Met zijn onveranderlijke liefde en trouw reageert God op de mens

13 september 2009

Het kruis van Christus kwam er door Gods liefde maar vanwege zijn toorn. Streep je één van beiden weg dan verliest je geloof zijn goddelijk DNA. Toorn en liefde staan ook niet tegenover elkaar: Gods toorn komt niet in mindering op zijn liefde, maar vindt plaats op basis van zijn liefde. Gods liefde is niet statisch, maar echt en levend, gepassioneerd en brandend. Met zijn onveranderlijke liefde en trouw reageert God op de mens.

Lezen: Hosea 1-3

Tekst: Hosea 1-3

De preek van deze morgen is de eerste over ons jaarthema Liefde en trouw. De manier waarop we daarmee aan het werk willen gaan is: van breed naar smal. We beginnen bij Gods liefde en trouw in de wereld. Denk daarbij aan een tekst als Johannes 3:16: ‘Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’ Denk ook aan 2 Petrus 3:9: ‘De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte -bedoeld wordt de belofte van zijn wederkomst- (...) hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.’ Vervolgens gaan we kijken naar Gods liefde en trouw in de gemeente. Denk aan een tekst als Romeinen 12:10: ‘Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf.’ Een volgende stap is dat we gaan nadenken over Gods liefde en trouw in relaties. Prachtig voorbeeld in de bijbel is de vriendschap, het verbond tussen David en Jonathan. Bij de dood van Jonathan zegt David dat de liefde van Jonathan hem dierbaarder was dan die van vrouwen (2 Samuël 1:27). Een vierde stap maken we door te kijken naar Gods liefde en trouw in het huwelijk. Denk dan bijvoorbeeld aan Efeziërs 5 waar in vers 25 staat: ‘Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven.’ Dus vier aandachtsvelden die van algemeen steeds meer specifiek worden.

 

Maar behalve dat we van breed naar smal kunnen gaan, moeten we ook van boven naar beneden. En daarmee bedoel ik: we zullen moeten beginnen bij God. Bij zijn liefde en trouw. Al onze liefde en trouw, hier beneden op aarde, ontspringt aan Gods liefde en trouw. Gods liefde en trouw is de bron voor onze liefde en trouw. De bron, en het voorbeeld, en de voeding. Telkens moeten we weer boven beginnen, bij God. God is liefde en trouw. En van ons vraagt Hij liefde en trouw.

 

In deze eerste preek over het jaarthema wil ik u en jullie daarom iets laten zien van de liefde en trouw van God. Vanuit Hosea 1-3. Het zijn nogal vreemde hoofdstukken. Moet je die nou lezen in de kerk? De profeet Hosea moet trouwen met een vrouw die andere mannen achterna loopt. Hij moet een ontrouwe vrouw liefde geven. Daarin zit een boodschap van God voor zijn volk. God zegt tegen Israël: Zo is het tussen jullie en Mij! Ik ben die man die een ontrouwe vrouw zijn liefde geeft. Maar op een gegeven moment zegt God: En nu is het afgelopen! Ik ben er nu helemaal klaar mee. En dan toch gaat God weer verder. Met diezelfde vrouw, met Israël. Hosea moet datzelfde doen. Een vraag die bij je kan opkomen als je dit leest is: Reageert God nou op de mens? Is God werkelijk aangedaan door de ontrouw van zijn kinderen? Maar hoe zit het dan met Gods onveranderlijkheid? En met zijn beloften?

 

Thema voor de preek is dit:

Met zijn onveranderlijke liefde en trouw reageert God op de mens

 

Hoe ziet Gods liefde eruit in Hosea 1-3? Het eerste dat opvalt is dat God op het geven van zijn liefde, liefde terug verwacht. En dat God het ook niet kan hebben, wanneer zijn liefde níet beantwoord wordt. Dat straft Hij zelfs. Kijk maar in hoofdstuk 1:2: ‘De HEER zei tegen hem, tegen Hosea: ‘Trouw een overspelige vrouw en verwek kinderen bij haar, want het land maakt zich schuldig aan overspel door zich van de HEER af te keren.’ Maar overspel bedrijven, ontrouw zijn, kan alleen wanneer je in een huwelijkse relatie leeft, wanneer je getrouwd bent. Maar is de relatie van God met Israël dan te vergelijken met een huwelijk? Blijkbaar wel volgens God. Maar heeft Israël daar wel ooit mee ingestemd? Wat we hier zien is dit. De liefdesrelatie tussen God en Israël is van Gods kant begonnen. God sloot een verbond met Abraham, en zijn nakomelingen. Maar vervolgens noemt God het niet beantwoorden van zijn liefde overspel. Dus ontrouw zijn aan de eenzijdig ontstane liefdesrelatie tussen God en mens noemt God overspel. Dat is best wel gek. Dat betekent dat niet alleen belijdende kerkleden ontrouw kunnen zijn aan God, maar ook doopleden. Wie nog niet z’n leven aan God heeft gegeven, door belijdenis te doen, kan dus niet zeggen: ‘Wat zou God me maken, ik heb niks belooft!’ Kijk, zolang een man en vrouw elkaar geen trouw belooft hebben, kunnen ze uit elkaar gaan, en met een ander verder gaan, zonder dat het overspel heet. Maar Gods eenzijdige liefdesverklaring vraagt eenvoudigweg om beantwoording. Beantwoord je Gods liefde niet, dan noemt God dat ontrouw. Geef je als mens je liefde aan iets of iemand anders -je bezit, je carrière, je lichaam- dan noemt God dat overspel. Of je nou ooit belooft hebt met God te willen leven of niet. Zo gaat God met de mensheid om. Niet kiezen is ook kiezen, zou je kunnen zeggen. Zo redeneert God. Gemeente, dit leert ons over Gods liefde dat Hij die niet vrijblijvend geeft. Gods liefde vraagt om beantwoording. Daarin is Gods liefde uniek.

 

Een volgende eigenschap van Gods liefde ontdekken we als we verder lezen in Hosea 1. We stuiten dan op de vreemde namen die Hosea aan zijn kinderen moet geven. Het eerste kind heet Jizreël, het tweede Lo-Ruchama, en het derde Lo-Ammi. Dat jongetje dat Jizreël heet, zou vandaag Guantanamo heten. Guantanamo is de naam van een gevangenenkamp op een Amerikaanse marinebasis op Cuba. En in die gevangenis ging het niet goed. De gevangenen werden gemarteld en mishandeld. De naam Guantanamo is een aanklacht geworden tegen de mensheid die dacht het zo goed te doen. En net zo verwijst de naam Jizreël naar een bloedbad in de geschiedenis van het volk Israël; je leest dat in 2 Koningen 9 en 10. Koning Jehu vermoordt al Achabs nakomelingen op een heel wrede manier, en stapelt hun hoofden op bij de poort van de stad Jizreël. Dus dat jongetje, Hosea’s eerste kind, is een levende aanklacht tegen Gods volk.

 

In de naam van de dochter die daarna geboren wordt klinkt Gods reactie door. Lo-Ruchama, betekent: geen ontferming. Kijk, God is een God van ontferming. We lezen dat op vele plaatsen in de bijbel. God is een genadig God, liefdevol en trouw. Hij vergeeft de zonden graag. En wil dan ook niet meer denken aan het kwaad. Maar God laat niet over zich lopen! Hij wil wel eerbied. Als Israël geen diep ontzag heeft voor God, dan komt er een einde aan zijn ontferming. Lo-Ruchama, geen ontferming. God gaat zijn volk prijs geven aan de macht van andere volken. Dit is een aankondiging van de ballingschap.

 

Het derde kind van Hosea is weer een jongen. En dit jongetje moet Lo-Ammi heten. Hosea mag dus niet zelf namen bedenken voor zijn kinderen, zoals wij dat doen. Maar net zoals wij in de namen van onze kinderen een boodschap kunnen leggen, zo zit dat dus ook in de namen van Hosea’s kinderen. Maar dan een boodschap van God. Met het kind Jizreël ontdekt God het volk aan z’n zonde. Met Lo-Ruchama kondigt God zijn straf aan. En dan dit derde kind; wanneer Israël denkt dat het uiteindelijk allemaal wel meevalt, zegt God nadrukkelijk dat ze zijn volk niet meer zijn: Lo-Ammi, dat betekent: niet mijn volk.

 

Wat we hier leren over Gods liefde en trouw is dat het kán bestaan dat jij die niet meer ontvangt. Gods liefde en trouw zijn geen automatismen. Dat dacht Israël: ‘Het blijft automatisch goed. Wij zijn Gods volk. Hij is onze God.’ Wat we hier ontdekken, gemeente, is de ontzaglijke werkelijkheid dat God afscheid kan nemen van zijn volk. Hij wil zijn naam niet langer verbonden zien aan dit volk.

 

En toch komt er een nieuw begin! Een nieuwe opening. Lees maar in Hosea 2:1-3: ‘Eens zullen de kinderen van Israël talrijk zijn als zandkorrels aan de zee. En waar gezegd was: ‘Jullie zijn mijn volk niet meer’, zullen ze weer kinderen van de levende God worden genoemd. Dan heten jullie weer Ammi en Ruchama - mijn volk, en ontferming.’ Waar komt dit vandaan? Waarom doet God dit? Tussen hoofdstuk 1,9 en 2,1 staat niets. Het antwoord is dus: dit komt helemaal en alleen uit God zelf. God begint bij het absolute nulpunt. Van zijn volk is niets meer te verwachten. Dit nieuwe begin is alleen uit God te verklaren. Hij laat zijn hart spreken. Hij zegt: ‘En toch zijn jullie mijn lieve kinderen, Ik wil jullie niet kwijt.’ Wat we hier leren over Gods liefde en trouw is dat die niet wordt opgewekt door iets in ons, maar dat die alleen maar voortkomt uit hemzelf. Gods liefde en trouw blijkt zelfs uit te gaan naar degene die het niet waard is nog bemind te worden. Denk aan die ontrouwe vrouw. Wie houdt er nu van zo’n vrouw? Wie houdt er van ontrouwe mensen? God! Want zijn liefde, en zijn trouw, zitten in zijn wezen.

 

Gods liefde en trouw heeft dus verschillende kanten. In Hosea 1-3 zien we een gekwetst God. Hij is geraakt door het gedrag van zijn volk. God maakt zich boos. Hij deelt straf uit. Tegelijk is God zo teder. Hij lokt zijn volk, Hij haalt het aan, Hij verlangt naar zijn kinderen. In dit alles is zijn liefde en trouw onveranderlijk. Gods liefde en trouw veranderen niet. Het is niet de ene keer heel veel, en de andere keer heel weinig. Gods liefde en trouw maken altijd 100 % deel uit van zijn wezen. Maar met zijn onveranderlijke -misschien moet je wel zeggen onverwoestbare- liefde en trouw reageert God op de mens. Want Gods liefde is levend. En brandend. Gods liefde kan omslaan in jaloersheid. God laat zijn liefde werkelijk beïnvloeden door de mens. Zo echt is zijn liefde.

 

Ik vraag me af of wij dat aspect van Gods liefde altijd even goed in beeld hebben. Hebben wij vaak niet een statisch beeld van Gods liefde? Wat zich hierin uit dat we alleen nog maar willen praten over Gods liefde, en niet meer over zijn toorn. Zijn boosheid. Maar, zelfs wij mensen hebben toch niet op zo’n manier lief? Liefde die alles maar goed vindt is niets waard. De vrouw die haar man vreemd laat gaan zonder daardoor gekwetst te worden en zich kwaad te maken;- houdt zij wel echt van haar man? En de vader en moeder die zich niet opwinden over hun kind dat echt fout bezig is, houden die wel van hun kind? Bedenk dat maar jongens en meisjes, jongelui, als je je ouders streng vindt, of baalt van iets wat je niet mag: zij doen dat -als het goed is- uit liefde. En bij de Here is het ‘altijd goed’, is het altijd uit liefde! In Hebreeën 12:6 staat: ‘De Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’

 

Kan het zijn dat wij Gods liefde als een constante zijn gaan zien? Dat alle reactie daarin op ons is afgevlakt? Alsof het totaal niet meer uitmaakt wat wij doen, en hoe wij zijn? Hosea laat Israël zien dat Gods liefde anders is. Namelijk een op de mens reagerende liefde. Gods liefde kan tot jaloersheid worden. Tot boosheid. Juist omdat de liefde bij Hem zo diep zit. Tegelijk komt op zo’n moment Gods toorn niet in mindering op zijn liefde, maar vindt zijn boosheid plaats op basis van zijn liefde. Gods liefde is onveranderlijk. Maar wel levend. En reagerend. Het is als een vuur dat in Hem brand. Het verwarmt je of je brandt je eraan. We zouden ons echt vergissen wanneer we denken dat ons gedrag geen invloed heeft op Gods liefde.

 

Je zou het voor jezelf eens moeten checken wat voor beeld je hebt van Gods liefde. Je kunt dat doen door na te denken over je gebeden. Je looft God om zijn liefde. Maar bidt je ook vurig om het kunnen beantwoorden van zijn liefde? Denk ook eens na over je bijbel lezen. Wat roepen gedeelten die gaan over Gods toorn en straf bij je op? Hoe lees je die? Kun je dat verbinden met Gods liefde? Je zou ook eens kunnen nadenken over je opvoeding, je gesprekken met je kinderen, of met jongeren in de gemeente. Welk beeld van Gods liefde geef je hen mee? Je leert ze dat God van hen houdt. Onvoorwaardelijk. Daar hoef je zelf niets voor te doen. En die liefde van God is ook eeuwig. Maar vertellen we de kinderen er ook bij dat Gods liefde zo echt is dat die omslaat in boosheid wanneer die niet beantwoord  wordt? Dit laatste geldt ook voor het gesprek met mensen die God nog niet kennen. Daarin spreken we over Gods liefde. Die er is voor ieder mens! Maar zeggen we erbij dat die liefde zo echt en werkelijk is dat die vraagt om een reactie?

 

Kijk, wanneer we een statisch beeld van Gods liefde hebben, kunnen we zomaar een zeker kritisch zicht op onszelf kwijtraken. Want als het zelfs God niet raakt wat we allemaal doen, en zijn liefde toch wel ongewijzigd dezelfde voor ons blijft, waarom zou je dan heel diep in jezelf onderzoeken of je gedrag wel voor God kan bestaan? Wanneer je ouders overal hun schouders over ophalen, neem je het toch ook wat minder nauw met hun regels. Je zelfkritiek verdwijnt. De levensheiliging wordt vlak als je Gods liefde afvlakt! Daarom is het ook zo belangrijk om de werkelijke aard van Gods liefde en trouw te kennen. Gods liefde is als een brandend vuur, gepassioneerd. Heerlijk! En om heel erg serieus te nemen.

 

Misschien zitten hier nu mensen die zeggen: ‘Ik wil niets van Gods toorn horen, of van straf en oordeel, want dat heb ik vroeger teveel gehoord.’ Van je ouders. Of misschien zeg je: van de kerk. Die mensen vroeger hebben dan op een eenzijdige manier over God gesproken. En daar zullen ze zelf verantwoording voor moeten afleggen, allereerst tegenover God. Ik kan alleen maar namens de kerk van nu, mijn excuus daarvoor aanbieden. En u vragen nu alsjeblieft niet door te slaan naar de andere kant. Naar de volgende eenzijdigheid. Laten we trouwens ook ons voorgeslacht proberen recht doen: het is zeker geen algemeen beeld dat Gods liefde verdween achter zijn toorn. Prijs je maar gelukkig als je dat nooit zo hebt meegekregen. Wat we moeten doen is: vandaag luisteren naar de bijbel. En ons beeld van God en zijn liefde telkens weer laten scherpstellen. Vraag u af welk beeld u van Gods liefde hebt. Weet u waarom het ook zo belangrijk is om de werkelijke aard van Gods liefde en trouw te kennen? Omdat je alleen dan het kruis van Christus begrijpt!

 

Want waarom was dat nou nodig? Hoe kwam God er toe om zijn eigen lieve Zoon over te geven in de dood? Een dood door de handen van wrede mensen. Als dat om onze zonden was, zoals de bijbel zegt, was God daar dan zo boos over? Ja, God was daar zo boos over. En tegelijk hield Hij zielsveel van de mens. Gemeente, je kunt het zo zeggen: Het kruis van Christus kwam er door Gods liefde, maar vanwege zijn toorn. Als je één van beiden wegstreept hou je geen kruis over. Dan wordt het volslagen onbegrijpelijk waarom dat gebeurd is.

 

Maar moet je nou bang zijn voor God, of weer bang worden? Nee! Echt niet. Dat is een klip en klaar antwoord. God wil dat ook niet, want dat is geen relatie. Angst slaat elke vorm van vertrouwelijke omgang neer. Denk maar aan 1 Johannes 4:18: ‘Liefde sluit angst uit.’ Nee, je hoeft niet bang te zijn voor God. Maar niet omdat Hij niet zou straffen. Niet omdat er geen oordeel meer komt over deze wereld. Want dat gaat echt gebeuren. Nee, je hoeft niet bang te zijn voor God, omdat je gelooft. Omdat je zijn liefde zoekt. Die onveranderlijke en eeuwige liefde. Waar je altijd van op aan kunt. Die liefde die je ziet branden in het kruis van Christus. Met die liefde werkt God zelfs zo in ons, dat wij naar Hem gaan verlangen. Kijk maar in Hosea 3. Opnieuw is Hosea’s omgang met zijn vrouw een voorbeeld van Gods omgang met zijn kinderen. God neemt zijn volk alles af, en brengt hen in de woestijn, zodat zij weer gaan verlangen naar Hem! Zo is God: zelfs het verlangen naar Hem werkt Hij in ons. En wanneer het volk dan terugkeert naar God doen ze dat vol ontzag, staat er in Hosea 3:5. Ontzag voor God, dat betekent: geen trots en eigenzinnigheid meer. Maar opkijken tegen de heiligheid van God. Een gevoel van eigen onwaardigheid en zonde. En tegelijk een trilling van blijdschap en verwondering omdat God liefdevol en goed is. God wil niet dat wij bang zijn voor Hem. Dat is immers geen relatie. God wil wel dat wij ontzag voor Hem hebben. Hij is anders! Dichtbij, en verheven. Brandend van liefde, en toorn. Onveranderlijk, en toch reagerend. En juist daarin is Hij zichzelf. God. Een liefdevol, en trouw God. Amen.