Waken loont

8 september 2024

Het spannende is niet of je de deur opendoet maar of je nog wakker bent.

Lezen: Openbaring 3:14-22

Tekst: Openbaring 3:20

Vanmorgen een korte preek, want we gaan ook nog avondmaal vieren. Daarom val ik maar met de deur in huis: Openbaring 3:20 wordt naar mijn mening vaak verkeerd begrepen. Alsof het zou gaan over de deur van je hart, waar Jezus dan op klopt en die jij voor Hem moet opendoen. Om dat laatste zou het ook gaan: dat jij de deur opendoet. Dat zou het spannende punt zijn, laat jij Jezus binnen in je leven of niet? Het is het bekende kinderlied: ‘Is je deur nog op slot, doe ‘m open voor God, van je krr, krr, krr.’

 

Maar het spannende punt is niet of jij de deur open doet, maar of jij nog wakker bent op het moment dat Jezus aanklopt. Want Hij komt midden in de nacht. Of zelfs tegen de ochtend. Mocht jij dan nog wakker zijn -het is je gelukt om wakker te blijven- dan doe je vanzelfsprekend de deur open. Daarvoor bleef je nou net wakker. Het gaat hier niet over het toelaten van Jezus in je leven, maar over het verwachten van zijn wederkomst.

 

Ik wil daar wat bewijs voor geven, want die andere uitleg kom je werkelijk overal tegen. Let allereerst op de overeenkomst met Lucas 12:35-38. Jezus zegt tegen de menigte om Hem heen:

 

Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen. Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij midden in de nacht of kort voor het aanbreken van de dag.

 

Die knechten worden gelukkig geprezen, die de hele nacht wakker zijn gebleven om hun heer te verwelkomen zodra hij op de deur klopt. ‘Jongens, ik ben er weer!’ De knechten herkennen zijn stem en doen direct open. Ze zijn opgebleven om open te doen. Er waren momenten dat ze moesten vechten tegen de slaap, maar gelukkig zijn ze wakker gebleven zodat ze direct bij de eerste klop van hun heer konden opendoen.

 

Waarom wijs ik die andere uitleg af? Ik noem twee teksten die ontkennen dat jij de deur van je hart moet opendoen. In Handelingen 16:14 staat over het tot geloof komen van Lydia: ‘De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus.’ En in Filippenzen 2:12-13 staat: ‘Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het Hem behaagt’ (zie ook nog Efeziërs 2:8-9). Maar belangrijker is dat in de zeven brieven in Openbaring de komst van Jezus een terugkerend onderwerp is. In de brief aan de gemeente van Efeze zegt Jezus: ‘Kom tot inkeer (...) anders kom Ik naar u toe en neem Ik, als u geen berouw toont, uw kandelaar van zijn plaats’ (2:5). In de brief aan Pergamum zegt Hij: ‘Kom toch tot inkeer, anders kom Ik binnenkort naar u toe’ (2:16). In de brief aan de gemeente van Sardes: ‘Kom tot inkeer. Maar als u niet wakker wordt, kom Ik onverwachts als een dief, op een tijdstip dat u niet kent’ (3:3). Dat is toch de taal van de wederkomst? En tegen de gemeente in Filadelfia zegt Jezus nog: ‘Ik kom spoedig’ (3:11). Dus ook in 3:20 gaat het om de wederkomst. Jezus zegt: mijn komst naar deze wereld staat voor de deur. Ik sta voor de deur van de wereld. Blijf wakker om mij te verwelkomen, net als die knechten van Lucas 12.

 

Want waken loont. Je moet er niet aan denken wat er met die knechten zou gebeuren als ze hun heer niet opendeden omdat ze lagen te slapen. Toch benoemt Jezus niet de straf maar de beloning: we zullen samen eten. Dat is opvallend, want waarom zou een heer met zijn knechten eten (Lucas 17:7-10)? En nog gekker, in Lucas 12 doet de heer zelfs zijn gordel om (zodat zijn kleren hem niet in de weg zitten) en begint zijn knechten te bedienen. Ook hier zit een overeenkomst met Openbaring 3:20, want daar vindt ook een omdraaiing plaats. Er staat: ‘Ik zal binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.’ Jezus komt aan de door jou gedekte tafel zitten, maar vervolgens blijkt Hij zelf de gastheer te zijn.

 

Waarom is de beloning voor het waken een maaltijd? Bedenk dat een maaltijd in de tijd van Jezus niet zozeer draaide om het eten dat je binnenkreeg maar veel meer om het samen zijn, om de ontmoeting met elkaar, de gesprekken, het delen van de vriendschap. Denk aan het kerstdiner bij ons, dan gaat het ook om degenen met wie je daar bent en niet om het eten. Zo’n diner duurt vaak ook lang. Hetzelfde heb je met gourmetten, dat doe je voor de gezelligheid. Of denk aan een date, je spreekt af in een restaurant maar het gaat je niet om het eten (misschien krijg je zelfs geen hap door je keel), het gaat je om die ander. Samen eten staat voor verbinding, voor ontmoeting, voor het delen van het leven. Dat wil Jezus met jou, gewoon heel lang met jou aan tafel zitten en goede gesprekken voeren, genieten van de sfeer, genieten van elkaar, elkaar diep in de ogen kijken en voelen hoezeer jullie met elkaar verbonden zijn.

 

Waken loont. Mooi dat Jezus die kant benadrukt en niet de dreiging van het in slaap vallen. Maar hoe waak je? Het gaat dan dus over het klaar zijn voor de wederkomst van Jezus, dat je daar op zit te wachten net als die knechten van Lucas 12. Die zitten wat te praten met elkaar, ze hebben alles klaar gezet voor de komst van hun heer en daar zitten ze nu op te wachten: horen we al wat, gestommel bij de deur, een klop? Ik vraag me af of wij altijd zo bezig zijn met de wederkomst. Je kunt zomaar je leven leiden en denken: als Jezus weerkomt dan breekt dat maar in op wat ik op dat moment aan het doen ben. Je gaat er ook vanuit dat je dan gewoon gered wordt. Maar je bent niet op de wederkomst gericht. Het hoeft van jou ook niet direct morgen. Want je hebt nog zoveel plannen, zoveel dingen die je wil doen en bereiken. Voor jou draait het om het leven hier en nu. Dat Jezus weerkomt en dat dan zijn koninkrijk begint is een soort verzekeringetje voor later. In de brief aan Laodicea heet die houding lauw, een lauw geloof. Je gelooft in wat je ziet en dat is de wereld om je heen.

 

Nu wil niemand een lauw geloof hebben. Zo’n waarschuwing van Jezus komt best binnen. Misschien vind je dat anderen een lauw geloof hebben: gemakzuchtig, gezapig, gearriveerd - wat gaat er nou van uit? Kan. Maar wees daar voorzichtig mee. Ga er vooral liefdevol mee om, dat je de ander uitnodigt in plaats van opjut. Wat ook kan is dat je van jezelf vindt dat je lauw bent. En daar baal je van. Je hebt andere periodes in je geloof gehad dat het allemaal veel meer voor je betekende. Dat wil je graag terug. Bedenk dan dat geloof op en neer gaat. Je zit niet altijd op de toppen van je geloof. Maar waar het om gaat in Openbaring 3:20 is dat je uitziet naar Jezus’ komst. Dat je daarmee leeft, dat dat in je kop zit. Dat je erop hoopt dat mee te maken in je leven. Een gespannen verwachting. Dat is het omgekeerde van lauw zijn. In het avondmaal, wat we hier op aarde vieren, ontdek je wat Jezus wil: Hij wil verbinding, Hij wil ontmoeting, Hij wil goede gesprekken met ons voeren en Hij wil eindeloos van het samen zijn genieten.

 

Maar hoe waak je nou concreet? Hoe blijf je wakker? Hoe voorkom je in slaap gesust te worden door je leven hier op aarde? Een eerste is, bid om de wederkomst. Gewoon in elk gebed: ‘Kom gauw, Here Jezus.’ Wanneer je jezelf dat iedere keer hoort zeggen, wordt de wederkomst ook meer werkelijkheid voor je. Een tweede is: ga voor jezelf eens na hoe je over de toekomst praat. Ga je er vanuit dat je gewoon aan het werk gaat, gewoon een keer met pensioen en daarna een keer sterft? Praat je over de toekomst als een vast gegeven -omdat het zo in je hoofd zit- of zeg je als je over je toekomst praat: ‘tenzij Jezus voor die tijd terugkomt’? Een derde ding: waar zet jij je kaarten op? Daarmee bedoel ik, regel je alles zo in je leven dat je het hier op aarde goed hebt, comfortabel, verzekerd van alles wat je nodig hebt? Of zet jij je kaarten op het koninkrijk van God, wil je dat daarvoor alles geregeld is? En tot slot, verzin ook zelf vormen en rituelen om wakker te blijven. Zeg het maar bij de jaarwisseling tegen elkaar: misschien komt Jezus dit jaar wel. Of als je jarig bent: zou dit het jaar zijn waarin ik Jezus mag verwelkomen? Aan de avondmaalstafel zeggen we het in ieder geval: wij vieren deze maaltijd ‘totdat Hij komt’. Want als er één plek is om wakker te blijven, dan is het wel de kerk. Maar dat is natuurlijk een open deur. Amen.