Je roeping: delen in Gods leven

18 september 2016

Door Gods roeping mag je leven in een zinloze wereld toch weer zin krijgen.

Lezen: Romeinen 1:1-7 en 8:28-29 en 9:23-24

Tekst: Romeinen 1:6-7 en 8:28-29 en 9:23-24

Wat is de zin van je leven? Misschien is dat een vraag waar je niet zo vaak over nadenkt, misschien is het ook wel een vraag waar je heel veel mee bezig bent. En het kan zijn dat je allang een antwoord voor jezelf hebt gevonden, maar het kan ook zijn dat je geen antwoord hebt.

 

De vraag naar de zin van het leven kan in je opkomen bij het opgroeien. Kleine kinderen weten vaak precies wat ze willen worden: brandweerman, bij de politie, juf of moeder. Maar jongeren gaan over die vraag nadenken. Waarvoor zit ik op school? Om een opleiding te kunnen doen. Maar waarvoor zou ik een opleiding doen? Om aan het werk te kunnen. Maar waarom zou ik gaan werken? Waarom zou ik trouwen en kinderen krijgen? Omdat iedereen het doet? Dat kan. Maar niet voor alle jongeren is dat antwoord voldoende.

 

De vraag naar de zin van je leven kan je ook later overvallen. Je hebt al een aantal jaar gewerkt in een leuke baan, je hebt een gezin, maar plotseling ga je van een afstandje naar jezelf kijken en realiseert je dat je ongeveer op de helft van je leven bent en je denkt: wat is nou de waarde van wat ik doe en gedaan heb? Je kunt het roer nog omgooien maar dan moet je wel snel zijn. Of je staat meer aan het eind van je leven, je kijkt terug en denkt: was dit het nou? Waarom deed ik wat ik gedaan heb en wat blijft ervan over als ik er straks niet meer ben?

 

Een motief om te leven: leven vanuit je roeping

Dus wat is de zin van je leven? Wat is een motief om te leven? Dat is de vraag vanochtend. Een hele diepe vraag waar sommigen echt een antwoord op moeten hebben voor ze verder kunnen. Zo’n antwoord kan ik ook niet zomaar geven, ieder moet voor zichzelf dat antwoord vinden en zich eigen maken. Maar vanuit de bijbel wil ik vanochtend wel een voorzet doen: overweeg te leven vanuit je roeping.

 

Ik hoop dat ieder die hier zit gelooft dat God bestaat, dat Hij de Schepper van de wereld is en dat Hij ook de Schepper van jouw leven is. Hij heeft ervoor gezorgd dat jij bestaat. En deze God heeft een heel mooi plan met je leven. Hij praat daar ook over. Waar God je toe roept is delen in zijn leven. Dat is je roeping. Je leest dit in die verschillende gedeelten uit de Romeinenbrief, ik ga daar straks verder op in. Maar wat is dit bijzonder en groot: je mag delen in het leven van God. Hij maakt ruimte in zijn leven voor jou. God zegt: kom er maar bij. Kom binnen in mijn leven en alles wat ik heb deel ik met jou. Deze roeping is niet een taak of opdracht, maar het is een hele mooie uitnodiging. De bestemming van je leven is delen in Gods bestaan.

 

Kijk maar eens naar die teksten in de Romeinenbrief. Misschien was het je al opgevallen dat in elk van die drie gedeelten het woord ‘geroepen’ staat. In hoofdstuk 1:6-7 staat: je bent door Jezus geroepen om Gods heilige te zijn. In hoofdstuk 8:28-29 staat: je bent door God geroepen om als Jezus te zijn (het evenbeeld te worden van Jezus; let op het kruislings gebruik van God en Jezus). En in hoofdstuk 9:23-24 staat dan nog dat God de mensen die Hij geroepen heeft uit alle volken heeft voorbestemd om te delen in zijn majesteit. Daar loopt het op uit: je mag delen in Gods heerlijke leven. Nu al. Ik zeg ‘daar loopt het op uit’ omdat er een soort opklimming in die drie teksten zit. Laten we maar eens beginnen met de eerste.

 

Door Jezus geroepen om Gods heilige te zijn (Romeinen 1:6-7)

Jezus doet dit als je menselijke broer. Daarvoor kwam Gods Zoon naar de aarde. Daarvoor werd Hij mens. Om dichtbij je te staan. Hij werd een van ons, mens onder de mensen. Hij voelde wat wij voelen en worstelde met de dingen waar wij mee worstelen. Wat Hij op aarde kwam vertellen is dat zijn Vader wil dat je bij Hem gaat horen. Heilig wil zeggen: apart gezet. Je bent speciaal, je wordt gekoesterd. Wij kunnen zeggen: iets is heilig voor hem of haar, dan bedoelen we: daar mag je niet aankomen, daar is hij of zij heel erg zuinig op. Denk aan een auto die heilig voor je is. Of je vakantie of zaterdag is heilig voor je, daar mag niemand aankomen. Net zo zegt God: de mens is heilig voor mij. In een van de catechisatiegroepen hadden we het daar van de week over: zijn wij heilig? Ja, de mens is heilig voor God. Niemand mag aan hem komen, God is bloedje zuinig op de mens.

 

Nu hebben wijzelf ook vaak het idee dat niemand aan ons mag komen. Wij zetten onszelf graag apart voor onszelf zodat we lekker ons eigen leven kunnen leiden. Daar loop je gemakkelijk in vast: is dat het nou? Geeft dat zin aan je leven? Luister dan toch nog eens naar die roep van Jezus: mijn Vader wil je apart zetten voor zichzelf, Hij wil dat je speciaal bent voor Hem. Wil jij dat ook? Het is een uitnodiging, God dwingt niet. Het is wel je roeping, je bestemming als mens: kostbaar zijn voor God.

 

Door God geroepen om als Jezus te zijn (Romeinen 8:28-29)

Nu is het God die de roeping van je leven onder woorden brengt. Hij doet dat als je hemelse Vader, als de maker van je leven. Wat Hij als Vader tegen je zegt is: word nou net als mijn Zoon. Besef je wat voor extreme uitnodiging dit is? Jezus heerst over de schepping. Jezus is onsterfelijk. Jezus is volmaakt in liefde. Jezus is de trouw zelve. Jezus leeft in een volmaakte relatie met zijn Vader. Jezus deelt als mens van vlees en bloed in de Drie-eenheid. En God roept je om net zo te worden!

 

God roept je om te delen in zijn leven (Romeinen 9:23-24)

In de derde tekst zegt Paulus dat God de mensen die Hij uit alle volken geroepen heeft, heeft voorbestemd om te delen in zijn majesteit (op andere plaatsen in de brief ‘luister’). Bij ‘majesteit’ denken wij aan een koning en zijn ‘luister’ is zijn grootheid. In de zomervakantie zijn wij als gezin in Versailles geweest, het gigantische paleis dat Lodewijk de 14e voor zich liet bouwen. Een paleis vol pracht en praal waar de rijkdom vanaf druipt. Daarmee wilde de koning zijn luister laten zien. Nu denk ik dat God die woorden ‘majesteit’ en ‘luister’ voor zichzelf gebruikt om ons iets duidelijk te maken van hoe Hij is. God gebruikt mensenwoorden voor iets dat daar ver boven uit gaat. Als het gaat over Gods majesteit en luister dan gaat het over hoe God is en wie Hij is. Zijn grootheid is zijn eindeloze liefde, zijn onvoorstelbare trouw, zijn macht over alles wat bestaat, zijn positie buiten de ons bekende kosmos. Het is zijn glorie die door tienduizenden engelen bezongen wordt. Het is zijn bestaan als God waar niets en niemand aan kan tippen en dat van een compleet andere orde is dan ons bestaan. In dat leven mag jij delen. Dat is misschien nog wel het grootste wonder van Gods heerlijkheid, dat Hij die openstelt voor anderen. Voor de mens, voor jou. Grote vorsten en koningen hebben vaak iets onaanraakbaars, ze staan ver boven het gewone volk op eenzame hoogte. Maar God zegt: ik roep je op om in mijn heerlijke, goddelijke leven te delen. Hoe vind je dat? Je mag net zo dichtbij komen als mijn eigen Zoon, ik wil net zo’n band met jou als met mijn Zoon. In Romeinen 8:29 wordt Jezus de ‘eerstgeborene van talloze broeders en zusters’ genoemd. Dat is geen beeldspraak. Delen in Gods majesteit is opgenomen worden in de heilige Drie-eenheid van Vader, Zoon en Geest. In Gods Drie-eenheid is ruimte voor de mens. Wat is dat een groot wonder en een heerlijke werkelijkheid. Het wil niet zeggen dat wij worden als God. Juist niet. Worden als Jezus betekent ook niet dat je Jezus wordt. God blijft God en mensen blijven mensen. Bij de zondeval probeerde de mens om God te worden. Maar het kan niet. Wat God voor ons in gedachten heeft is veel mooier: als mens mogen wij delen in zijn goddelijk leven.

 

Hoe die roeping op je afkomt

God doet dit omdat Hij zo is. Hij is liefde, delen en geven is zijn wezen. God houdt wat Hij heeft en wie Hij is niet voor zichzelf. Wat een overrompelend grote werkelijkheid is dit: God roept je om te delen in zijn leven. Ik krijg daar kippenvel van als ik erover nadenk wat dat inhoudt. Die roeping komt op allerlei manieren op je af. Ik weet niet waar jij die roeping in je leven hoort, misschien zeg je: ik heb het ook nog nooit zo gehoord, maar dan hoor je het nu. Want deze roeping komt op je af als je in de kerk zit. Je hoort het in preken. Je hoort het ook als je bijbel leest. Het is niet alleen de Romeinenbrief die het over je roeping heeft. De apostel Paulus heeft het er ook over in zijn brief aan de Korintiërs (1 Korintiërs 1:9, 7:20-24), de Galaten (5:7-8 en 13), de Efeziërs (4:1-4), de Kolossenzen (3:15) en Tessalonicenzen (1 Tessalonicenzen 4:7). Ook de apostel Petrus heeft het er veel over in zijn brieven (1 Petrus 1:15, 2:9 en 21, 3:9, 5:10, 2 Petrus 1:10). Als je erop gaat letten bij het bijbel lezen komt het telkens op je af. Je herkent deze roeping ook in de gemeente, want de gemeente bestaat om te delen in Gods heerlijkheid. De gemeente is de bruid van Jezus, die de bruidegom is. De gemeente mag delen in zijn leven, in alles wat van Hem is. Dat betekent ook dat ieder in die gemeente daarin mag delen. Ook in Jezus zelf komt je roeping op je af, want dat God zijn Zoon naar de aarde stuurde maakt ontzettend duidelijk dat God zijn heerlijkheid met jou wil delen. Daar is Hij zo op uit, dat Hij zijn eigen Zoon daarvoor gaf.

 

God koos voor jou

Omdat dit voor God zo belangrijk is, is het ook ernstig als je die roep niet beantwoordt. Wie roept wil graag een reactie en een roeping vraagt erom gevolgd te worden. Maar voordat je denkt: nu moet ik dus weer wat, bedenk wat het bevrijdende is van het hebben van een roeping. Want wat je enorm op de nek kan zitten is dat je van alle kanten te horen krijgt dat je het zelf moet zien te maken. Dat zit in de lucht, dat is onze cultuur die op je afkomt op tv en in bladen. Daarbij moet je voortdurend kiezen en op die keuzes word je keihard afgerekend. Gaat het fout, dan ben je mislukt. Als je omgeving dat al niet laat merken dan zit dat vaak nog heel diep in onszelf. Dit is doodvermoeiend. Ik kan me voorstellen dat het je blokkeert om ook nog maar iets te doen. Het lijkt er zo op aan te komen wat jij doet en wat jij kiest, vreselijk! Dat is de wereld zonder God, waarin je er ten diepste alleen voor staat. Maar in een leven met God maakt God de keuzes voor jou. Niet je dagelijkse keuzes, ook niet de keuze voor een opleiding, beroep of levenspartner, maar God kiest wel een levensdoel voor je uit. Dat is die roeping: delen in zijn leven. God koos voor jou. Op twee manieren: Hij koos ervoor om met jou om te gaan, en Hij koos in jouw plaats je levensdoel uit.

 

Laat dat in jouw leven, in de omstandigheden waarin je verkeert, zin geven aan je leven. De mensen die in de Romeinenbrief worden aangeschreven hadden het moeilijk, ze werden vervolgd om hun geloof. Ze moesten lijden. Ze werden ‘dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht’ (Romeinen 8:36). Je kunt je voorstellen dat ze zich afvroegen wat daar ooit de zin van kon zijn. Paulus zegt: klopt helemaal, de schepping is ten prooi gevallen aan zinloosheid (8:20). Maar ze heeft hoop gekregen, de schepping wordt van zinloosheid bevrijd en zal gaan delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen krijgen (vers 21). En even verderop zegt Paulus: hen laat Hij nu al delen in zijn luister (vers 30). Door Gods roeping kun je zinvol leven in een zinloze wereld.

 

Evangelie voor wie vol plannen zit… of juist niet

Ik hoop dat die roeping van God ieder van ons een bestaansmotief geeft, een reden om te leven. Misschien zit je vol met plannen, je weet precies wat je wilt gaan doen, opleiding zus of zo en dat werk, en ook nog trouwen en kinderen krijgen. Nou, sterkte ermee. En alsjeblieft, geef God een plek in al je plannen. Of beter gezegd, streep ze door en realiseer je wat je roeping is en maak dan nieuwe plannen. Misschien kom je op hetzelfde uit, misschien wordt het ook wel heel wat anders. En als je zonder plan zit, gebruik dan de stilte, de leegte, om naar Gods roep te luisteren. Laat je toekomst volschrijven door God, die je roept om in zijn leven te delen.

 

God roept in het leven wat niet bestaat

Hoe wordt dat concreet? Het begint ermee dat je je iedere dag van je roeping bewust bent. Maak je dat eigen. Oefen daar maar eens een week mee, dat je ‘s ochtends tegen jezelf zegt: mijn roeping is dat ik ook deze dag deel in Gods leven. Hij leeft zijn heerlijke, goddelijke leven en Hij nodigt mij uit vandaag dichtbij Hem te zijn en van Hem te genieten. Het kan haast niet anders dan dat dit je leven gaan beïnvloeden. Je concrete gedrag. Gods liefde van dichtbij zien maakt je liefdevol. Gods grootheid maakt je bescheiden. Gods heerlijkheid wekt verlangen naar een heilig leven. De eenheid in God maakt dat je zelf gaat zoeken naar eenheid. De diepe vrede waar Vader, Zoon en Geest van genieten maakt dat je in vrede wilt leven met je medemens. Naast de roeping om te delen in Gods leven kom je in de bijbel ook hele praktische oproepen tegen (afgeleid van je roeping). Je bent geroepen tot leven in vrede (1 Korintiërs 7:15) en tot vrij zijn (Galaten 5:13). Je bent geroepen om in je hart de vrede van Christus te laten heersen (Kolossenzen 3:15) en om heilig te leven (1 Tessalonicenzen 4:7). Je bent geroepen om bescheiden, zachtmoedig, geduldig en verdraagzaam te zijn en om de eenheid te bewaren (Efeziërs 4:1-4). Je bent geroepen om God te prijzen (2 Tessalonicenzen 1:11). Als ik dat samengevat zeg ik: je bent geroepen om God lief te hebben met heel je hart, ziel, verstand en al je krachten, en je bent geroepen om je medemens lief te hebben als jezelf. Wat een levensdoel. Daar kun je jaren mee vooruit, om dit te oefenen en steeds meer te doen daar heb je een leven voor nodig. Die twee lijnen passen ook geweldig in de praktijk van elke dag: oefenen met dichtbij God zijn en (in alle dagelijkse ontmoetingen) oefenen met dichtbij je medemens zijn. En weet je wat Paulus zegt? Je hoeft dit niet alleen te doen, want God is het ‘die in het leven roept wat niet bestaat’ (Romeinen 4:17). Laat dat je troosten wanneer je zoekt naar de zin van je leven. Amen.