Oor hebben voor de Geest

30 juni 2019

De opdracht van de kerk is luisteren. Wat je hoort gaat over beloften, bekering en bemoediging.

Lezen: Openbaring 1:1-6 en 2:1-7

Tekst: Openbaring 2:7a

Ik merk bij veel mensen een verlangen naar meer geloof. Dat het geloof je meer zegt, meer voor je leeft, je meer houvast geeft. Dat is mooi. Ikzelf heb dat verlangen ook. En ook onder jongeren kom ik dit verlangen tegen, een zoektocht naar geloof, naar God.

 

Tegelijk komt daar vaak een worsteling in mee. Wie tevreden is met zijn geloof ervaart daar misschien niet zoveel worsteling bij. Maar juist als je de ervaring hebt dat je geloof zwaktes kent die je graag wilt overwinnen, juist dan komt ook die worsteling op. Geloven gaat niet vanzelf. Het komt niet vanzelf, het blijft niet vanzelf. Tegelijk is het lastige: geloof wordt gegeven door de heilige Geest (1 Korintiërs 12:3). Je kunt het je kinderen niet geven, je kunt het jezelf niet geven, geloof ontvang je van de heilige Geest. Wie verlangt naar meer geloof verlangt dus naar meer (doorwerking) van de Geest.

 

Nu is het niet zo dat je daar passief op moet gaan zitten wachten. Je zou kunnen zeggen: er is een voorgrond en een achtergrond. Op de voorgrond staat de opdracht van God om te geloven, zo komt het evangelie op je af (Marcus 1:15). Maar op de achtergrond ontdek je dat het God zelf is die dat geloof in jou bewerkte (Efeziërs 2:8-9). In een eerdere preek heb ik het beeld van een zeilboot gebruikt. Als je het zeil niet hijst vang je ook de wind niet op die de boot voortstuwt. De Geest waait en werkt wel in deze wereld. Maar op de een of andere manier moet jij hem wel opvangen. Ben je dan toch weer zelf verantwoordelijk? Aan de ene kant wel, aan de andere kant ook weer niet. Want als ik op mijn boot zit en er steekt een windje op dan begint het zo te kriebelen, dan moet ik het zeil wel hijsen. Zo begint het bij de wind. Net zo begint mijn geloof bij de Geest die waait en werkt. Alle eer voor mijn geloof is voor God.

 

Maar hoe hijs je het zeil van het geloof? Hoe vang je de Geest op? Hoe werkt de Geest in je hart? Dat laatste is een concrete vraag vanuit de gemeente. Als predikanten kregen we signalen dat het werk van de Geest niet altijd duidelijk is. Nu hebben we Pinksteren gevierd, toen is er ook over de heilige Geest en zijn werk gepreekt, maar vandaag wil ik dat dus ook doen. Een vraag die ik hierbij betrek is: hoe doe je stille tijd? Die vraag kwam ook vanuit de gemeente.

 

Als het gaat over de vraag: hoe krijg ik meer geloof, hoe wordt mijn geloof sterker, dan is het korte antwoord: heb oor voor de Geest. Zo vat ik deze preek samen. Normaal zeggen we: heb oog voor iets. Dat is de uitdrukking: ergens oog voor hebben. Dat wil zeggen dat je ergens aandacht voor hebt. Je kunt bijvoorbeeld oog hebben voor de zwakkeren in de samenleving. Maar vanuit Openbaring 2 zeg ik: heb oor voor de Geest. Want de heilige Geest spreekt. Dat is ook de manier waarop de heilige Geest in je hart werkt. Via woorden. Allereerst de woorden in de bijbel, daar kom ik straks nog op terug. Wie wil groeien in geloof moet allereerst en allermeest luisteren naar wat de heilige Geest zegt. Wij leven in een visuele tijd. Veel gaat via beelden en plaatjes. Afbeeldingen hebben ook veel kracht. Niet voor niets gebruiken wij een beamer in de kerk. Ook God zelf zet visuele middelen in: doop en avondmaal. Zo maakt God zichtbaar wat Hij zegt. Misschien denk je: ook de bijbel lees je, dan gebruik je toch je ogen en niet je oren? Maar bedenk dat de bijbel tot zo’n 500 jaar geleden altijd een voorleesboek was. Voordat de boekdrukkunst werd uitgevonden hadden veel mensen thuis geen bijbel. Een bijbel was te kostbaar. Dus er werd in de kerk uit de bijbel voorgelezen. Zo gold dat ook voor die brieven aan de zeven gemeenten van Openbaring 2-3, die werden in de gemeenten voorgelezen. Dit is ook de achtergrond van een tekst als Romeinen 10:17, waar staat: ‘Door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus.’ Ik zeg niet dat je thuis niet moet bijbel lezen - juist wel, want via de bijbel werkt de Geest in je hart. Hij werkt met woorden, Hij werkt door te spreken. Ook al lees jij die woorden met je ogen. Sommige mensen vinden het moeilijk om gesproken tekst te onthouden. Gelukkig kunnen wij de bijbel lezen. Maar het blijven woorden. Als jij een brief of een mail leest van iemand die je kent dan kun je in je hoofd de klank van zijn of haar stem oproepen. Dan ‘hoor’ je hem of haar praten. Opvallend is dat er in dat zinnetje ‘wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt’, in het Grieks een enkelvoud wordt gebruikt. Er staat ‘oor’. Dat versterkt het dringende karakter. Dit is geen vrijblijvende oproep. Jezus zegt: wie ook maar één oor tot zijn beschikking heeft, moet de woorden van de heilige Geest goed tot zich laten doordringen. Heb oor voor de Geest, dat is de oproep van deze morgen.

 

En de heilige Geest spreekt tot de kerk, niet allereerst tot mensen persoonlijk. Zij worden wel persoonlijk opgeroepen om gehoor te geven -wie een oor heeft- maar de Geest spreekt tot de gemeenten. Tot die zeven gemeenten. Zij staan voor de kerk als geheel. In Openbaring 1:4-5 gaat het over de zeven geesten die voor Gods troon zijn. Het is de groet waarmee het boek Openbaring opent, een groet die ook in kerkdiensten gebruikt wordt: ‘Van Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia. Genade zij u en vrede van hem die is, die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.’ Misschien lees (luister) je daar altijd over heen, maar het staat er dan toch maar: zeven geesten. Is er nou één heilige Geest of zijn er zeven heilige Geesten? Dat er hier over zeven geesten wordt gesproken heeft te maken met die zeven gemeenten. De conclusie moet zijn: de Geest en de gemeenten (de kerk) horen bij elkaar. De heilige Geest werkt in de kerk. De heilige Geest spreekt de woorden van Jezus in de gemeente. Maak het niet te individueel, alsof de Geest allereerst in je hart werkt. Dat doet Hij wel, want als Hij geloof werkt dan doet Hij dat door op jouw hart in te werken, door jouw hart te veranderen, door jouw hart ontvankelijk te maken voor het woord van God. De Dordtse Leerregels zeggen: ‘Hij opent het gesloten hart, Hij maakt het harde zacht’ (DL 3/4, art 11). Maar de plek waar de heilige Geest werkt, de plek waar Jezus de woorden van zijn Geest laat bezorgen, is de kerk.

 

Wat zegt de Geest dan? ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’ Bedenk trouwens wat het belang is van wel of niet luisteren. In de wereld ontstaat een scheiding tussen mensen die wel luisteren en mensen die niet luisteren. Ik zei al dat de oproep van Jezus een dringend karakter heeft, Hij doet een dringend appel. Want de inzet is hoog. Hoor jij bij de groep die luistert of bij de groep die niet luistert? Een tussenweg is er niet. Jezus zegt: wie luistert overwint. Die overwint de satan. Die overwint de wereld van de zonde. Die overwint de leugens over God en de zelfaanbidding. Oftewel, die behoudt het geloof, die blijft God eren en aanbidden. Terug naar de vraag wat de Geest zegt. Wat Hij tegen de kerk zegt is meer dan wat in die zeven brieven staat. De opmerking om goede aandacht te geven aan wat de Geest zegt slaat niet zozeer terug op de brieven, maar het slaat vooruit op wat nog volgt in het boek Openbaring (hoofdstuk 4 en volgende; de oproep ‘wie oren heeft, moet horen’ kom je in hoofdstuk 13:9 opnieuw tegen). Wat de Geest tegen de kerk zegt kun je samenvatten met drie kernwoorden: beloften, bekering en bemoediging.

 

Beloften

God komt naar de kerk met zijn beloften. De belofte van eeuwig leven, de belofte van het herstel van de schepping (het paradijs), de belofte van een nieuw bij elkaar wonen van God en de mensen in volmaakte vrede en geluk. Elk van de zeven brieven eindigt met deelbeloften die hiermee te maken hebben. Als je dat op een rijtje zet dan belooft God aan hen die overwinnen: eeuwig leven, niet meer sterven, een nieuwe naam (wat betekent: een nieuw leven, wij zouden zeggen een complete makeover), koninklijke macht, vrijspraak, een plek in zijn rijk en koninklijke heerlijkheid. Dat zijn beloften voor de toekomst. De beloften die God nu doet, voor het heden, hebben daar alles mee te maken. Bij de doop belooft God je Vader te zijn en voor je te zorgen. Jezus belooft vergeving en vernieuwing. De heilige Geest belooft in je te wonen en werken. Dat heeft alles te maken met die grote beloften voor de toekomst. God wil er in dit leven zo voor je zijn en zo met je omgaan dat je steeds meer geloof gaat hechten aan die belofte van nieuw en eeuwig leven bij Hem, een mooier leven dan je je ooit kunt indenken. Wie goede aandacht geeft aan wat de Geest tegen de kerk zegt, hoort die beloften. En die beloften kunnen je de kracht geven om nu vol te houden, ook als geloven moeite, inspanning en strijd kost. Je weet waarvoor je het doet. Beter gezegd: als je gelooft dat wat je nog gaat krijgen veel kostbaarder is dan wat je nu om je geloof moet laten of verdragen, dan is de keus toch duidelijk? Geloof in toekomstige genade geeft kracht om het leven nu te heiligen.

 

Bekering

Het hele Bijbelboek Openbaring roept op tot bekering. Bekering van de zelfaanbidding tot de aanbidding van God. Het hele boek Openbaring is ook vol van ruimte voor deze bekering. God geeft tijd. Hij wacht met zijn oordeel dat komt over de mens die Hem en de medemens niet ziet staan en alleen maar op zichzelf gericht is. In de zeven brieven van Openbaring 2-3 wordt de oproep tot bekering heel concreet gemaakt in de situatie van die gemeenten. Het gaat dan vooral over hoe je staat ten opzichte van de wereld van het ongeloof. Doe je mee of ben je anders? Heb je door waar de zonde in deze wereld zit en waar niet? Niet alles in de wereld is fout of slecht. De wereld is door God geschapen en God laat ons heel bewust nog in deze wereld leven. Maar Hij wijst ons wel op het grote verschil tussen hen die zichzelf in het middelpunt zetten en hen die Hem in het middelpunt zetten. Draait jouw leven om jezelf of om God? Dat is de kern van bekering, het begin van alle bekering. Het boek Openbaring tekent het zwart-wit: of je aanbidt God of je aanbidt de mens (vaak ben je dat zelf). In ons leven en in de wereld waarin wij bewegen is het vaak minder zwart-wit, is het lastiger. Dat betekent dat we ons telkens weer moeten bekeren en steeds op nieuwe terreinen. Het is een doorgaande bekering waarbij de vraag iedere keer is: leef ik nu voor God of leef ik voor mezelf?

 

Bemoediging

De heilige Geest bemoedigt de kerk. Het boek Openbaring is niet alleen een boek over de toekomst, het is vooral een boek dat beschrijft hoe het nu in de hemel is. Johannes krijgt een blik in de hemel (4:1). Het boek Openbaring is het boek van de onthullingen (Apocalyps betekent onthulling). De hemelse werkelijkheid die onthuld wordt is van betekenis voor de aarde. In die zeven brieven van Openbaring 2-3 gebeurt dit heel mooi. Jezus kijkt vanuit de hemel naar de kerk. Vanuit zijn hemels perspectief zijn er dingen slechter dan ze lijken maar er zijn ook dingen beter dan ze lijken. Hemels licht valt over de kerk wanneer de Geest gaat spreken. De hemelse werkelijkheid die in het boek Openbaring onthuld wordt is ook van betekenis voor de toekomst. Want wat in de hemel al werkelijkheid is, wordt eens de werkelijkheid op aarde. Dat bemoedigt. Want in de hemel is de overwinning van Jezus al een feit. In de hemel is het nieuwe Jeruzalem al een stad waar geleefd en gedanst wordt. In de hemel is de ondergang van satan al een gepasseerd station.

 

Snap je nu waarom Jezus er zo op aandringt dat je goede aandacht hebt voor de woorden van de Geest? Wat je hoort zijn de beloften van God, de oproep tot bekering en je wordt bemoedigd met de hemelse werkelijkheid. Dat helpt om te geloven. Te blijven geloven en te gaan geloven. Soms wordt in de kerk de vraag gesteld: hebben wij wel genoeg oog voor het werk van de Geest? Dat is een goede vraag. Tegelijk zou ik ernaast willen zetten: laten we er in ieder geval voor zorgen oor te hebben voor de Geest. Ga na hoe dat voor jou is. Niet alle horen is echt luisteren. Je kunt hier zitten en alles langs je heen laten gaan. Je kunt hier ook zitten en luisteren naar wat er gezegd wordt maar je doet er niks mee, je laat je niet aanspreken. Het evangelie van vanmorgen zet je stil bij je luisterhouding. God doet dit omdat Hij wil dat jij overwint. Zo werkt het toch ook? Bijbel lezen en naar de kerk gaan versterken je geloof. God zelf zorgt ervoor dat er elke week gepreekt wordt. Niet alleen hier maar wereldwijd. In ontelbaar veel kerken wordt vandaag Gods woord verkondigd. Naar preken luisteren en bijbel lezen versterken je geloof. In ieder geval is het omgekeerde waar. Wanneer je stopt met bijbel lezen en naar de kerk gaan zul je al gauw merken dat je geloof zwakker wordt. Ik merk dat ik de woorden van de Geest nodig heb om te blijven geloven. Niet luisteren naar de Geest vervreemdt je van God en Jezus. Dat je geloof sterker wordt van bijbel lezen en naar de kerk gaan merk je misschien niet altijd direct. Dat heeft te maken met die worsteling, er is veel dat je van God weg wil trekken. Wij laten zo vaak en zo gemakkelijk andere geesten spreken in ons leven: de geest van deze tijd, de geest van de cultuur waarin we leven, de geest van wat zogenaamd normaal is. Gelukkig is de Geest van God sterker. Ook sterker dan onze innerlijke demonen. Dan bedoel ik stemmen die zich in je genesteld hebben en je voorhouden dat je geen liefde of aandacht waard bent, dat je het toch nooit goed doet voor God of dat je onvergeeflijke dingen gedaan hebt. De Geest van God is sterker. Luister naar zijn oproep tot bekering, dat bevrijdt. En laat de beloften en de bemoediging je nu kracht geven om je in te spannen. Dat troost, in al je worstelingen.

 

Wat je concreet met de oproep van Jezus kunt doen is het volgende. Lees elke dag in de bijbel. Een vast moment is het beste. Lees niet alleen maar probeer wat je leest te begrijpen. Vraag je af wat God ermee aan jou te zeggen heeft. Maak daar tijd voor. Stille tijd. Dat kan alleen maar ook samen in het gezin. Stille tijd wil zeggen dat je al het andere op dat moment even parkeert. Je neemt tijd en probeert tot rust te komen. Stille tijd is prioriteit voor het luisteren naar Gods stem. Overweeg op een vereniging of bijbelstudiegroep te gaan. Samen ontdek je meer dan alleen. Oefen je ook in het verstaan van de Geest. Hoe meer je bijbel leest, hoe meer je grote lijnen gaat zien en hoe gemakkelijker je ook begrijpt waar het over gaat. Bid ook om de doorwerking van het spreken van de Geest. Vaak weten we best wat de Geest met ons leven wil, alleen willen wij dat niet. Het probleem is dan niet dat we het niet begrijpen maar dat we anders kiezen. Bid of de Geest zo in je wil werken dat je verandert. Zoek ook naar bekering, oefen met bekering op die punten in je leven waar dat nodig is. Neem bekering serieus. Tot slot, leef uit de beloften. In Romeinen 8 zegt Paulus: de heerlijkheid van de toekomst is zo groot, die staat in geen verhouding tot onze inspanningen nu of tot wat we nu doormaken. Dat is het uitzicht: al luisterend ben je op weg naar de overwinning. Luisteren is de opdracht van de kerk. Amen.