Pinksteren is God leren vereren in Jezus

4 juni 2017

Met Pinksteren begon het wereldwijde verzamelen van mensen die God willen vereren in Jezus.

Lezen: Handelingen 2:1-21

Tekst: Johannes 4:23-24

De tekst van vanmorgen is best wel spannend: ‘Wie de Vader echt aanbidt, aanbidt hem in Geest en in waarheid.’ Wie wil de Vader nou niet echt aanbidden? Ik wel. En ik denk u en jij ook. Je wilt de Vader in de hemel toch niet verkeerd aanbidden, op een verkeerde manier? Je bent hier naar de kerk gekomen om God te vereren. En dat doe je ook thuis in je dagelijks leven. Daar zet je je voor in. Maar dan wil je dat natuurlijk wel goed doen. En blijkbaar zijn er goede en verkeerde manieren, is er echte en onechte aanbidding.

 

Het echte aanbidden

Bij die goede en verkeerde manieren gaat het niet over bepaalde liturgische vormen. Alsof het orgel een goede manier van God vereren is en een band niet. Of omgekeerd. Het gaat ook niet over je handen in de lucht doen bij het zingen of juist niet. Of geknield bidden of niet. Misschien zeg je: het gaat natuurlijk over je hart, of je in je hart echt op God gericht bent. God echt aanbidden is Hem met heel je hart, ziel en verstand liefhebben en dienen. Dat zou dan God aanbidden in Geest en in waarheid zijn. En natuurlijk is het belangrijk dat je dienst aan God oprecht is. Dat je Hem aanbidt omdat je Hem lief hebt en niet om iets van Hem gedaan te krijgen of om de hemel te ontvangen. Maar de tekst wijst een andere kant op. En Pinksteren kon wel eens het uitgelezen moment zijn om God op de goede manier te leren vereren.

 

Niet op een plek: Jeruzalem of Gerizim

Want wat betekenen ‘Geest en waarheid’, God aanbidden ‘in Geest en waarheid’? In zijn gesprek met de Samaritaanse vrouw verbindt Jezus er ook een moment aan: ‘Er komt een tijd, en die tijd is nu...’ Het aanbidden van God ondergaat in de tijd een verandering. In de wereldgeschiedenis was er een periode dat je God goed aanbad als je het zus deed, en er is een periode in de wereldgeschiedenis dat je het goed doet als je het op een andere manier doet. En dat scharnierpunt van de ene naar de andere tijd ligt precies bij Jezus. Voor zijn komst aanbad je God goed als je Hem aanbad in de tempel in Jeruzalem. Daarover hadden de Samaritanen en joden een verschil van mening: de Samaritanen aanbaden God op de berg Gerizim. En de Samaritaanse vrouw denkt: laat ik daar nu eens duidelijkheid over krijgen nu ik met deze profeet in gesprek ben. Ze heeft door dat Jezus een profeet is want hij wist zomaar dat ze vijf mannen had gehad en nu samenleefde met iemand die haar man niet was. Ze heeft dus een zesde man maar ze leeft samen met nummer zeven, een volheid aan schande. Maar nu deze profeet haar daaraan ontdekt heeft komt ze met haar vraag naar de juiste plaats om God te vereren, is dat Jeruzalem of de berg Gerizim? Ze wil God dus vereren. En ze wil het goed doen, dat is haar verlangen. Maar in zijn antwoord wijst Jezus een compleet nieuwe richting: niet Jeruzalem of de Gerizim, nee wie sinds zijn komst op aarde de Vader echt wil aanbidden moet dat doen in Geest en waarheid.

 

Maar in een persoon: Jezus

Dat betekent: wie God echt wil aanbidden moet dat doen in Jezus. Daarom zegt Hij: ‘Er komt een tijd, en die tijd is nu...’ Voor Jezus’ komst in de wereld aanbad je God goed als je Hem aanbad in de tempel in Jeruzalem. Dat was de plaats om God te aanbidden. De Samaritanen hadden dus ongelijk met hun Gerizim. Maar met de komst van Jezus in de wereld vervalt ook Jeruzalem als plek van Godsverering. Sinds Jezus’ komst in de wereld moet je God niet meer vereren op een plek maar in een persoon, in Jezus. Het is de Geest van Pinksteren die je dit leert. We hebben het gelezen in Handelingen 2: als Petrus aangestoken door de heilige Geest begint te preken dan preekt hij Jezus. Sinds Pinksteren verkeert de wereld in de beslissende slotfase. In vers 21 zegt Petrus over die periode: ‘Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.’ Er wordt wel eens gezegd dat we sinds Pinksteren in het tijdperk van de Geest leven, maar Johannes 4 maakt duidelijk (en Handelingen 2 net zo goed) dat we sinds Pinksteren in het tijdperk van Jezus leven. Als je God vandaag de dag echt (goed) wilt aanbidden, dan moet je Hem aanbidden in Jezus.

 

Geest en waarheid

Dit is belangrijk. Niet alleen omdat je het -hoop ik tenminste- graag goed wil doen. Dit is vooral belangrijk omdat ‘de Vader mensen zoekt die Hem echt aanbidden’. Vers 23: ‘De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden.’ ‘Zo’ is: in Geest en waarheid, wat betekent: in Jezus. Ik zal dat laten zien. Kijk, de Geest is degene die Jezus aanwijst. Dat was heel duidelijk bij zijn doop in de Jordaan (Johannes 1:32-34). Maar later zegt Jezus het ook ronduit: ‘Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen’ (Johannes 15:26, zie ook 16:7-16). En de apostel Paulus zegt later dat niemand ooit kan zeggen ‘Jezus is de Heer’, behalve door toedoen van de heilige Geest (1 Korintiërs 12:3). Dus de heilige Geest wijst Jezus aan als de Zoon van God. En we hoorden al in een van de teksten die ik net aanhaalde dat de Geest de ‘Geest van de waarheid’ werd genoemd. Eigenlijk logisch, de Geest van God kan onmogelijk met onwaarheid komen. Maar waar het woord ‘waarheid’ hier in Johannes 4 op duidt is dat Jezus de waarheid (de vervulling) van al Gods beloften is (Johannes 1:14, 17). Jezus zegt ook over zichzelf: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (14:6). Dus God aanbidden in Geest en waarheid wil zeggen: God aanbidden in Hem die door de Geest wordt aangewezen en die de waarheid is van al Gods beloften. Dat is Jezus. Jezus zegt ook in Johannes 4:24: ‘want God is Geest’. Dat is net zo’n soort uitspraak als ‘God is liefde’ (1 Johannes 4:8). Die uitspraak wil zeggen: het wezen van God wordt bepaald door zijn liefde. Zo betekent ‘God is Geest’: het wezen van God wordt bepaald door Hem die door de Geest wordt aangewezen. God naar zijn wezen vereren is Hem in Jezus vereren. In Hem wordt het meest duidelijk wie God is (Johannes 14:9). De Vader zoekt mensen die Hem in Jezus willen vereren. En Pinksteren is de start van deze zoektocht. Op dat moment begon het wereldwijde verzamelen van mensen die God in Jezus willen vereren.

 

Zo eer je de liefde van God

Waarom wil God dat? Waarom moet je -als je het goed wil doen- God vereren in de persoon van Jezus? Dus je moet niet meer naar Jeruzalem gaan, ook niet naar de Gerizim (dat moest nooit) maar je moet nu naar Jezus gaan. Je moet je niet meer in de tempel neerbuigen maar je moet nu voor Jezus buigen. Waarom? Twee dingen. Allereerst om de liefde van God te eren. Kijk, met de tempel in Jeruzalem wilde God dichtbij zijn volk zijn. Hij wilde onder hen wonen. Hij wilde hen vanuit zijn tempel zegenen met het goede. In de tempel had God ook de dienst van de verzoening laten inrichten. In dat alles zag je zijn liefde. De tempel was de plek waar je het dichtst bij God was. Maar dan komt Jezus. In Hem komt God helemaal dichtbij zijn volk: tastbaar, zichtbaar. En door Jezus stroomt Gods zegen in overvloed naar zijn volk: blinden kunnen weer zien, verlamden lopen, demonen worden uitgedreven. En Jezus, Hij is de hogepriester die met zijn eigen bloed het werkelijke heiligdom binnengaat. Verzoening voor eens en altijd. Daarom moet je God vereren in Jezus. Hij is de liefde van God in eigen persoon. Bij Jezus ben je het dichtst bij God. Als je je voor Jezus neerbuigt en zijn naam groot maakt eer je de liefde van God.

 

Zo erken je de noodzaak van een plaatsvervanger

De tweede reden dat je God moet vereren in Jezus is dit: je erkent daarmee de noodzaak van een plaatsvervanger. Op twee fronten, Jezus stierf in onze plaats en Jezus leefde in onze plaats. Dat eerste hebben we vaak wel in beeld: Jezus stierf de straf die wij hadden moeten ondergaan. In het paradijs had God gezegd: als je van de boom van kennis van goed en kwaad eet zul je zeker sterven. Dat sloeg op de God-verlatenheid. Jezus heeft dat ondergaan aan het kruis op Golgota. Hij stierf door God en mensen verlaten. Hij wilde dat ondergaan in onze plaats. Maar wat Jezus ook in onze plaats deed was heilig leven. De mens kon God niet meer aanbidden zoals God dat wilde. De mens kon God niet meer liefhebben zoals God dat wilde. Noch gehoorzamen, dienen en trouw zijn. De mens kon het niet meer. Maar Jezus deed dat in onze plaats. Heel zijn leven op aarde had Hij God volmaakt lief, was Hij volmaakt gehoorzaam, diende Hij zijn Vader met alles wat in Hem was. Zo deed Jezus wat God van de mens verwachtte. Wie God nu vereert in Jezus erkent daarmee de noodzaak van die plaatsvervanger. Je zegt: ik kan het niet. Je erkent dat God mens moest worden voor zuivere menselijke aanbidding. Jezus is de mens die God volmaakt aanbidt. Jezus doet dat in mijn plaats. Hij deed dat toen Hij op aarde was, Hij doet dat nu nog nu Hij in de hemel is. Ik aanbid God niet volmaakt, Jezus wel. Het evangelie is dat ik in zijn persoon, door mijn geloof, de Vader wel volmaakt aanbid. Ik ben niet heilig, Jezus wel. Het evangelie is dat ik in zijn persoon, door mijn geloof, wel heilig ben voor de Vader. Zie je nu het grote verhaal? Het grote plaatje van schepping, zondeval, en hoe God door Jezus toch uitkomt bij zijn plan en doel, namelijk samenleven met mensen die Hem aanbidden? Wie God echt aanbidt, aanbidt Hem in Jezus. Want wie Jezus aanbidt erkent de waarheid van het evangelie van God waar Hij vanuit zijn diepe liefde mee naar ons toe komt.

 

Talloze christenen aanbidden Jezus

Je ziet in onze wereld de uitwerking hiervan. Denk maar eens mee. Aanbidding, aanbidden, dat kennen wij ook wel. Vaak gaat het dan over een mens die aanbeden wordt. Een zanger, voetballer of leider, hij of zij is een idool voor velen. Of je aanbidt een juf of meester, hij of zij is je grote voorbeeld, je adoreert zo iemand. Dat is natuurlijk niet de bedoeling dat je een mens vereert, maar je ziet hieraan wel wat aanbidding is. Aanbidding is dat je helemaal vol bent van iemand. Je volgt alles wat hij of zij doet. Je wilt worden zoals hij of zij. Je wilt delen in zijn of haar glorie. Pas dat nou eens toe op Jezus. Je bent helemaal vol van Hem, je volgt alles wat Hij doet, je wilt worden zoals Hij en je wilt delen in zijn glorie. Maar dat zie je toch bij talloze christenen? Ze zijn vol van Jezus, Hij beheerst hun leven. Ze volgen alles wat Jezus doet, oftewel, zij bestuderen zijn woord en kijken van daaruit naar wat er in de wereld gebeurt. En ze willen worden als Hij: liefdevol, trouw, geduldig, barmhartig. Ze willen doen wat Hij deed: helpen, dienen, troosten, vrede stichten, gerechtigheid. En ze willen delen in zijn glorie. Dat ook. Ze zien dat Hij geëerd wordt in de hemel, en iets van die luister willen zij ook ontvangen. Ze weten dat wanneer zij dichtbij Hem zijn die luister op hen zal afstralen.

 

Wie aanbid jij?

Nu is de spannende vraag: aanbid jij God echt? Ik zei al dat we vanmorgen een spannende tekst hebben. Dat komt doordat vanuit die tekst deze vraag op je afkomt. De Vader zoekt mensen die Hem echt aanbidden, dus in Jezus zijn Zoon. Vindt Hij die aanbidding in jouw leven? In mij roept deze tekst het verlangen op om God echt te aanbidden. En ik ben blij dat God me dan de weg wijst: je aanbidt mij echt wanneer je mij aanbidt in Jezus. Want dan eer je mijn liefde en dan erken je de waarheid en de noodzaak van mijn evangelie. Als ik het totaal van de bijbel goed begrijp dan is de grote scheiding die dwars door de mensheid loopt dit: of je aanbid God of je aanbid de mens. Of je erkent God op zijn troon of je zet de mens op de troon. En wie de mens op de troon zet, zet maar al te vaak zichzelf op de troon. Jij bepaalt wat je doet, zoals jij over de dingen denkt zo zit het, uiteindelijk draait de wereld om jou, jij bent het middelpunt van je leven. En die aanbidding van jezelf kan ook op andere menselijke dingen overslaan: geld, gezondheid, je werk, je gezin, maar uiteindelijk moeten ze allemaal dienen om jou gelukkig te maken. Jij bent het centrum waar alles om draait. Het is ook heel lastig om daar anders naar te kijken. Sinds de zondeval zijn wij van nature het middelpunt van ons eigen wereldje. Wij kennen ten diepste alleen onszelf. Waardoor we ten diepste alleen onszelf vertrouwen. Ergens zijn wij bang voor liefde. We denken dat we het alleen beter redden. Dat maakt ons heel eenzaam en ongelukkig. Maar het evangelie laat zien: met liefde ga je het juist redden. Je hoeft jezelf niet te redden. Je kunt het niet maar het hoeft ook niet. Want er is een andere redder: Jezus Christus, die stierf in jouw plaats en die leefde in jouw plaats. Die nu in de hemel de heilige en rechtvaardige mens is die God in volmaakte liefde aanbidt. Geloof je dat? Wil je dat? Dat Hij dat in jouw plaats doet? Door je geloof in Hem ben jij heilig en rechtvaardig voor God. Door je geloof in Hem aanbidt jij de Vader in volmaakte liefde. Zo opent Jezus de weg naar God. En zo opent Jezus de weg naar elkaar, want met God op de troon ontstaat er ruimte voor je medemens.

 

De Geest leert je Jezus aanbidden

Als je wilt groeien in het vereren van Jezus -waardoor je God echt aanbidt, op de goede manier- dan kun je aan de volgende dingen denken. Aan liederen en gebeden. Bezing het evangelie van God, dat verhaal van schepping, zonde, verlossing, heiliging en nieuw leven. Wanneer je bidt, denk dan aan Jezus. Benoem wat Hij voor je gedaan heeft, doet en gaat doen. Denk aan zijn liefde, zijn trouw, zijn heiligheid, zijn aanbidding van zijn Vader. Alles wat Hij is, wil Hij zijn voor jou. En volg Jezus na in hoe Hij hier op aarde leefde. Je groeit in aanbidding van Jezus door te willen worden als Hij. En zorg dat je vol wordt van Hem door veel naar zijn woord te luisteren. Volg alles wat Hij doet en zegt. En vergeet niet om de heilige Geest te bidden. De betekenis van Pinksteren, van de uitstorting van de heilige Geest, is dat je God leert vereren in Jezus. Het is het slot van het lied dat we nu gaan zingen (Liedboek 632). Een lied dat eerst het evangelie bezingt van zonde, verlossing en herboren worden. En vervolgens bidden we met vers 3 om de heilige Geest:

 

Nu zend uw Geest, als een vuur,

als een stem in ons midden.

Dat wij van harte

elkander verstaan en beminnen

en zo voortaan

eren uw heilige naam

en U in waarheid aanbidden.

 

Amen.