Liefde vraagt geduld en beheersing

14 februari 2010

Valentijn op zondag, een mooie aanleiding om in de kerk het boek Hooglied te openen! In deze korte preek gaat het over de aard van de liefde. Liefde vraagt geduld en beheersing. Dat geldt voor je verkeringstijd, maar deze liefde brengt ook je huwelijk tot bloei. Echte liefde geeft. Deze liefde leren we van God, die zelf geduldig en beheerst is in zijn omgang met de wereld en de mens.

Lezen: Hooglied 2:2-3:5

Tekst: Hooglied 2:7

Vandaag is het Valentijnsdag! Misschien vind je dat spannend. Want op Valentijnsdag mag je laten merken dat je verliefd op iemand bent. Misschien heb je al een kaartje in je postvak gevonden vanochtend. Want het valt natuurlijk wat beroerd dit jaar: 14 februari op een zondag. Bloemenwinkels zijn bang daardoor minder te verkopen, omdat mensen vaak pas op de dag zelf bedenken dat ze iemand willen verrassen. Als 14 februari op een door-de-weekse dag valt zit je op school. Misschien stopt iemand dan wel een kaartje in je tas. Of na de pauze vind je opeens een envelop in je vak.

 

Maar goed, het is vandaag nu eenmaal zondag én Valentijnsdag. Voor sommige kerken was dat de reden om deze zondag uit te roepen tot ‘relatiezondag’. Daarnaast hebben we ook nog eens als jaarthema ‘Liefde en Trouw’. Wat mij betreft was dat voldoende aanleiding om het boek Hooglied te openen. En als je dat boek dan doorleest -het zijn maar acht hoofdstukken- dan valt je al gauw dat refrein op: ‘Meisjes van Jeruzalem, ik bezweer je bij de gazellen, bij de hinden op het veld: wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.’ Je treft dit refrein aan in 2:7, 3:5, 8:4 en in iets andere bewoordingen nog in 5:8. Dit refrein verdeelt het boek Hooglied in 5 stukken. Over die refreinwoorden gaat deze preek.

 

Thema is:

Liefde vraagt geduld en beheersing

 

Opvallend is dat we het refreinvers van Hooglied telkens tegenkomen op het moment dat de temperatuur flink oploopt. De aantrekkingskracht tussen de jongen en het meisje wordt bijna onweerstaanbaar. En dat is een heerlijk gevoel. Het vuur van de liefde, het vuur van lichamelijke aantrekkingskracht is door God zelf in de mens gelegd. Met passie, met hartstocht is niets mis.

 

Maar waarom dan toch die waarschuwing in Hooglied? Die hele dringende oproep: ‘ik bezweer je: wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.’ Deze boodschap is gericht aan de meisjes van Jeruzalem. Zij leven daar in een wereld van uitgaan en feesten. Het zijn meisjes die erotische prikkels opvangen en uitstralen. Die hun lijf in de strijd werpen om aandacht te trekken. Maar dan laat God hun zeggen: liefde moet je niet opjagen. Want liefde is net als gazellen, of als hinden op het veld: het zijn sierlijke dieren, maar wel schrikachtig. Eén onvoorzichtige beweging en ze gaan er vandoor! Dan is je kans verkeken. En zo is het ook met de liefde. Liefde vraagt geduld. En beheersing. Elke poging om liefde te forceren werkt averechts. Wanneer een jongen verder wil dan zijn meisje, schrikt hij haar af. En wanneer een meisje sneller wil dan haar vriend, raakt zij hem misschien wel kwijt. Dus jongens, als je verkering hebt: niet dwingen. En tegen de meisjes zeg ik: niet uitdagen. Wie een ontluikende liefde forceert, maakt juist alles stuk. Dwang past niet bij liefde.

 

De waarheid van dit woord zie je ook wanneer je nagaat wat liefde eigenlijk is. Liefde = geven. Er wordt wel eens gezegd dat het in relaties een kwestie is van geven en nemen. Ik vraag me serieus af of dat waar is. Stel dat er niks meer te ‘nemen’ is bij je partner, door wat voor omstandigheden ook maar, betekent dat dan het einde van je relatie? Zou een relatie, een huwelijk niet veel langer stand houden wanneer er de wil is om te geven ook wanneer er weinig of niets voor terugkomt? In de wereld waar wij in leven kom je zoveel nepliefde tegen, schijnliefde. Liefde die door de mand valt op het moment dat het evenwicht tussen wat je geeft en wat je ontvangt uit balans raakt. En dat kan op allerlei manieren gebeuren. Door onwil, maar ook door ziekte of handicap, of psychische problemen. Maar ware liefde blijft juist dan toch trouw? Liefde in een relatie is toch niet gebaseerd op het feit dat je er iets voor terugkrijgt? Tenminste ik denk niet dat het zo zou moeten zijn. En toch, heel veel mensen trouwen om zichzelf. Om er zelf beter van te worden. Maar dat is vreselijk kwetsbaar. Bovendien is het de vraag of dat echte liefde is. Liefde = geven.

 

En toch, is er niet een gebod tot liefde? Vorige week zagen we vanuit 1 Johannes dat de liefde voor elkaar in de gemeente een opdracht is. En beloof je bij het begin van je huwelijk ook niet elkaar liefde te hebben? Liefde, aantrekkingskracht is een gevoel, maar liefde bestaat ook uit daden waar je voor kiest en waar je jezelf toe zet. Maar kun je in het huwelijk je partner aan dat gebod houden? ‘Jij moet mij liefde geven, want dat heb je beloofd?’ De vraag is natuurlijk of dit werkt. Toch mag je zeker een appèl doen op gedane beloften. Maar mag je er ook consequenties aan verbinden wanneer je dan nog steeds geen liefde van je partner ontvangt? Mag je dan zelf je liefde ook stopzetten, en je ontslagen weten van je beloften? Of wordt er dan geduld van je gevraagd? En beheersing? In zo’n situatie komt aan het licht of je liefde echt is.

 

Hierbij maak ik ook een opmerking over seksualiteit in het huwelijk. Geldt daar ook niet dat echte liefde geduld en beheersing inhoudt? Vul bij dat refrein van Hooglied voor ‘liefde’ eens in: seksuele omgang. Dan staat er: ‘ik bezweer je: wek de seksuele omgang niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.’ Liefde laat zich niet dwingen. Seksuele omgang ook niet. Het huwelijk is geen oplossing voor oncontroleerbare begeerten. Ook wat betreft de seksuele omgang zullen man en vrouw op elkaar wachten. En in je verkeringstijd geldt: wacht erop in de weg van Gods geboden; dus tot je getrouwd bent. In 1 Korintiërs 7 staat iets heel moois: ‘Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw.’ Dat is vers 4; maar ook het vers ervoor en erna zijn heel duidelijk. Heel 1 Korintiërs 7 is een belangrijk hoofdstuk als het gaat over seksualiteit, huwelijk en ongetrouwd zijn. Maar hoe zit het nu met die zeggenschap over elkaars lichaam? Betekent dit dat je elkaar in het huwelijk kunt dwingen tot lichamelijke omgang? Nee, juist niet! Deze twee bevoegdheden blokkeren elkaar. De man kan zijn vrouw wel opeisen, maar zij kan van hem eisen dat hij afziet van lichamelijk gemeenschap. Deze blokkering wordt alleen opgeheven wanneer de liefde gaat schijnen, en man en vrouw doet verlangen om zich aan elkaar te geven. De liefde ontziet en respecteert, de hartstocht eist en dwingt. Echte liefde weet te wachten en luistert.

 

Dus liefde vraagt geduld en beheersing. Dat is de kerngedachte van deze preek. Ik heb dat nu naar een paar kanten uitgewerkt als het gaat over de liefde tussen man en vrouw. Breder geldt dat ook voor de niet-seksuele liefde tussen mensen in het algemeen. Ook daar geldt: liefde vraagt geduld en beheersing. Maar, hoe is dat met Gods liefde? Geeft God zelf niet hét grote voorbeeld van liefde die niet dwingt? God geeft zijn ontzaglijk diepe liefde aan de wereld en de mens. Zichtbaar in de dood van zijn eigen Zoon. Maar de mens wordt niet gedwongen die liefde te aanvaarden. Leven met God, op aarde, en straks in de hemel, is niet verplicht. Alverzoening -dat alle mensen uiteindelijk in de hemel komen- zou ontzettend onbarmhartig zijn. Zou God mensen die echt niet bij Hem willen zijn daartoe forceren? Nee, Gods liefde lokt, haalt mensen over, doet een appèl op hen. En de heilige Geest maakt gesloten harten open, ruimt hindernissen op, overwint afweer en tegenstand. Met zijn Woord praat God op mensen in, zoals de gestage druppel de hardste steen uitholt. Niet voor niets vergelijkt God zijn relatie met Israël met een huwelijk. En Jezus doet datzelfde als het gaat over zijn relatie met de gemeente. Is het avondmaal ook niet een voorproef van dat bruiloftsmaal? God weet dat liefde vraagt om geduld en beheersing. Zo is dat tussen mensen onderling. Maar dat geduld en die beheersing brengt God zelf ook op in zijn relatie met de mens, met ons! God begon na de zondeval niet egoïstisch met een nieuwe wereld waar Hij wel liefde van zou ontvangen. En al eeuwen lang beheerst God zich, houdt Hij zijn woede in die door het gedrag van de mens in Hem wordt opgeroepen. En wat een geduld heeft God met de mens! Jaren en jaren kan God wachten op een antwoord op zijn liefde.

 

Liefde vraagt geduld en beheersing. Wanneer wij dat willen leren, willen opbrengen in onze relaties, zullen we kijken naar Gods liefde. Ons daaraan vergapen. Die liefde telkens weer onderzoeken. Door daarover te lezen in de bijbel. En oog te krijgen voor Gods liefde voor ons, voor de wereld, en voor de kerk. Laat de manier waarop God liefheeft ons motiveren op diezelfde manier lief te hebben: gevend, en met alle passie die in je is! Ook zullen wij God bidden om geduld en beheersing in ons handelen te mogen ontvangen. Door zijn heilige Geest. Tegelijk is het zo -en dat is een heel praktische opmerking- dat beheersing van seksuele verlangens beter lukt wanneer je je geluk en voldoening in iets anders vindt. Laat de seksuele omgang de plaats houden die het van God kreeg: seks is niet het einde. Liefde wel. In een intieme relatie bouwt liefdevolle seksualiteit het mens-zijn op. En wat zul je daarvan genieten; van ware liefde! Amen.