Onze hemelvaart

29 mei 2014

Met de macht waarmee God Jezus naar de hemel haalde en tot koning kroonde werkt Hij ook in de gelovigen. Dat maakt hen tot koningen en koninginnen op aarde.

Lezen: Efeziërs 1

Tekst: Efeziërs 1:18-21

‘Ik vertelde laatst aan ongelovige vrienden dat ik naar de kerk ga, en ze respecteerden dat.’ Uitspraak van een jongere bij het belijdenisonderzoek.

 

Hoe is dat onder de volwassenen en ouderen? Ik vermoed ongeveer hetzelfde. Respect voor je geloof kun je vaak nog wel krijgen.

 

Maar nu ga ik even een stapje verder: word je ook gewaardeerd om je geloof? Is het eervol om bij een kerk te horen? Dus dat je vrienden of collega’s zeggen: ‘Zo, jij gaat naar de kerk! Jij gelooft! We kijken tegen je op, man!’ Ik denk dat dat niet zo veel gebeurt.

 

Zien wij dat eigenlijk zelf zo? Vinden wij het eervol om bij de kerk te horen en om te geloven, of zijn we daar wat verlegen mee? Loop jij daarmee te koop, of verstop je het een beetje? Ik kan me het wel voorstellen dat je soms de neiging hebt je te schamen voor je geloof. Want zijn gelovigen perfect? Helemaal niet. Ook gelovige mensen doen verkeerde dingen, en dat is nog erger dan wanneer een ongelovige datzelfde doet. Op dezelfde manier begrijp ik het ook wanneer iemand zich schaamt voor zijn lid zijn van de kerk. Want ook kerken zijn niet perfect. Elke misstand in de kerk ontneemt je iedere trots.

 

Dus zouden buitenstaanders tegen de gemeente moeten opkijken? Als wijzelf ons bij tijden al schamen voor de kerk en ons geloof dan wordt dat een moeilijk verhaal. Maar nu zegt God vanmorgen: Ik eer de gelovigen. Ik geef hen eer net zoals Ik mijn Zoon geëerd heb. Ik houd de gemeente hoog zoals Ik mijn Zoon verhoogd heb. Wij mogen dus trots zijn op ons geloof en wij mogen trots zijn op de gemeente. Want de gelovigen en de gemeente hebben een hoge positie in deze wereld. Die trots heeft niets te maken met onszelf, met wat wij zelf voor elkaar gekregen zouden hebben, het is geen schouderklopje aan onszelf. Nee want God heeft ons die hoge positie gegeven. God heeft ons tot bijzondere mensen gemaakt. Hoe bijzonder dan? Nou tot mensen in wie het oorspronkelijke koningschap van Adam en Eva weer zichtbaar wordt. Wij zijn koningen en koninginnen op deze aarde.

 

Dat staat in Efeziërs 1:18-21. Ik vat de boodschap van vanmorgen zo samen:

Gods macht in de hemelvaart van zijn Zoon werkt ook in ons

De macht waarmee God Jezus naar de hemel haalde, en Hem daar overlaadde met eer en Hem kroonde tot koning over alles, die macht is ook werkzaam in de gelovigen.

 

Misschien zegt u: ik zie het nog niet staan in die verzen. Laten we dan samen gaan kijken. Het zijn twee lange zinnen: vers 18-19 en vers 20-21. In vers 18 spreekt Paulus een wens uit, een gebed: ik hoop dat jullie (gelovigen) mogen zien waarop je mag hopen. En ook dat jullie mogen zien hoe rijk de luister is, de eer en de glorie die de gelovigen zullen ontvangen. En (vers 19) ik hoop dat jullie mogen zien hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven. Vanuit vers 19 komt de vraag op je af: zie je de macht van God en wat die in je uitwerkt? Over wat voor macht van God gaat het dan en wat werkt die in je uit? Daarop geven vers 20-21 antwoord. Want Paulus trekt een parallel met Christus. Die macht van God waar het in vers 19 over gaat, die was ook werkzaam in Christus. Met diezelfde macht werkte God ook in Christus. Wat werkte God in Christus? Twee dingen: zijn opstanding uit de dood en zijn hemelvaart. Bij dat laatste, bij Christus’ hemelvaart, hoort ook zijn kroning tot koning in de hemel. Vers 21 zegt: ‘hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige.’

 

Zie je het nu in deze verzen: Gods macht in de hemelvaart van zijn Zoon werkt ook in ons. Maar wat werkt die macht uit in ons leven? Wij stijgen toch niet op naar de hemel? Wat mag je verwachten van die macht, die ‘hemelvaartsmacht’ van God die in je werkt?

 

Om dat te ontdekken ga ik een klein zijstraatje bewandelen. Want Paulus zegt dat niet alleen Gods hemelvaartsmacht in de gelovigen werkt maar ook Gods opstandingsmacht, dus de macht waarmee Hij Jezus opwekte uit dood. Dat is bekender terrein voor ons. Ik denk aan het ‘ten tweede’ van Zondag 17 van de Catechismus: ‘Ten tweede worden ook wij door zijn kracht nu al opgewekt tot een nieuw leven.’ God overwon, door Jezus op te wekken, de dood. En heel de bijbel is er vol van dat God datzelfde proces in ons wil werken. Hij wil ook in ons de dood overwinnen. God wil de sterfelijkheid waar we sinds de zondeval mee te maken hebben overwinnen en ons straks eeuwig leven geven bij Hem. Het betekent ook dat alles wat zondig in ons is, en dus dodelijk, nu al steeds meer overwonnen wordt. Christelijk leven is het resultaat van de werking van de opstandingsmacht van God in ons. De apostel Paulus zegt: ‘Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft’ (Romeinen 8:11). De opstandingsmacht van God werkt in de gelovigen een letterlijke opstanding en een geestelijke opstanding. De apostel Petrus brengt dat laatste heel nadrukkelijk onder woorden: ‘Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven’ (2 Petrus 1:3). Dus de macht waarmee God Jezus opwekte uit de dood laat Hij ook werken in ons. Met als resultaat dat wij opstaan in een nieuw en vroom leven.

 

Dat is de verbinding tussen Jezus’ opstanding en onze opstanding. Ik hoop een bekend verhaal. Het gaat in beide over dezelfde werkzame macht van God. En nou is er zo’n zelfde soort verbinding tussen  Jezus’ hemelvaart en onze ‘hemelvaart’. Dat laatste klinkt misschien gek maar laat het me uitleggen. Net zoals Jezus’ opstanding uit de dood doorwerkt in ons leven, net zo werkt Jezus’ hemelvaart door in ons leven. In iets van een soort hemelvaart van ons. Efeziërs 1:18-21 zegt dat God zijn macht waarmee Hij Jezus naar de hemel haalde en Hem een plaats gaf boven alle hemelse vorsten en heersers ook laat werken in de gelovigen. Maar wij varen toch niet ten hemel? Misschien toch wel een beetje. In Efeziërs 2:6 staat: ‘Hij (God) heeft ons samen met hem (Jezus) uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus.’ Wij zijn dus niet letterlijk naar de hemel opgevaren -net zo min als het delen in Jezus’ opstanding nog niet fysiek is- maar er is dus een aspect van Jezus’ hemelvaart dat ook nu al in de gelovigen werkt. Dat is dat wij worden opgetrokken naar de sfeer van de hemel. Gelovigen hebben een plaats ontvangen in de hemelsferen. Zondag 18 van de Catechismus zegt daarover: ‘In Jezus hebben wij ons vlees in de hemel’. Dat wil zeggen: ons mens zijn is daar vertegenwoordigd. In de persoon van Christus. En terwijl wij nog fysiek op aarde zijn -wij varen niet echt ten hemel- ‘zoeken wij wel wat boven is’, zegt Zondag 18. Wij zijn gericht op wat er in de hemel is. Wij lopen met ons hoofd in de wolken. Hoger nog, wij lopen met ons hoofd in de hemel. En daar is Christus. Wij zien Hem dus.

 

Hoe is Christus daar? Hij is daar als koning over hemel en aarde. Hij is daar bekleed met eer en majesteit. Johannes ziet Jezus zo in de Openbaring (1:12-16). Maar denk ook aan Filippenzen 2:9: Jezus ‘werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis en daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat.’ Als je Jezus ziet in de hemel dan zie je de uitwerking van de macht van God. De hemelvaartsmacht van God. Je kunt die macht ook de ‘macht van de verhoging’ noemen. Want het is de macht waarmee God zijn Zoon verhoogd heeft. Opstanding, hemelvaart, het zitten aan de rechterhand van God, dat is de verhoging van Jezus. Kerst, Goede Vrijdag en Pasen vormen de vernedering van Jezus. Toen ging het bergafwaarts, vanaf de opstanding gaat het hemelwaarts. De hemelvaartsmacht is verhogingsmacht.

 

Wat werkt die verhogingsmacht uit in ons leven? Eigenlijk eenvoudig: die macht verhoogt ons. Gelovigen leven op aarde maar in de sfeer van de hemel. En wat zijn gelovigen vanuit het perspectief van de hemel? In de hemel zijn de gelovigen geëerde verschijningen! Op verschillende plaatsen in de bijbel wordt er zelfs gesproken van mensen die in de hemel op tronen zitten. Bijvoorbeeld in Openbaring 4: vierentwintig oudsten zitten daar op tronen, in witte kleren en met kronen op hun hoofd. Maar moet in de hemel alle eer niet naar God gaan? Natuurlijk. Maar deze 24 oudsten doen ook niet anders dan Hem de eer geven. Maar opvallend genoeg geeft God hen ook eer. Hij omringt hen met een overweldigende heerlijkheid. Hij geeft hen een plaats boven alle aardse vorsten en heersers, boven alle machten en krachten. In Matteüs 19:28 lees je ook hoe Jezus tegen zijn twaalf discipelen zegt dat zij op twaalf tronen zullen zitten en zullen heersen over de twaalf stammen van Israël. Opnieuw mensen op tronen. Ook in Openbaring 20:4 zien we mensen die op hemelse tronen zitten; een prachtig vers: ‘Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen -dat is de kracht van Pasen- en heersten duizend jaar lang samen met de messias’ - en dat heersen is de kracht van hemelvaart.

 

Wat merk je als gelovige nu van die verhogingsmacht van God in je leven? Die verhogingsmacht van God maakt jou tot koning of koningin! Het slot van Zondag 12 belijdt dat ik christen heet ‘om als koning in dit leven met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden, en na dit leven in eeuwigheid met Christus over alle schepselen te regeren.’ Als christen ben je dus koning of koningin. In Christus krijg je de positie van koning of koningin. In Christus ontvang je eer en heerlijkheid. In Christus ontvang je de rijkdom en glorie die hoort bij een koning.

 

Misschien heb je dat helemaal niet door. Merk je daar niet zo veel van. Voel je dat ook niet. Ervaar je het niet. Dat is best wel erg. Ik moet denken aan het fragment uit de Narnia-film -de Leeuw, de heks en de kleerkast- waarin Peter, Susan, Lucy en Edmund bij de familie bever zitten. Die bevers zijn een soort Zacharias en Elisabeth-achtige figuren. ‘Jullie zijn de vervulling van de profetie!’ zeggen de bevers tegen de kinderen. ‘Loop nou niet weg! Over jullie staat geschreven in de boeken: eens zullen de zonen van Adam en de dochters van Eva weer regeren over de wereld.’ Dat is toch precies wat God in de bijbel zegt over hen die Hem dienen: ‘Zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid’ (Openbaring 22:5). Dit is toch het evangelie, dat de mens weer hersteld wordt in zijn oude glorie en positie? De mens kreeg bij de schepping de positie en de eer van koningen op aarde, denk aan Psalm 8. In de zondeval verloor hij alles. Maar God werkt aan herstel. Uit alle macht.

 

Wat nu als je weinig of niets merkt van de verhogingsmacht van God in je leven? Of wat nu als je weinig of niets merkt van de verhogingsmacht van God in de gemeente? Want ook voor de gemeente (zie Efeziërs 1:22) heeft de Vader Jezus koning gemaakt. Ook voor de gemeente geldt dat God haar verhoogd heeft met eer en heerlijkheid. Maar als je daar nou niets van ziet, niet in je eigen leven en niet in de gemeente?

 

Het kan zijn dat het je nooit is verteld. En zelf heb je altijd overheen gelezen. Of je kijkt altijd veel meer naar het menselijke. De menselijke kant van de gemeente: wat gaat er veel mis in kerken. De menselijke kant van je eigen leven: wat heb je nog een strijd te voeren met je zonden en gebreken. Maar kijk nou eens naar jezelf zoals God naar je kijkt. Hij ziet een koning in jou, een koningin. Zo heeft Hij je geschapen. En door zijn macht heeft Hij je teruggehaald uit de diepe kerker van de satan waar je terecht was gekomen door over te lopen. Met zijn macht zet Hij je opnieuw op de troon. Van de buitenkant is het niet te zien, ziet je omgeving ook gewoon een mens, maar de mens is van koninklijke bloede. En bij wie gelooft stroomt dit koninklijk bloed ook door de aderen. Koningen zien dat wanneer ze elkaar in de ogen kijken. Bid om de heilige Geest om jezelf als koning te leren zien. In Efeziërs 1:17 doet Paulus dat immers ook: ‘Moge de God van onze Heer Jezus Christus u een geest van inzicht schenken.’ Een geest van inzicht ‘in wat geopenbaard is.’ Dus lees ook in je bijbel. Bid en lees, wees dichtbij God, om te zien wie je bent.

 

Ik ga afsluiten. Woord en Geest leren ons dat Gods ‘hemelvaartsmacht’, Gods verhogingsmacht de mens herstelt in zijn oorspronkelijke glorie. Naar het evenbeeld van Jezus. Het is volgens Efeziërs 1:18-21 één en dezelfde macht waarmee God zowel in zijn Zoon werkt als ook in de gelovigen. Ons leven en dat van Jezus zal in Gods plan een grote parallel vertonen. De apostel Johannes zegt: ‘Wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem (Jezus) gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals Hij is’ (1 Johannes 3:2). Waarom doet God dit eigenlijk? Waarom bewerkt God dit herstel van eer en glorie in de mens? Luisteren eens naar Efeziërs 2:7. In vers 6 staat dat God ons met Jezus heeft opgewekt en dat wij met Jezus een plaats hebben gekregen in de hemelsferen. En dan staat er in vers 7: ‘Zo zal Hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed Hij voor ons is door Christus Jezus.’ Daar gaat het dus om: God laat de schittering van zijn genade en goedheid zien. Dat is bemoedigend. Want als God dat wil laten zien dan kun je er ook op vertrouwen dat Hij dit gaat doen. Toen Paulus dit in de eerste eeuw opschreef lagen er nog vele eeuwen voor hem. Ondertussen zijn er vele eeuwen kerkgeschiedenis verstreken waarin God heeft laten zien hoe rijk zijn genade is en hoe goed Hij is voor de mens. En ook nu nog liggen er vele van die genade-eeuwen voor ons. Want de ‘eeuwen die komen’ dat zijn ook de eeuwen die geteld zullen worden in het koninkrijk van God. Eeuwen van geluk die nu al beginnen voor hen die net als Jezus het koningschap aanvaarden. Amen.