Verzocht, net als wij

11 maart 2001

Jezus blijft trouw in de verzoeking door de duivel: Hij wacht, Hij dient, Hij gelooft.

Lezen: Lucas 4:1-13, Hebreeën 4:14-16 en 5:7-10

Tekst: Lucas 4:1-13

Ik begin bij de kinderen, weet iemand van jullie wat een verzoeking is? Of een verleiding? Als je alleen thuis bent en je houdt erg van drop en op de kamer van je broertje ligt een open zak drop… kun je daar dan afblijven? Of moet je er de hele tijd aan denken, zal ik een dropje nemen?

 

Dat is een verleiding. Die zak drop lokt jou naar zich toe. Of misschien moet ik zeggen, jouw zin in een dropje lokt je naar die zak toe. Als mens zit je zo in elkaar dat je van te voren al het dropje in je mond kan proeven. Het water loopt je in de mond, helemaal bij zoute drop of van die zwartwit kogels. Daar wordt het alleen maar erger van natuurlijk. Dan krijg je nog meer zin om ook echt een greep uit die zak te doen. Je gevoel probeert je over te halen iets te doen wat je met je verstand niet wilt, dat is verleiding. En een hele erge verleiding noemen we een verzoeking.

 

Jullie kennen vast het verhaal van de verzoeking in de woestijn. Jezus wordt in verzoeking gebracht door de duivel. De duivel probeert Jezus te verleiden tot iets wat Hij helemaal niet wil. De duivel gebruikt Jezus’ gevoel om Hem over te halen iets te doen wat Hij met zijn verstand niet wil. De duivel wil Jezus ontrouw maken aan God de Vader zodat Jezus zijn opdracht hier op aarde niet zou gaan uitvoeren, of op een verkeerde manier. En omdat de verleiding zo erg was voor Jezus, noemen we wat er toen gebeurd is de verzoeking in de woestijn.

 

Jezus’ trouw serieus op de proef gesteld

Misschien denk je nu, met die moeite die het Jezus gekost heeft valt het allemaal wel mee. Ik lees daar niets van in de Bijbel. Bovendien, Jezus is toch ook God, Hij kon toch vanuit zijn godheid hier op reageren? Voor Hem was het geen kunst om de verleiding te weerstaan.

 

Toch denk ik dat je dit niet zo moet zeggen. Het klopt dat Jezus God en mens was (en nog steeds is), maar je moet dat niet tegen elkaar uitspelen. Jezus had voor zijn opstanding een lichaam zoals wij. Een lichaam dat gevoed moet worden en moe kan worden. Jezus had menselijke emoties: boosheid, verdriet en liefde. Hij had menselijke ervaringen zoals werken, gehoorzaam zijn, leren en verleiding. Jezus had een sterfelijk lichaam, want de eeuwige Zoon van God werd bij zijn geboorte een sterveling. Hoe je je dat precies moet voorstellen, dat Jezus tegelijk echt mens en echt God is, weet ik niet. Maar bij de verzoeking in de woestijn is het niet goed om aan de ernst van de verzoeking af te doen door te zeggen: maar Jezus is toch ook God, die verleidingen hadden dan toch geen vat op Hem?

 

Juist de evangelist Lucas vraagt aandacht voor het mens zijn van Jezus. De verzoeking in de woestijn vond plaats direct nadat Jezus door Johannes gedoopt was in de Jordaan. In de evangeliën van Matteüs en Marcus is dat heel duidelijk te zien. Bij Lucas lijkt het anders. Tussen het bericht van Jezus’ doop en het verhaal van de verzoeking in de woestijn heeft hij een geslachtsregister. Allemaal namen. Toch weet ook Lucas dat de verzoeking direct na de doop in de Jordaan plaats vond. In 4:1 verwijst Lucas daarnaar. Jezus is ‘vol van de heilige Geest’, die was immers bij zijn doop in de vorm van een duif zichtbaar op Hem gekomen. Lucas zegt ook: Jezus ‘keerde terug van de Jordaan.’ Zo laat Lucas zien dat hij weet dat de verzoeking van Jezus direct na zijn doop plaatsvond.

 

Waarom dan dat geslachtsregister? Lucas plaatst dat hier voor de verzoeking in de woestijn om daarmee aan te geven dat Jezus echt mens is en dat Hij de verzoeking door de duivel onderging juist als mens. Lucas vertelt eerst hoe oud Jezus op dat moment was, in de dertig, en daarna vertelt hij iets over Jezus’ afkomst. Leeftijd en afkomst zijn typisch dingen die een mens heeft maar een geest niet. Die God de Vader niet heeft en die God de Geest ook niet heeft. Wij belijden dat de Zoon van God net als de Vader en de Geest van eeuwigheid is, maar sinds hij als mens geboren is uit Maria heeft de Zoon van God ook een leeftijd.

 

Jezus heeft een menselijk lichaam net als wij. Als je dat vergeet wordt de verzoeking van Jezus nep. Dan is het niet echt meer, dan wordt het een toneelstukje. Wat zou dan nog de betekenis ervan zijn? Jezus staat dan toch mijlenver boven ons in zijn goddelijkheid? Logisch dat Hij de verleiding aan kan. Nee, het is juist anders, zegt ook de schrijver van de Hebreeënbrief. Wij hebben een hogepriester die kan meevoelen met onze zwakheid, ‘want Hij is in alle dingen op gelijke wijze als wij verzocht geweest. Maar, zonder te zondigen.’ De zonde lokte Jezus wel aan. De zonde trok aan Hem. Maar Hij was en bleef gehoorzaam. Hij zondigde niet. Als je daar over nadenkt -dat Jezus de verleiding om te zondigen wel voelde maar er nooit aan toegaf- dan word je stil van verbazing. Van ons uit geredeneerd is dat onmogelijk.

 

Dat Jezus echt verzocht is geweest, dat Hij de verleiding in zijn lichaam en in zijn denken gevoeld heeft, mag ons troosten. Dat mag ons de vrijmoedigheid geven, zegt Hebreeën, om bij Hem om hulp te vragen. Jezus weet waar je het over hebt als je met je problemen bij Hem komt. Met verleidingen die telkens weer op je afkomen. Met zonden waar je telkens weer opnieuw tegen moet strijden. Hij weet hoeveel energie dat kost en Hij weet hoe moe je daarvan wordt.

 

Jezus blijft trouw: Hij wacht

Jezus is door de Heilige Geest naar de woestijn gestuurd. Daar loopt Hij nu al veertig dagen rond. Elke dag opnieuw probeert de duivel Hem te verleiden en Jezus van zijn Vader los te weken. Bij Jezus’ doop had Gods stem geklonken: ‘U bent mijn Zoon, de geliefde, in U heb ik mijn welbehagen.’ Daar probeert de duivel tussen te komen. Net zoals hij ooit tussen Adam, Eva en God was gekomen. Hen had hij met succes van God losgeweekt. Nu probeert hij het met Jezus opnieuw.

 

Veertig dagen loopt Jezus rond zonder te eten. Niet omdat er niets te vinden zou zijn, Johannes de Doper at in de woestijn sprinkhanen en wilde honing. Matteüs zegt dat Jezus bewust niet at. Hij wilde vasten om zich beter te kunnen richten op het gebed en op de overdenking van Gods woorden en beloften. Maar na die veertig dagen krijgt Jezus honger. Je kunt je voorstellen dat Hij zich behoorlijk slap zal hebben gevoeld. Juist dan komt de duivel met een nieuwe aanval. Hij probeert Jezus te pakken in zijn zwakheid van dat moment, Jezus heeft echt enorme honger. En jongens en meisjes, misschien weten jullie hoe dat voelt als je honger hebt. Misschien heb je wel eens meegedaan aan een actie als ‘zip your lips’ (24 uur niet eten voor een goed doel). Dat doet al zeer in je buik en maakt je lamlendig.

 

Jezus voelde zich ook slap en lamlendig, wat wilde Hij graag iets eten. Dan zegt de duivel: ‘Als u Gods Zoon bent, waarom maakt u van die steen daar dan geen brood?’ De duivel had goed geluisterd toen Jezus gedoopt werd in de Jordaan. Jezus is de Zoon van God, laat Jezus daar dan ook gebruik van maken. Laat Jezus de kracht die in Hem is omdat Hij de Zoon van God is, gebruiken om van die ellendige honger af te komen. Waarom niet?

 

Maar Jezus doorziet het. Als hij dit doet plaatst Hij zich daarmee wel heel makkelijk boven de mensen. Dan is Hij niet langer een van hen zoals Hij dat was bij de doop in de Jordaan. Want Hij had zich laten dopen al had Hij geen zonden. Nu moet blijken of Jezus trouw is aan zichzelf, aan zijn opdracht. Blijft Hij mens, in alle afhankelijkheid? Wil Hij lijden als mens voor de mensen? Of denkt de mens Jezus aan zichzelf en zet Hij zijn goddelijke macht in om van zijn honger af te komen? Dat is de angel in de eerste verzoeking. Maar Jezus houdt stand. Hij zegt tegen de duivel: ‘niet alleen van brood zal de mens leven.’ In Deuteronomium 8:3 (waar deze zin vandaan komt) gaat het zo verder: ‘maar van alles wat van de mond van de Here uitgaat.’ Dat betekent dat Jezus wil wachten op het machtswoord van de Vader. Jezus wil wachten op God, dat Hij Hem voedt.

 

Is dat niet lijdelijk, je moet toch ook aan jezelf denken? Als God je bepaalde mogelijkheden gegeven heeft dan mag je daar toch gebruik van maken? In onze samenleving is afwachten een eigenschap die je liever verbergt. Assertiviteit is beter, op je strepen staan en je laten gelden. Maar bedenk, het kan je van je trouw aan God afleiden. Je laten gelden is nu net iets dat tegenover God geen enkele betekenis heeft. In je omgang met God heb je geen eens strepen om op te staan. Leven bij God is vaak afwachtend leven: leven in de verwachting dat Hij voor je zal zorgen. Dat vinden we vaak moeilijk. Dan is de verleiding groot om aan jezelf te gaan denken en zelf je maatregelen te nemen.

 

Maar Jezus blijft trouw, Hij wil wachten in plaats van aan zichzelf te denken. Hij wacht op Gods zorg en zet zijn goddelijke kracht niet in voor zichzelf. Jezus is trouw aan zijn opdracht, Hij is naar de aarde gekomen om zijn kracht in te zetten voor de mensen.

 

Jezus blijft trouw: Hij dient

In de tweede verzoeking wordt Jezus verleid om net als de duivel de macht te grijpen. Maar Hij weet, Ik ben gekomen om te dienen. Nu is dienen moeilijk. Dienstbaarheid lijkt wel iets van vroeger te zijn. Tegenwoordig moet alles betaald worden. Vrijwilligers zijn steeds minder te krijgen. Dienen is een vies woord geworden, je bent toch geen slaaf? Je moet jezelf zien te verkopen, weten wat je waard bent. Dienen past daar niet bij. Macht is leuker. Mensen willen graag dingen -en mensen- in hun macht hebben, met alle problemen van dien. Denk maar aan politieke leiders die een heel volk in hun greep hebben en uitzuigen. Dat is machtsmisbruik.

 

De duivel is net zo, hij zuigt mensen ook leeg. Bij de duivel komt geen mens tot zijn recht. Dat wil de duivel je wel doen geloven, bij hem zou het leven mooi zijn. Hij geeft je wat je lekker vindt. Maar uiteindelijk kom je bedrogen uit. Het draait allemaal om hem zelf, hij moet aan zijn duivelse trekken komen: eer, aanzien en macht.

 

Dat spiegelt hij Jezus ook voor in de tweede verzoeking. Word als mij, zegt de duivel tegen Jezus. Ik wil er zelfs mijn macht over de volken en hun koninkrijken voor opgeven. Aanbid mij en je wordt net zo’n duivel als ik. Dan kun je al je gevoelens van macht heerlijk botvieren.

 

Nee, zegt Jezus, alleen God mag aanbeden worden. Alleen Hij mag gediend worden. Jezus wil de macht ontvangen uit de hand van zijn Vader door Hem trouw te blijven. De korte weg naar de heerschappij over de hele wereld, de weg zonder lijden en kruis, wil Jezus niet gaan. Omdat Hij weet dat het er dan voor de wereld niets beter op wordt. De wereld is er niet mee gediend dat ook Jezus afvallig wordt van zijn Vader. De wereld kan alleen gered worden uit de hand van de duivel door het lijden van Jezus, als gehoorzame Zoon van zijn Vader. Hij pleegt geen coup tegen zijn Vader, Hij aanbidt zijn Vader.

 

Jezus blijft trouw: Hij gelooft

In de derde verzoeking staan de duivel en Jezus op het dak van de tempel. Onder hen is de diepte. Dan komt de duivel met een aanhaling uit de psalmen, hij zegt: in de Bijbel staat toch dat God engelen opdracht zal geven om u, de geliefde, te beschermen? En dat u uw voet aan geen steen zult stoten? Spring dan naar beneden, en kijk of het waar is.

 

Dat is herkenbaar toch, twijfel en aanvechting. Zou het allemaal wel waar zijn? Klopt het wel wat in de Bijbel staat? Houdt God wel van mij? Je kunt in de verleiding komen om Gods trouw te testen en zijn liefde uit te proberen. Je hoort toch vaak van bijzondere gebeurtenissen? Ongelukken die op wonderbaarlijke wijze goed afliepen, mysterieuze verschijningen in noodsituaties; zoiets kan je geloof toch versterken? Als ik dat eens mee zou maken, dan zou ik voorgoed van mijn twijfel af zijn. Als ik nu eens één keer een glimp van Gods liefde voor mij mocht zien.

 

Zo wordt Jezus ook verleid tot twijfelen. Twijfel is op zichzelf geen probleem. Mensen zijn zwak. Wij kunnen gemakkelijk aan God en aan ons geloof gaan twijfelen. Maar wat de duivel je dan influistert is om die twijfel te voeden, om die twijfel een legale plek te geven. En om die twijfel op Gods bord te leggen: God moet maar eens wat laten zien. God moet mij in mijn twijfel maar eens tegemoet komen door een wonder te laten zien.

 

Maar Jezus blijft trouw, Hij wil als mens geloven in plaats van te twijfelen. Hij laat zich niet verleiden om Gods trouw te testen. Hij onderwerpt zich net als ieder mens aan Gods opdracht om Hem op zijn woord te geloven. Zo begint hier voor Jezus direct na zijn doop in de Jordaan al de verlatenheid: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u Mij verlaten?’

 

Jezus’ trouw betekent lijden

De duivel probeert Jezus te verleiden op alle mogelijke terreinen. Hij verzoekt Jezus in zijn relatie met zichzelf: gebruikt Hij zijn goddelijke macht voor eigen gemak? De duivel verzoekt Jezus in zijn relatie met de wereld: wil hij de wereld dienen of over haar heersen? En de duivel verzoekt Jezus in zijn relatie met de Vader: vertrouwt Jezus de woorden van de Vader of zoekt Hij bewijzen?

 

Hiermee laat Lucas zien dat de duivel op alle mogelijke manieren geprobeerd heeft Jezus tot ontrouw te brengen. Lucas schrijft: ‘toen de duivel alle verzoekingen ten einde gebracht had, week hij van Hem tot een bestemde tijd.’ Alle mogelijke verzoekingen heeft de duivel ingezet. Voor het moment is hij uitgespeeld, maar er zal opnieuw een moment komen dat de duivel gaat proberen Jezus van zijn werk af te houden.

 

Lucas kan dat opschrijven omdat hij achteraf schrijft, na Jezus’ dood en opstanding. Jezus heeft blijkbaar verteld wat er in de woestijn gebeurd is toen Hij alleen was met de duivel. Jezus heeft het verteld omdat door deze gebeurtenissen duidelijk werd dat heel zijn leven gevuld was met lijden. De verzoeking in de woestijn is een vooruitblik op Jezus’ leven en lijden, dat zou uitlopen op het kruis.

 

Als bijbellezer word je zo direct met je neus of de feiten gedrukt: Jezus leed voor mij. Heel Jezus’ leven staat in het teken van lijden. De eeuwige Zoon van God, die echt en eeuwig God is en blijft, heeft zich voor mij vernederd door mens te worden. Hij zag af van zijn macht, Hij wilde door te dienen de wereld voor zich winnen en Hij wilde geloven net als iedereen. Zo ver is Hij gegaan in zijn liefde voor mij.

 

Je zou graag geloven in de goedheid van de mens, de mens die geen verlosser nodig heeft. Je hoeft het journaal maar aan te zetten om te zien wat mensen elkaar aandoen en je bent genezen. Ook als je het verhaal over de verzoeking in de woestijn leest, moet je je geloof in de goedheid van de mens laten varen. Bedenk wat de Zoon van God als mens heeft moeten ondergaan. Hoe hij geleden heeft onder de telkens terugkerende strijd met de duivel. Hij deed dat voor jou en mij, want wij kunnen het lijden niet aan.

 

Dit is moeilijk om toe te geven. Dat je er zelf niet uitkomt. Dat jij de oorzaak bent van Jezus’ lijden. Voor iedere keer dat jij voor de verleidingen van de duivel valt is Jezus overeind gebleven. Hoe vaak willen wij zelf niet onze zaakjes regelen in plaats van te wachten op God? Hoe vaak zijn wij niet uit op macht in plaats van te willen dienen? En zoeken wij vaak ook niet bewijzen in plaats van dat we God willen geloven op zijn woord?

 

Jezus’ trouw betekent voor Hem een leven lang lijden onder de vernedering die Hij moest ondergaan. Jezus is op gelijke wijze als wij verzocht geweest, daar mogen wij ons aan optrekken en onze troost in vinden. Het bepaalt ons er ook bij hoe nodig wij Jezus hebben. Amen.