Rust bij de Vader
9 maart 2016
In alle rust bidden kan je helpen om je leven te ordenen voor het aangezicht van God, je wordt weer bepaald bij zijn doel met je leven: dat je in Hem gelooft. En met het oog op dat geloof bidt Jezus voor jou.
Lezen: Marcus 1:21-28
Tekst: Marcus 1:29-39
Voor de kinderdienst van vanmiddag hebben we als voorbereiders gebruik gemaakt van de Biddagmap van de HGJB (Hervormd Gereformeerde Jeugd Bond). Daar komen ook de twee themaliederen vandaan die we in deze dienst zingen en de keus voor Marcus 1:29-39. In die map wordt de volgende lijn getrokken (je herkent het ook in de themaliederen): zoals Jezus door te bidden tot zijn Vader zich weer focust op zijn taak, zo moet ook jij bidden want daardoor ontdek je weer Gods doel met je leven.
Biddend Gods doel ontdekken
Zo werkt het ook. Wanneer je bidt leg je niet alleen je vragen bij God neer maar al biddend ontdek je ook wat God van jou vraagt. Bij de bede ‘uw wil geschiede’ (waar 28 februari over gepreekt is) gaat het er volgens de Catechismus om dat wij ‘eenswillend’ worden met God. Dat is een wat oude term die betekent dat we gaan willen wat God wil. Dat is niet alleen dat je je neerlegt bij de weg die God met je gaat, maar ook dat je actief gaat zoeken naar wat God van je vraagt te doen.
Daar krijg je zicht op door in de bijbel te lezen en naar de kerk te gaan. Maar het gebed is ook heel belangrijk. Bidden kan je helpen om je leven te ordenen voor het aangezicht van God. Je staat even stil, je zoekt rust bij de Vader in de hemel, je trekt je terug uit de drukte van het dagelijks leven en je praat met God. Ik bedoel een gebed van eigen woorden waarin je benoemt wat in je hart is: ‘Here, u weet dat ik hiermee zit of daarmee, help mij om daarin de weg te gaan die u mij wijst.’ En dan bid je niet gelijk verder maar dan ben je stil en dan kan het zomaar zijn dat in je hart naar boven komt wat God met jou wil. Opeens besef je welke weg de Here je wijst. Vaak weten wij best wat God wil dat we doen, maar door God om hulp te vragen om die weg ook te gaan nemen we het besluit het nu ook echt te gaan doen. Zo werkt de heilige Geest. Gebed brengt je terug naar het doel van God met jouw leven.
Waarom Jezus voor jou bidt
Tegelijk gaat wat we lezen in Marcus 1:29-39 nog veel verder. Ik weet niet of je nou moet zeggen dat Jezus door te bidden weer zicht kreeg op zijn opdracht. Dat lijkt me wat kort door de bocht in de Biddagmap. Zowel voor als na zijn gebed preekt en geneest Jezus, daar verandert niet zoveel in. Laten we ons in plaats daarvan eens afvragen wat Jezus nou gebeden heeft. Vers 35 zegt: ‘Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden.’ Waar zou Jezus om gebeden hebben? Wat zou Hij zijn Vader gevraagd hebben? Voor wie zou Jezus gebeden hebben? Ik denk dat Jezus bad voor de mensen, dat Hij zijn Vader vroeg om geloof te werken in de mensen. Zo bidt Jezus nog steeds voor mensen, ook voor jou en mij. Op deze biddag mag je horen dat Jezus voor jou bidt. De rollen worden omgedraaid, wij ontdekken op deze biddag dat Jezus voor ons bidt. Is dat niet heerlijk? Je mag stil zijn en Hem voor je laten bidden. Denk aan wat we afgelopen zondag nog hoorden: ‘Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons’ (Romeinen 8:34). In Hebreeën 9:24 staat het ook: ‘Christus is binnengegaan (...) in de hemel (...) waar hij nu bij God voor ons pleit.’ Misschien zegt iemand: maar in Marcus 1:35 wordt helemaal niet verteld wat Jezus zijn Vader vraagt. Klopt, maar op andere plaatsen in de bijbel horen wij Jezus zijn Vader hardop danken. Bijvoorbeeld in Matteüs 11, daar zegt Jezus: ‘Ik loof u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld’ (Matteüs 11:25-26, Lucas 10,21-22). Dan gaat het over de onthulling wie Jezus is. Hij is de Zoon van God, Hij is de beloofde koning die het komende koninkrijk verkondigt. Maar zou Jezus daar dan ook niet om gebeden hebben, dat de mensen zo in Hem zouden gaan geloven? Dat Hij de Zoon van God is, de koning die de komst van zijn vrederijk aankondigt?
Wat Jezus onderwijst
Dit past ook het best in het geheel van het verhaal. In de voorafgaande verzen (21-28) lezen we hoe Jezus de mensen onderwijst met gezag. Zo zeggen ze dat ook tegen elkaar. Vers 27: ‘Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag!” En wat Jezus leerde staat in Marcus 1:14-15: ‘Jezus ging naar Galilea, waar hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’
En in de tekstverzen (29-39) gaat het over hoe Jezus geneest met gezag. Eerst de schoonmoeder van Petrus (31). Vervolgens geneest Jezus vele zieken van allerlei kwalen, en Hij dreef veel demonen uit (34). In vers 39 staat het in één zin samen: ‘In heel Galilea bracht hij het nieuws in de synagogen en dreef hij demonen uit.’ Oftewel: Jezus onderwijst met gezag en Jezus geneest met gezag. Je ziet het ook als je nog verder leest (vers 41). Iemand komt bij Jezus en zegt: ‘Als u wilt kunt u mij rein maken.’ En Jezus zegt: ‘Ik wil het, word rein.’ Dat is het gezag van Jezus, het gezag dat Hij van zijn Vader ontvangen heeft. En ook die genezingen hebben alles te maken met het komende koninkrijk, daar zal geen ziekte meer zijn, geen onreinheid, geen invloed van kwade machten.
Niet de buitenkant maar de binnenkant
Maar waarvoor lopen de mensen achter Jezus aan? Iets waar zelfs de leerlingen gevoelig voor zijn, zij zeggen als ze de biddende Jezus gevonden hebben (37): ‘Iedereen is naar u op zoek!’ De reden dat de mensen achter Jezus aanlopen en Hem zoeken is dat zij genezing willen. Alleen maar genezing. Zij focussen op de buitenkant: als ze maar een gezond lichaam hebben. Daarom trekt Jezus zich terug, weg van de mensen. Vers 29 zegt dat Jezus en zijn leerlingen direct na het uitgaan van de synagoge naar het huis van Simon en Andreas gaan. Maar ‘s avonds, wanneer de zon is ondergegaan (dat wil zeggen, op het moment dat de sabbat voorbij is) komen ze weer in grote getale naar Jezus toe. Daarom gaat Hij vroeg in de morgen, als het nog donker is bidden. Om de mensen te ontlopen. Om zijn Vader te vragen of Hij bekering en geloof wil werken in de harten. Want dat is waar het om gaat. Het gaat niet om onze buitenkant. Het gaat niet om gezondheid. Zelfs op biddag vragen we toch niet om materiële zegen voor ons zelf? Als wij bidden om brood, om Gods zegen over gewas en arbeid, over werk en inkomen, dan is dat toch niet om dat egoïstisch voor onszelf op te maken? Misschien zeg je nu: maar Jezus zelf leert ons in het Onze Vader te bidden om brood. Ja, maar jouw lichaam, jouw energie, jouw gezondheid is toch bedoeld om God mee te dienen? Je zou dat zo onder woorden kunnen brengen in je gebed: ‘Here, zegen dit eten zodat wij er kracht en energie door krijgen, en help ons die kracht en energie te gebruiken voor u, tot uw eer en voor het dienen van u.’
Gods vraag aan jou
Maar waarom bidt Jezus om geloof voor de mensen? Omdat God een vraag aan ons heeft. Vaak zijn onze gebeden gevuld met vragen aan God, maar vergeet niet dat God ook een vraag aan jou heeft. Dat is deze vraag: geloof jij in mijn koninkrijk en in mijn koning Jezus? Hoe vind je dat? Ik vind dat mooi. Ik mag alles aan God vragen maar God vraagt ook iets aan mij. God neemt de mens heel serieus, de relatie is wederzijds. Je kinderen kunnen van alles aan je vragen maar ze vinden het ook prachtig als jij iets aan hen vraagt. Je neemt hen serieus, en misschien willen ze ook wel heel graag iets voor je doen. De vraag die God aan jou stelt die hoor je iedere keer wanneer je de bijbel open doet en wanneer je in de kerk komt. Op z’n kortst is Gods vraag aan jou: geloof je in Mij? Dat is een vraag op hartsniveau, dit gaan niet meer over de buitenkant. Laat die vraag van God nooit uit beeld raken in je leven. Hoe gemakkelijk bestook je God niet met jouw vragen. Ook in de kerk kan dat gebeuren. Dan zijn onze gebeden gevuld met vragen voor dit en voor dat, vaak buitenkant dingen. Bedenk dat eens voor jezelf: wat vraag jij van Jezus, waarvoor zoek jij Jezus? Maar vraag je ook het omgekeerde af: wat vraagt Jezus van mij, waarvoor zoekt Jezus mij op?
Als je dan ontdekt dat Gods vraag aan jou is: ‘geloof je in Mij?’ dan is dat natuurlijk een hele spannende vraag. Eigenlijk is het vooral spannend wat jouw antwoord is. Wie die vraag van God niet wil horen -en alleen zijn eigen vragen aan God wil stellen, en van God antwoorden eist- laat hij of zij zich daarvan bekeren. Dat is een doodlopende weg. Zo werkt het niet tussen God en jou. Maar wie die vraag van God wel hoort in zijn of haar leven en dat een hele spannende vraag vindt, hij of zij mag vanavond ontdekken dat Jezus voor je bidt! En Jezus’ gebed is een gebed met gezag. Jezus onderwijst met gezag, Jezus geneest met gezag, Jezus bidt met gezag. Daar mag je je aan optrekken. Hij bidt voor je om geloof. Als Jezus bidt, mag jij stil zijn en Hem voor je laten bidden.
Maar hoef jij dan niks meer te doen? Nee, zo is het ook weer niet. Vanuit de rust dat je weet dat Jezus voor je bidt wil ik je vragen zelf ook te gaan bidden. Op die manier zoals ik het daar in het begin van de preek over had: dat je rust zoekt bij God de Vader, dat je vanuit de drukte van alle dag stil wordt voor God. Dat je een stuk uit de bijbel leest, daarover nadenkt en dan in gebed gaat. Lezend maar ook biddend heroriënteer je je op God. Gebed brengt je terug naar het doel van God met je leven. En zijn doel met je leven is dat je antwoord geeft op die vraag van Hem: geloof je in Mij? Geloof je in mijn koninkrijk en in mijn Zoon als de koning van dat rijk? Juist het bidden van het Onze Vader helpt je om je te oriënteren op het komende rijk van God. Het Onze Vader is een reisgebed, een gebed voor onderweg, voor de reis naar Gods koninkrijk. Elk van die zes beden heeft daarmee te maken. Ook de bede om brood. Je vraagt om levensonderhoud zodat je onderweg kunt zijn en blijven naar het koninkrijk van God. De energie die je krijgt uit eten en drinken heb je nodig om gericht te blijven op God.
Praktische gebedsaanwijzing: de gebedshand
Ik wil afsluiten met een concrete gebedsaanwijzing, een praktische manier waarop je kunt bidden. Een vorm van bidden ook die je helpt om gericht te blijven op Gods doel met je leven. Het heet de ‘gebedshand’ en ik heb het van collega Jeroen Sytsma.
De opgestoken duim: dit doen we wanneer we iets goed vinden. Begin je gebed met tegen God te zeggen dat je Hem goed vindt. Dat is God prijzen. Here, wat bent u een groot God, heerlijk, machtig, liefdevol, trouw, genadig en geduldig, u bent mijn Koning!
Dan de wijsvinger: daarmee wijzen we dingen aan. Laat je vinger eens ronddwalen over alles wat om je heen is waar je God voor kunt danken. Dat is heel veel. Misschien ontdek je al biddend ook wel dat er dingen zijn die je helpen om voor God te leven en dingen die je juist afleiden om voor God te leven.
Je middelvinger (excuus voor het gebaar, maar daar gaat het nou net om): met dit gebaar maken we onze diepe afkeuring van iets kenbaar. Bid daarom bij de middelvinger om vergeving van je zonden. Vraag je af wat God afkeurt in jouw leven. Bedenk of je dat zelf eigenlijk ook niet afkeurt. Wil jij van die zonde af, dat het echt uit je leven verdwijnt?
Dan de ringvinger: de vinger waaraan mensen hun trouwring dragen. Bij die vinger bid je voor iedereen met wie je verbonden bent. Je man of vrouw, je kinderen, je kleinkinderen, je familie, de broeders en zusters uit de kerk, je geloofsgenoten ver weg, vul maar in.
Tot slot de pink: in het versje ‘Naar bed, naar bed, zei Duimelot’ is de pink het kleine ding. Als laatste bid je voor jezelf, voor wat jij nodig hebt. Bescheiden stel je jezelf achteraan in plaats van jezelf een grote, eerste plek in je gebed te geven. En wanneer je bidt, vraag je af wat je nou het allerliefste wilt. Wat wil je het allerliefst van God ontvangen? Is dat misschien een sterk geloof? Is dat het eeuwige leven? Is al het andere daaraan ondergeschikt voor jou? Bid dan om geloof.
Bedenk dat je niet pratend maar luisterend het koninkrijk van God binnengaat. Niet vol van jezelf en jouw wensen, maar vol van God en wat Hij belooft. Hoor deze biddag dat Jezus voor je bidt om geloof. En ga zo ook zelf bidden. Amen.