Wat liefde is (deel 2)

9 oktober 2016

Wie zijn vreugde vindt in God kan anderen liefhebben en daarvoor de offers opbrengen.

Lezen: Psalm 16

Tekst: Psalm 16

De preek van vanmorgen is een vervolg op de preek over Hosea 1-3 van 25 september, de zondagmiddag van ons startweekend. Waarom een vervolg?

 

Aanleiding 1: hoe breng je echte, gevende liefde op?

In die preek heb ik het gehad over het huwelijk en dat wij wel eens denken dat het geven en nemen is in een huwelijk. Ik heb toen gezegd: het is geven, geven, geven. Als je daar niet toe bereid bent moet je er niet aan beginnen. Een huwelijk is niet bedoeld om er zelf beter van te worden. Een huwelijk is bedoeld om iets te laten zien van hoe Jezus van zijn gemeente houdt en hoe de gemeente van Jezus houdt (ik kom daar later in dit seizoen nog op terug). Een huwelijk sluit je omdat jij die ander gelukkig wilt maken, omdat jij die ander liefde wilt geven. Zo lees ik dat in de bijbel. Ik vond de verbazing van mijn catechisanten mooi afgelopen dinsdag. Een catechisante vroeg: als ik nou na een paar jaar huwelijk ontdek dat hij niet de ware is dan kun je toch beter scheiden? Allereerst zei ik: zou jij het zelf willen; stel dat jouw man na twee jaar huwelijk zegt ‘je bent niet de ware’, zou jij dan in de steek gelaten willen worden? Dat gaf al wat aarzeling. Vervolgens zei ik: de ware bestaat helemaal niet - waar mijn catechisanten zich heel erg over verbaasden. Wij zitten vaak vast aan het idee van een romantisch huwelijk, een huwelijk dat op (het gevoel van) liefde drijft en niet op trouw. Ik denk dat je elkaar niet trouw belooft omdat je weet dat die ander de ware is, maar je belooft elkaar trouw omdat je ware liefde wilt geven. Maar hoe breng je die echte, gevende liefde ooit op?

 

Aanleiding 2: leer ons van God te houden

De tweede aanleiding is een vraag die in een andere catechisatiegroep werd gesteld. Dat was de vraag: ‘leer ons van God te houden.’ Weet u dat ik helemaal warm wordt van zo’n vraag? Jongeren van 18-19 jaar die mij vragen: ‘leer ons van God te houden.’ Ik ben God zo dankbaar dat ze dit vroegen, ik ben daar zo blij mee. Tegelijk is het een vraag waarbij de lat hoog ligt, dat realiseer ik me. Want het is geen vraag naar kennis maar het is een vraag naar een praktijk. Het is een vraag naar een verandering in je hart. De jongeren gaven ook aan waarom ze dit vroegen: als je van God houdt is geloven gemakkelijker. We hebben het er vervolgens in een les over gehad, maar ik denk dat het belangrijk is voor iedereen en daarom ga ik er op deze preek verder op in.

 

Aanleiding 3: onze liefde is antwoord- en doorgeefliefde

De derde aanleiding is dat iemand na de preek van 25 september tegen mij zei: ‘Het klopt dat God de redenen om ons lief te hebben in zichzelf vindt.’ Het is niet zo dat God naar de mens kijkt en denkt: wat zijn het toch een lieve mensen. Nee, God kijkt tegen onze ruggen aan omdat wij ons van Hem afgekeerd hebben. Maar omdat God liefde is en ons daarin wil laten delen komt Hij ons achterop, draait Hij ons om en kijkt ons aan met zijn liefde. ‘Maar,’ zei dit gemeentelid vervolgens tegen mij: ‘met onze liefde voor God is het anders. Onze liefde voor God komt niet uit onszelf voort. Onze liefde voor God komt juist wel voort uit het kijken naar God. Onze liefde is antwoordliefde.’ Dus Gods liefde voor ons komt uit God zelf voort, heeft in God zijn begin, zijn oorsprong. Maar onze liefde voor God is antwoordliefde. Wij geven de liefde die we van God ontvingen aan Hem terug. En de liefde die we aan elkaar als mensen geven is doorgeefliefde. Dus de vraag van mijn catechisanten ‘leer ons van God te houden’ heeft nog een tweede aspect: het maakt geloven niet alleen gemakkelijker, maar het is ook de enige manier om van je naasten te houden. Gevende liefde en de offers daarvoor opbrengen (in je huwelijk maar ook daarbuiten) lukt alleen als je heel diep van God houdt. En ga met wat ik zeg nu niet terugkijken in je leven naar wat geweest is, maar kijk naar voren: hoe groei ik in liefde voor God zodat ik ook steeds meer trouw kan zijn aan mensen?

 

Vind jij je geluk in God?

De vraag die je jezelf moet stellen is: vind ik mijn geluk in God? Word ik helemaal blij van God? Vervult God al mijn verlangens? Dan bedoel ik niet dat Hij me alles geeft wat ik graag wil hebben, maar ik bedoel: verdampen al mijn verlangens als ik aan God denk? Vult God mij zo met vreugde, met voldoening dat ik helemaal niets meer te wensen overhoudt, dat ik verzadigd ben? Daar gaat het over in Psalm 16: ‘Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer, mijn geluk, niemand gaat u te boven’ (vers 2). En iets verder in de Psalm: ‘Heer, u bent mijn enig bezit’, u bent ‘mijn leven’ (vers 5). En aan het einde: ik vind ‘overvloedige vreugde in uw nabijheid’ (vers 11).

 

Misschien praten we niet zo vaak over ‘je vreugde vinden in God’. Daarom is het goed om even een uitstapje naar ons dagelijks leven te maken. Want er zijn genoeg dingen in ons leven waar wij plezier in hebben, die ons voldoening geven, die ons blij maken. Voor de een is dat misschien zijn werk, daar heb je veel lol in, je geniet ervan, het is je leven. Voor een ander is dat een hobby of sport, dat geeft jou vreselijk veel voldoening, het maakt je gelukkig. Voor weer een ander is dat zijn of haar huwelijk of het gezin. Het kan ook een ding zijn, je huis, je auto, je tuin. Op zo’n zelfde manier kun je in God je vreugde vinden. Dus dat God je blij maakt en je ‘leven’ is en je een voldaan gevoel geeft. Ik denk dat als je hier helemaal niets van herkent, je een groot probleem hebt. Is geloven, naar de kerk gaan, bidden en bijbel lezen dan niet puur plicht? Je komt toch naar de kerk omdat je plezier vindt in God, omdat je van God geniet of op zijn minst daar een beginnetje van voelt? Als ik een bos bloemen voor mijn vrouw meebreng en zij zegt verrast: ‘waarom doe je dat?’ en ik zeg: ‘ach, huwelijksplicht’, dan wordt het er niet beter op. Wat zij wil horen is: ‘Ik hou van je! Jij bent mijn leven, mijn geluk. Als ik bij jou ben dan heb ik niets te wensen over!’ Wij hebben toch niet het lef dat we tegen God zeggen: wij zitten hier vanuit onze christenplicht? God ziet hoe het in ons hart is en Hij wil ons diepste geluk zijn. Wij kunnen dat best: ergens ons diepste geluk in vinden (denk aan je werk, hobby, sport, gezin, auto, tuin). Maar dat kunnen dus ook zomaar je afgoden worden: God wil je diepste geluk zijn, je alles, Hij wil je de diepste voldoening geven die er is, maar voor jou is het je werk, je hobby, je sport of je echtgenoot.

 

Omdat ik dit zo aanzet vind ik het belangrijk om te laten zien dat dit niet alleen in Psalm 16 staat. Het is zo breed als de bijbel. Ik concentreer me nu op de Psalmen. In veel Psalmen wordt God bezongen als degene die het hoogste goed is. Zonder terughoudendheid wordt Hij aanbeden vanwege de eindeloze vreugde die mensen in Hem vinden. Psalm 36 bijvoorbeeld: ‘Hoe kostbaar is uw liefde, God!’ De mensen ‘laven zich aan de overvloed van uw huis, u lest hun dorst met een stroom van vreugden’ (vers 8-9). Psalm 42: ‘Mijn ziel smacht naar u, o God’ (vers 2). Psalm 43: ‘Dan zal ik naderen tot het altaar van God, tot God, mijn hoogste vreugde’ (vers 4). Psalm 63: ‘Uw liefde is meer dan het leven’ (vers 4), misschien bekender in de berijmde versie: ‘Uw liefde is het hoogste goed, dat U, of God, mij hebt gegeven, uw trouw is beter dan het leven, U bent het die mij juichen doet.’ In de Psalmen kom je zelfs de opdracht tegen om te genieten van God. Psalm 34: ‘Proef, en geniet de goedheid van de HEER’ (vers 9), Psalm 37: ‘Zoek je geluk bij de HEER, hij zal geven wat je hart verlangt’ (vers 4).

 

    Wie zijn geluk in God vindt kan liefhebben en trouw zijn

Weet je waarom God deze opdracht geeft? Omdat mensen die niet voldaan zijn geen liefde kunnen geven. Die hebben juist liefde nodig, die zoeken links en rechts naar liefde met het grote risico dat je anderen daarvoor gebruikt of misbruikt. Dit is de diepte van de zonde: onvervulde verlangens, onvoldaanheid, maken je tot iemand die neemt. Terwijl hij of zij die zijn geluk in God vindt kan geven. God wil al je verlangens vervullen. Je verlangen naar liefde en geliefd worden, je verlangen naar aandacht, contact, gezien en gewaardeerd worden, je verlangen naar rust en geluk. God vervult al die verlangens van je in Christus. Kijk naar Christus en zie wat God met je voorheeft: alleen maar geluk en heerlijk leven. Dit is de kern, God zegt: ik wil jouw ‘geluk’ zijn, jouw ‘enig bezit’, jouw ‘leven’, jouw ‘vreugde’, want alleen dan kun je anderen liefhebben, alleen dan kun je geven en delen. Wie voldaan is in God ziet zijn medemens als iemand met wie je iets kunt delen, iemand aan wie je iets te geven hebt.

 

Hoe vind jij je geluk in God?

Ik hoop dat je het belang hiervan inziet en dat je ernaar verlangt, ik verlang er diep naar, maar hoe gaat dit nou lukken? Hoe wordt God degene die jou het aller gelukkigst maakt? Misschien vind je trouwens dat God hiermee teveel van je vraagt. Want ik realiseer me dat dit heel ver gaat. God vraagt je hart, God vraagt je liefde, God wil degene zijn die jou gelukkig mag maken. In de preek van 25 september zei ik: ons grootste probleem is dat we ons niet door God laten liefhebben. Dat God je grootste geluk wordt vraagt bekering. Wij beginnen vaak bij onszelf: ik wil dit, ik wil dat. De bekering houdt in dat we gaan luisteren naar God die zegt: ik wil jou gelukkig maken want alleen ik kan dat volmaakt, geef je daaraan over. De apostel Johannes zegt in zijn eerste brief: ‘Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden’ (1 Johannes 4:10). God wil dit allemaal, dat mag je bedenken wanneer je probeert je geluk in God te vinden. Want dat kost niet alleen bekering, het kost ook strijd. Bedenk in die strijd dat God zijn plan om jou gelukkig te mogen maken nooit opgeeft.

 

    Hard way

Je kunt op twee manieren leren je geluk in God te vinden. Je kunt kiezen voor de ‘hard way’. Ik bedoel dan dit: test gewoon al je afgoden. De dingen die jou gelukkig maken, die jou diepe voldoening geven, die je alles zijn (zoals werk, sport, hobby, vakanties, je huwelijk) hebben de grote neiging om je afgoden te worden. Namelijk als ze in de plaats komen van God die jou gelukkig wil maken. Nou, test ze maar. Het is de harde manier. Je werk, kan dat nooit op een teleurstelling uitdraaien? Ik denk dat genoeg mensen daar ervaring mee hebben. Je huwelijk, idem dito. Je hobby of sport, op vakantie gaan - door omstandigheden moet je er misschien wel mee stoppen. Je huis, auto, tuin, je kunt het allemaal verliezen. Als daar je voldoening uit moet komen dan loop je toch een keer vast? Ik hoop dat je dan God ontdekt. Dat je dan leert dat alleen Hij je volmaakt gelukkig kan maken en dat Hij wil dat je van die andere dingen geniet in verbondenheid met Hem. Het is wel een harde leerschool.

 

    Nice way

Je kunt ook op een andere manier je vreugde in God leren vinden. Noem het de ‘nice way’, een prettige manier. Misschien zegt iemand trouwens: ik heb helemaal geen afgoden want dat is nou net mijn probleem: niets maakt mij gelukkig, ik wou dat iets me gelukkig maakte. Afgevlakte emoties kunnen je parten spelen. Juist ook in de relatie met God. Val jezelf dan niet te hard en besef dat je moeite om te genieten van God niet zozeer met God te maken heeft maar met hoe je emotioneel in elkaar zit op dat moment. Sowieso kunnen gevoelens van liefde op en neer gaan. Dat geldt in je relaties met mensen, met dingen, met je werk of hobby, ook met God. Als het over God gaat en je geluk vinden in God, dan mag je bedenken dat God zelf daar heel actief mee bezig is. Hij wil dat in jou werken. Hij laat zichzelf aan je zien in Jezus, in de bijbel, in de schepping, in de gemeente. Als je meer van God wilt leren houden moet je naar God kijken. Dat is de ‘nice way’. Onderzoek wie God is en wat Hij doet en gedaan heeft en wat Hij nog gaat doen. Het zit ook in Psalm 16: ‘Steeds houd ik de HEER voor ogen’ (vers 8). Denk over God na, kijk naar God. Dat kun je alleen doen maar ook heel goed samen. Ik heb de catechisanten die vroegen ‘leer ons van God te houden’ een oefeningetje laten doen: vertel elkaar wat je mooi vindt aan God en vraag elkaar vervolgens hoe dat hem of haar helpt om van God te houden. Misschien is dat nieuw, misschien moet je dat vaker doen voor het effect heeft, maar probeer het eens in het gezin, je huwelijk of op de wijkavond. Misschien moeten we er ook eens een kerkenraadsvergadering mee beginnen. Dit is zo belangrijk als je je grootste geluk in God wilt leren vinden. Noem het omgang met God: wat maakt God mooi? Ik denk: zijn liefde, zijn trouw, zijn anders zijn, zijn goddelijkheid en zijn mensgerichtheid. Hoe meer je met God omgaat hoe meer Hij je vreugde wordt. Omgaan met God is bijbel lezen en bidden. Voor jezelf, in het gezin, in de bijbelkring, in de gemeente. En bijbel lezen is aandachtig lezen, je afvragen: wat zegt God hier? Wat zegt Hij tegen mij en hoe ga ik daarmee om? Wat doet het mij? En bidden is zoeken naar woorden, zoeken naar wat je tegen God wilt zeggen. Bidden is bij God zijn, je hart voor Hem openen en contact met Hem hebben.

 

Zo groei je in liefde voor God. Je gaat steeds meer van Hem houden. Hij wordt steeds belangrijker voor je en uiteindelijk je grootste geluk. De proef op de som is je liefde voor anderen. Want alleen hij of zij die zijn geluk heeft in God kan anderen liefhebben en daarvoor de offers opbrengen. Wie in de ontmoeting met God ontdekt: ‘nu heb ik alles’, hij of zij gaat geven en delen, hij of zij kan liefhebben en trouw zijn. Ga veel met God om en groei. Amen.