Leven in het koninkrijk, geroepen tot vreugde en lijden

26 april 2015

Leven in het koninkrijk van God leert je oog hebben voor het lijden in deze wereld. Maar je kent ook de vreugdevolle waarheid dat Jezus koning is.

Lezen: Johannes 18:33-38a en Romeinen 8:18-23

Tekst: Johannes 18:36a

Het thema van deze dienst is: Leven in het koninkrijk, geroepen tot vreugde en lijden. Het is ook de naam van de cursus van DVN en Viaa waar een aantal buitenlandse gasten aan meedoet en waarvan er één in ons midden is vanmiddag. Maar die titel roept wel vragen op: over welk koninkrijk gaat het hier? Wat heeft dat koninkrijk te maken met vreugde en lijden? Wie worden er geroepen om vreugde te beleven en lijden te ondergaan? Wie roept er eigenlijk, is dat de koning? Om die vragen te kunnen beantwoorden gaan we twee gedeelten uit de bijbel lezen, Johannes 18:33-38a en Romeinen 8:18-23.

 

 

Nu ging Pilatus het pretorium weer in. Hij liet Jezus bij zich komen en vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘Vraagt u dit uit uzelf of hebben anderen dit over mij gezegd?’ ‘Ik ben toch geen Jood, ‘antwoordde Pilatus. ‘Uw volk en uw hogepriesters hebben u aan mij uitgeleverd–wat hebt u gedaan?’ Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben, ‘zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’

 

Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.

 

 

Morgen vieren wij koningsdag. Onze koning, Willem-Alexander, wordt dan 48 jaar. Vrijdag zijn er op school al spelletjes gedaan, morgen kun je naar de rommelmarkt hier in het dorp of je kunt voor de televisie gaan zitten om te zien hoe onze koning en koningin door Dordrecht lopen of misschien ga je nog weer wat anders doen. Omdat wij in Nederland een koning hebben is Nederland een koninkrijk, het ‘Koninkrijk der Nederlanden’. Maar wat is eigenlijk een koninkrijk? Je kunt het niet zien. Als je op de grens tussen Nederland en België staat dan ziet het gras er aan beide kanten hetzelfde uit. Als je op Google Earth kijkt dan kun je het Koninkrijk der Nederlanden ook niet zien. Misschien is de grens ingetekend met zo’n geel lijntje, maar je kunt een koninkrijk niet zien. Toch bestaat het wel en je kunt ook best zeggen wat het is: het Koninkrijk der Nederlanden is het hele gebied waarover Willem-Alexander koning is.

 

Nu hebben wij het vaak gewoon over ‘Nederland’. Als ik vraag ‘waar woon je?’, dan zeg je: in Nederland. Je zegt niet: in het Koninkrijk der Nederlanden. En dat Nederland is voor ons onze leefomgeving. Het is het gebied van waaruit we de wereld bekijken. Je ziet op het journaal de terreurdaden van IS en je denkt: gelukkig woon ik in Nederland. Of je ziet de verschrikkelijke ellende van de bootvluchtelingen op de Middellandse Zee en je denkt: wat is dit erg, wat kan ik doen? Daar overheen komt alweer die zware aardbeving gisteren in Nepal. Je voelt je verslagen en machteloos. Tegelijk merk je dat het leven in Nederland al gauw gewoon weer verder gaat. Wij kijken vanuit Nederland naar de rest van de wereld. Dat bepaalt ons perspectief. Wij kijken vanuit Nederland naar Afrika en dan hebben we allerlei gedachten, en zo kijkt men vanuit Afrika naar Nederland en heeft men ook allerlei gedachten. Je leefomgeving, in ons geval Nederland, bepaalt in hoge mate hoe je rondkijkt in deze wereld.

 

Leven in het koninkrijk van God

Dat geldt ook voor het koninkrijk van God. Wie het koninkrijk van God als leefomgeving heeft gaat op een bepaalde manier naar deze wereld kijken. Ook het koninkrijk van God is niet te zien, is onzichtbaar. Maar het heeft wel een koning en dat is Jezus. Jezus zegt tegen Pilatus over zijn koninkrijk: ‘Mijn koninkrijk is niet van hier.’ Het koninkrijk van Jezus is niet een aards koninkrijk, het is het koninkrijk van de hemel. En iedereen kan burger van dat rijk worden, eenvoudig door Jezus te erkennen als je koning. Maar wie dat hemelse koninkrijk van God en Jezus als leefomgeving heeft gaat anders naar deze wereld kijken. Burgers van het koninkrijk der hemelen gaan de wereld steeds meer bekijken vanuit Gods perspectief, ze gaan naar de wereld kijken zoals God kijkt.

 

    Je ziet het lijden van deze wereld

En door de ogen van God gezien is het lijden in deze wereld onoverkomelijk. God kan zijn ogen er niet voor sluiten. God kan niet na een paar dagen gewoon weer verder gaan met waar Hij mee bezig was. God zegt nooit: gelukkig gebeuren dit soort dingen niet in mijn koninkrijk. Nee, want ze gebeuren wel op zijn aarde die Hij zo mooi en goed had geschapen. Als een heerlijke woonplaats voor de mens, een wereld waarin God en mens samen konden zijn, maar wat nu een wereld is die zucht en lijdt onder extreme ellende. Paulus zegt in Romeinen 8: ‘de schepping is ten prooi gevallen aan zinloosheid’ (vers 20). En hij zegt dat ‘de schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt’ (vers 22). Daar krijg je een scherp oog voor als je in deze wereld rondkijkt vanuit het perspectief van God. Wij zijn misschien gewend geraakt aan alle ellende die er in de wereld is. Wij kunnen misschien gewoon doorgaan met onze levens, onze feestjes, onze vakanties. Maar wie burger is van het koninkrijk van God, wie Jezus erkent als koning, leert steeds meer zien wat er nog zo vreselijk mis is in deze wereld. Zo kan het niet langer. Dit moet een keer stoppen.

 

    Je kent de vreugdevolle waarheid: Jezus is koning

En dat is precies wat we gelezen hebben. Jezus staat voor Pilatus. Als koning. Dat is de waarheid, dat Hij koning is. Dat is een lastige, ongemakkelijke waarheid voor Pilatus, het is ook een onzichtbare waarheid. Jezus zegt: ‘ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen’ (Johannes 18:37). Jezus laat zien dat deze wereld een koning heeft. En ook dat deze wereld een koning nodig heeft. Zonder koning wordt het een chaos. Grijpen mensen de macht en loopt alles fout. Ontstaan er scheve verhoudingen, ontstaat er onderdrukking en lijden. Jezus zegt: ‘ieder die de waarheid is toegedaan (iedereen die de waarheid erkent dat ik koning ben) luistert naar wat ik zeg.’ Als koning Willem-Alexander spreekt dan luister je. Je bent benieuwd naar wat hij zegt, al is het een bedankwoordje in Dordrecht. Als Jezus je koning is dan luister je naar wat Hij zegt. En wat Jezus zegt is: mijn koninkrijk is een rijk van vrede en recht. Het is een rijk dat niet van deze wereld is, het is anders, er gelden andere wetten, er waait een andere Geest. Het is een rijk dat zich niet uitbreid met geweld maar doordat het verkondigd wordt. Het is een rijk dat met tegenstand te maken heeft in deze wereld, dat bestreden wordt. Tegelijk is het een rijk dat groeit en gist in deze wereld. Maar vaak onzichtbaar, vaak onder de oppervlakte (Matteüs 13). Je ziet deze dingen ook in Jezus zelf, de koning van dit rijk. Je ziet het niet aan hem dat Hij de koning is van een prachtig rijk. Hij laat zich doden, Hij laat zich aan het kruis spijkeren, zo loopt het verhaal af dat we gelezen hebben. Want het koninkrijk der hemelen wil mensen winnen door liefde. Gods rijk is een vrederijk. Het rijk van God bestaat niet bij de verdediging van grenzen maar bij de totaaloverwinning van de liefde. Dat is de vreugde van dit koninkrijk.

 

Maak je het perspectief van God eigen

Hoe leef je in dit koninkrijk? Dat zal voor christenen in Afrika anders zijn dan voor christenen in Nederland. Voor christenen in Azië weer anders dan voor christenen in Zuid-Amerika. Daarom is het ook zo mooi om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Maar volgens mij geldt voor iedereen het volgende. Probeer allereerst dat perspectief van God je steeds meer eigen te maken. Hoe kijkt God, hoe kijkt Jezus onze koning naar deze wereld? Wat is zijn vreugde en wat is zijn verdriet? Waar is God blij mee en wat raakt Hem? Dat perspectief van God en Jezus leer je kennen door in de bijbel te lezen, door dat ook biddend aan God terug te geven. Bijbel lezen leert bidden en biddend leer je de bijbel te lezen. Romeinen 8 is heel duidelijk als het gaat over het lijden van deze wereld, ik noemde al wat verzen uit dat hoofdstuk. Jezus zelf heeft in de Bergrede laten zien hoe burgers van het hemelrijk zullen leven op aarde (Matteüs 5-7). Lees ook de brieven van Petrus, dan ontdek je hoe christenen als burgers van Gods rijk op aarde te maken kunnen krijgen met lijden. Lijden vanuit dat andere koninkrijk, dat van het kwaad en van de mens die God niet wil kennen. Petrus vertelt je ook hoe je daarop kunt reageren. Ik denk ook aan het boek Openbaring als het gaat over het je eigen maken van Gods perspectief op deze wereld. Het boek Openbaring laat zien hoe in de hemel bij God zijn koninkrijk al bestaat en functioneert. Het laat ook zien dat dit rijk eens vanuit de hemel naar de aarde komt om heel de aarde te vullen. Het perspectief van Openbaring is dat van een winnend koninkrijk.

 

Ga oefenen

Terwijl dat perspectief van God steeds meer jouw perspectief wordt, terwijl dat koninkrijk van God steeds meer jouw manier van rondkijken in deze wereld wordt, ga je oefenen. Leven in het koninkrijk is bidden en werken. Omgang met God in bijbel lezen en bidden, maar ook oefenen. Daarbij denk ik aan de gemeente en aan de wereld. De gemeente heeft iets van het koninkrijk van God in het klein. De gemeente van Jezus is (en moet steeds meer zijn) die samenleving van mensen die door God gevormd is, waarin Hij centraal staat en waarin Hij aanbeden wordt. In de gemeente oefenen we het leven in het koninkrijk van God, in de onderlinge relaties en in de relatie met God. Maar we kijken ook naar buiten. We leven als gemeente en als individuele gelovigen in het Koninkrijk der Nederlanden, in Europa, in deze wereld, terwijl we burgers zijn van dat andere rijk, het rijk van God, dat vrederijk waarin geleefd wordt bij de liefde. Leven in het koninkrijk van God is die liefde uitdragen in deze wereld. Dat is onze roeping. In Nederland, in Oeganda, waar je ook leeft in de wereld van God. Amen.