Vakantie: op adem komen als God

22 juli 2018

Hoe verbind je God en vakantie aan elkaar? God zelf ziet de verbondenheid tussen Hem en de mens in het gezamenlijk op adem komen.

Lezen: Hebreeën 4:1-13

Tekst: Exodus 31:16-17

Eindelijk is het vakantie. Jullie, jongens en meisjes, hoeven morgen niet naar school. Jullie kunnen lekker de hele dag leuke dingen gaan doen. Bouwvak is het nog niet, maar voor heel veel mensen is nu toch wel een tijd van vakantie aangebroken. Wat kun je daar naar uitkijken: even geen stress, niet vroeg uit je bed hoeven, niet de drukte van werk, school, sport, huiswerk. Geen agenda, geen afspraken. Niet achter jezelf aanrennen en ‘s avonds moe op de bank neerploffen. Heerlijk die vakantie.

 

God en vakantie

Maar hoe verbind je God en vakantie aan elkaar? Wat heeft God met jouw vakantie te maken? Misschien denk je: niks. Maar hoe kun je God dan bidden om een zegen over je vakantie, iets wat de meesten toch wel doen? Je kunt zeggen: in de vakantie heb ik meer tijd voor bijbel lezen en bidden, en ook om over het bijbel lezen na te praten. Want laten we eerlijk zijn, door het jaar heen zijn we soms zo druk dat bijbel lezen en bidden erbij in schiet. Je komt laat uit je werk of er moet alweer vroeg iemand naar sport of catechisatie. ‘s Ochtends gaat het ook allemaal gehaast. Maar als we gedurende het seizoen zeggen: het schiet er nog wel eens bij in, dan is de vakantie het moment om meer aandacht te geven aan bijbel lezen en bidden.

 

Wat ook zomaar kan gebeuren is dat de vakantie juist een tijd los van God is. Je gaat het er eens lekker van nemen. Je hebt er hard voor gewerkt dus nu is het feest. Doordat de regelmaat wegvalt lees je juist minder uit de bijbel en komt er van bidden ook weinig. Naar de kerk gaan op vakantie vind je niet handig, moet je eerst uitzoeken waar de kerk is en hoe laat die begint. In het buitenland versta je er ook nog eens niks van. Voor je het weet neem je ook zomaar een paar weken vakantie van God.

 

Werk een vloek, rust een zegen?

Hoe is dat trouwens met werk en rust, is werken een gevolg van de zondeval? Is werken in zichzelf een vloek, en vakantie per definitie een zegen? Adam krijgt na de zondeval te horen: ‘Zwoegen en zweten zul je voor je brood’ (Genesis 3:17-19). Toch denk ik niet dat je werken een vloek kunt noemen en dat rust per definitie beter zou zijn en iets van God. Je mag genieten van je werk en gelukkig zijn er ook heel veel mensen die hun werk met plezier doen. Al voor de zondeval kreeg de mens de opdracht om de tuin van Eden te ‘bewerken en erover te waken’ (Genesis 2:15). We danken God toch ook voor het werk dat we hebben? De zondeval heeft beiden aangetast: zowel het werken als het rusten. Beiden lukken niet meer volmaakt. In zowel werk als vakantie merk je dat de mens zichzelf centraal zet. Beiden hebben de neiging om los te raken van God.

 

Verbonden in het op adem komen

Opvallend genoeg maakt God dan juist van het ‘op adem komen’ een teken van verbondenheid tussen Hem en de mens. In Exodus 23:12 zegt God tegen de Israëlieten: ‘Zes dagen lang mag je werken, maar op de zevende dag moet je rust houden; dan kunnen ook je rund en je ezel uitrusten en kunnen je slaven en de vreemdelingen die voor je werken op adem komen.’ Heel mooi wordt hier de rust die jij neemt beschreven als iets waar je anderen gelukkig mee maakt. God doorbreekt een egoïstisch rusten: laat door jouw rust anderen op adem komen. En als jij niet werkt kom je natuurlijk ook zelf op adem. Maar diezelfde uitdrukking ‘op adem komen’ gebruikt God in Exodus 31(:16-17) voor zichzelf. Daar staat: ‘Generatie na generatie moeten de Israëlieten de sabbat in acht nemen en vieren. Voor mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft hij gerust om op adem te komen.’ Zoals God op adem kwam na zes dagen aan de schepping te hebben gewerkt, zo moet ook zijn volk een adempauze houden na elke zes dagen werk. God maakt daarvan een teken van verbondenheid. God zegt tegen zijn volk: het op adem komen elke zevende dag is een teken van de relatie die wij hebben.

 

Nu zijn er meer tekenen van de verbondenheid tussen God en mens. Denk aan de regenboog, de ark van het verbond, de besnijdenis, de doop en het avondmaal. Allemaal tekenen van de verbondenheid van God en mens. Als mensen onderling kennen we toch ook allerlei tekenen van verbondenheid? Mensen die getrouwd zijn dragen ieder een ring, vaak een ring die qua stijl bij elkaar past. Kinderen die best friends forever zijn hebben zo’n ketting met een hanger in twee helften waarbij ieder een helft draagt. Ik moet ook denken aan het ANWB-stel, twee mensen die zich precies hetzelfde kleden. Dat doen ze om te laten merken dat ze bij elkaar horen, het is een uitdrukking van hun verbondenheid. En met sommige van die tekenen is het niet perse duidelijk waarom dat nou juist verbondenheid uitdrukt. Het kan willekeurig lijken. Zo is het ook met de zevende dag, de wekelijkse rustdag. God maakt van het ‘op adem komen’ een teken van verbondenheid. Vergelijk het met een ANWB-stel: doordat God en zijn volk hetzelfde doen zie je dat ze bij elkaar horen. Daarom geeft God dat gebod: zorg ervoor dat je iedere keer weer op adem komt. Doe dat als teken van je verbondenheid met mij.

 

Levens die tot Gods eer zijn

Op adem komen is een teken van verbonden zijn met God. Behalve die verbondenheid is het ook zo dat God ons een leven gunt waarin je vrij kunt ademen. Ik denk daarbij aan Hebreeën 4:9-10. Daar staat: ‘Er wacht het volk van God nog steeds een sabbatsrust. En wie is binnengegaan in zijn rust, vindt rust na zijn werk zoals God na het zijne.’ Ook hier worden het rusten van God en het rusten van de mens aan elkaar gekoppeld. De sabbatsrust waar het hier over gaat is het leven in het koninkrijk van God. Dit betekent niet dat de nieuwe hemel en aarde een soort Luilekkerland is. Wel is het de plek waar je vrij kunt ademen. Dat is toch waar mensen naar verlangen: kunnen leven zonder stress, zonder voortdurend achter adem te zijn. Je raakt achter adem als je te lang doorgaat. Wie rent en maar blijft rennen ook als je moe wordt en eigenlijk niet meer kunt, maar je gaat toch door, die raakt achter adem. Als je dan stopt dan ben je buiten adem: je staat te hijgen, voorover gebogen, handen op je knieën. Mensen kunnen ook in hun hoofd het gevoel hebben kopje onder te gaan en geen lucht meer te krijgen. Je moet van alles. Het ene is nog niet geweest of het volgende vraagt je aandacht. Je hebt geen moment voor jezelf. Je hebt het idee voortdurend achter jezelf aan te hollen. Zelfs als je even niets doet kom je niet tot rust: het maalt maar door in je hoofd. Daar word je gek van. Mensen hebben lucht nodig in hun leven, dat je vrij kunt ademen en de tijd hebt om op adem te komen. God gunt de mens dat. Nu al, in dit leven. Want mensen die vrij kunnen ademen laten iets zien van God zelf. God gunt mensen een leven waarin je vrij kunt ademen omdat zulke levens tot zijn eer zijn.

 

Verlangen naar rust

Dat verlangen naar rust herken je ook in hoe wij de vakantie kunnen idealiseren, dat wordt ultiem genieten. Zo spiegelt de reclame het ons voor: paradijselijke stranden, een prachtige zonsondergang, relaxen in je hangmat. Maar het is een ideaalplaatje. Want allereerst neem je jezelf mee, met al de stress in je hoofd en lijf. Natuurlijk kan het helpen om even uit je gewone omgeving en ritme te zijn. Toch geeft vakantie soms ook alleen maar nieuwe stress. Onbewust omdat er de druk op ligt van: en nu moet ik genieten. Maar ook de reële stress van een plek uitkiezen, inpakken, erheen reizen, opeens met zijn allen de hele dag bij elkaar zitten. Lang niet iedereen ziet er naar uit om op vakantie gaan.

 

Verbonden zijn met God geeft lucht

Het is ook gewoon niet waar dat niets doen je rust geeft. Wie dat denkt heeft zich laten misleiden. Het omgekeerde geldt ook: hard werken leidt ook niet perse tot rust. Wie nu hard werkt om later voldoende geld te hebben om geen vinger meer te hoeven uitsteken kan net zo goed tegen allerlei nieuwe onrust aanlopen. Echte rust ontvang je in de verbondenheid met God. Want echte rust ontstaat daar waar je weet dat je er niet alleen voor staat. Echte rust ontstaat daar waar lasten van je worden afgenomen. Ga maar eens na wat voor dingen een mens de adem ontnemen. Stress, (werk)druk. Bezig zijn te overleven, of dat nou financieel is of emotioneel. Zorgen en teleurstelling kunnen er ook voor zorgen dat je achter adem raakt. En verdriet, eenzaamheid en pijn, het kost bergen energie en je merkt dat je er steeds minder tegen kunt. Ik denk ook aan zonden, schuld en geheimen waardoor je niet meer vrij kunt ademen. Het drukt op je. God kan er zelfs mee dreigen, lees maar eens Deuteronomium 28: als Israël zich van Hem afkeert dan zullen ze onder de volken verstrooid worden, maar zelfs daar zullen ze ‘niet op adem komen’ (vers 65). Iemand als Job roept het uit in zijn ellende: ‘Hij laat me nooit op adem komen, hij vervult mij met een diepe bitterheid’ (Job 9:18). Denken dat niets doen of vakantie je rust geeft is een misvatting. Maar er keihard tegenaan gaan om het zelf te overwinnen geeft ook geen rust. Verbonden zijn met God geeft lucht in je bestaan. Hij wil voor je zorgen, Hij wil je geven wat je nodig hebt. Bij Hem weet je dat je niet hoeft te presteren om geliefd te zijn.

 

Let er daarom op dat je God niet op afstand houdt in je leven of in delen van je leven. Het gebeurt zo gemakkelijk: problemen probeer je zelf op te lossen, zonden probeer je zelf te overwinnen, je werk verbind je niet met God, je vakantie al helemaal niet. Wat houd je over? Alleen je geloof en de zondag hebben nog iets met God te maken. Zo verlies je God juist daar waar je Hem zo nodig hebt. Je komt er alleen voor te staan en dat maakt onrustig. Het is ook niet zoals God het wil. In Romeinen 14:7-8 staat: ‘Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf. Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer.’ Je leven is niet van jezelf. Je kunt het dus niet voor jezelf houden. Dat kan wel, maar de vraag is of je dan ooit echt vrij kunt ademen. God legt hier de verbinding tussen zichzelf en jouw vakantie. Vanuit Romeinen 14 zou je kunnen zeggen: of je nou werkt of vakantie hebt, je bent altijd van de Heer.

 

Jezus bevrijdt van de diepste onrust

Maar hoe bevrijdt God je van die misvatting dat niets doen rust geeft? Of dat juist hard werken je op termijn rust geeft? Dat doet God door Jezus Christus. Door Hem naar de aarde te sturen laat God zien dat je het zelf niet redt. Je hebt hulp van buitenaf nodig. Het is ook juist Christus’ werk dat rust geeft. Eén van de dingen die de meeste onrust geeft in je leven is als het niet goed zit tussen jou en een ander. Daar loop je mee rond en het houdt je uit je slaap. Dat geldt ook voor de relatie met God. Als je weet dat het goed zit tussen God en jou heb je rust. Als je weet dat het niet goed zit, of je vraagt je af of het goed zit, dan geeft dat onrust. Misschien kun je het een tijdlang negeren of onderdrukken, maar op een gegeven moment komt het toch naar boven. Gelukkig maar. Want dat drijft je naar God. God verbindt zichzelf met de mens door Christus. De apostel Paulus zegt in 2 Korintiërs 5:20: ‘laat u met God verzoenen.’ Oftewel, laat het vrede zijn tussen God en jou. En dan vers 21: ‘God heeft hem die de zonden niet kende (Jezus) voor ons één gemaakt met de zonden, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden.’ Rechtvaardig zijn voor God, dat geeft rust. Geen zonden meer die op je drukken, geen schuld die je achtervolgt, geen oordeel dat je opjaagt. Daarvoor gaf God zijn Zoon. God gunt je een leven waarin je vrij kunt ademen. Dat lukt alleen in verbondenheid met Hem.

 

Ga voor jezelf eens na hoe verbonden je bent met God. Is dat alleen iets van de zondag of ook van door de week? Heeft God voor jou alleen te maken met de kerk of ook met je werk? Hoor je God spreken als je bijbel leest? Ben je dichtbij God als je bidt? Breng je je verbondenheid met God tot uiting in het wekelijks rusten net als God? Denk aan het ANWB-stel: wat jij ook van het op adem komen op de zondag vindt, God ziet dat als teken van jullie verbondenheid. Kom zo ook op adem in de vakantie. Laat het een extra impuls geven aan je verbondenheid met God.

 

Concrete aanwijzingen

Hoe maak je dit concreet? Wie op adem wil komen moet verbonden zijn met God. Wie verbonden wil zijn met God moet tijd met God doorbrengen. Als mensen verbonden willen zijn met elkaar zullen ze samen tijd moeten doorbrengen. Zo is het ook in de relatie met God. Reserveer daarom tijd voor God, als gezin of alleen.

 

Breek met zonden. Als er iets is dat je op de nek gaat zitten dan is het wel je zonde en schuld voor God. Bid om vergeving. En laat Jezus’ rechtvaardigheid jouw rechtvaardigheid zijn voor God, Jezus’ heiligheid jouw heiligheid, Jezus’ liefde voor God jouw liefde voor God.

 

Verwacht alles van God en leef in afhankelijkheid van God. Als je denkt dat je voor jezelf moet zorgen en zelf het geluk moet zien te bereiken krijg je het heel druk. Want je weet dat geluk iets moeilijks is in deze wereld. God wil het je geven. Hij kan het je geven. Vertrouwen op God geeft rust.

 

Deel je leven met God. Wat je voor jezelf houdt moet je ook zelf dragen. Breng je zorgen bij God, je verdriet, pijn en angst. Leg je teleurstellingen voor Hem neer. Benoem je eenzaamheid in je gebed. Zo helpt Hij je. Zo krijg je zicht op wat Hij ermee wil doen.

 

Afsluitend, zoek in de verbondenheid met God naar lucht in je bestaan. Kom op adem net als God. Hoewel Hij het niet nodig had na zes dagen scheppingswerk nam Hij die rust toch. Zodat wij nooit vergeten dat er alleen rust is bij Hem. Amen.