Waarom God mens werd

6 juli 2014

God stopte al zijn heerlijkheid, al zijn goddelijke majesteit en eeuwigheid in een mensje van zo’n 1.80m. Waarom?

Lezen: Matteüs 1:18-25

Tekst: Zondag 14

In deze preek ga ik de betekenis van de menswording laten zien in vijf punten. Het waarom van de menswording van Gods Zoon en het enorm waardevolle daarvan voor ons. Waarom werd God mens? God stopte al zijn heerlijkheid, al zijn goddelijke majesteit en eeuwigheid in een mensje van zo’n 1.80m. Waarom?

 

De Catechismus noemt in Zondag 14 maar één betekenis van de menswording van Gods Zoon. Nadat in v/a 35 is uitgelegd wat dat zinnetje betekent ‘die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria’, oftewel: God werd mens, wordt in v/a 36 gevraagd: wat is de waarde daarvan voor mij? Wat heb ik daaraan? Dat is het mooie van Kerst vieren in de zomer. Bij het kerstfeest in december zit er zoveel kerstgevoel omheen dat je zomaar die vraag kunt vergeten. Als je in de zomer Kerst viert dan kan die vraag je wat gemakkelijker bekruipen: wat heb ik er nou aan dat God mens werd? En het antwoord van de Catechismus is: Gods Zoon werd mens om met de zonde af te rekenen. Ja Goddank. Dit gaat vreselijk diep en hiermee is al bijzonder veel gezegd. Maar denk even met mij mee, je kunt er zo nog vier betekenissen bij bedenken. Ik laat u vanmiddag vanuit de bijbel vijf betekenissen zien van de menswording van Gods Zoon.

 

Waarom werd Gods Zoon mens?

1. Om ons de Vader te laten zien

2. Om met de zonde af te rekenen

3. Om te dienen

4. Om het vrederijk te stichten

5. Om ons bij te staan

 

Bij elk van deze vijf punten is de vraag: waarom kon een mens dat niet? Waarom kan ik dat niet? Waarom kan ik de Vader niet zien? Waarom kan ik niet met mijn eigen zonden afrekenen? Waarom kunnen wij mensen geen vrederijk op aarde stichten? Waarom moest Gods Zoon daar mens voor worden? Zo ontdekken we vanmiddag het wonderlijke evangelie van de menswording, de blijde boodschap van God die in zijn liefde ons in onze zwakheid tegemoet komt. Wij lopen als mensen zo vaak tegen ons onvermogen aan, tegen muren. Wij krijgen het nooit helemaal goed, in ons eigen leven niet, in de gemeente niet, in de wereld niet. En datgene wat wel lukt kunnen we niet vasthouden, blijkt niet duurzaam. Daarvoor werd God mens, Gods Zoon is mens geworden om dat te doen wat ik niet kan. Gods Zoon is mens geworden om het helemaal en blijvend goed te maken.

 

Ik loop ze nu bij langs. De volgorde is niet toevallig, daar zit een soort opklimming in.

 

1. Om ons de Vader te laten zien

Twee teksten hierbij. Johannes 1:18: ‘Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.’ En in Johannes 14:9 reageert Jezus op de vraag van een van zijn leerlingen ‘Laat ons de Vader zien, Heer’, met: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’

 

Soms kun je zomaar afstand voelen naar God de Vader, door wat ook maar in je leven. Of twijfel overvalt je, want je kunt God niet zien. Is Hij er wel echt? Daarom werd God mens. Zichtbaar en dichtbij. En wat je dan in Jezus van de Vader ziet is zijn liefde. Want het is: zo Vader zo Zoon. Ze lijken op elkaar. Net zoals aardse vaders en zonen op elkaar kunnen lijken. Ik weet niet of u vindt dat Bram erg op mij lijkt. Of omgekeerd, wie mijn vader niet kent kan zich een beeld van hem vormen door naar mij te kijken. Ken je mijn vader wel dan zul je zeggen: kwa uiterlijk, kwa stemgeluid, een bepaalde manier van doen, ja daar zie ik wel overeenkomsten in. Zo is het ook met Jezus en zijn Vader. Als je naar Jezus kijkt dan zie je hoe de Vader is. Zijn manier van doen heeft Jezus van zijn Vader. Vorige week zagen we dat heel duidelijk: God de Vader bekommert zich om mensen en Jezus wordt met medelijden bewogen. Het is dezelfde liefdevolle aandacht voor mensen in nood.

 

Bij die liefde van de Vader begint alles. Zonder die liefde van de Vader hadden wij hier niet gezeten. Hadden wij niet eens bestaan. Daarom heb ik deze op nummer 1 gezet. En als Gods Zoon geen mens was geworden hadden wij de Vader niet gekend, hadden wij niet geweten wie Hij is. Want Jezus laat niet alleen zien wie de Vader is, Hij vertelt ook over zijn Vader. Zondag 12 van de Catechismus zegt: ‘Als Profeet en Leraar heeft Hij ons de verborgen raad en wil van God over onze verlossing volkomen geopenbaard.’ Want de Vader wil in zijn liefde dat wij Hem kennen. De Vader wil zo graag zichzelf en al zijn liefde aan ons laten zien. Maar uit mijzelf kan ik de Vader niet zien. Hij woont in de hemel. En het licht dat van Hem uitgaat is te sterk voor mijn ogen. Het zou zelfs dwars door mij heen schijnen. Adam en Eva voelden dit aan toen ze zich voor God verstopten in de hof na hun zonde. Dat is het probleem van ieder mens na hen: je kunt God niet zien. Hij woont ‘in een ontoegankelijk licht’ (1 Timoteüs 6:16). Daarom werd God mens. Zichtbaar en dichtbij in zijn liefde.

 

2. Om met de zonde af te rekenen

Opnieuw twee teksten. In Romeinen 8:3 staat: ‘Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht. Vanwege de zonde heeft hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend.’ En in 2 Korintiërs 5:21 schrijft Paulus: ‘God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden.’

 

De Catechismus zegt in Zondag 14 dat de waarde van de menswording is dat Jezus mijn zonde voor Gods aangezicht bedekt. Jezus doet dat met zijn onschuld en zijn volkomen heiligheid. Ik denk dat dit ook een van de eerste dingen is waar we vaak als vanzelfsprekend aan denken: Jezus is gekomen om voor onze zonden te sterven. In de tijd waarin de Catechismus geschreven werd was dit ook een strijdpunt met de roomse kerk. Vandaar dat deze betekenis van de menswording als enige in de Catechismus staat.

 

Ik merk in mezelf ook dat ik het mens worden van God op een bepaalde manier gewoon vind. God werd mens. Ja en? Het enorme wonder daarvan en hoe vreselijk belangrijk dit voor mij is verdwijnt zomaar uit beeld. Ik ben er op een bepaalde manier aan gewend: God werd mens. Ja en? Maar behalve dat ik de Vader niet zou kennen -en wat zou ik dan vreselijk veel missen- ik zou ook een groot probleem hebben. Namelijk mijn zonden. Paulus zegt het heel mooi in Romeinen 8: Gods Zoon heeft met de zonde ‘afgerekend’. Afrekenen doe je met een vijand. De zonde was onze vijand, is onze vijand. Ik kan hem niet aan. Maar Jezus rekent met hem af, schakelt hem uit. Ik kon dat niet. Ik kan het nog steeds niet. Het zal me ook nooit lukken. God werd mens om dat te doen. Voor mij, in mijn plaats.

 

3. Om te dienen

Eerst weer twee teksten. In Marcus 10:45 zegt Jezus over zichzelf: ‘De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ En in Filippenzen 2:6-8 schrijft Paulus: ‘Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis.’ Deze gehoorzaamheid van Jezus is zijn liefdedienst aan God.

 

Ons dienen van God komt in volgorde na de bevrijding van de zonden. Zoals God Israël zijn wet gaf na de bevrijding uit Egypte, zo komt ons dienen van God nadat Jezus heeft afgerekend met onze zonden. De gehoorzaamheid die God van ons vraagt is niet bedoeld om daarmee Gods liefde te winnen -die liefde ontving je al- deze gehoorzaamheid is liefdedienst. Het is geen gehoorzaamheid om iets los te krijgen van God maar om iets terug te geven aan God. Maar lopen we daar vaak niet tegen een muur op? Is dit niet juist zo moeilijk voor ons?

 

Daarom werd God mens. Jezus diende God zuiver en oprecht, zonder bijbedoelingen. Hij vertoonde als mens het beeld van God. In jouw plaats. Als mensen lopen we stuk op ons onvermogen. We kunnen God niet dienen zoals Hij dat van ons vraagt. Dat is frustrerend. Vanuit het geheel van de mensheid zal er nooit iemand opstaan die het beeld van God vertoont. Dat is ook het punt van Matteüs 1. God onthult daar drie dingen over de afkomst van Jezus: a) zijn afkomst is goddelijk door de bevruchting door de heilige Geest, b) zijn afkomst is menselijk door het DNA van Maria, c) zijn afkomst is uit het geslacht van David door Jozef. Door Jozef is Jezus nageslacht van David. Niet omdat Jozef hem verwekt heeft maar omdat God zelf zijn beloften vervult. Jozef kan geen zoon voortbrengen die het beeld van God vertoont. En daarin is Jozef niet uniek, geen mens kan kinderen voortbrengen die het beeld van God vertonen. Daarom werd God mens. Jezus vertoont het beeld van God in jouw plaats.

 

Om dat te ontvangen is nog best moeilijk. Ik merk dat in mezelf. Ik merk dat ook wanneer ik met mensen in gesprek ben. Het zit zo diep in ons om het toch zelf te doen. Om het leven te verdienen. Ook het eeuwige leven. Als het erop aan komt vinden we het moeilijk erop te vertrouwen dat Jezus alles in onze plaats heeft gedaan en dat wij alleen maar door geloof met Hem verbonden hoeven te zijn. Maar dat geloof is dan ook niet niks. Geloven in Jezus is je eigen onvermogen op zijn aller diepst aanvoelen. Het ook erkennen: ik kan niets. Ik kan God niet dienen zoals Hij dat wil. Ik kan Hem niet het vertrouwen geven dat Hij waard is. Ik kan Hem niet liefhebben zoals ik dat zou willen. Ik heb Jezus nodig. Gods Zoon die mens werd. Die in mijn plaats dient en vertrouwt en gehoorzaamt en liefheeft. Erken je onvermogen en strek je uit naar Jezus in geloof.

 

4. Om het vrederijk te stichten

In Matteüs 4:17 staat: ‘Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!” Hoor je het, het is het koninkrijk van de hemel. Wij hier op aarde zouden daar niets vanaf geweten hebben als God zelf niet was gekomen om ons er over te vertellen. Nu had God eerder al zijn profeten gestuurd. Zij hadden tipjes van de sluier opgelicht (Jesaja 25:6-9, Daniël 2:44-45). Maar uiteindelijk kan geen mens uit zichzelf iets zinnigs zeggen over het hemelrijk. En wat nog belangrijker is, geen mens kan dit koninkrijk ook maar een millimeter dichterbij brengen. Wat zit dat diep in ons om dat te denken, om dat te willen: een vrederijk op aarde stichten. Maar wat wegen we ons onvermogen op dit punt slecht. Persoonlijk en als mensheid. We zijn veel te optimistisch over onszelf. Mensen maken vooral oorlog. God moest mens worden om hier op aarde het vrederijk te stichten. Na hoofdstuk 4 laat Matteüs de Bergrede volgen (Jezus kondigt de wet van zijn rijk af) en het Onze Vader (Jezus leert zijn leerlingen het gebed om zijn rijk) en de gelijkenissen (Jezus onthult de aard van zijn rijk). Daarvoor werd God mens. Matteüs beschrijft ook hoe Jezus voorproefjes gaf van de heerlijkheid van zijn rijk: blinden werden ziende, doven konden weer horen, verlamden weer lopen. In die wonderen zie je hoe God ogen en oren voor zijn rijk opent en hoe Hij het de mens mogelijk maakt om daar naar toe op weg te gaan. Wie een aards vrederijk wil stichten loopt al gauw tegen keiharde muren aan. God werd mens om te doen wat jij niet kunt. God werd mens om het helemaal en blijvend goed te maken.

 

5. Om ons bij te staan

Je leest dat zo mooi in Hebreeën 2:17-18: ‘Jezus moest in alles gelijk worden aan zijn broeders en zusters; alleen dan zou hij in aangelegenheden tussen God en zijn volk een barmhartige en betrouwbare hogepriester zijn, die verzoening bewerkt voor hun zonden. Juist omdat hij zelf op de proef werd gesteld en het lijden volbracht heeft, kan hij ieder die beproefd wordt bijstaan.’ En in Hebreeën 4:15 staat: ‘Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.’

 

God werd mens om ons bij te staan. Jezus weet wat het is om mens te zijn. Hij heeft alles meegemaakt. Hij heeft ons complete leven doorleefd. Hij was kind met de kinderen. Hij was jong met de jongeren. Hij groeide op naar volwassenheid. En hoewel Hij niet oud is geworden heeft Hij wel de voorbereiding op het levenseinde gekend. Hij weet wat het is te moeten sterven. God werd mens om met ons mee te lijden en mee te voelen. En omdat Hij God is heeft Hij ook de kracht om ons te helpen.

 

Gods Zoon wil mens zijn in jouw plaats

Zo mogen wij onderweg zijn, onderweg gaan naar het koninkrijk van God. Zie je de opklimming in die vijf punten? De Vader stuurt vanuit zijn liefde zijn Zoon als mens naar de wereld. Daarin laat de Vader zichzelf en zijn liefde aan je zien. Vanuit die liefde rekent zijn Zoon als mens af met jouw zonden, dient Hij als mens in jouw plaats, sticht Hij als mens een hemels vrederijk op aarde. Nu mag jij daar naar toe onderweg zijn. Maar zelfs op die weg lopen we hard tegen ons onvermogen aan. Wij kunnen dit helemaal niet. We kunnen het niet volhouden, we kunnen niet geloven, we kunnen de vrede niet bewaren. Wij hebben een helper nodig. Soms loop je daar keihard tegenaan. Dat is niet leuk. Wel leerzaam. In het evangelie van de menswording is God je voor. Dat God zijn Zoon als mens naar de aarde stuurt ontdekt je aan je eigen onvermogen. Jij kunt al deze dingen niet. Maar daarvoor werd God mens, om te doen wat jij niet kunt. God is je voor: nog voor jij ontdekte dat je dit allemaal niet kunt werd Hij al mens om het in jouw plaats te doen. Dat vind ik heel bemoedigend.

 

Wat je nu concreet kunt doen komende week is het volgende. Vier een weekje Kerst. Zonder de romantiek, zonder het kerstgevoel. Focus je op deze vijf punten. Dit is de betekenis van de menswording van Gods Zoon. Hierom werd Hij mens. Hierom werd Hij ‘ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria.’ Je zou het zo kunnen doen dat je morgen stilstaat bij punt 1, dinsdag bij punt 2, woensdag 3, enzovoorts. Zoek er wat gedeelten uit de bijbel bij en praat er met elkaar over door. Vier eens een weekje Kerst in de zomer. Het is niet gewoon dat God mens werd. Hij deed dat voor jou. Omdat Hij weet dat jij het nooit helemaal goed krijgt in je leven. Verbaas je, verwonder je over Gods liefde daarin. En laat Jezus mens zijn in jouw plaats. Bid daarom. Zo maakt Hij het helemaal en blijvend goed in je leven. Amen.