Verlangen naar God

23 augustus 2015

Om je verlangen naar God aan te wakkeren moet je twee dingen doen: kijk naar het geluk van hen die bij God wonen en kijk naar het geluk van hen die naar God onderweg zijn.

Lezen: Psalm 84

Tekst: Psalm 84

Jaloers zijn is niet zo best hè? Jaloers zijn op het speelgoed van je broer of zus, jaloers zijn op wat een ander kan of heeft. Maar jaloers zijn op het verlangen naar God zoals Psalm 84 dat beschrijft, die heimwee naar God, dat hart en lijf dat schreeuwt om God, dat is toch goed?

 

Wat deze Psalm zo geliefd maakt: verlangen naar God

Psalm 84 raakt bij veel mensen een gevoelige snaar. Waar zit hem dat in, wat is die gevoelige snaar? Dat is dat intense verlangen naar God: ‘Diep in mijn lijf is zo’n heimwee, zo’n blijvende schreeuw om de levende God’ (verwoording van Psalmen voor Nu). Ja had ik dat maar, voelde ik daar maar iets van. Herkende ik dat maar wat meer in mijn leven. Wat kun je verlangen naar dat verlangen naar God.

 

Daarom zingen we deze Psalm zo graag. We willen gelukkig zijn met God. In God. Door God. Drie keer gaat het in deze Psalm over mensen die op zo’n manier gelukkig zijn. Psalm 84 is een Psalm vol emotie. Vol gevoelens voor God. Sterke gevoelens voor God: ‘Liever één dag dichtbij u, dan duizend dagen zonder u.’ Die beleving raakt ons. Raakt die gevoelige snaar in ons.

 

Hoe ontstaat dit verlangen in je hart? Hoe krijg je die heimwee in je lijf naar een plek waar je -laten we eerlijk zijn- nog nooit geweest bent? Heimwee heb je naar huis. Dat is nog lastig genoeg als je op vakantie bent of net verhuisd. Heimwee kan je echt opbreken. Het kan je functioneren lam leggen. Je wilt terug, je moet terug. Heimwee is een sterke emotie waar je of aan onderdoor gaat of waar je gevolg aan geeft. Maar hoe kun je nu heimwee hebben naar een plek waar je nog nooit geweest bent; de hemel waar God woont? Hoe kun je heimwee hebben naar God zelf? Hoe kun je terugverlangen naar de paradijselijke omgang met God als je die nooit hebt meegemaakt?

 

Hoe ontstaat dit verlangen naar God in je hart?

Toch kan het. Om je verlangen naar God aan te wakkeren moet je twee dingen doen. Je moet kijken naar het geluk van hen die bij God wonen en je moet kijken naar het geluk van hen die naar God onderweg zijn. Het zijn vers 5 en 6. Vers 5: ‘Gelukkig -te feliciteren- wie wonen in uw huis, gedurig (aan één stuk door) mogen zij u loven.’ Vers 6: ‘Gelukkig -te feliciteren- wie bij u hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar u.’ Deze verzen staan in de Psalm heel mooi bij elkaar, direct na elkaar, zodat hier de nadruk op valt. Maar als je goed kijkt zie je dat vers 5 een conclusie achteraf is, namelijk bij het gedeelte 4-5, en vers 6 is een conclusie vooraf, namelijk bij de verzen 6-8. Vers 4-5 beschrijft het geluk van hen die wonen bij God, vers 6-8 beschrijft het geluk van hen die op reis zijn naar God. Zowel zij die wonen bij God, als zij die onderweg zijn naar God zijn te feliciteren: wat een geluksvogels. En als jij hun geluk ziet, de bron van hun geluk, als jij inziet waarom zij zo gelukkig zijn, dan ontstaat datzelfde diepe verlangen naar God in je hart. Hoe meer jij ziet waarom zij die bij God wonen zo gelukkig zijn, hoe meer jij ziet wat het geluk is van hen die onderweg zijn naar God, hoe meer je hart gaat schreeuwen om de levende God. Hoe meer heimwee naar God er in je lijf komt.

 

Kijk naar

 

    Het geluk van wie wonen in Gods huis

Wat is dan het geluk van hen die wonen bij God? ‘Gelukkig wie wonen in uw huis.’ Soms merk ik dat mensen jaloers op mij zijn. Omdat ik de hele dag, de hele week met God bezig mag zijn. Dat ik alle tijd van de wereld heb om in de bijbel te lezen en te bidden. Dat ik door mijn werk als dominee als vanzelf iedere dag met mijn geloof bezig ben. Die jaloersheid is helemaal terecht. Je mag gerust jaloers op mij zijn. Want het is ook heerlijk, ik ben hier zelf ontzettend blij mee. Ik weet me een ongelofelijk bevoorrecht mens. Dominee zijn is het mooiste werk dat er is. Dat betekent niet dat geloven voor mij altijd gemakkelijk is, dat er voor mij geen worstelingen zijn. Geloven kost altijd energie, geloven moet altijd biddend ontvangen worden, ook door mij. Denk ook niet dat dominee zijn geen energie kost, bij tijden is het een uitputtende baan. Maar dat ik de hele week, iedere dag bezig mag zijn met God en zijn woord, daar mag je gerust ontzettend jaloers op zijn. Dat is een terechte jaloezie. Ook een goede jaloezie omdat het je laat zien dat jij dat ook graag wilt. Dat jij ernaar verlangt om alle tijd van de wereld te hebben om in de bijbel te lezen en te bidden. Dat jij ernaar verlangt dat de omgang met God niet iets is van momenten in je leven maar een levensstijl.

 

Je ziet dit ook in de opkomst van nieuwe kloostergemeenschappen. Heel de geschiedenis door zijn er kloosters geweest en monniken en nonnen die van de omgang met God een levensstijl maakten. In plaats van te trouwen met een man of een vrouw sloten zij een huwelijk met God en deden hun intrede in de kloostergemeenschap. Om te wonen bij God en altijd bezig te zijn met het bestuderen van de bijbel en met het loven en eren en prijzen van God. Zingen en bidden op vaste tijden, iedere dag, zeven dagen in de week. En niet iedereen was gelukkig in het klooster, maar veel mannen en vrouwen wel. Het maakte hen gelukkig om hun leven volledig aan God te geven. Bijna al die kloosters zijn ondertussen verdwenen en de gemeenschappen uitgestorven. Maar juist in onze tijd zie je dat er nieuwe initiatieven ontstaan. Nieuwe kloostergemeenschappen van mensen die verlangen naar een intensere omgang met God. Die van hun geloof, van de omgang met God een levensstijl maken en daar gelukkig mee zijn. Ik zie mezelf nog niet zo gauw het klooster in gaan, maar ik denk wel dat ik het geluk ervan begrijp. Die vaste gebedstijden spreken me ook heel erg aan. Leven in een dagelijks ritme dat gekleurd wordt door de omgang met God.

 

Zo was dat ook voor hen die woonden in de tempel in Jeruzalem. ‘s Ochtends deed je de deuren van de tempel open. Je zette de offerkist weer klaar. Je zag de eerste mensen komen aanlopen. De priester maakte het morgenoffer klaar. Je haalde nog gauw even de bezem door de voorhof. Een beetje zoals een koster op zondagochtend in de kerk. Denk ook aan hoe de kleine Samuël in het heiligdom in Silo woont. Daar een kamertje heeft, een bed, daar de hele dag is, daar alles ziet gebeuren; slechte dingen, in zijn geval. Maar wat hij had moeten zien -en wat hij ook wel gezien heeft- is hoe de heilige God wil omgaan met zondige mensen. Door die offerdienst waar Samuël dag in dag uit met zijn neus boven op stond. Alles in de tabernakel, en later de tempel, was gericht op het samen zijn van God en mensen. Daar raakte Samuël diep van doordrongen. Denk je eens in wat dat met een mens doet: elke dag die offers gebracht zien worden, elke dag de lof aan God bezongen horen worden, altijd de geur van de tempel om je heen. Wat een voorrecht om op die plek te wonen waar de liefde van God tastbaar in de lucht hangt.

 

Dat was voor maar weinig mensen weggelegd want je mocht niet zomaar in de tempel komen. Laat staan daar je bed neer zetten. De tempel was een heilige plek. Maar daarom zegt Psalm 84: als ik nou eens een vogel was… Droom jij er wel eens van om een vogeltje te zijn? Droom jij er wel eens van om te kunnen vliegen? Wat zou je dan doen, waar zou je heen vliegen? Je kunt op plekken komen waar je als mens niet in mag. Je kunt over hekken en muren vliegen. Je kunt even neerstrijken op de binnenplaats van een gevangenis, je kunt er ook zo weer uit. En denk eens aan vogeltjes in de dierentuin. Het ene moment zit je op het pad broodkruimeltjes van bezoekers te eten, het volgende moment ga je even in het hok bij de leeuwen zitten. Of op de rug van een neushoorn. Dat kun je allemaal doen als je een vogel bent. Op diezelfde manier konden vogels in de tempel wonen, hun nestje bouwen onder de rand van het tempeldak. Misschien vloog er wel eens een vogeltje per ongeluk het heilige binnen. Wat een geluk als je zo dicht bij God mag zijn.

 

Wie wonen er nu, vandaag bij God in zijn heiligdom? Ik denk aan hen die in geloof gestorven zijn. ‘Gelukkig wie wonen in uw huis, gedurig mogen zij u loven.’ En dat doen zij ook, God loven. Met alle plezier van de wereld. Meer nog, met hemels plezier. Zij doen dat volmaakt gelukkig. Zij zijn gelukkig omdat zij Jezus zien bij het hemelse altaar. De volmaakte Hogepriester, die dienst doet in het echte heiligdom, de vervulling van alle schaduwachtige offerdienst op aarde. Hij plengt het bloed van Golgota op de troon van God. Hij bidt en pleit. Om Hem heen wordt de lof van God bezongen: ‘Heilig, heilig, heilig is God, de Heer, de Almachtige.’ Wie daar wonen zien de heerlijke werkelijkheid van het nieuwe verbond van God met mensen. Zij zien de liefde van God, zijn trouw, zijn geduld. Zij ervaren de werkelijkheid van redding door de dood heen. Zij horen hoe de engelen het gerealiseerde evangelie van God bezingen. Snap je dat zij diep gelukkig zijn? ‘Wonen bij u is een zegen, zo’n blijvende kans om te zingen voor u.’

 

    Het geluk van wie naar God onderweg zijn

Wat je ook moet doen om je verlangen naar God aan te wakkeren is kijken naar het geluk van hen die onderweg zijn naar God. Kijk naar het geluk van hen die wonen bij God, dat was het eerste, maar kijk ook naar het geluk van hen die op reis zijn naar God. Dat is het tweede, vers 6-8. Want wat zie je dan? Iets heel bijzonders. Zij die op weg zijn naar God zijn niet gevrijwaard van moeiten, verdriet of tegenslag. De weg naar God gaat niet over rozen. Maar wat je ziet is dat deze reizigers hun omgeving anders gaan bekijken. Hun omstandigheden krijgen een andere betekenis. Een dal van dorheid verandert voor hen in een oase. Dat dal is er dus. En die dorheid. De moeiten. De jaren dat het niet lekker loopt. De tegenslagen die je stil zetten. De dingen die je bij de handen afbreken. Het is er in het leven van de gelovigen. Maar kijk nou eens wat er gebeurt. Een periode van ziekte maakt hun relatie met God gezonder. Financiële krapte trekt hun aandacht naar rijk zijn in God. Storm in hun leven doet hen diepe rust in God ervaren, een rust die mee gaat verder het leven in. Zelfs het verlies van wie of wat hen zo dierbaar is, zorgt ervoor dat God dierbaarder wordt dan alles. Zij die op weg zijn naar God zien de dingen anders: ‘Zelfs in het dorre bomendal zien zij een bron en regenval.’ Als zij ziek zijn zien zij Gods zorg. Als zij verdriet hebben zien zij Gods troost. Als zij tegen een muur oplopen zien zij hoe God een deur opent. Bij het open graf belijden zij dat God een God van levenden is. Dalen van dorheid, waar bijna alle mensen in hun leven mee te maken krijgen, veranderen voor hen in een oase. En je weet wat een oase is, daar is schaduw, daar is water, daar kom je op adem. Oases redden je leven in de woestijn. En vanuit de oase kun je weer verder op weg. ‘Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen.’ Steeds krachtiger. Dat is het geluk van hen die onderweg zijn naar God.

 

Kijk hiernaar. Kijk om je heen in de gemeente. Praat met elkaar over deze dingen, dat is zo waardevol. Het geluk van hen die wonen bij God is iets dat je vooral oppikt uit de bijbel. Het geluk van hen die zegen zien in dalen van dorheid, ligt voor het oprapen in de gemeente. De diepte van al dit geluk zien wakkert je verlangen naar God aan. Wat een God! Wat een God, die zo is en zo met mensen omgaat en zo in mensen werkt. Die zoveel geluk aan mensen geeft. Kun je het je voorstellen dat je heimwee krijgt naar God? Dat je hart en je lijf zeer doen van verlangen naar God? Kun je je zo’n heftig verlangen naar God voorstellen in jouw leven?

 

God zelf wil je met verlangen naar Hem vullen

God wil je met dat verlangen naar Hem vullen. Het is door de zonde dat wij geen heimwee hebben naar God. Dat is de doorwerking van de zonde in ons. Wij hebben geen herinnering aan hoe het bij God thuis was. Wij zijn niet geboren in het paradijs maar in een in zonde gevallen wereld. Wij kennen die heerlijke omgang met God in het paradijs niet. Adam en Eva konden vanuit zichzelf heimwee hebben naar het paradijs, zij kenden dat van binnenuit. Wat moeten zij daar intens naar terugverlangd hebben. Maar God wil jou die heimwee geven, in zijn genade. Die pijn in je lijf dat je zo graag bij Hem wilt zijn. Ik kan me voorstellen dat je er verdriet van hebt dat je niet zo naar God verlangt als in Psalm 84 wordt bezongen. Je zingt de Psalm graag, maar je merkt ook dat je hem jezelf toezingt. Dat je jezelf dat verlangen naar binnen wilt zingen. Dat is goed. Zo werken Psalmen. Zo werkt zingen. Maar bedenk dat het vooral God zelf is die door zijn Geest heimwee naar Hem in je leven plant. Heimwee naar een plaats waar je nooit gewoond hebt, naar een omgang waarmee je niet bent opgegroeid. Dat kan alleen God bewerken. Zodat het leven met Hem -na je dood maar ook nu al- echt voelt als thuiskomen bij God. Soms heb je dat, je komt ergens waar je nooit eerder bent geweest maar het voelt als thuiskomen. Hier hoor je thuis, je merkt dat aan alles. Je zoektocht is ten einde. Zo’n heimwee wil God in je hart werken, een diep verlangen naar Hem dat pas tot rust komt bij Hem. Doe het, God. Dat is wat ik bid. Ik heb niet dat intense verlangen van Psalm 84 in mijn lijf, niet die blijvende schreeuw om God. Maar ik wil het wel. Doe het, God. Werk het in me.

 

Bid om Gods weldadige aandacht voor jou

Zie je dat Psalm 84 je dat gebed voorzegt? Vers 9-10: ‘God, zie naar ons om.’ Dat is een vraag om Gods aandacht. Je mag om Gods aandacht vragen. Want God wil je zijn aandacht geven. Gods aandacht bestaat uit genade en glorie, zijn aandacht bestaat uit bescherming (vers 12). ‘Zijn weldaden weigert Hij niet.’ Of zoals de Psalm voor Nu vertaalt: ‘God heeft zijn liefde nooit ontzegd aan mensen, eerlijk onderweg.’ Daarom valt in het laatste vers van deze Psalm voor de derde keer het woord ‘gelukkig’, gefeliciteerd. ‘Gefeliciteerd de mens die op u vertrouwt.’ God wil je dat intense verlangen naar Hem geven, het in je hart leggen, die heimwee in je lijf, die schreeuw om Hem. Kijk daarvoor naar het geluk van hen die bij God wonen; lees daarom in de bijbel. Kijk daarvoor naar het geluk van hen die naar God op weg zijn; praat daarom met elkaar in de gemeente. Maar bid ook om Gods aandacht voor jou, zijn omzien naar jou. Bid om zijn genade, zijn zegen, zijn goedheid. Ga dan in vertrouwen op weg. Vertrouwend dat op reis naar God de woestijn waar je door gaat verandert in een oase. En kijk daarnaar wanneer het gebeurt. Verwonderd, dankbaar. Want het geluk dat daarmee in je leven komt, wakkert je verlangen naar God weer verder aan. Ben jij jaloers op dat intense verlangen van Psalm 84? Dat is Gods aandacht voor jou. Wat ben jij een geluksvogel! Amen.