben veel mensen daar last van. Wat kunnen je eigen gedachten, waarmee je jezelf naar beneden haalt, vijanden van je zijn. Maar het is zo licht als lucht. Laat het niet meewegen. In de weegschaal gaan die gedachten van jou omhoog. Stort de schaal maar uit voor God. Hij ontfermt zich over je met al zijn goddelijke macht. Hij is een schuilplaats.

 

Je band met God wordt er sterker door

Je zult dan ook merken dat je band met God sterker wordt. Intenser en intiemer. Dat is net als bij mensen. Als jij je hart bij iemand uitstort dan heb je daarna iets samen. Iets vertrouwelijks. Een volgende keer stort je je hart nog gemakkelijker bij hem of haar uit. Zo is dat ook met God. Ik kan me voorstellen, ik hoop, dat je wel eens hebt gemerkt dat je tegen God nog meer zegt dan tegen mensen. Tegen God kun je soms wel zeggen wat je tegen mensen niet kunt zeggen, zelfs niet tegen mensen die heel dichtbij je staan. Dat is verdrietig, als je niet de ruimte ervaart om alles te zeggen tegen hen die dichtbij je staan. Het is de zondemacht die je alleen wil laten piekeren en ploeteren. Het is de duivel die je ervan weerhoudt om je diepste gevoelens, je angsten, de dingen waarvoor je je schaamt om die niet te delen. Zodat je nog eenzamer wordt, nog ellendiger. Maar ik hoop dat je het dan wel tegen God zegt, het bij Hem neerlegt. Je hart voor Hem uitstort. Want dan zul je merken dat je band met God sterker wordt. Vertrouwder en intiemer. Dat helpt je. Dat geeft rust.

 

Het kan natuurlijk ook omgekeerd gaan, je deelt van alles met vrienden of vriendinnen maar diezelfde dingen deel je niet met God. Je houdt je hart gesloten voor God omdat je Hem ten diepste niet vertrouwt. Dat kan allerlei oorzaken hebben die misschien wel buiten jezelf liggen. Maar let daar eens op: waar praat jij wel over met een vriend, met een vriendin, met je man of je vrouw, maar niet met God? Het kan zijn dat je gewoon nooit bedacht had dat je je hart mag uitstorten bij God. Misschien wil je God er niet mee lastig vallen. Maar in Psalm 62 staat het gewoon, word je er toe aangemoedigd: doe dat nou, open voor God je hart! Leg voor Hem neer wat je dwars zit, waar je mee rond loopt. God wil de macht van de zonde in je breken. Het effect van de zonde op je leven, de doorwerking van de zonde in je leven wil God een halt toe roepen. Daarom doet Hij deze oproep. Ik trek me dit aan. Ik heb bedacht dat ik mijn hart nog veel meer voor God kan uitstorten. En ik bedenk daarbij dat God allang deelde in mijn diepste angst, in mijn diepste eenzaamheid, in mijn donkerste gedachten. Dat alles onderging Christus toen Hij op aarde was. Gods Zoon liet zijn hart vollopen met al die menselijk ellende. En Hij stortte het uit voor zijn Vader in zijn gebeden. Nachten lang. Zoveel was het, zo diep ging het. ‘Heer, u doorgrondt en kent mij’ (Psalm 139) - als ik mijn hart voor God uitstort, de diepste ellende en de smerigste shit, dan zit daar niets bij waar Christus al niet voor geleden heeft. Daar ben ik diep van onder de indruk. Dit is Gods macht, dit is zijn ontferming, dit is zijn evangelie. Hier wil ik van leven. Vertrouwend op Gods oordeel over zijn Zoon. Want zijn oordeel over zijn Zoon, zijn kijk op zijn Zoon, is zijn kijk op mij. Zo geeft God mij rust, die innerlijke rust die je ontvangt wanneer je je leven helemaal open legt voor God.

 

Hoe je je hart uitstort voor God

Hoe doe je dat? Hoe stort je je hart uit voor God? Ik denk aan het voorbeeld van Hanna, de moeder van Samuël (1 Samuël 1:9-15). Zij is vreselijk verdrietig omdat ze geen kinderen heeft en ze wordt daar door Peninna voortdurend mee gepest. Getreiterd, zegt de bijbel. Maar bij het heiligdom in Silo bidt en smeekt Hanna tot God. Een lang gebed, in stilte, alleen haar lippen bewegen. Eli, de priester, denkt daarom dat ze dronken is, maar als hij haar daarop aanspreekt zegt zij: ‘Nee, ik ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de HEER.’ Alles had ze eruit gegooid. In haar gebed. Zonder woorden, recht vanuit haar hart. Zo kan het dus. Biddend, in alle rust en stilte. Zoek dat op en neem daar de tijd voor. Een ander voorbeeld uit de bijbel is dat van koning Hizkia (2 Koningen 19:14; Jesaja 37:14). Hizkia had een hele vervelende brief gekregen van koning Sanherib van Assyrië die was opgetrokken tegen Jeruzalem, een brief waarin stond dat Hizkia zich maar het beste kon overgeven omdat God hem toch niet zou helpen. Hizkia gaat dan naar de tempel, legt de brief daar open voor God neer, zegt wat hem dwars zit en bidt vervolgens om Gods hulp. Beiden, Hanna en Hizkia, kregen wat zij God vroegen. Niet omdat zij hun hart zo goed uitstortten bij God, wel omdat dit de weg was die God op dat moment met zijn volk ging. Ik denk dat als je God kent als de machtige God van liefde op wie je aankunt, dat je zelf dan ook wel de woorden en manieren vindt om je hart bij God uit te storten.

 

Dit is het evangelie van Psalm 62:9:

 

Vertrouw op Hem, mijn volk,

    broeders en zusters

    jongelui

    jongens en meisjes

    gemeente

te allen tijde, open voor Hem uw hart, God is onze schuilplaats.

 

Amen.