Vrij, door Jezus' eigendom te zijn
14 november 1999
De mens Jezus is de eniggeboren Zoon van God. In zijn gezicht zie je Gods liefde. Neem Jezus aan als je Here en je God.
Lezen: Johannes 1:1-18 en 8:30-36
Tekst: Zondag 13
Stel er treedt ergens een muziekgroep of cabaretier op. Of een spreker komt een verhaal vertellen. Wat heb je nodig voor zo’n optreden? Hoe kun je er voor zorgen dat het een succes wordt? Er zal een podium zijn, want je moet hem of haar goed kunnen zien. Het licht in de zaal is gedimd. Dan begint het optreden. Uit het donker komt iemand naar voren. Opeens flitst de schijnwerper aan, een bundel licht straalt door het duister. Alle ogen worden naar het podium getrokken door de zee van licht. Daar staat de grote ster, in het licht van de schijnwerper.
Voor een optreden heb je een schijnwerper nodig zodat alle ogen gericht zijn op de grote ster. Iedereen die hem ziet is uitzinnig van blijdschap. Als je hem eens van dichtbij mocht zien, als je hem eens de hand kon schudden, als hij nou eens van het podium afkwam om speciaal even met jou te praten... Vandaag staat er ook iemand op het podium in het licht van de schijnwerper. Terwijl het donker was kwam Hij zomaar naar voren. Een zee van licht straalt om Hem heen. De grootste ster van hemel en aarde verschijnt op het wereldtoneel. Als je Hem eens van dichtbij mocht zien, als je Hem eens de hand kon schudden, als Hij nou eens speciaal naar jou toekwam zodat je Hem persoonlijk leerde kennen...
Vandaag staat in het licht van de schijnwerper:
De mens Jezus, Hij is de eniggeboren Zoon van God
Jezus, hier op aarde geboren net als iedereen, is meer dan mens. Hij is de eeuwige Zoon van de levende God. Zo belijden wij dat in de Apostolische Geloofsbelijdenis. Zo belijden wij dat in Zondag 13. Zo spreekt Johannes ook in zijn evangelie over Jezus: de mens Jezus is de eniggeboren Zoon van God. Johannes schrijf zijn evangelie als laatste van de vier. Matteüs, Marcus en Lucas zijn al klaar. In hun boeken lees je het verhaal van het leven van Jezus. Daarom belicht Johannes het verhaal van Jezus van een andere kant. Hij zegt: Jezus kennen wij allemaal wel, Hij heeft bij ons gewoond hier op aarde. Met Hem hebben wij gepraat, gegeten en gelachen. Maar die Jezus is de Zoon van God. Wij hebben Hem gezien en aangeraakt, en al die tijd was hij de Zoon van God.
Als je nu terugkijkt, zegt Johannes, herken je zoveel dingen. Zijn heerlijkheid en verschijning, datgene wat Hij altijd uitstraalde, was de heerlijkheid van God zelf. Johannes zegt: niemand heeft ooit God gezien, maar Jezus komt bij Hem vandaan. Jezus is de eniggeboren Zoon van God en in zijn gezicht zie je de trekken van de Vader.
Johannes richt de schijnwerper op de mens Jezus, Hij is de Zoon van God. Maar niet iedereen kijkt naar het podium. Sommigen zijn meer met zichzelf bezig. Achter in de zaal kletsen mensen over heel andere dingen, het interesseert ze niet wat er vooraan gebeurt. Er zijn ook mensen die heel brutaal het podium opklimmen om daar te gaan schreeuwen en de aandacht op zichzelf te richten. Ze roepen: Jezus is niet wat je denkt, Hij is maar gewoon een mens. Hoe kan dat nou dat een mens God is?
Maar Johannes houdt vol, de mens Jezus is de Zoon van God. Hij roept een getuige op, luister naar zijn verhaal. Hier heb je Johannes de Doper, Hij heeft Jezus met zijn eigen handen gedoopt. Hij heeft Hem aangewezen: die man die daar tussen de mensen staat, is het Licht van de wereld. Over Hem heb ik het altijd gehad, de man die na mij komt was er al voordat ik er was.
Jezus heeft op onze aardbol rondgelopen. Je kunt naar Israël gaan. Ga dan eens aan de oever van het meer van Galilea staan en kijk naar de golven die op het strand breken. Kijk naar de heuvels aan de overkant. Dan zie je wat Jezus zag, zo stond Hij daar ook. Op het strand, uitkijkend over het water.
Jezus is echt mens. Hij had een lichaam zoals wij. Maar als je goed kijkt zie je die bijzondere glans in zijn ogen. Als je goed luistert hoor je het aan zijn stem, Hij komt hier niet vandaan. Nee, Hij komt bij de Vader vandaan. Jezus is de eniggeboren Zoon van God.
Omgaan met Jezus is: ver weg en toch dichtbij
De eeuwige Zoon van God is een mens geworden met wie je kunt praten en die kan aanvoelen wat je bedoelt. Hij weet wat pijn in je lichaam is, Hij weet wat zorgen zijn en hoe je daar mee kunt rondlopen. Hij weet wat het is om jong te zijn en op te groeien in een wereld vol duisternis die zich niet stoort aan God en gebod.
Tegelijk kan Jezus ver van je af staan. Hij is nu niet meer op aarde. Je kunt Hem niet meer aanraken en zien. Dat maakt dat je afstand voelt. Jezus kan zo onbereikbaar voor je zijn. Dan kun je met een zucht zeggen: was ik er toen maar bij geweest, dan was het allemaal veel gemakkelijker. Nu is het zo moeilijk, de afstand is zo groot. Je kunt terugschrikken voor Jezus’ hemelse heerlijkheid, Hij is de eniggeborene van God zelf. Hoe zou je Hem ooit in zijn heerlijkheid kunnen ontmoeten?
Jezus is in de hemel en wij zijn hier op aarde, dat schept afstand. Inderdaad, Jezus is bij zijn Vader in de hemelse heerlijkheid. Daar kwam Hij ook vandaan voor Hij naar de aarde kwam om onder ons te wonen. Die periode op aarde was dan ook uiterst belangrijk. Als je niet gelooft dat de Zoon van God als mens hier op aarde heeft rond gelopen, ben je het contact met de hemel kwijt. Dan is de afstand niet meer te overbruggen.
Omgaan met Jezus heeft iets van ver weg en toch dichtbij. Daar zit een spanning in. Hij is ver weg want Hij is de Zoon van de eeuwige God, hoog in majesteit en heerlijkheid, maar Jezus is ook dichtbij want Hij is iemand met wie je mag omgaan van mens tot mens.
In het gezicht van Jezus zie je Gods liefde
Niemand heeft ooit God gezien, zegt Johannes. Wij kunnen hem dat makkelijk nazeggen. Niemand van ons heeft God gezien, dat zou ook teveel voor ons zijn. Ooit konden mensen God wel in de ogen kijken: Adam en Eva in het paradijs. Maar na hun openlijke opstand tegen God voelden ze het al aankomen, we kunnen God niet meer recht in de ogen kijken. Vlug, verstop je ergens.
God heeft daar verdriet van. Hij wil met mensen omgaan. God heeft de mens geschapen omdat Hij gediend wil worden. Hij wil dat mensen Hem vrijwillig dienen en eren en zijn naam groot maken. Dat mensen zijn trouw en heerlijkheid bezingen. Daarom schiep Hij de mens met keuzevrijheid. De mens kon kiezen, voor of tegen God. En dat was goed. Als God zijn scheppingswerk bekijkt, ook de mens met zijn keuzevrijheid, zegt Hij: en zie, het was zeer goed.
Maar dan gaat het fout. De goede mens, met zijn goede keuzevrijheid, kiest fout. Hij kiest tegen God. Hij vertikt het om God te dienen. De mens zegt: ik ben liever zelf god. Zo komt het kwaad in Gods goede schepping. Zo spoelt het kwaad nog elke dag over Gods wereld, die ooit zo mooi gemaakt was.
God laat het er niet bij zitten, Hij stuurt zijn eniggeboren Zoon, zijn lieveling. De eeuwige Zoon van God komt naar de aarde. De Zoon van God die zelf betrokken was bij de schepping gaat de weg van de mens: geboren worden als een baby. Hij groeit op, leert praten en lopen. Filippenzen zegt: Hij kwam in de gestalte van een diensknecht en is de mensen gelijk geworden. Dat is opofferende liefde van de Vader, Hij geeft zijn liefste, zijn enige Zoon aan mensen die het niet waard zijn. In het gezicht van Jezus zie je Gods liefde. Kijk naar Jezus, kijk Hem in de ogen. Zie het vaderhart dat overstroomt van liefde voor jou, verloren zoon, en voor jou, verloren dochter.
Neem Jezus aan als Here en God
Zo zei Thomas dat. Je kent hem wel, de ongelovige Thomas. Alle discipelen hadden Jezus na zijn opstanding gezien, behalve Thomas. Toen ze hem vertelden dat Jezus was opgestaan en aan hen verschenen was, zei hij: eerst zien, dan geloven. En dan komt Jezus, de opgestane, met in zijn verheerlijkt lichaam de wonden. In zijn handen, in zijn voeten, in zijn zij. Die wonden van grof geweld, toegebracht uit haat. Hij zegt: Thomas, voel met je vinger over mijn hand en leg je hand in mijn zij. Dan gelooft Thomas het ook: mijn Here en mijn God!
Wat zouden wij graag die ongelovige Thomas zijn om zo te leren geloven. Aanschouwelijk onderwijs van Jezus zelf. Met het geloof van Thomas is niets mis. Maar Jezus zegt: gelukkig ben je als je niet gezien hebt en toch gelooft.
Dat is ook de reden dat de evangelist Johannes dit allemaal heeft opgeschreven. Hij zegt: ik heb dit opgeschreven ‘opdat je gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat je, gelovende, het leven hebt in zijn naam.’ Wil je leven, zegt Johannes, dan moet je je verbinden aan de naam Jezus. Door geloof. Door hardop te zeggen: U bent mijn Here en mijn God.
Thomas heeft zijn geloof niet van zichzelf, Hij moet er bij getrokken worden door de Here zelf. Want Thomas moet een apostel worden van Jezus, Hij gaat straks als getuige de wereld in om Gods liefde te verkondigen. Daarvoor moet hij trouw zijn aan de meester, daarvoor moet hij de genade en de waarheid van de eniggeboren Zoon van God kennen. Uit de volheid van de heerlijkheid van Gods Zoon ontvangt Thomas genade op genade. De ene genade van God overtreft nog de andere. Want God had zijn wet gegeven door Mozes, de wet die Thomas zo goed kende, de wet die God bij de Sinaï had gegeven. Dat is zijn liefde op schrift, zwart op wit. Maar in Jezus is nu de belichaming van Gods liefde gekomen. Gods liefde loopt rond op aarde en Hij is sprekend zijn Vader. Neem Jezus aan als jouw Here en God door te geloven in Jezus’ afkomst en door te geloven in zijn liefde. Op die manier beantwoord je Gods liefde voor jou.
Zo mag je een kind van God worden
De Catechismus zegt in Zondag 13: Jezus is de eniggeboren Zoon van God. Wij zijn ook Gods kinderen, maar op een andere manier. Jezus is de eeuwige en natuurlijke Zoon van God. Johannes zegt: Jezus lag aan de boezem van de Vader. Dat betekent, zij eten van dezelfde tafel, zij liggen samen aan. Zo ging dat in de tijd van Jezus, mensen zaten niet op een stoel te eten maar ze lagen rond een tafel op rustbanken. Heel ontspannen en persoonlijk. Zo was de Zoon bij God voordat Hij naar de aarde kwam. Zo is Hij nu, nadat Hij op aarde is geweest, met zijn menselijk lichaam bij God en ze eten van dezelfde tafel.
Ons is de toegang tot het huis van Vader ontzegd want wij zijn vies en vuil door de zonde. Onze kleren zien er niet uit. Onze daden zijn niet in overeenstemming met de huisstijl van God. Want wij zijn slaven van een ander, wij zijn slaven van de zonde. En de Joden? Zij willen daar niets van weten: ‘wij zijn Abrahams nageslacht en nooit iemands slaven geweest.’ Maar dan zegt Jezus: ‘Voorwaar, voorwaar een ieder die zonde doet, is een slaaf van de zonde.’ Denk niet dat je zelf kunt bepalen of je iets wel of niet doet, zondigen doe je omdat je niet anders meer kunt. Je zit er in vast, je bent een slaaf van de satan.
Maar er is een kans om terug te komen bij de Vader. Neem Jezus aan als jouw Here en God. Dan krijg je opnieuw de rechten van een kind. Het recht om in zijn huis te komen, het recht om van zijn tafel te eten, het recht om God weer Vader te noemen.
En dan geeft God ons een geweldige voorsprong door de doop. Op het moment dat wij nog vies en vuil zijn door de zonde komt Jezus naar ons toe om ons schoon te wassen. Hij maakt ons tot kinderen van God. Dan mogen onze kinderen het ook leren belijden: Jezus is ook mijn Here en mijn God.
Kind van God zijn, dat is leven in het licht van Jezus. Hij is kind aan huis bij God. Als wij Christus aannemen als Heer en God in ons leven, mogen wij weer thuiskomen bij de Vader. Kind van God zijn uit genade, omdat Jezus dat wil. Koester je in die warme liefde van God.
Laat je vrijmaken, door Jezus’ eigendom te worden
Wanneer de Zoon je vrijgemaakt heeft, zul je werkelijk vrij zijn. Dat is de genade en waarheid van Jezus. Met zijn kostbaar lichaam kocht Hij ons weg bij de satan. De Zoon van God koopt slaven om ze direct de vrijheid te geven. Want bij Hem is vrijheid. Eigendom van Jezus zijn is vrijheid. Als Jezus je heer en meester is, is je leven goed. Jezus is een heer die hart heeft voor zijn slaven. Want slaaf van Christus zijn betekent kind worden van God.
Eigendom van Jezus zijn, dat betekent dat je je in zijn macht bevindt. Is dat beknellend? Moet je in het huis van God altijd zachtjes op je tenen lopen en je strikt aan de regels houden? Nee, zo zit het niet. In Gods huis gaat het niet om regeltjes, bij God gaat het om liefde. Kijk maar naar Jezus, in zijn gezicht zie je Gods liefde. God geeft zijn liefste, zijn enige Zoon voor het herstel van de relatie tussen Hem en de mens. Beantwoord die liefde van God door je zijn huisstijl eigen te maken.
Laat je vrijmaken door Jezus’ eigendom te worden. Door met de Apostolische Geloofsbelijdenis en met Zondag 13 te belijden: Jezus, de eniggeboren Zoon van God, is mijn Here en mijn God, Hij heeft mij verlost van al mijn zonden. Eigendom van Jezus zijn betekent een zucht van verlichting: eindelijk los van de macht van satan. Want het is zo’n ongelijke strijd, tegen de satan kunnen wij nauwelijks op. Gelukkig koopt Jezus ons vrij, elke dag dat je Hem aanroept: mijn Here en mijn God! Amen.