Jezus, de wijsheid van God
15 december 2013
Door zijn eigen Zoon als redder naar de aarde te sturen wekt God onze roem op. Zo gebeurt precies datgene wat God altijd al wilde: wij buigen onze knieën voor Hem in aanbidding.
Lezen: 1 Korintiërs 1:18-31
Tekst: Zondag 5-6
Vanmiddag wil ik het met u hebben over de wijsheid van God. De wijsheid van God en de dwaasheid van mensen. Wat is de wijsheid van God? En wat is de dwaasheid van mensen? De wijsheid van God is Jezus. En de dwaasheid van mensen is dat ze Gods liefde in Jezus afwijzen en denken beter af te zijn zonder die liefde.
Wat is de wijsheid van God in Jezus? Hoe zie je de wijsheid van God in het sturen van zijn Zoon? Je kunt evengoed zeggen: dat was niet zo wijs van God. Want God stuurt zijn Zoon vanuit de hemel naar de wereld en laat Hem geboren worden als mens. Maar Jezus’ leven eindigt aan het kruis. Vermoord, mishandeld, gedood. Ik moet denken aan de gelijkenis van de pachters (Matteüs 21, Marcus 12, Lucas 20). Iemand plant een wijngaard en verhuurt die. Als de tijd van de oogst komt stuurt hij een paar slaven naar de wijngaard om zijn deel van de oogst in ontvangst te nemen. Maar de pachters mishandelen de slaven en sturen ze met lege handen weg. Dan stuurt de eigenaar van de wijngaard een wat grotere groep slaven. Maar ook zij worden mishandeld en weggestuurd. En dan stuurt de eigenaar zijn zoon. Met de gedachte: voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Maar als de pachters hem zien zeggen ze juist: ha, dat is de erfgenaam, als we hem doden is de wijngaard voor ons!
Dus was het wel zo wijs van God om zijn Zoon naar de aarde te sturen? Jezus kwam de oogst ophalen voor zijn Vader. De oogst, dat zijn de vruchten van geloof en liefde, van trouw en dankbaarheid aan God. De profeten die God eerder naar zijn volk had gestuurd waren al mishandeld en met lege handen naar God teruggestuurd. Is het in zo’n gespannen situatie verstandig om je Zoon te sturen? Hoe zie je in Jezus de wijsheid van God? En ik weet zeker dat als je dat ziet je God erom gaat roemen. Ik ga in drie punten de wijsheid van God in Jezus laten zien.
1. Rechtvaardig en barmhartig
In Jezus is God zowel rechtvaardig als barmhartig. In Jezus is God 100 % rechtvaardig en 100% barmhartig. Want Jezus draagt de straf van God helemaal. En Jezus voldoet volkomen aan wat God van een mens verwacht. Dat zijn de twee aspecten van Gods recht: de straf op de zonde wordt ondergaan maar God ontvangt ook de volmaakte liefde die Hem toekomt. Jezus doet God recht. En het barmhartige van God hierin is dat Hij beide door zijn eigen Zoon laat doen. De Catechismus zegt in v/a 12: in zijn rechtvaardigheid wil God dat er betaald wordt. De schuld moet betaald worden en er moet dank betaald worden. Je kunt moeite hebben met die woorden: er moet betaald worden. Het alternatief zou zijn dat God zei: laat maar zitten. Die schuld en die dank, laat maar zitten. Maar is dat barmhartig? Blijft er dan niet altijd wat tussen God en jou in zitten? Een gevoel van schuld? Nee, God blijft bij zijn recht, God houdt vast aan zijn recht maar Hij geeft Christus die zijn recht volbrengt. En dat is zijn barmhartigheid. God geeft aan de wereld wat Hij van de wereld verlangt. God geeft aan de mens wat Hij van de mens vraagt. Wij ontvangen geen genade voor recht maar wij ontvangen genade door recht. En dat is stukken beter want nu staat het zwart op wit. Nu heb je de zekerheid dat je op grond van Gods recht genade krijgt. Dat is Gods barmhartigheid, dat is Gods goedheid. Zo laat Hij zijn hart voor jou spreken. In Jezus is God 100% rechtvaardig en tegelijk 100 % barmhartig.
Als je in de Catechismus kijkt zie je dat dit ook de laatste vraag van Zondag 4 was: maar God is toch ook barmhartig? God is rechtvaardig maar God is toch ook barmhartig? Die vraag kunnen wij soms zomaar stellen om ze uit elkaar te spelen. We zetten Gods vasthouden aan zijn recht dan tegenover zijn liefde. Alsof God één van beide meer moet zijn om de balans naar de ene of de andere kant te laten doorslaan. En dan krijg je een rechtvaardig God of een liefdevol God, een straffende God of een genadige God. Maar Gods wijsheid is nou juist dat Hij zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid in Jezus bij elkaar brengt. Je hoeft niet te kiezen. Je hoeft niet te kiezen voor Gods rechtvaardigheid of zijn barmhartigheid. Want God kiest voor Jezus.
Als je dat ontdekt dan hoef je ook in jezelf niet meer te kiezen. Voor nadruk op je schuld of nadruk op de genade die je ontving. Zie je dat v/a 12 begint met een schuldbelijdenis? ‘Hoe kunnen wij aan deze straf (die eeuwige straf van God aan lichaam en ziel, zie v/a 11) ontkomen en weer in genade worden aangenomen, nu wij naar Gods rechtvaardig oordeel straf in tijd en eeuwigheid verdiend hebben?’ Dat laatste is een schuldbelijdenis: als je de Catechismus hier gelovig naspreekt dan zeg je: wij hebben naar Gods rechtvaardig oordeel straf verdiend. Maar zie je tegelijk dat je met die schuldbelijdenis de grens van ellende naar verlossing bent overgestoken? V/a 12 is de eerste vraag en antwoord van het deel over onze verlossing. Zie je het staan in je kerkboek? Met die schuldbelijdenis ben je de grens van je ellende naar je verlossing al overgestoken.
2. God en mens
Gods wijsheid zie je ook in het feit dat Jezus God en mens is. Wie had ooit kunnen verzinnen dat het zo kon? Dit is toch dat goddelijke reddingsplan dat in geen mensenhart is opgekomen (1 Korintiërs 2:9)? Dit heeft alles te maken met wat we net ontdekten, dat God 100% rechtvaardig is en 100% barmhartig. Jezus moest mens zijn omdat de mens had gezondigd, omdat mensen zonde deden en doen. Jezus moest ook mens zijn omdat God de mens had geschapen om zijn beeld te vertonen. God had de mens geschapen om in liefde met Hem te leven, in dankbaarheid en trouw. Aan dat plan houdt God vast. God wil dat in mensen gerealiseerd zien. Maar omdat dit de mens nooit van zijn levensdagen ooit nog gaat lukken moet Jezus tegelijk God zijn. Jezus moet God zijn om de straf te kunnen dragen, die te overleven en om vervolgens God zuiver te dienen en lief te hebben met heel zijn hart, met heel zijn verstand en met al zijn krachten. Jezus is 100% mens en 100% God. Dat is een mysterie dat niet gemakkelijk te begrijpen is. Maar het wordt het meest zichtbaar in de geboorte van Jezus. Jezus wordt geboren uit de maagd Maria. God de Geest is zijn Vader, Maria is zijn moeder. Gods Zoon, die zelf God is, wordt geboren als mens. In v/a 16-18 wordt het kerstfeest gevierd. En in het kerstfeest zie je Gods wijsheid. Want vanuit de schepping, vanuit de mens, is geen heil te verwachten. Dat maakt Zondag 5 wel duidelijk. Dat maakte ook de geschiedenis van Israël wel duidelijk. God dienen lukt niet. Straf helpt niet. Ze maken de schuld alleen maar groter. In Zondag 5 belijden we dat vanuit de mensheid geen redding te verwachten is. Nee, redding moet uit de hemel komen. Redding moet bij God vandaan komen, van boven. Zondag 6 laat zien dat in de mens Jezus God zelf redt. Zijn naam betekent ook: God redt. Deze Jezus is ons door God gegeven tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en tot een volkomen verlossing.
3. Alle eer aan God
God toont ons zijn diepe wijsheid in Jezus. En de kern daarvan is dit: door Jezus gaat alle eer naar God. Gods wijsheid is dat Hij met Jezus roem opwekt voor zichzelf. God redt ons door Jezus. En juist door dat zo te doen kan geen mens zich op zijn redding laten voorstaan. God herstelt zijn beeld in mensen door Jezus. En juist door dat zo te doen kan geen mens zich daarop laten voorstaan. Wij zijn een nieuwe schepping, nieuwe mensen maar alleen in Christus, wanneer we door geloof met Hem verbonden zijn. En juist door dat zo te doen kan geen mens zich daarop beroemen. Alle eer is altijd voor God.
Paulus brengt dit heel kernachtig onder woorden in 1 Korintiërs 1:30-31. Die tekst is de bijbelse basis onder deze preek. Paulus schrijft: ‘Door hem (God) bent u één met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’ Ik ga in vier korte punten vanuit deze tekst laten zien hoe alle roem en eer naar God gaat omdat juist Jezus onze Verlosser is.
Gegeven in liefde
Allereerst zie je in deze tekst dat God Jezus gegeven heeft. Wij hebben onze verlosser gekregen. Niet voortgebracht maar gekregen van God. Paulus zegt: Christus Jezus is ‘dankzij God onze wijsheid geworden’. Dankzij God! Dus dank God er maar voor dat je deze Verlosser hebt. Dat dank je niet aan jezelf of aan een ander mens, dat dank je alleen aan God. Want God gaf Jezus. En waarom? Uit pure liefde. Vanuit zuivere liefde voor zijn vijand, de mens. God wil vrede met de mens. En wat God dan doet is zijn vijand voor zich winnen door hem lief te hebben. God reikt in Jezus zijn vijand de hand. Dat is het dwaze van het kruis: God wil zijn vijand overhalen tot vrede door hem de uiterste liefde te bewijzen. God vernietigt de menselijke vijandschap door zijn uiterste liefde te laten zien. Hij geeft zijn eigen Zoon, het liefste wat Hij heeft. En de vrede die zo ontstaat, ontstaat vanuit de verwondering over het gedrag van je tegenstander: maar als mijn tegenstander zo is, zo vol van liefde, dan wil ik vrede met Hem. Dan kan ik me ook met een gerust hart aan zijn vrede over geven. God overwint zijn vijand door hem lief te hebben.
Geloofd door de Geest
Maar niet iedereen geeft zich over aan deze vrede met God. Dat is de tweedeling die dwars door de wereld loopt. Sommigen raken onder de indruk van Gods gevende liefde in Jezus. Anderen wijzen Gods liefde af en denken beter af te zijn zonder die liefde. Dat laatste is dwaas. De dwaasheid van de mens is Gods liefde afwijzen en denken dat je daar beter van wordt. Maar hoe komt het nou dat er ook mensen zijn die zich aan vrede met God overgeven? Hoe komt het dat er mensen zijn die in Jezus gaan geloven om door Hem rechtvaardig, heilig en verlost te zijn? Paulus zegt: dat heeft maar één reden, dat komt door God. Zo begint 1 Korintiërs 1:30: ‘Door hem bent u één met Christus Jezus’. Door zijn Geest. De heilige Geest werkt het geloof. Dit gaat heel diep: zonder God zou ik hier niet staan, zou ik een godloochenaar zijn. Dat ik geloof dank ik alleen maar aan God. Voor de volle 100%.
Rechtvaardig, heilig en verlost
Vervolgens zegt Paulus in 1 Korintiërs 1:30: ‘door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost’. Ja, want Christus droeg de straf die wij verdienen. En Christus leefde het heilige leven dat God van ons vraagt. En Christus verlost ons uit de macht van de satan en brengt ons weer thuis bij God. En door geloof in Jezus gaat dit voor ons gelden. Jezus kan dit weggeven want Hij was uit zichzelf rechtvaardig en heilig en Hij is nooit in de macht van de satan geweest. Geloven in Jezus betekent dat je dit van Hem wilt ontvangen. Omdat je weet dat het bij jou ontbreekt en omdat je weet dat je het nodig hebt. Door geloof in Jezus ben je in zijn persoon rechtvaardig voor God, heilig voor God en vrij. Maar dit krijg je niet één keer en daarna klaar. Dit gaat niet in mij zitten. Je hebt het in de verbinding met Jezus. Blijvende verbondenheid met Jezus is nodig. Iedere dag. Om iedere dag rechtvaardig, heilig en vrij te zijn. Jezus is rechtvaardig, heilig en vrij. En in zijn persoon ik ook. Iedere dag ontvang ik het opnieuw. En daardoor gaat iedere dag mijn dank en roem naar God.
Herstelde eredienst
In vers 31 komt alles bij elkaar. Dit is de climax van Paulus’ betoog. Want wie zo zijn redding vindt in Jezus die gaat God daar om eren. ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’ Het kan niet anders dan dat christenen hoog opgeven van hun God. Hier zie je de wijsheid van God op zijn diepst, zijn hoogst, zijn grootst. Door de manier waarop Hij redt gaat alle eer voor die redding naar God. Kijk maar: God geeft zijn eigen Zoon, de rechtvaardige, heilige Verlosser, God en mens. In Hem overlaadt Hij zijn vijand met zijn liefde. En Hij geeft zijn Geest die verwonderd geloof in deze Jezus werkt zodat rechtvaardigheid, heiligheid en verlossing het deel wordt van de mens. Hier schittert Gods wijsheid. Want zij die gered worden gaan precies datgene doen wat God wilde: zij buigen hun knieën voor Hem in aanbidding. God zelf herstelt de eredienst in hen, God zelf herstelt de liefde voor Hem in hen.
Wie roemt, roeme in de Here
Als je wilt leren om God te roemen in je leven overdenk dan de wijsheid van God in Jezus. Raak daar diep van doordrongen. En maak het dan ook concreet. Zeg het maar tegen je kinderen: dat geloof in mij dat heb ik van God gekregen. En zeg het tegen elkaar: die gaven, die jij misschien wel zo bewondert in mij, die heb ik van God gekregen. En laat dit op een dieper niveau ook de overtuiging zijn van je hart: ik heb niets om me op te beroemen. Er is niets dat ik goed kan of goed gedaan heb of doe in eigen kracht. Alles dank ik aan God. Ik kan me echt helemaal nergens op laten voorstaan want zonder God zou ik niet eens bestaan.
God maakt dat ook duidelijk door onze zwakheid. Zodat zijn kracht en genade direct oplicht. Paulus geeft daarvan een heel mooi voorbeeld in 1 Korintiërs 1. Hij zegt tegen de gemeente in Korinte: qua afkomst stelden jullie niets voor maar jullie werden Gods uitverkoren volk. Zo is overduidelijk: alles wat jullie nu hebben en zijn heb je van God gekregen. Dat is Gods wijsheid, Hij wekt roem op voor zichzelf. Nog een voorbeeld. Paulus zegt: dit evangelie liet God niet verspreiden door knappe redenaars en geweldige sprekers maar door de dwaasheid van een aanstootgevende verkonding. Want zo wordt duidelijk dat ieder die gelooft dat doet door de kracht van God. Want het is niet de kracht van de verkondiging of de verkondiger. Dit is Gods wijsheid. Hij maakt duidelijk dat als er geroemd moet worden, het roem in Hem is. Laten wij ook zo gemeente zijn hier in Zeewolde. Telkens wijzend op Gods kracht in ons, Gods wijsheid in ons, Gods redding van ons leven door Jezus. Al het roemen in onszelf moet daarvoor ons leven uit. Misschien roemen we niet zo gauw hardop over onszelf. Eigen roem stinkt, zeggen we dan. Maar hoe is dat in je hart? Wij leven in een wereld waarin mensen beroemd en bejubeld worden. Wat maakt dat in jou los? Het kan zomaar een verlangen naar roem voor jezelf wakker roepen: was ik maar zo beroemd. Tot je bedenkt dat er maar Eén in deze wereld is die werkelijk iets groots heeft gedaan. God: die zijn eigen Zoon gaf voor zijn vijand. Bedenk dat iedere dag, begin daar iedere dag mee, dan wordt het roemen in God een normaal patroon in je leven.
En zo eindigt Zondag 6 ook bij God. Zondag 6 zei: wij hebben een redder, Jezus. In Hem ontvangen wij Gods wijsheid want door ons te redden door Jezus wekt God in ons de roem op voor Hem. Door Jezus brengt -niet dwingt!- brengt God zijn vijanden op hun knieën voor Hem. En in v/a 19 belijden wij dat we deze Jezus alleen maar kennen omdat God ons over Hem vertelde. Dat ik hier sta en u hier zit danken wij echt alleen maar aan God. Wie roemt, roeme in de Here. Amen.