Waar christenen op hopen
25 mei 2025
De toekomstige heerlijkheid wint het van lijden en kwaad.
Lezen: Romeinen 8:12-18 en Jakobus 1:12-18
Tekst: Romeinen 8:18 en Jakobus 1:12
Zijn christenen slimmeriken of sukkels? Zijn die vier jongeren die belijdenis doen slimmeriken of sukkels? Je zou kunnen denken dat christenen gewoon een slimme keus gemaakt hebben. Een keus die hen het meeste voordeel oplevert. In Romeinen 8:18 zegt de apostel Paulus: het lijden van nu staat in geen verhouding tot de heerlijkheid van de toekomst. Geloven is soms best afzien. Maar daar staat tegenover dat je later de hemelse heerlijkheid krijgt. Zijn christenen dan niet gewoon mensen die de voordelen afwegen tegen de nadelen en concluderen dat geloven hen meer oplevert dan kost? Met een moeilijk woord, zijn christenen opportunisten, mensen die vanuit eigenbelang een handige keus maken?
Maar komt die heerlijke toekomst wel echt? Heel veel mensen in deze wereld geloven daar niks van. Maar als er helemaal niet zoiets is als een heerlijke toekomst, dan zijn christenen dus gewoon enorme sukkels. Hun hele leven zijn ze druk met geloof maar daar staat niets tegenover. Ze hebben niet alleen op het verkeerde paard gewed, maar er is helemaal geen paard. Volgens veel mensen zijn christenen gewoon sukkels. Ze steken energie in iets wat nooit komt.
Er is nog een derde optie. Christenen kunnen ook sporthelden zijn. Jullie hier vooraan zijn sporthelden. Voor ik daar meer over ga zeggen nog even terug naar Romeinen 8:18. Vaak wordt die tekst gelezen alsof het over een soort weegschaal gaat. Je hebt het lijden nu, je hebt de heerlijkheid straks, en de heerlijkheid weegt zwaarder. Het lijden nu staat in geen verhouding tot de heerlijkheid straks. Voor wie van wiskunde houdt: 1 op 100? Zoiets. Je lijden nu is niet te vergelijken met de heerlijkheid van straks in de hemel. En dus weet je wat je moet kiezen.
Maar als ik nou eens zeg dat het hier helemaal niet gaat over wat je kiest. De mensen aan wie de Romeinenbrief geschreven is hebben al lang gekozen. Voor God. Voor Christus. Voor het geloof in Hem. Net al jullie. Jullie hebben ook gekozen. Daarom zit je hier vanochtend vooraan. Romeinen 8:18 spoort niet aan om te kiezen, maar bemoedigt hen die al een keus gemaakt hebben. De christenen in Rome hebben namelijk een probleem. Een probleem dat jullie ook hebben. En ik en wij allemaal. Namelijk dat je, ondanks dat je christen bent, nog steeds aanloopt tegen de macht van het kwaad. En dat kwaad veroorzaakt lijden, verdriet, pijn en moeite. Er is kwaad in deze wereld waar we moeite mee hebben, of het ons nou persoonlijk raakt of niet. Denk aan iets als oorlog. Maar er is ook kwaad binnenin ons. Wij doen zonden. We vallen voor verleiding. Waar je dan weer van baalt.
Maar is de bemoediging van Romeinen 8:18 dan dat je nu moet afzien maar straks in grote heerlijkheid mag leven? Dat is best bemoedigend natuurlijk. Maar het gaat nog veel verder in Romeinen 8:18. Wat Paulus hier zegt is dat het lijden nu geen partij is voor de heerlijkheid van straks. Dus niet mijn leven nu en mijn leven straks worden naast elkaar gezet, maar het lijden zelf wordt vergeleken met de heerlijkheid van straks. Misschien wordt het duidelijker als ik zeg: de macht van het kwaad wordt vergeleken met de macht van de heerlijkheid. En wie denk je dan dat er wint, de heerlijkheid of het kwaad? Romeinen 8:18 gaat niet over ons maar over de toekomst van de wereld. En dan wordt er gezegd: de macht van het kwaad delft het onderspit en de heerlijkheid van God zal eens de verste uithoeken van de kosmos vervullen. In het Grieks staat er: het lijden van nu is niet opgewassen tegen de heerlijkheid van straks. Er worden hier geen dingen met elkaar vergeleken waarbij het één dan net wat meer gewicht in de schaal legt dan het ander, nee de bemoediging hier is dat Gods heerlijkheid het finaal wint van het kwaad.
Wat is dan de heerlijkheid van God, die heerlijkheid waar wij straks in mogen leven, waar wij in mogen delen? Waar hopen christenen op? En met ‘hopen’ bedoel ik: waar kijken christenen naar uit? Wat verwachten zij? Ik kan het negatief zeggen, dat doet de Bijbel ook op verschillende plaatsen (Jesaja 25:8, Openbaring 21:4): wij verwachten een wereld zonder zonde, zonder dood, zonder strijd. Dus geen strijd meer tussen mensen onderling, maar ook geen strijd meer in jezelf; wat kun je daar ook moe van worden. Maar de heerlijkheid die wij als christenen verwachten kun je ook positief omschrijven: wij zien uit naar een heerlijke, heilige, volmaakte en innige relatie met God. Wij zien uit naar volmaakte relaties met de medemens. Wij zien uit naar een vernieuwde relatie met de schepping. Romeinen 8 zegt: de heilige Geest werkt hieraan. Dat is natuurlijk ook enorm bemoedigend. Want onze inzet voor het herstel van de relatie met God, voor goede relaties met de medemens, voor een goede omgang met de schepping, loopt vaak stuk. Het lukt ons niet. Ja, twee stappen vooruit, één achteruit. Of zelfs andersom: één vooruit, twee achteruit. Maar als de heilige Geest werkt aan die nieuwe, heerlijke wereld van God dan zal die zeker komen.
En nog zoiets bemoedigends: let op het woord ‘geopenbaard’ waarmee vers 18 eindigt. Het lijden nu staat in geen verhouding tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. Openbaren betekent bekend maken of onthullen. Maar dat betekent dat de heerlijkheid van God al bestaat. Die moet alleen nog zichtbaar worden. Net zoals in de knop van een bloem de hele bloem al aanwezig is. De heerlijkheid van God -al het goede, het volmaakte geluk- is ook nooit weg geweest. Ja, wel van de aarde. Na de zondeval trok God zich terug van de aarde. Daarmee trok ook zijn heerlijkheid en het volmaakte zich terug. Maar bij God, in God zelf, bleef de heerlijkheid altijd bestaan. Zie je nu ook hoe belangrijk het is om vast te houden aan het bestaan van de zondeval? Hoe rottig dat ook voor ons mensen is, want de zondeval zet ons telkens weer stil bij onze schuld. Maar voor wie niet gelooft in de zondeval is er geen enkele hoop. Want zonder zondeval zou er nooit een volmaakte heerlijkheid zijn geweest. Maar juist omdat er een volmaakte wereld vóór de zondeval bestond is de hoop terecht dat die wereld eens terugkomt.
De bemoediging van Romeinen 8:18 is dat de heerlijkheid van God eindeloos veel sterker is dan de macht van het kwaad. Het is dezelfde bemoediging als in de slotverzen van Romeinen 8. Hele bekende verzen. Paulus zegt: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer.’ Oftewel: geschapen dingen zijn nooit sterker dan de ongeschapen liefde van God. Net zo is de macht van het kwaad, die de schepping is binnengedrongen, nooit sterker dan de ongeschapen heerlijkheid van God. Ze staan in geen verhouding tot elkaar.
Dus Romeinen 8:18 zegt: je hoop als christen is terecht, de toekomstige heerlijkheid wint het van lijden en kwaad. Dit is een bemoediging voor wie gekozen hebben voor God. Een bemoediging om vol te houden. Een aanmoediging om vol te houden. En daarmee maken we de overstap naar Jakobus 1:12. Daar word je als christen gelukkig geprezen als je staande blijft in de beproeving. Wat is die beproeving? Ik denk dat dit hetzelfde lijden is als waar het in Romeinen 8 over gaat. Je geloof wordt op de proef gesteld (vers 3). Blijf jij ondanks tegenslag, strijd, moeite en verdriet hopen op de komende heerlijkheid van God? Geloven is te vergelijken met een duurloop. Een marathon. Daarom had ik het aan het begin van de preek over die derde optie: christenen zijn sporthelden. Dat is een bijbels beeld (1 Korintiërs 9:24-27, 2 Timoteüs 2:5 en 4:7, Hebreeën 12:1). In Jakobus 1:12 gaat het over een lauwerkrans. Dat was in de oudheid wat nu een medaille is. Een beeld uit de sport dat laat zien dat de prijs al klaarligt. Net als in Romeinen 8:18. Ieder die de wedstrijd uitloopt wordt gelauwerd.
Ik ga een en ander concreet maken. Hoe word je nou bemoedigd? Hoe laat je je aanmoedigen? Denk aan hoe dat gaat bij een marathon. Mensen staan langs de route en moedigen je aan met hun woorden: kom op, hou vol! Volgens Hebreeën 11 moet je dan denken aan al die bijbelse figuren die hebben volgehouden tot het einde toe. Maar je mag ook denken aan de gemeente nu. Jullie vier hier vooraan nemen vandaag je plek in de gemeente in. Laat je door al die mensen hier aanmoedigen. Kom op, zeggen ze, hou vol!
Om nog even in de sportwereld te blijven, luister ook naar de peptalk van de coach. In de kerk krijgen we elke zondag peptalk. Want geloven is afmattend en je krijgt soms gevoelige klappen te verduren. Denk aan een bokser. Als die in de touwen hangt, versuft en bijna knock-out, dan komt zijn coach en die praat op hem in. En dan staat die bokser weer op en gaat weer op zijn tegenstander af. Luister naar de peptalk.
En om nog even in de sfeer van het boksen te blijven, laat je wonden verzorgen. In de kerk heet dat pastoraat. Ambtsdragers, maar ook niet-ambtsdragers, komen bij je op bezoek. In de sport loop je gemakkelijk blessures op. In het geloof kan dat ook gebeuren. Al was het maar dat je als christen verdriet hebt om wat er in deze wereld allemaal mis gaat. Of verdriet om wat er in je eigen leven misgaat. Blessures moet je laten verzorgen zodat je weer verder kunt. Wie uit de wedstrijd stapt krijgt geen medaille, dat is het scherpe randje van dit verhaal. Nu noemde ik al even de Hebreeënbrief. In hoofdstuk 12:1 worden we aangemoedigd ‘vastberaden de wedstrijd (te) lopen die voor ons ligt’. En dan staat er in vers 2: ‘Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus.’ Jezus liep de wedstrijd al uit, de hele wedstrijd. Wij mogen achter Hem aan. In sporttermen heet dat de haas, iemand die het tempo voor andere renners hoog houdt. Laten wij de blik gericht houden op Jezus. Want uiteindelijk was het zijn heerlijkheid waartegen het kwaad het moest afleggen, was het zijn liefde waarvoor het kwaad geen partij was. Amen.