Seks als cadeau
2 juli 2017
Seks is een cadeau dat je alleen in liefde aan elkaar kunt geven. Een cadeau dat je eerst uit handen van God moet ontvangen.
Lezen: Galatan 5:17-25, 1 Korintiërs 7:1-11 en 29-35
Tekst: Zondag 41
Een preek over Zondag 41 moet gaan over seks en over het huwelijk, dus over seks in het huwelijk. En volgens mij kun je alleen van daaruit praten over seks voor het huwelijk. Ik vind het goedkoop om daarmee te beginnen, lekker gemakkelijk om het leven van de jongeren eens even onder de loep te nemen op dit punt. Ga ik wel doen, maak je geen zorgen, maar pas nadat ik het over seks in het huwelijk heb gehad. Daar ging het ook over in 1 Korintiërs 7. Zo kan ik ook het mooie van seksuele omgang laten zien. Seks is een cadeau. Van God. En aan elkaar. Dat moet het zijn in het huwelijk, een cadeau aan elkaar dat in liefde gegeven wordt.
Seks en liefde, waar verlang jij naar?
Als mens verlang je toch ook juist naar liefde? Dat is een verlangen dat veel dieper zit dan het verlangen naar seks. Seks heeft iets vluchtigs, je doet het, maar daarna is het ook weer voorbij. Seksuele verlangens kunnen bevredigd worden. Zet daarnaast eens je verlangen naar liefde, dat je je heel diep van binnen geliefd weet. Is dat niet veel belangrijker voor je? Is bevrediging van dat verlangen ook niet veel moeilijker? Grijpt het gemis daaraan ook niet veel dieper in?
Dat seks een cadeau van God is wisten we denk ik al wel. Zo wordt dat wel genoemd. God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk (Genesis 1:27) en Hij heeft het ook over ‘één van lichaam worden’ (2:24). Seks is dus -net zomin als het huwelijk- iets dat de mens zou hebben uitgevonden. God heeft seksuele omgang bedacht, gewild en aan de mens gegeven. En omdat het iets prachtigs is, is het een cadeau. Seks is goed, mooi en iets waar je van mag genieten. Tegelijk is het zo dat God als gever van het cadeau het beste kan vertellen hoe je ermee moet omgaan. Dat kun je dan nog weer onderverdelen in ‘hoe het niet moet’ en ‘hoe het wel moet’.
Wat God en seks met elkaar te maken hebben
Ik begin bij dat laatste, vanuit 1 Korintiërs 7:3-4. Daar gaat het over seks in het huwelijk. Paulus reageert in dit hoofdstuk op verschillende vragen en opmerkingen vanuit de gemeente in Korinte. Een van de opmerkingen in de brief uit Korinte was: liever geen seks meer. Paulus schrijft: ‘U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft’ (vers 1). Dan zit je in 2017 natuurlijk eerst even met je oren te klapperen, wat is dit? Geen seks? Hoe komen de Korintiërs erbij? Maar bedenk dat de broeders en zusters die dit zeggen voor het merendeel op latere leeftijd tot geloof zijn gekomen. Ze zijn opgegroeid zonder God. Ze zijn getrouwd zonder God. Maar toen kwam Paulus en hij vertelde hen over Jezus en over de God van de joden. Ze kwamen tot geloof. En vervolgens zeggen ze: als je nou echt heel vroom bent als christen dan doe je niet meer aan seks. En mijn huwelijk? Misschien moet ik dat maar beëindigen nu ik christen ben geworden. Het is een soort hypervroomheid. Maar vervolgens ging het ondergronds en hadden deze christenen toch allerlei seksuele contacten. Waarbij sommigen zeiden: dat raakt mijn geestelijk leven niet, het is maar iets lichamelijks.
En dan zegt Paulus: ‘Om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man’ (vers 2). Maak op grond van deze tekst niet de vergissing dat het huwelijk bestaat om de seksuele begeerten te kanaliseren. Alsof het huwelijk een uitlaatklep is voor seksuele verlangens die niet in toom gehouden kunnen worden. Nee, God heeft het huwelijk en de seksualiteit als iets moois geschapen. Seksuele begeerten moeten beheerst worden. Je kunt het woord hebben in vers 2 beter vertalen met houden: ‘laat iedere man zijn eigen vrouw houden’, oftewel, dat je christen bent geworden betekent niet dat je je huwelijk moet ontbinden. Christenen kunnen gewoon getrouwd zijn, daar is niets verkeerds aan. Dat wisten wij al wel, maar je kunt je er iets bij voorstellen dat mensen die zonder geloof zijn opgegroeid zich serieus afvragen waar ze allemaal mee moeten stoppen nu ze christen zijn geworden. Maar hun huwelijk moet gewoon in stand blijven.
Seks in het huwelijk
Maar hoe moet het dan met seks in het huwelijk? Vers 3: ‘Een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man.’ Oftewel, heb seksuele omgang in het huwelijk. Maar hoe dan? Vers 4: ‘Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw.’ Nu kun je dit vreselijk verkeerd opvatten. Namelijk dat je als man tegen je vrouw zegt: je moet met me naar bed, en wel nu. Misschien gebeurt het ook omgekeerd. Maar seks onder dwang (in het huwelijk, heb ik het nu over) kan nooit goed zijn. Seks is een cadeau. Van God aan de mens. En in je huwelijk is het een cadeau aan elkaar. En een cadeau geef je in liefde.
Maar wat staat er dan in 1 Koritiërs 7:4? Dat de man gaat over het lichaam van zijn vrouw, en dat de vrouw gaat over het lichaam van haar man. Je hebt zeggenschap over het lichaam van de ander. Wat betekent dat in de praktijk? Stel je wilt als man met je vrouw naar bed. Je pakt je bijbel van je nachtkastje, zoekt deze tekst op en je zegt: kom op, ik heb zeggenschap over jouw lichaam. Dan kan je vrouw zeggen: klopt, maar ik heb zeggenschap over jouw lichaam en jouw lichaam beheerst zich nu! Zie je het? Deze bevoegdheden over elkaars lichaam sluiten elkaar uit. Pas als beiden willen gebeurt het. Alleen als er wederzijdse liefde is ontstaat er ruimte voor seksuele omgang. De liefde voor elkaar opent de weg naar seksuele eenwording. God zegt: seks is een cadeau van mij aan jou, en het moet een cadeau zijn van jou aan je man of vrouw. Je ontvangt het als een cadeau en je kunt het alleen doorgeven als een cadeau.
Het doel van seks in het huwelijk
God zegt dit omdat Hij een bepaald doel heeft met seksualiteit. Seks staat niet los van God. Op dat spoor zaten de Korintiërs: God en seks, dat kan bijna niet met elkaar te maken hebben. Maar je ziet hoe link het is om ze van elkaar los te maken. Wat is dan Gods doel met de seksuele omgang? Je kunt dat ook lezen in het huwelijksformulier. Daar gaat het genieten voorop, pas daarna gaat het over kinderen krijgen: ‘bouwen aan de volgende generaties’. In het verleden is dit in de kerk nog wel eens omgedraaid. Misschien moet ik het sterker zeggen: seks was er alleen om kinderen te krijgen, punt. Nu leven wij in een samenleving waarin het weer totaal de andere kant op ligt: seksualiteit heeft voor velen niets meer te maken met kinderen krijgen. Voor God zijn ze altijd met elkaar verbonden. Seks is niet een toevallig middel om kinderen te krijgen, maar de diepe liefde die voorwaarde is voor goede seks is de door God bedachte bedding waarin kinderen veilig ter wereld kunnen komen. Toch zou ik willen zeggen dat het eerste doel van seksuele omgang het relatieversterkende is. Let op, dan bedoel ik niet dat seks een slechte relatie goed maakt (vergeet het maar, dan werkt het eerder afbrekend) maar dat in een goede relatie van diepe wederzijdse liefde seksuele omgang je nog dichter bij elkaar brengt. Omdat je juist in de manier waarop je met je man of vrouw omgaat jouw liefde voor hem of haar toont. Je wil dat hij of zij geniet. Het gaat niet, niet alleen, om de bevrediging van jouw verlangens. Als je partner dat zou voelen, keer op keer, hoe zou hij of zij dat als gevende liefde moeten opvatten? Seks is zo’n gevoelig iets, daar voel je direct aan of het uit liefde is. Let er hierbij op dat mannen en vrouwen seksualiteit anders beleven, dat mannen en vrouwen seksueel anders in elkaar zitten. Het is belangrijk om in je huwelijk over je seksuele gevoelens te praten. Daar wordt het alleen maar beter van.
Seks is geen recht
Waarom gaat dit zo vaak fout? Ik denk omdat wij vaak (onbewust) denken vanuit recht hebben op. Dat is veel breder dan alleen het seksuele. Het is het verschil tussen leven vanuit de heilige Geest en leven vanuit jezelf. We hebben die verzen gelezen uit Galaten 5, met die twee rijtjes. Het ene rijtje kennen we wel: de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Dat zijn dingen die de heilige Geest in je werkt. Het andere rijtje benoemt de dingen die uit onszelf voortkomen. En dan volgen er allemaal dingen die te maken hebben met dat jij vindt dat je iets verdient, dat je ergens recht op hebt. Ontucht, zedeloosheid en losbandigheid (vers 19), je vindt dat je recht hebt op plezier, op genot, dat je recht hebt op seks, op bevrediging van je verlangens. Afgoderij en toverij (vers 20), dat komt voort uit de gedachte dat jij het recht hebt om dingen in de hand te houden, te controleren en te sturen. Vijandschap en tweespalt, dat komt voort uit de gedachte dat jij recht hebt op je eigen gelijk en op de verdediging daarvan. Jaloezie komt voort uit het idee dat jij verdient wat een ander krijgt. Woede berust op het gevoel onrecht te zijn aangedaan, je vindt dat jij recht hebt op een betere behandeling. Gekonkel (manipulatie) komt voort uit het feit dat je vindt dat je recht hebt op een bepaalde situatie, een bepaald resultaat. Geruzie, rivaliteit en afgunst (vers 21) komen weer voort uit de gedachte dat jij verdient wat de ander krijgt. En met bras- en slemppartijen zijn we terug bij het begin: je vindt dat je recht hebt op plezier, op even helemaal uit je dak gaan.
Wie uit genade leeft kan zich beheersen
Maar wat de heilige Geest je leert is dat je helemaal nergens recht op hebt. De heilige Geest leert je dat je van genade leeft. Er is sinds de zondeval helemaal niets meer waarvan je kunt zeggen: ik heb er recht op. God had de wereld en de mens na de zondeval een stille dood kunnen laten sterven. De mens zei tegen God: trek u alstublieft terug van de wereld, wij doen het hier liever alleen. Gelukkig doet God dat niet. Gelukkig laat God de zon toch elke dag weer opkomen. Als God zich terugtrekt en de zon uit doet dan hebben we nog acht minuten voordat een dodelijke kou een einde maakt aan alle leven. Wij leven hier op aarde echt van genade. Maar dat betekent dat er niets is waarvan ik kan zeggen: ik heb er recht op. Ik heb geeneens recht op leven. Hoe zou ik tegen God zeggen: en nu geeft u me volgende week ook leven. Maar ook op al die andere dingen heb ik geen recht: geluk, de bevrediging van mijn verlangens, controle, mijn gelijk, datgene wat een ander heeft. En ik heb ook geen recht op seks. De heilige Geest leert me dat alles in mijn leven genade is. Als God het mij in zijn goedheid wil geven dan krijg ik het.
Dat denken vanuit recht hebben op is de doorwerking van de zonde in ons. Het zal je niets opleveren, alleen maar heel veel frustratie, teleurstelling en conflict. De Geest van Jezus bevrijdt je van die gedachte. Hij leert je dat alles in je leven genade is. En dan gaan die vruchten groeien. De vruchten van vers 22-23 komen voort uit een hart dat ontdekt heeft nergens recht op te hebben en niets te verdienen, een hart dat ontdekt heeft dat alles genade is. Want als jij niets verdient kun je ook niet jaloers worden. Als jij weet dat je je eigen oude auto nog niet eens verdient, dan kun je onmogelijk jaloers worden op de nieuwe van de buurman. Als jij weet dat je geen recht hebt op vakantie, kun je moeilijk teleurgesteld zijn over het weer. Als jij beseft dat je geen recht hebt op een kerk, hoe kun je dan een kerk eisen die precies is zoals jij het wilt? Weten dat je nergens recht op hebt geeft ruimte aan liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Kun je je hier iets bij voorstellen? Heb je door hoe eindeloos blij dit je maakt en hoe waanzinnig veel ruimte dit geeft aan het leven? Dit is doorwerkende genade. Dit is genade in de praktijk. Ik leef van genade. Op het moment dat ik daarom afzie van mijn vermeende rechten ontstaat er ruimte om de ander lief te hebben. Je leven komt in een totaal andere modus te staan. Dit is een leerproces. Dit gaat niet vanzelf. Dit is niet het omdraaien van een knop maar een groeiproces waarbij het evangelie steeds duidelijker voor je wordt, steeds meer toepasbaar, en waarbij je merkt dat je als mens meer tot je bestemming komt. Dit gaat over het hele leven, maar het gaat zeker ook over je omgang met seksualiteit. Denken dat je ergens recht op hebt maakt het bijna onmogelijk om werkelijk lief te hebben. Maar wie ook het seksuele van God wil ontvangen als een ongedachte genade in een onverdiend leven, die kan geduldig zijn, wachten, zich beheersen, en als God het geeft genieten.
Onberispelijk gedrag en onverminderde toewijding aan de Heer
Kijk, jongens en meiden (die niet getrouwd zijn, en misschien wel verkering hebben en sowieso allerlei seksuele verlangens en gevoelens hebben) nu ga ik ook iets tegen jullie zeggen. Eigenlijk precies hetzelfde als tegen de volwassenen die getrouwd zijn. Tegen hen zei ik: seks is een cadeau van God en laat het altijd een cadeau blijven dat je in liefde geeft aan je partner. Dus wacht tot je het krijgt. Als je nog niet getrouwd bent kan je vriend of vriendin natuurlijk zeggen: kom maar, ik geef het je - maar is het dan ook God die het je geeft? Seks moet altijd dat dubbele cadeau zijn: van God, aan elkaar. Misschien zeg je nu: geef mij gewoon een tekst waar staat dat je geen seks voor het huwelijk mag hebben. Nu heeft de bijbel het alleen maar over seks binnen of buiten het huwelijk, waarbij seks buiten het huwelijk seks is die niet door God gegeven is. Een nemen van wat God niet geeft. Zo lees je ook in 1 Korintiërs 7:9 (en er zijn meer bijbelplaatsen) dat seks alleen door God gegeven wordt in het huwelijk. Het gaat daar over mensen die al eens getrouwd zijn geweest maar die hun partner verloren door de dood. Paulus zegt: het zou goed zijn wanneer ze niet hertrouwden. Vers 9: ‘Maar wanneer ze dat niet kunnen opbrengen, moeten ze trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden van begeerte.’ Nu staan die laatste twee woorden niet in het Grieks, dat is een invulling. Er staat: het is voor hen beter te trouwen dan te branden. Je zou daar ook kunnen invullen: te branden in de hel. Of: zich te branden aan ongeoorloofde seks. Duidelijk is dat Paulus in 1 Korintiërs 7 het huwelijk niet romantiseert en tegelijk het ongetrouwd zijn niet idealiseert. Paulus zegt in dit hoofdstuk: let erop in wat voor tijd je leeft (vers 26-31), het zijn de laatste dagen voor deze wereld. Het koninkrijk van God komt er aan, richt je daar op. Wat is dan belangrijk? Vers 35: ‘onberispelijk gedrag en onverminderde toewijding aan de Heer.’ Zowel binnen als buiten het huwelijk.
Gemakkelijk is dat niet. Of je nou getrouwd bent, gescheiden of single, homo of hetero, oud of jong, wel of geen verkering. Want heb jij altijd door in wat voor tijd je leeft? Laat ik het anders zeggen: wij leven hier in Nederland in een tijd waarin seksualiteit voor velen volledig losgeraakt is van God en het mooie dat Hij ermee voor ogen heeft. Dat seks alleen tot zijn recht komt als cadeau aan elkaar in een liefdevolle relatie van trouw is gekanteld naar lichamelijk genot dat ik moet ervaren. Met alle ellende en beschadiging van dien, zowel bij de ander als bij jezelf. In die wereld groeien de jongeren van nu op. Een opvallend bericht in Nieuwsuur vorige week was dat de minimum leeftijd van de eerste keer seks in de afgelopen jaren gestegen is van 17,1 naar 18,6 jaar. Dat betekent niet dat we direct in een juichstemming moeten raken, maar een van de geïnterviewde jongeren zei: ‘seks is iets heel bijzonders, je geeft jezelf, je persoonlijkheid.’ Dat vond ik mooi. Een andere jongere zei: ‘ik vind het geen verkeerde ontwikkeling, het is niet verkeerd om op de juiste te wachten.’ Dat vond ik ook mooi. Jongeren lijken bewuster met seks om te gaan en op bepaalde leeftijden vinden ze zichzelf nog te jong. En dit waren niet per se gelovige jongeren. Opvallend was ook dat de term ‘Seks zonder liefde’ werd gebruikt, daar zouden jongeren toleranter tegenover staan. Daar ben ik natuurlijk niet blij mee, maar het verraadt wel dat de norm nog steeds is ‘seks in liefde’, waarbij ik denk aan 1 Korintiërs 7:3-4.
Oefen zowel binnen als buiten het huwelijk geduld en seksuele beheersing. Vanuit liefde. Vanuit je geloof in genade. Dan ga je genieten van het evangelie van God. Dan ga je genieten van God zelf, die jouw diepste verlangen naar liefde vervult. Amen.