Waarom is het christendom waar?

25 november 2018

In deze preek, voorbereid met jongeren, komen we hier uit: het christendom is geloofwaardig als werk van God.

Lezen: Handelingen 4:1-13

Tekst: Handelingen 5:27-42

Hoe weet je nou dat het christendom het goede geloof is? Dat is letterlijk de vraag van mijn catechisanten met wie ik deze dienst heb voorbereid. Er zijn zoveel geloven. En al die geloven claimen dat zij gelijk hebben. Of in de woorden van mijn catechisanten: die andersgelovigen vertellen dat hun god geweldig is.

 

Ik snap hun gevoelens hierachter wel. Je wilt weten of jij goed zit. Je wilt weten of jij het goede geloof hebt. Want je zet je daarvoor in. Maar stel nou eens dat het christendom niet het goede geloof is, dan doe je dat dus allemaal voor niks. Zonde van je tijd. Bovendien, het lijkt zo toevallig: jij bent nou eenmaal in een christelijk gezin geboren en dus word je zo opgevoed. Maar stel nou dat je als moslim geboren was, dan was jij nu toch gewoon moslim? Dan was je er toch van overtuigd dat dat het goede geloof was? Dat voelt best eng.

 

Dus hoe weet je nou dat het christendom het goede geloof is? Het kan zijn dat je dit een dwaze of zelfs vervelende vraag vindt. Jij gaat er vanuit dat het christelijk geloof het goede geloof is, dat geloof je al je hele leven en daar wil je verder ook niet over nadenken. Omdat je misschien juist dan gaat twijfelen. Mag ik daar toch tegenover zetten dat deze vraag van de jongeren heel serieus is? En omdat het een vraag van de jongeren is, is het toch een vraag voor ons als hele gemeente? Dus laten we er maar eens een middagje over nadenken. Ik vind dat best een uitdaging. Ik had de jongeren gevraagd ‘waar willen jullie een preek over horen?’, en toen kwamen ze hiermee. En nou moet ik het antwoord geven. Dat is best een uitdaging, helemaal omdat de jongeren tegen mij zeiden: de preek moet wel uitkomen bij de conclusie dat het christendom het juiste geloof is. Ook dat snap ik, dat ze dat graag willen. Maar daarmee ligt de lat hoog.

 

Nu zijn er veel verschillende geloven, maar we concentreren ons vanmiddag op christendom, jodendom en islam. Waarom die drie? Omdat er een duidelijke verwantschap is tussen deze drie religies. Zoals mijn catechisanten al opmerkten, de koran heeft wel wat van de bijbel. En met de joden delen we het Oude Testament. Mijn catechisanten vroegen: waar komen de namen joden, christenen en moslims eigenlijk vandaan? De term jood heeft te maken met de naam Juda. Na de ballingschap kwamen eigenlijk alleen de mensen van de stam Juda en Benjamin terug naar Kanaän. De stam van Benjamin was altijd al klein geweest, dus Juda, joeda, jood werd -haast met terugwerkende kracht- de naam voor het volk Israël. Als je het nu hebt over joden dan heb je het over de afstammelingen van aartsvader Jakob. De joden zijn de voortzetting van het vroegere volk Israël, zou je kunnen zeggen. De naam christen moet niet zo moeilijk zijn, dat komt van Christus. Christenen zijn volgelingen van Christus. Daar komt die naam vandaan (Handelingen 11:26). De naam moslim komt van een Perzisch woord dat overgave betekent. Een moslim geeft zich over aan God, die hij in het Arabisch Allah noemt. Het woord islam heeft een zelfde betekenis: overgave of onderwerping. Soms worden moslims mohammedaan genoemd, dan worden ze dus geduid als volgelingen van Mohammed. Maar zelf zeggen ze dat ze volgelingen van God (Allah) zijn.

 

Wat hebben deze drie godsdiensten met elkaar te maken? Wat deze drie godsdiensten met elkaar verbindt is dat ze in één god geloven. In bijvoorbeeld het Hindoeïsme en in de oude Griekse en Romeinse godsdiensten heb je heel veel goden. Maar jodendom, christendom en islam geloven dat er maar één god is. De joden belijden dat heel duidelijk in het Sjema Jisrael: ‘Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is de enige’ (Deuteronomium 6:4). Ook de christenen belijden dat er maar één God is: Vader, Zoon en Geest. En ook de moslims geloven dat er maar één God is, Allah. Dat vatten ze zo absoluut op dat ze Jezus (Isa) geen god willen noemen.

 

Wat deze drie godsdiensten nog meer met elkaar verbindt is dat ze min of meer elkaars opvolgers genoemd worden. Je zou kunnen zeggen dat het jodendom ontstond bij Abraham, ongeveer 1900 jaar voor Christus. Het christendom ontstond rond Christus, dus vanaf het jaar 0 van onze jaartelling. En Mohammed leefde 600 jaar na Christus. De oudste stukjes koran zijn van ongeveer 650 na Christus. De islam is dus de jongste van de drie. En zoals christenen zich soms als de ware voortzetting van het jodendom zien, zo zien moslims zich als de ware voortzetting van het christendom. In hun visie was het jodendom goed tot het christendom kwam en het christendom was goed tot de islam kwam. Zoals wij christenen kunnen zeggen: de joden hebben dezelfde God als wij, alleen ze missen Jezus, zo kunnen moslims zeggen: het christendom is op zich niet verkeerd, alleen ze erkennen Mohammed niet en ze hebben een verkeerde interpretatie over Jezus. Volgens moslims bevat de Koran de laatste en beslissende openbaringen van God. Een van mijn catechisanten stelde op dit punt de vraag: hoe kwam Mohammed erbij om zomaar met een nieuw geloof te komen? Tja, zeg het maar.

 

Terug naar de vraag: waarom is het christendom waar? En hoe weet je dat? Ik geloof dat het christendom waar is. Wij hebben net gelezen uit Handelingen 4 en 5. In Handelingen 4:12 zegt Petrus over Jezus: ‘Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’ Dit een belijdenis, een gelovige uitspraak. Net zoals mijn uitspraak van net een belijdenis is. Voor Petrus en voor mij is dit het uitgangspunt: Jezus is de enige naam op aarde die redding biedt. Dus voor mij is het christendom waar. Maar in deze preek moet dat de conclusie zijn. In deze preek moeten we bij Handelingen 4:12 uitkomen: dat we concluderen dat de naam van Jezus inderdaad de enige is die redding biedt. Het lastige is, je kunt de bijbel dan niet als argument gebruiken. Ik vind de bijbel betrouwbaar. Maar iemand die niet gelooft vindt dat niet. Nu is de bijbel uit zichzelf, als boek, heel betrouwbaar; daar zou genoeg over te zeggen zijn. Dan kan de preek hier stoppen. Waarom is het christendom waar? Omdat de bijbel het zegt. Je voelt wel aan, dat heeft iets van een cirkelredenering: je gelooft in de bijbel omdat je in God gelooft, en je gelooft in God omdat dat in de bijbel staat. Lastig hè?

 

Ik wil naar Handelingen 5 want daar staat iets dat ons verder kan helpen. Dan bedoel ik die woorden van Gamaliël. Wat is daar aan de hand? De leden van het Sanhedrin willen de apostelen doden want ze zijn die praatjes over Jezus zat. Hij zou opgestaan zijn, nadat Hij door hen (het Sanhedrin) gedood was, etcetera. Maar Gamaliël vindt het niet zo’n goed idee om de apostelen te doden. En dan komt hij met een logische redenering. Hij zegt: laat die apostelen begaan, laat ze preken over Jezus, want als het mensenwerk is dan bloedt het vanzelf dood. Als dat christendom op een leugen gebaseerd is gaat het vanzelf over. Daar heeft Gamaliël nog een paar voorbeelden bij: Judas de Galileeër en Teudas. Dat waren ook mannen met een verhaal, net als Jezus, maar na hun dood viel hun aanhang uiteen. Dus, zegt Gamaliël, zo zal het ook wel gaan met de volgelingen van Jezus. Nu Hij dood is valt zijn aanhang vanzelf uit elkaar. Laat ze begaan. Trouwens, zegt Gamaliël, als het met Jezus toch anders is, als het christendom geen mensenwerk is maar het werk van God, dan moet je oppassen. Want dan kun je het niet kapot maken. Al zou je de apostelen gevangen zetten, al zou je hen doden, als dit Gods werk is dan blijft het bestaan. Bovendien vechten wij dan tegen God, en dat wil toch niemand?

 

Maar wacht eens even, het christendom bestaat nog steeds. Dan is het dus het werk van God. Gamaliël had het bij het rechte eind: Gods werk kun je niet vernietigen. Wat Handelingen 5:38-39 ons wil leren is dat je oog ontwikkelt voor het christendom als Gods werk. Deze verzen willen laten zien: het christendom is Gods werk want het bestaat nog steeds. Maar als het christendom Gods werk is, dan is het ook het juiste geloof.

 

Een slimmerd zegt nu: het jodendom en de islam bestaan ook nog steeds, hoe kan dat dan? Blijkbaar is het argument van Gamaliël niet afdoende. Het is waar voor het christendom, maar het bewijst nog niet het ongelijk van andere godsdiensten. Mogelijk worden die door andere machten in stand gehouden. Dit roept de vraag op of je de waarheid van het christendom kunt bewijzen. Mijn catechisanten zeiden: goede argumenten voor het christendom als de goede godsdienst zijn de bijbel, bovendien zie je de waarheid ervan in de geschiedenis, en denk aan wonderen vandaag de dag. Ik ben het daarmee eens. Toch stel ik nog een keer de vraag: kun je de waarheid van het christendom bewijzen? Ik denk het niet. Volgens mijn catechisanten moest deze preek uitkomen bij de conclusie: het christendom is het juiste geloof. Maar passen de woorden ‘juiste’ en ‘geloof’ wel naast elkaar? Is een geloof niet per definitie een geloof? Als je kon bewijzen dat het waar was hoefde je het niet meer te geloven. Daarom zou ik het zo willen zeggen: het christendom is geloofwaardig als werk van God.

 

Op dit punt komen we dus uit. Ik weet niet wat je daarvan vindt. Misschien zeg je: ik ben er heel zeker van dat het christendom het goede geloof is. Daar reken ik mezelf ook toe. Misschien zeg je: ik blijf dit lastig vinden. Dan is de volgende vraag: hoe ga je daarmee om? Je kunt het wegduwen. Je denkt er liever niet teveel over na. Je zegt tegen jezelf: zoals ik ben opgevoed is het goed. Want daar kun je ook de hand van God in zien: het is niet toevallig dat jij in een christelijk gezin geboren bent, daar heeft God een bedoeling mee. Namelijk dat jij in Hem zou geloven.

 

Eén ding moet je niet doen en dat is de waarheid in jezelf zoeken. Daarmee bedoel ik dat je jezelf tot de beoordelende instantie maakt. Je zoekt het antwoord op de vraag of het christelijk geloof waar is in jezelf. Daarbij sluit je je af voor wat van buiten komt. Dat is de zonde in je, die keert je blik naar binnen. Dat is zo beperkt. Het is zeer de vraag of je op die manier ooit waarheid vindt. Waarheid komt van buiten. De waarheid is groter dan jij bent. De waarheid kun je alleen ontdekken, om je er vervolgens aan over te geven.

 

Dus als je twijfelt, ga daar dan doorheen. Probeer oog te krijgen voor Gods werk in je leven, in de wereld en in de gemeente. Als je dan -met Gods hulp- twijfel overwint, dan doe je precies wat God van je vraagt: Hem geloven op zijn woord. Ik zei net dat als je kon bewijzen dat het christelijk geloof waar is, je het niet meer hoefde te geloven. Maar God wil nu juist geloofd worden. Daar ging het toch ook mis bij de zondeval, dat de mens God niet geloofde op zijn woord? God bewijst zich in onze tijd niet op een manier die alle twijfel de wereld uit helpt. Hij laat zich niet zien in zijn overweldigende goddelijke heerlijkheid. Waarom niet? Omdat Hij geloofd wil worden op zijn woord. Iedere keer dat je twijfel overwint doe je wat God van je vraagt.

 

Het mooie is dat God bij je aan de deur blijft kloppen. De zonde keert je blik naar binnen, die sluit je op in jezelf en je eigen ideeën. God legt zich daar niet bij neer. Hij blijft met het evangelie op je afkomen, ook vandaag weer. Op allerlei manieren wil God ervoor zorgen dat jij oog krijgt voor zijn werk in deze wereld. Dat doet Hij omdat Hij ons wil overtuigen van de waarheid van zijn evangelie. Stel jezelf daarom bij allerlei gebeurtenissen in je leven de vraag: hoe zie ik God hierin? Stel die vraag ook bij gebeurtenissen in de wereld: hoe zie ik God hierin aan het werk? Dan ga je het ook steeds meer zien. De waarheid herkennen is iets dat je moet leren.

 

Hierachter zit ook de vraag: hoe krijg je geloof? Hoe ga je geloven, hoe kom je aan geloof? Antwoord: je wordt overtuigd door God en zijn Geest. Dat gebeurt in zijn nabijheid. Lees daarom uit je bijbel, bid, neem je plek in de gemeente in. Geloven is overmand worden door de liefde van God.

 

Wanneer ik nu nog eens christendom, jodendom en islam naast elkaar leg dan valt mij het volgende op. Welk geloof is nou geloofwaardiger als je nadenkt over de volgende dingen: moet je jezelf verlossen of word je verlost? Moet jij als mens God zoeken of zoekt God jou als mens? Is het geloof dienst of liefde? Vraagt de god vooral of geeft Hij? Het christendom is van deze drie godsdiensten de godsdienst die het minst past bij de mens: je wordt verlost, God zoekt jou op, God geeft, Hij heeft je lief. Dit is een geloof dat geen mens zou verzinnen (1 Korintiërs 1:18-31). Logisch, want dit geloof komt van God.

 

Leer God meer aan het werk te zien in je leven, in de wereld en in de gemeente. Want dan raak je meer overtuigd van de waarheid van het christendom. Amen.