Vakantie: uitzicht op God

14 juli 2019

Abraham woonde zijn hele leven in een tent omdat hij bleef geloven in Gods belofte. Zo is hij een voorbeeld voor ons: volhouden lukt als je er in gelooft.

Lezen: Hebreeën 11:1-16

Tekst: Hebreeën 11:9-10

Voor sommigen hier geldt: nog even volhouden. Voor anderen geldt: je volhouden wordt beloond. Ik heb het over de vakantie. Jullie, jongens en meisjes, hebben nu vakantie. Ik denk dat het de laatste schoolweken best wel even volhouden was. Je bent toch een beetje moe. Je bent al een heel schooljaar bezig. En dan moeten die laatste weken nog. Maar jullie hebben het volgehouden en nu is het dan eindelijk vakantie.

 

Anderen moeten nog even. Misschien moet je nog een week werken, misschien nog twee weken. Weet je wat helpt om vol te houden? Dat je er in gelooft. Ook jullie, jongens en meisjes, konden volhouden die laatste weken omdat je wist: die vakantie komt er aan. Zeker weten. Iets volhouden kost moeite. Maar als je weet waarvoor je het doet, dan lukt het. Ik moet nu volhouden maar dan is het straks vakantie.

 

In de vakantie trekken veel mensen er op uit. We zullen straks ook bidden om een zegen over al die reizen die gemaakt gaan worden. Wie op vakantie gaat gebruikt een tent, caravan of camper, een mobiel onderkomen waar je tijdelijk in woont (of je huurt een huisje of appartement, dat kan natuurlijk ook). Nu hebben we gelezen over Abraham. Hij ging ook op reis. Van de stad Ur naar de stad Haran en vervolgens naar Kanaän. En in Hebreeën 11:9-10 staat dan: hij woonde daar in tenten omdat hij uitzag naar een stad met fundamenten. Je kunt je afvragen waarom Abraham zijn leven lang in tenten woonde. Ik denk dat hij in Ur en Haran gewoon in een huis woonde. Ur en Haran waren steden, daar kun je niet zomaar je tent opzetten. Dat hij onderweg een tent gebruikte snappen we ook nog, je moet ‘s nachts toch ergens slapen. Maar als Abraham in Kanaän is aangekomen, waarom bouwt hij dan geen huis? De tekst zegt: omdat hij uitzag naar een stad met fundamenten. Betekent dit dat Abraham dacht dat hij nog steeds op doorreis was? Zo duidt de schrijver van de Hebreeënbrief het wel in vers 14-16. Abraham was gedurende zijn leven op doorreis naar het hemelse vaderland, het nieuwe Jeruzalem. Nu is dit een invulling achteraf. Abraham zelf besefte dat hij een gast en vreemdeling was op aarde. Misschien ook wel heel concreet in het land Kanaän. Want ik denk dat dit de reden was waarom Abraham geen huis bouwde: hij bezat geen land. Abraham was landloos. Hoe kun je een huis bouwen als je geen grond hebt? Laat staan dat je een stad kunt bouwen. Dus Abraham was in zekere zin gedwongen om zijn hele leven in een tent te wonen. Hoe hield hij dat vol?

 

Nu zeg ik wel dat Abraham gedwongen was zijn hele leven in een tent te wonen, maar dat is niet helemaal waar. Abraham koos ervoor om in een tent te wonen. Hij kon daar in Kanaän geen huis bouwen want hij had geen land, maar hij koos er heel bewust voor om wel op die plek te blijven wonen. Waarom? Omdat God hem dat land beloofd had. God had tegen Abraham gezegd: ga daar naar toe, dit land zal eens van jou zijn. Maar zolang het nog niet van hem is zal hij in een tent moeten wonen. Abraham woont niet in een tent omdat hij nog verder moet reizen, hij woont in een tent omdat hij wacht op de vervulling van de belofte. Pas als de belofte vervuld is kan hij gaan bouwen. Hoe heeft hij dat volgehouden - zijn leven lang in een tent wonen terwijl hij een huis gewend was? Ja, hij geloofde er in.

 

Met dit voorbeeld spoort God ons aan om net als Abraham te leven uit de belofte. Hebreeën 11 gaat over het belang van geloof op reis naar de vervulling van Gods belofte. God zegt: leef uit de belofte, niet uit de zichtbare werkelijkheid. Geloof er in. Want geloof doet hopen. Zoals jij geloofde dat de vakantie echt zou komen, waardoor je kon volhouden die laatste weken, zo kun je ook volhouden met leven uit de belofte als je gelooft in die belofte. Als je er in gelooft blijf je hopen op de vervulling ervan.

 

Wat is dan die belofte? De belofte die God ons doet is de hemel, het nieuwe Jeruzalem. En hoewel je daar nog nooit geweest bent zal dat je een overweldigend gevoel van thuiskomen geven. In dat land, in die stad liggen je roots. Je voelt je daar happy, je weet je daar veilig. Het is een stad waar je elke dag van geniet en waar je de rest van je leven wil blijven. Het is een stad vol vrolijkheid maar zonder viezigheid. Het is een stad vol rijkdom maar zonder diefstal. Het is een stad vol gezelligheid en drukte maar zonder donkere steegjes die je moet mijden. En God belooft daar zelf te zijn, dat is nog het mooiste. Het is een heerlijke, onvoorstelbare stad waarin God en mensen in vrede met elkaar leven. Het is een koningsstad van waaruit de mens de aarde zal regeren.

 

God zegt: leef uit die belofte. Dat wil zeggen, laat dit bepalend zijn voor je leven. Koppel hier je keuzes aan. Hou die belofte van God altijd in gedachten en laat het doorwerken in wat je praktisch doet en laat. Hou er rekening mee en ga er van uit dat God deze belofte echt zal vervullen. Voor Abraham betekende dit dat hij zijn leven lang in een tent woonde. God had hem het land Kanaän beloofd. Abraham ging er van uit dat dit op een dag echt zou gebeuren. Daarom bleef hij stug op die plek wonen, in een tent. Wat Abraham dus niet deed was zich laten leiden door de zichtbare werkelijkheid. Die staat tegenover de belofte. God beloofde Abraham het land Kanaän, maar de zichtbare werkelijkheid was dat er allerlei andere mensen woonden die het land bezaten. Als Abraham zich daardoor had laten leiden was hij weggetrokken, had hij zijn boeltje opgepakt en was hij doorgereisd naar een plek waar hij wel een huis kon bouwen. Ook op ons heeft de zichtbare werkelijkheid grote invloed. Van die belofte van God, het nieuwe Jeruzalem, zien we niks. Maar van de werkelijkheid om ons heen zien we alles. Die werkelijkheid trekt aan ons, reken maar dat dit invloed op je heeft. Gods belofte is dat we de aarde en al haar rijkdom zullen bezitten (Matteüs 5:5), maar wat we om ons heen zien is dat mensen de buit nu al aan het verdelen zijn. Ik voel in mezelf dat ik mee wil doen. Ik meen om me heen te zien dat christenen hier ook daadwerkelijk aan meedoen. Maar dan laat je toch de zichtbare werkelijkheid je leven bepalen en niet de belofte? Onderschat niet de invloed die de zichtbare werkelijkheid op je heeft. Met het voorbeeld van Abraham spoort God ons vanochtend aan om vanuit de belofte te leven. Desnoods je leven lang. Sowieso je leven lang. Ook Abraham heeft zijn leven lang uit de belofte geleefd. Hij heeft de belofte tijdens zijn leven geen werkelijkheid zien worden. Want uiteindelijk had God iets mooiers voor hem in gedachten dan een huis en een stad in Kanaän. Namelijk een huis en een stad in de hemel.

 

God spoort ons aan om te leven vanuit de belofte en niet vanuit de zichtbare werkelijkheid. God doet dit omdat Hij ons wil laten delen in de belofte. Of omgekeerd, God wil voorkomen dat wij de belofte mislopen. Dat was wat dreigde bij de Hebreeën, joodse christenen uit de eerste eeuw die in en rond Jeruzalem woonden. Zij waren in Jezus gaan geloven als de Messias, de Zoon van de Levende God (Matteüs 16:16). Maar houden ze dit vol? Wat zij om zich heen zien is dat het aardse Jeruzalem met hand en tand verdedigd wordt tegen de Romeinen. Hun joodse volksgenoten grijpen steeds openlijker naar de wapens. En de Hebreeën worden voor de keus gezet: sta je aan onze kant of niet? Ben je bereid je leven te geven voor Jeruzalem of niet? Hou dan maar eens vol met je geloof in de belofte van een nieuw Jeruzalem. Concreet betekende dit voor de Hebreeën dat ze moesten vluchten. Weg uit de stad. Hun huis achterlaten, hun bezit, hun grond, hun familie. Je hoort er de echo in van Gods opdracht aan Abraham: verlaat je land, verlaat je stam. God wil zijn kinderen laten delen in de belofte. Daarom spoort Hij ons aan: leef uit de belofte. Laat mijn belofte je keuzes bepalen en ga er van uit dat Ik mijn belofte echt zal vervullen.

 

Gemakkelijk is dit niet. Kun jij wachten wanneer jou iets beloofd wordt? Ik vraag dit niet alleen aan de kinderen. Die moeten vaak wel wachten. Je wilt bijvoorbeeld iets voor je verjaardag, je hebt het al uitgezocht, misschien is het zelfs al in huis. De belofte is: je krijgt het op je verjaardag. Dan kan wachten moeilijk zijn. Maar je weet, het ligt al klaar. Kun je als volwassene ook wachten? Wachten tot je getrouwd bent, wachten tot je genoeg geld hebt om die auto te kopen. Best moeilijk toch? Wij willen de dingen graag direct hebben. Onze wereld speelt daar ook geweldig op in: voor 23.00 uur besteld, morgen in huis. En die auto? Private lease. Wachten tot je getrouwd bent, waarom? Omdat dit een belofte inhoudt voor de toekomst: jouw partner kan zich blijkbaar beheersen, en jouw partner laat zich wat gelegen liggen aan de geboden van God, dat is fijn om te weten. Leven uit de belofte van God betekent ook wachten. Wachten op de komst van het nieuwe Jeruzalem. Terwijl om je heen de buit al verdeeld wordt. Weet je wat helpt om vol te houden? Dat je er in gelooft.

 

Ik moet hierbij denken aan wat Jezus zegt in Lucas 6:24. Jezus bemoedigt zijn leerlingen met opmerkingen als ‘Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God’ en ‘Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen.’ Vervolgens zegt Hij: ‘Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad.’ Jezus zegt hier niet dat rijken het koninkrijk van God niet kunnen binnengaan, wel dat hier op aarde je deel pakken haaks staat op het verwachten van het koninkrijk. Dat past niet goed bij elkaar. Dan moet je je afvragen wat je nou eigenlijk aan het doen bent. Het kon wel eens zo uitpakken dat je aandeel hier op aarde dan je enige aandeel was.

 

Leven uit de belofte lukt als je er in gelooft. Nu wil de macht van het kwaad in ons dat geloof afbreken. Want dan verdwijnt de hoop. Dan wordt het heel zwaar om vol te houden. De zonde en het kwaad werken zo in ons dat het geloof verdwijnt. Het is dat stemmetje in je hart: als ik er niks van zie zou het dan wel bestaan? Het is die redenering in je hoofd: wat ik nu kan pakken heb ik tenminste binnen. Het is de afstand naar God: zou Hij wel doen wat Hij belooft? Ons geloof staat niet alleen van buitenaf maar ook van binnenuit onder druk.

 

Jezus wil deze macht van de zonde in je overwinnen. Hij heeft zelf de macht van de zonde overwonnen in zijn eigen leven. Niet dat er zonde in zijn leven was, maar hij heeft de macht van de zonde juist op dit punt gebroken. In Hebreeën 12:2 wordt over Jezus gezegd: ‘denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.’ Wat de zonde doet is je afschrikken met lijden, met pijn, met afzien en moeten wachten. Jezus liet zich daardoor niet afschrikken. Want Hij dacht aan de eindeloos grotere vreugde die zou komen. En die kwam ook. Omdat Hij leed, omdat Hij volhield, kreeg hij de plaats aan de rechterhand van God. De Hebreeënschrijver zegt: kijk naar Jezus als je moet volhouden. Hij brak de macht van de zonde. Hij is sterker dan de zonde. Hij heeft laten zien dat het anders kan.

 

Maar zijn er mensen die leven uit de belofte? Ja. Kijk maar eens om je heen, denk maar eens na: bij wie zie ik dat? Dat hij of zij echt leeft uit de belofte van God. Dat die centraal staat in zijn of haar leven. Die belofte is nooit ver weg, die verdwijnt nooit naar de achtergrond. Hij of zij benoemt dat ook in gesprekken. Hele normale mensen, helemaal geen fanaten, maar hun leven cirkelt rond een vaste kern: de belofte van het nieuwe Jeruzalem, de belofte van leven met God en de medemens in diepe vrede. Ik hoop eigenlijk dat je dit ook in jezelf herkent. Misschien gaat het op en neer in jezelf, is het de ene keer sterker dan de andere keer. Lukt het soms beter om te leven uit de belofte en voel je op andere momenten dat het wegzakt. Maar het is er wel. Soms herken je het tot je eigen verrassing.

 

Maar houdt dat stand? Gaat het je lukken om te blijven leven uit de belofte? Bemoedigend is dat God zelf je wil helpen. Hij komt toch met dit evangelie en Hij laat deze oproep toch doen? Dat betekent dat God het ook in je wil bewerken. God doet geen kale oproep om het daar vervolgens bij te laten. God wil je helpen om aan zijn oproep gehoor te geven. Daarom laat Hij met de oproep ook zijn Geest op je afkomen. Zodat zijn woorden iets verlokkelijks krijgen en iets in je wakker roepen, een verlangen: zo wil ik het, ik wil ook leven uit de belofte. Als God met dit evangelie komt dan wil Hij je er ook bij helpen. Bedenk: wie volhoudt zal het beloofde ontvangen.

 

Hoe maak je dit praktisch? Om te beginnen, bedenk dat je als christen anders bent. En dan vooral: dat je anders tegen deze wereld aankijkt. Laat het anders zijn niet aan de buitenkant zitten (jij gaat wel naar de kerk, je ongelovige buren niet) maar laat het vooral aan de binnenkant zitten. Dan ben je echt anders. Dan laat je je door andere dingen leiden, jij laat je door Gods belofte leiden. Verder, onderzoek Gods belofte. Ken die belofte. Laat Gods belofte niet vaag voor je zijn maar zorg dat je daar goed zicht op krijgt. Die belofte kan je concreet in beweging zetten. Als je weet wat God je allemaal gaat geven dan wordt ook duidelijk wat je hier op aarde niet hoeft na te jagen. En als laatste, gebruik de vakantie voor deze dingen. Vaak hoor ik dat bijbel lezen en bidden er gemakkelijk bij inschiet in de volle weken die we hebben. Of je leest en bidt wel, maar de tijd om er over door te praten of om het te laten bezinken neem je niet. Wat is een vakantie dan een zegen. Dat is het altijd, maar het is een dubbele zegen: je mag ontspannen en uitrusten van het werk en er is daarnaast ook nog eens meer tijd voor God en voor zijn woord. Gebruik die tijd.

 

Jongens en meisjes, voor jullie maak ik het zo praktisch: als je op vakantie tenten ziet, denk dan aan Abraham. Hij woonde zijn hele leven in een tent omdat hij bleef geloven in Gods belofte. Zo is hij een voorbeeld voor ons: volhouden lukt als je er in gelooft. Amen.