Mobilisatie van hemelse troepen

9 mei 2024

Jezus steeg op tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen.

Lezen: Handelingen 1:1-14

Tekst: Efeziërs 4:10

Staan wij er sinds hemelvaart niet alleen voor als kerk en als christenen? Het antwoord is: nee, gelukkig niet. Hoe dat dan zit, wie ons terzijde staat, daar gaan we het vanochtend over hebben. Maar het gevoel dat we er alleen voor staan is op zich wel verklaarbaar. Ik bedoel, Jezus gaat naar de hemel. Zijn leerlingen blijven wat verweesd achter. Met een enorme opdracht: verkonding mijn koninkrijk aan heel deze wereld.

 

De leerlingen zijn dat wel gaan doen en zo ontstond de kerk. Maar als je kijkt naar de kerk nu, dan kun je je ook afvragen: staan wij er niet alleen voor? De kerk in Nederland krimpt, christenen zijn een minderheid geworden. We hebben als NGK te maken met ingewikkelde discussies waarin toch op de een of andere manier knopen moeten worden doorgehakt. En we merken dat het leven zoals dat in de samenleving normaal is, steeds meer doordringt in de kerk. En het lijken stuk voor stuk mechanismen te zijn die niet te stoppen zijn. Je kunt je er tegen verzetten maar het gaat gewoon door. Soms kan een gevoel van onmacht je bekruipen. En als je denkt aan die discussies, zijn we daarbij ook niet aan onszelf overgeleverd? Iedereen beroept zich op dezelfde Bijbel en toch komen we er niet uit. En op het moment dat we er wel uitkomen haakt een deel van de mensen af. Wie helpt ons hierbij?

 

Je kunt je afvragen waarom Jezus eigenlijk naar de hemel moest en zijn kerk hier achterliet. Dat het ‘moest’ zegt Handelingen 3:21. Daar wordt over Jezus gezegd: ‘die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld.’ Nu werd ik getriggerd door Efeziërs 4:10 waar het ook over de hemelvaart gaat. Daar wordt deze verklaring gegeven voor de hemelvaart: Jezus ging naar de hemel ‘om alles met zijn aanwezigheid te vullen.’ Wat betekent dat: alles met zijn aanwezigheid vullen? Wat is alles? Wat is vullen? Het is een wat raadselachtig zinnetje en als je verschillende vertalingen naast elkaar legt dan zie je ook dat vertalers een beetje zoeken naar wat het kan betekenen. Ik heb daar een tijd over nagedacht en ik denk dat het duidt op de mobilisatie van de hemelse troepen. Ik zal dat straks uitleggen. Maar Jezus ging naar de hemel om de wereld boven van zijn aanwezigheid te doordringen zodat engelen en krachten en machten, en de heilige Geest, gemobiliseerd werden. Met als doel om wereldwijde eenheid en heelheid te bewerken onder Christus’ heerschappij te beginnen in de kerk. Dus Jezus ging naar de hemel om zijn hemelse troepen te mobiliseren. Alle hemelse machten en krachten worden aan het werk gezet door Jezus. Hij is als een generaal die aan de frontlinie heeft gestaan maar zich nu terugtrekt om nog meer troepen te mobiliseren.

 

Voor wie zich afvraagt wat wij aan de hemelvaart hebben is dit het antwoord. Ik zei al, we staan er niet alleen voor als kerk en als christenen in deze wereld. Maar hoe haal ik dat nou uit dat zinnetje in Efeziërs 4:10? Jezus steeg op, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. Het woordje ‘om’ laat zien dat het hier over het doel van de hemelvaart gaat. Of op zijn minst ‘een’ doel. Ik denk dat je meerdere doelen van de hemelvaart kunt benoemen, maar hier in Efeziërs 4:10 komen we er dus ook een tegen. Nu staat er in het Grieks: om alles te vullen. De woorden ‘met zijn aanwezigheid’ heeft de vertaler bedacht. Op zich logisch, want het zinnetje ‘om alles te vullen’ is onduidelijk. En wat is eigenlijk ‘alles’? Is dat de kosmos? Alles boven de hemelsferen? Vult Jezus de ruimte tussen de sterrenstelsels in? Ongetwijfeld, maar wat is daar het nut van? En minstens zo belangrijk, wat betekent ‘vullen’? De Herziene Statenvertaling vertaalt dit vers zo: ‘Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen.’ Nou heeft ‘vervullen’ in het Nederlands de kleur van: beloften vervullen. Dat zit er ook wel een beetje in. Jezus’ hemelvaart is het begin van het einde. Sinds Jezus’ hemelvaart hoeft er nog maar één ding te gebeuren en dat is zijn wederkomst. Dan breekt het koninkrijk aan, de nieuwe hemel en aarde. Dan zijn al Gods beloften vervuld. Het zat ook al in Handelingen 3:21 wat ik zojuist voorlas: Jezus ‘moest in de hemel worden opgenomen tot de tijd aanbreekt (...) waarin alles zal worden hersteld.’

 

Maar wie Efeziërs 4:10 in de Bijbel in Gewone Taal opzoekt ziet dit staan: ‘Christus is degene die naar beneden is gekomen. En hij is degene die omhoog is gegaan. Hoger dan de hoogste hemel, zodat hij over alles kan heersen.’ Hier wordt het woord ‘vullen’ geduid als heersen (dan blijft de vraag open wat ‘alles’ is, is dat alles in de hemel of ook alles op aarde). Op zich kan vullen duiden op heersen. Wij kunnen over iemand zeggen dat hij op een overheersende manier aanwezig is. Overigens bedoelen we dat dan vaak negatief: op een feest trekt iemand alle aandacht naar zich toe. Op een wat neutrale manier kun je nog zeggen: iemand vult met zijn aanwezigheid de hele ruimte. Als hij of zij er is, kun je niet om hem of haar heen. Dat kan ook op een hele gezellige manier zijn.

 

Om hier keuzes in te maken moet je kijken naar het totaal van de brief aan de Efeziërs en naar waar het over gaat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk gaat het over de kerk. Over eenheid in de gemeente (vers 1-6). Over genade en gaven die ons als kerkmensen gegeven zijn (7-8). En over apostelen en profeten, over verkondigers en herders en leraren die de gemeente ontvangt om een eenheid te gaan vormen (11-14). Het is de opgestegen Heer die deze gaven aan zijn gemeente geeft. En de eenheid in de kerk is een voorbode, een voorproef van wereldwijde eenheid. Dat die wereldwijde eenheid het einddoel is blijkt uit hoofdstuk 1:9-10. Daar gaat het over Gods besluit om ‘alles in de hemel en op aarde onder één hoofd, Christus, bijeen te brengen.’ Wij leven nu nog op een wereld waarin veel kapot gaat. Vooral relaties. Het goed houden in relaties is één van de moeilijkste dingen. Na de zondeval merkte de mens dat ook direct: de relatie met God is verstoord maar ook die tussen Adam en Eva. Dat trekt sindsdien een spoor van ellende en verdriet door deze wereld. De hele geschiedenis tussen zondeval en wederkomst zou je kunnen samenvatten met: het herstel van relaties. Dus niet alleen de relatie tussen God en de mens, maar ook de menselijke relaties onderling. Want juist in die onderlinge menselijke relaties moet iets zichtbaar worden van wie God is: gevende liefde, eeuwige trouw, opofferende dienstbaarheid, incasserend geduld en intieme nabijheid. God wil dat allemaal herstellen in zijn wereld. Een wereldwijde eenheid en heelheid onder het koningschap van Jezus. Dat is de nieuwe hemel en aarde.

 

In dat grote verhaal neemt de kerk een bijzondere plek in. De kerk is een soort minihemel, een voorproefhemel. Een gemeente is een samenleving van mensen naar het model van de toekomstige samenleving in het koninkrijk van God. Een samenleving waar eenheid en heelheid is onder het koningschap van Jezus. Nu snap je ook waarom er zo’n nadruk ligt op de eenheid van de gemeente in de brief aan de Efeziërs, en in het hele Nieuwe Testament. Maar als de kerk zo belangrijk is voor Jezus, waarom vertrekt Hij dan naar de hemel? Die eenheid en heelheid kunnen wij toch niet alleen bewerken? Wij lopen er juist telkens tegenaan dat dingen uit elkaar vallen, dat mensen elkaar loslaten en het niet meer uithouden met elkaar. Maar dan bemoedigt Efeziërs 4:10 ons dus. Jezus is opgestegen tot boven de hemelsferen om alles met zijn aanwezigheid te vervullen. Jezus doordringt de wereld boven -de hemel- met zijn aanwezigheid: alle engelen, machten en krachten buigen voor Hem neer en erkennen Hem als hun koning. En dan kijken ze naar Hem op om hun opdrachten in ontvangst te nemen. In Efeziërs 1:21-22 omschrijft Paulus het zo: Jezus is opgestegen ‘hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet allen in deze wereld maar ook in de toekomstige. Hij (God) heeft alles aan zijn voeten gelegd en Hem als hoofd over alles aangesteld, ten behoeve van de kerk.’ Dus al die hemelse machten en krachten, engelen, gaven, de heilige Geest,- het staat Jezus ten dienste om aan zijn kerk te geven. En dat doet Hij dan ook. In Efeziërs 1:3 had Paulus al gezegd: ‘Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.’

 

Het doel van Jezus’ hemelvaart, één van de doelen, is de mobilisatie van de hemelse legers om de kerk te helpen één te zijn. Om daarmee in deze wereld een voorproef te zijn van Gods koninkrijk. Ik ben van nature hoopvol, ook als het gaat over de kerk. Je zult mij niet gauw horen somberen over de kerk, hoewel ik ook echt wel de uitdagingen zie waar de kerk in Nederland voor staat. En ik zie ook echt wel hoe kwetsbaar de kerk is. Toch ben ik hoopvol als het gaat over de kerk. Maar ik weet nu ook waarom. En waarom dat terecht is. Ik ben hoopvol omdat Jezus naar de hemel ging om die hulptroepen te mobiliseren.

 

Wat merk je daarvan? Wat merken wij daarvan als gemeente? Soms kun je blind zijn voor wat er al gebeurt en wat je gewoon bent gaan vinden. Zo zijn er enorm veel gaven in onze gemeente op allerlei gebied. Van heel technisch tot gaven om te dienen in het ambt, van enthousiasme tot wijsheid en bedachtzaamheid. Gaven die ook ingezet worden. Misschien vind je dat normaal, maar het is toch maar de Geest die daar achter zit. En het zijn toch maar gaven die losgekomen zijn door Jezus’ aanwezigheid in de hemel. Zijn allesoverheersende aanwezigheid daar dwingt deze gaven naar beneden te gaan, stimuleert deze gaven naar beneden te gaan.

 

Maar die engelen, machten en krachten dan? Ik heb de indruk dat we die nog minder opmerken. Wat doen engelen eigenlijk? We hebben het wel eens over een persoonlijke beschermengel, dan denken we bijvoorbeeld aan hachelijke situaties in het verkeer. Maar waarom zouden engelen ons niet beschermen tegen woorden die we niet moeten spreken of appjes die we niet moeten versturen? Een beschermengel kan je tegenhouden wanneer je in de kerk boos op iemand af wil stappen. En zegt de Bijbel ook niet dat er engelen op je pad geplaatst kunnen worden in de vorm van mensen die onderdak vragen (Hebreeën 13:2), iemand die een stuk medemenselijkheid zoekt en daarvoor aanklopt bij de kerk? En de ambtsdrager die op pad is in zijn wijk merkt soms dat zijn voeten gestuurd worden en dat de woorden hem in de mond gegeven worden. Eerder benoemde ik mechanismen die hun invloed hebben op de kerk: krachten uit de samenleving beuken tegen de kerk en tegen christenen aan. Ze proberen de kerk klein te krijgen en verdeeldheid te zaaien. Maar er zijn dus ook hemelse krachten, gemobiliseerd door Jezus. Deze krachten bewerken eenheid, heelheid, vreugde en een gezamenlijke concentratie op Jezus.

 

Nu is de ellende dat wij het vaak eerst proberen zelf te doen. We vergeten het bestaan van de hemelse hulptroepen. Omdat we ze niet zien, maar ook omdat we van nature vooral naar onszelf kijken. Omdat we geloven in onze eigen kracht, ons eigen verstand, onze eigen kennis en kunde. En ik zet het hier niet tegenover elkaar alsof kennis en kunde over bijvoorbeeld gemeenteopbouw minder is dan gebed. Alsof een synode die zich verdiept in een onderwerp minder is dan een eenvoudige gemeente die trouw wil zijn aan Gods woord. Het is beide. We moeten bidden om de hulp van Gods Geest. We moeten vertrouwen op de leiding die God ons geeft vanuit de hemel, ook bij het lezen van de Bijbel. We moeten opmerkzaam zijn op die engelen die ons de weg wijzen. Wie niet ontvankelijk is voor hulp uit de hemel heeft het ergste te vrezen, dan verlies je de gerichtheid op de hemel, dan schiet je door in je menselijke eigen wijsheid. Wat kan er dan veel mis gaan in een kerk en in je eigen leven. Ik denk dat in veel van de uitdagingen waar we als kerk voor staan een eerste vereiste is dat we de eenheid zoeken. Niet een eenheid waarbij de waarheid om zeep wordt geholpen. Maar wel een eenheid die een teken is van wat God doet in deze wereld: onmogelijke tegenstellingen overbruggen. In de brief aan de Efeziërs worden christenen met een Joodse achtergrond en christenen met een heidense achtergrond gevraagd het in één kerk met elkaar uit te houden. Waarom? Omdat Christus de muur tussen hen heeft afgebroken met zijn offer aan het kruis (2:14-16). Verdeeldheid hoort bij de oude wereld, eenheid bij de nieuwe. Gebrokenheid hoort bij de oude wereld, heelheid bij de toekomstige.

 

Wij mogen als kerk bidden om hulp uit de hemel. We mogen vertrouwen op leiding vanuit de hemel. De hulptroepen sprongen in het gelid toen Jezus de hemel met zijn aanwezigheid vulde. Tegenover onze pogingen om het zelf voor elkaar te krijgen in de kerk is het bevrijdend om te zien dat Jezus, nog vóór de kerk goed en wel begon, de hulptroepen liet aantreden. Pas na Pinksteren ging de kerk echt goed van start: begon de kerk te groeien, kreeg ze ook te maken met de eerste tegenstand, met vervolging en interne conflicten. Maar tien dagen eerder was Jezus al opgestegen naar de hemel om alles met zijn aanwezigheid te vullen. Kerk zijn begint bij Jezus, bij zijn plan met deze wereld. Laat je door de hulptroepen aanmoedigen om je plek in dit plan in te nemen.

 

Wie zijn plek in Gods plan wil innemen kan het volgende doen. Zoek naar eenheid en naar heelheid. Vrede, goede relaties, liefde en trouw, dienstbaarheid, omzien, medelijden, al die dingen die het mens zijn mooi maken. Probeer daar je leefstijl van te maken, je daarop te richten in de kerk en daarna in steeds wijdere cirkels in je leven. Als dat lukt, bedenk dan dat je dit niet zelf doet, maar dat het Jezus is die ook jou mobiliseert. Amen.