Onze onmacht uitvergroot

2 april 2021

Waarom gebruikte Jezus zijn macht niet om van het kruis af te komen?

Lezen: Matteüs 27:27-56

Tekst: Matteüs 27:27-56

Als er iets is waar wij slecht tegen kunnen dan is het spot. En laat dat nou net de rode draad zijn van Matteüs 27:27-56. Je zou kunnen zeggen, spot is iemands onmacht uitvergroten. Je gaat naar die onmacht wijzen en daar een dikke streep onder zetten. De onmacht van die ander laat je aan iedereen zien. En je hoopt dat anderen mee gaan doen. Het is macht tegenover onmacht en dat er nog eens goed inwrijven. Spotten is iemands onmacht uitvergroten.

 

Behalve als je zelf aan het spotten bent, doet het eigenlijk altijd pijn. Meemaken hoe een ander wordt bespot voel je in jezelf. En het doet helemaal zeer als je niet voor die ander durft op te komen omdat de macht van de spotters te groot is. Je voelt aan alles in je hoe oneerlijk het is. Als jij machtig was geweest had je die spotters wel even een lesje geleerd.

 

Daarom triggert vers 42 mij. In dat vers wordt Jezus zo bespot: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet (...) Laat hij van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven.’ Dat zeggen de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten. Dat zeggen ze nu Jezus aan het kruis hangt. Nu zijn ze dapper, want ze verwachten geen moment dat Jezus echt van het kruis afkomt. Maar wij die dit lezen, wij weten dat Jezus het had kunnen doen. Wij geloven dat hij de machtige Zoon van God is. Waarom kwam Jezus dan niet van het kruis om alle spot het zwijgen op te leggen? Als je macht hebt gebruik je die toch? Zeker als je zo bespot wordt. Wat is er mooier om dan opeens met al je macht je vijanden te verslaan? Dus waarom blijft Jezus aan het kruis hangen en waarom laat Hij zich zo bespotten?

 

Het antwoord is dat in Jezus’ kruisiging wordt onze onmacht uitvergroot. Het was niet Jezus’ onmacht. Hij had alle macht om van het kruis af te komen. Maar Hij doet het niet. Zo maakt Hij onze onmacht zichtbaar. Wij zijn machteloos. Machteloos tegenover het kwaad, machteloos tegenover satan. En behalve dat Jezus dat zichtbaar maakt, neemt Hij die machteloosheid ook op zich. Jezus maakt onze machteloosheid zichtbaar en neemt die van ons over. Hij draagt onze machteloosheid weg.

 

Ik wil laten zien dat spot de rode draad is rond de kruisiging. Op het eerste gezicht lijken de gebeurtenissen losse dingen die niet perse bij elkaar horen. Maar als je de spot als leidend motief neemt valt alles op zijn plaats. Het begint bij de nepintocht van Jezus in de kazerne, het pretorium (vers 27-31). Daar is een afdeling Romeinse soldaten gehuisvest om de stadhouder te beschermen. De soldaten doen hier iets wat ze natuurlijk niet bij alle gevangenen doen, ze maken er een spel van. Ze doen net alsof Jezus een hooggeplaatste bezoeker is. Alle soldaten staan in het gelid, Jezus krijgt een rode mantel (een kleur die gedragen werd door belangrijke mensen) ze maken een kroon (wel een nepkroon, een stekelige kroon), ze geven Jezus een zogenaamde scepter in de hand en brengen hem vervolgens een quasi eerbiedige groet: ‘Gegroet, koning van de Joden’. Zie je het voor je? Ze menen er niks van, het is één groot spel. Ze drijven de spot met Jezus: moet je kijken, deze gevangene denkt dat hij een koning is.

 

Die spot zit ook in wat de soldaten daarna doen (vers 32). Als ze op weg gaan naar Golgota regelen de soldaten een adjudant voor Jezus: Simon van Cyrene moet de kruisbalk dragen. Dat is niet omdat Jezus daaronder bezwijkt. Dat zegt de tekst ook nergens. Het hoort bij het spel van de soldaten. Belangrijke mensen hebben toch personeel dat achter hen aanloopt om hun spullen te dragen, een koffertje ofzo? Zo kan Jezus rechtop lopen als een koning. Maar kijk dan nog eens goed naar wat zijn adjudant draagt, hij draagt de balk waaraan de koning straks wordt opgehangen.

 

Dan komen ze bij Golgota (vers 33). Opnieuw gebeurt er iets opvallends. De soldaten geven Jezus met gal vermengde wijn. Dacht je dat ze dat bij alle gekruisigden deden? Het is logischer hier opnieuw de koningsparodie te zien. De soldaten ontvangen koning Jezus op zijn eindbestemming met een feestelijk drankje. Men duwt Hem een beker in handen zoals je dat nou eenmaal doet met hoogwaardigheidsbekleders die op bezoek komen, die laat je niet met lege handen staan.

 

Vervolgens storten de soldaten zich met gespeelde gretigheid op de zogenaamde buit: ze verdelen Jezus’ kleren onder elkaar door erom te dobbelen. En ze blijven rond het kruis zitten om Jezus -zogenaamd- te bewaken. Want gekruisigden lopen over het algemeen niet zomaar weg, hooguit zou de bewaking als doel kunnen hebben dat de vrienden van de gekruisigde niet te hulp schieten. Maar Matteüs lijkt er in zijn verhaal een andere betekenis aan te geven. De soldaten doen alsof ze Jezus’ lijfwacht zijn: een koning heeft toch bewaking nodig? En dan is er nog het bordje boven Jezus’ hoofd met daarop als ‘eervolle’ vermelding zijn titel: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. En het sluitstuk van alle spot zijn de twee misdadigers, die doelbewust links en rechts van Jezus worden gehangen. Twee volgeling heeft deze koning al. Helaas volgen ze Jezus slechts in zijn dood.

 

Voor de soldaten is Jezus’ kruisiging één groot spel. Ze maken Jezus belachelijk. En de voorbijgangers doen mee, de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten doen mee. Jezus’ onmacht, zijn veronderstelde onmacht, wordt uitvergroot. Jezus laat dat gebeuren. Hij is machtig, ook hier gedurende de hele kruisiging. Maar Hij laat het gebeuren, Hij laat zich bespotten. Ik voel dan die plaatsvervangende schaamte: dat iemand zo wordt afgebrand, zo wordt weggezet en gehoond. Dat raakt aan onze eigen zwakheid. Nu treft het die ander, maar misschien treft het een volgende keer jou. Dat is ook het punt hier, het had ons moeten treffen. De spot die Jezus over zich heen laat komen was terecht geweest als die op ons was gericht. De satan heeft gelijk als hij mensen bespot, want we zijn machteloos tegenover hem. En onze pretentie dat we als koningen kunnen leven op aarde, prikt satan terecht door. Dat koningschap hadden we nou juist verspeeld bij de zondeval. We gingen liever met satan in zee dan koningen te zijn onder God. En wat pakte het slecht uit, want satan is veel machtiger dan mensen. Al gauw toonde hij zijn ware gelaat: hij maakt ons kapot.

 

Maar Jezus neemt onze machteloosheid op zich. Hij ondergaat het bewust. Daarmee haalt Hij het bij ons weg. Een van de avondmaalsformulieren zegt: ‘Men dreef de spot met hem, zodat wij nooit meer te schande gemaakt zouden worden’. Plaatsvervangend heeft Jezus onze machteloosheid ondergaan. Satan heeft daarmee zijn recht gehaald, hij heeft de mens kapot gemaakt. Maar hij maakte Hem kapot die uiteindelijk machtiger bleek dan hij. Daardoor is de claim van satan op de mens gebroken. Machteloos zijn we nog steeds als mensen, maar je mag delen in Jezus’ overwinning. Jezus wil je laten delen in zijn macht. Je mag achter Jezus gaan staan die de satan tegenhoudt. Zo bevrijdt Jezus ons van onze onmacht, zo bevrijdt Hij ons van onze ondergang.

 

Nu zal de mens die zijn onmacht niet erkent, niet achter Jezus gaan staan. Je kunt vanuit eigen kracht leven of vanuit Jezus’ kracht. In het eerste geval denk je dat je jezelf moet zien te redden, denk je dat je zelf verantwoordelijk bent voor je succes en dat het jouw verdienste is als dingen goed gaan. Wat kun je je vergissen. Wie zijn onmacht niet erkent zal ook niet schuilen achter Jezus. Maar dan moet je dus ook echt in eigen kracht het kwaad verslaan. Dat gaat je niet lukken, daarvoor is het kwaad te sterk. Wij zijn maar mensen. Ik hoop dat je inziet hoe gemakkelijk je misleid wordt. Wij leven in een wereld waarin zwakte tonen wordt gezien als opgeven en verliezen: laat nooit je zwakte zien want daar zal je vijand je op pakken. Maar voor wie zwak is, betekent deze strategie dat je ook zult verliezen. Dan kun je beter je onmacht erkennen en een beroep doen op Hem die alle macht heeft in hemel en op aarde. Je onmacht tegenover Jezus erkennen betekent ervan verlost worden. Hij neemt jouw onmacht over en laat het op zich neerkomen. En Hij laat je delen in zijn macht. Hij maakt je sterk om het kwade te weerstaan. Hij maakt je sterk om te leven zoals God het wil, in liefde en trouw. Dat is de enorme winst van dit evangelie: je komt er sterker uit. Je onmacht aan Jezus geven, betekent zijn macht ontvangen. Soms hoor je het christenen heel onbekommerd zeggen: satan heeft geen macht meer over mij. Het is waar, wie achter Jezus schuilt is veilig.

 

Hoe leef je concreet vanuit Jezus’ macht? Allereerst mag je je vrij weten van de spot van mensen. Die hoeft je niet te raken en daar hoef je niet bang voor te zijn. Wie een groot eergevoel heeft, heeft veel te verliezen. Maar wie eigen zwakheid erkent heeft daarna niets meer te verliezen. Het klopt wanneer mensen om je lachen, want je brengt ook weinig voor elkaar als mens. Het enige is dat de spotters vergeten dat ze zelf precies zo’n mens zijn. Dus weet je vrij van de spot van mensen. Een tweede manier waarop Jezus’ macht concreet in je wordt is dat je met zelfspot naar jezelf gaat kijken. Je kunt jezelf relativeren. Je kunt om jezelf lachen wanneer je een miskleun begaat. Je onmacht doet geen pijn meer want je weet dat Jezus je helpt met al zijn macht.

 

Wat merk je daar dan van? Wat merk ik van Jezus’ macht in mij wanneer ik verleid wordt tot zonde en wanneer het kwade mijn leven wil binnendringen? Wat heb ik er dan aan om te zeggen, satan heeft geen macht meer over mij? Allereerst is het goed om stil te staan bij die waarheid. Voor wie achter Jezus schuilt is het de waarheid: satan heeft geen macht meer over je. Tegelijk weet je dat het in eigen kracht niet gaat lukken, dus ga je bidden: Here, help mij. Als je dan standhoudt weet je ook dat het Jezus’ macht was die je daar de kracht voor gaf. Dat geeft hoop voor de toekomst, je weet dat het kan. Dan lukt het nog niet altijd. Maar op een bepaalde manier leer je steeds meer boven de verleidingen te staan. En wanneer je valt, zet Jezus je weer overeind. Dat doet Hij niet één keer, maar zo vaak als nodig is gedurende je leven. In die zin sta je boven de verleidingen, ze kunnen je nog wel laten struikelen maar niet meer onderuit halen. Want die machteloosheid heeft Jezus van je afgenomen en weggedragen.

 

En dan begint alles te kantelen, net als in Matteüs 27. Als Jezus sterft scheurt het voorhangsel in de tempel, beeft de aarde en splijten de rotsen. De spot besterft de mensen op de lippen en het eerbetoon begint: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon’. Langzaam dringt het tot de mensen door wat er gebeurd is: onder algemene spot stierf hier niemand minder dan de Zoon van God. Maar waarom? Waarom deed Hij niets, waarom gebruikte Hij zijn macht niet om van het kruis af te komen? Omdat Hij daar hing voor ons machteloze mensen. Amen.